Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2007
gepubliceerd op 12 juni 2007

Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2007014166
pub.
12/06/2007
prom.
25/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/25/2007014166/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 houdende vaststelling van de statuten van de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel;

Overwegende dat het creëren van een Gewestelijk Expresnet in en rond Brussel noodzakelijk is om het marktaandeel van het openbaar vervoer te verhogen binnen een straal van ongeveer 30 km rond de hoofdstad en om de bijzonder zware mobiliteitsproblemen tijdens de piekuren op te lossen;

Overwegende dat, in het kader van de verwezenlijking van dit Gewestelijk Expresnet, de spoorwegcapaciteit van het baanvak Watermaal-Bosvoorde - Ottignies-Louvain-la-Neuve verhoogd moet worden;

Overwegende dat vergelijkende tracéstudies hebben aangetoond dat de beoogde capaciteitsuitbreiding optimaal tot stand zal komen door de aanleg van een derde en vierde spoor naast de bestaande sporen van de spoorlijn 161 en door de tracéaanpassing van de aansluitingssporen van de spoorlijn 139 Ottignies-Waver;

Overwegende dat het voor de aanleg van de bewuste sporen nodig is om de spoorwegbedding te verbreden;

Overwegende dat de unieke vergunning, toegekend door het Waalse Gewest op 22 november 2004, de aanleg van een omvangrijke faunadoorgang oplegt op de plaats van het hydraulisch kunstwerk nr. 2753 maar dat de aanleg van deze faunadoorgang gepaard zou gaan met diverse problemen, namelijk : de aanwezigheid van een moerassige grond, de onmogelijkheid om aan de voet van het kunstwerk te geraken en grote bouwmoeilijkheden met belangrijke kosten als gevolg;

Overwegende dat, gelet op deze problemen, de « Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement - Division de la Nature et des Forêts » van het Waalse Gewest zijn princiepsakkoord heeft gegeven met het behoud van het hydraulisch kunstwerk nr. 2753 mits de boring, in een bouwrijpere zone, van een kleinere faunadoorgang onder de sporen en mits, ter compensatie voor het niet realiseren van de omvangrijke faunadoorgang, de herbebossing van de laaggelegen zones zodat de bosrand verlengd wordt tot aan de te bouwen faunadoorgang waardoor deze aantrekkelijk en vertrouwenwekkend wordt gemaakt;

Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk blijkt percelen gelegen op het grondgebied van de stad Waver te verwerven voor de verwezenlijking van de nieuwe infrastructuur, de aanleg van de faunadoorgang onder de sporen, de installatie van het boormateriaal en de herbebossing van de laaggelegen zones;

Overwegende dat, conform het meerjaren spoorweginvesteringsplan 2001-2012, bevestigd door het samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Gewesten van 11 oktober 2001, het vervoersaanbod van het Gewestelijk Expresnet, waartoe deze spooruitbreiding bijdraagt, volledig operationeel moet zijn tegen uiterlijk eind 2012 en dat wegens de vooropstaande duurtijd van de werken bijgevolg de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemenen nutte onontbeerlijk is;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de werken in het kader van het op vier sporen brengen van het baanvak Watermaal-Bosvoorde - Ottignies-Louvain-la-Neuve van de spoorlijn 161 en van de tracéaanpassing van de aansluitingssporen van de spoorlijn 139 Ottignies-Waver, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gelegen op het grondgebied van de stad Waver opgenomen in het plan nr. 026.225KU2, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de betreffende werken benodigde en op voormelde plan aangeduide percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.

Art. 3.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^