Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 februari 2007
gepubliceerd op 08 maart 2007

Koninklijk besluit betreffende de rechten van de getroffenen aangetast door rugaandoeningen te wijten aan de blootstelling aan mechanische trillingen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007022131
pub.
08/03/2007
prom.
25/02/2007
ELI
eli/besluit/2007/02/25/2007022131/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de rechten van de getroffenen aangetast door rugaandoeningen te wijten aan de blootstelling aan mechanische trillingen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Wij hebben de eer aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 36 van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970. Dit artikel bepaalt : - enerzijds het algemene principe dat wanneer een beroepsziekte uit de beroepsziektelijst wordt geschrapt of wanneer de benaming van een ziekte in deze lijst wordt gewijzigd, de door deze ziekte getroffen persoon zijn recht op schadeloosstelling behoudt.Dit recht omvat eveneens de verergering van de blijvende arbeidsongeschiktheid en de eventuele vergoeding bij overlijden, ten gunste van de rechthebbenden; - anderzijds wordt aan de Koning de bevoegdheid verleend om van dit principe af te wijken en Hem de mogelijkheid te bieden om te beslissen dat de verergering van de blijvende ongeschiktheid en het overlijden ingevolge een beroepsziekte waarvan de inschrijving op de lijst werd gewijzigd of geschrapt, geen aanleiding meer zou geven tot de toekenning van een vergoeding.

De oplossing om in de gecoördineerde wetten de mogelijkheid te creëren dat een koninklijk besluit de vergoedingsmodaliteiten bepaalt wanneer een ziekte uit de lijst verdwijnt (of wordt gewijzigd), wordt gerechtvaardigd door het feit dat wanneer er niets zou worden bepaald, een grove onbillijkheid zou ontstaan tussen personen die een vergoeding ontvangen voor een ziekte die vroeger in de lijst stond en personen die, aangetast door dezelfde aandoening, geen aanspraak meer kunnen maken op enig recht, als ze er om vragen, wegens het feit dat de aandoening in kwestie niet meer in de lijst van beroepsziekten is ingeschreven.

Inderdaad, indien algemeen wordt aangenomen dat bij een wijziging van de reglementering er een verschil kan ontstaan tussen verschillende categorieën van personen en dat degenen die, krachtens de vroegere bepalingen, een vergoeding hebben verkregen die ook moeten behouden, kan eveneens worden aanvaard dat deze vergoeding niet meer kan worden verhoogd als de ziekte waardoor zij zijn aangetast niet meer in de lijst staat. Door deze situatie verder te dulden, zou er nog een groter verschil ontstaan tussen de getroffenen van voor en na het schrappen van de ziekte uit de beroepsziektelijst.

Onderhavig koninklijk besluit beoogt dus het zo goed mogelijke herstel van de billijkheid inzake rugaandoeningen te wijten aan de blootstelling aan mechanische trillingen, gelet op het feit dat in de loop der tijden de geneeskunde heeft moeten vaststellen dat deze aandoeningen als dusdanig niet als « vergoedbare beroepsziekte » in aanmerking kunnen worden genomen. Het bevestigt tevens de huidige praktijk van het Fonds dat de naleving van dit billijkheidsprincipe in de concrete gevallen beoogt.

In 1974 werden bij koninklijk besluit van 10 juli 1973 de been- en gewrichtsaandoeningen veroorzaakt door vibrerende instrumenten in de beroepsziektelijst ingeschreven onder de code 1.605.01. Deze code omvatte de aandoeningen van zowel de bovenste ledematen als van de rug (met name de lendenwervelzuil).

De aandoeningen van de lendenwervelzuil zijn echter zo aspecifiek (dus niet aan een bepaalde oorzaak gebonden) en dermate frequent bij de algemene bevolking, dat het niet mogelijk is een onderscheid te maken tussen de spontane aandoeningen en de ziekten die te wijten zijn aan het werk. Om die reden heeft de Koning in 2002, bij koninklijk besluit van 2 augustus 2002, de code 1.605.01 omgezet in de codes 1.605.11 en 1.605.12 waarbij enkel nog als « beroepsziekte » wordt beschouwd : - de been- en gewrichtsaandoeningen van de bovenste ledematen veroorzaakt door mechanische trillingen, en - de aandoeningen van de lendenwervelzuil met voortijdig optredende degeneratieve afwijkingen veroorzaakt door mechanische trillingen die via het zitvlak op het lichaam worden overgedragen.

Na verloop van tijd werd vastgesteld dat deze wijziging nog steeds niet aan de realiteit beantwoordde, vermits het Fonds voor de Beroepsziekten nog steeds de artrose van de lendenwervelzuil als « beroepsziekte » schadeloos stelde, terwijl dit geen echte ziekte is, maar veeleer een verouderingsproces waarmee iedereen kan worden geconfronteerd.

Op medisch gebied is men dus tot het besef gekomen dat een oorzakelijk verband enkel kan worden aangetoond voor het radiculair syndroom als gevolg van een discushernia of een beroepsmatige voortijdige artrose, veroorzaakt door mechanische trillingen of door het tillen van zware lasten (onder welbepaalde voorwaarden).

Bijgevolg heeft de Koning in 2004, bij besluit van 27 december 2004, de lijst der erkende beroepsziekten in die zin aangepast. De codes 1.605.11 en 1.605.12 werden geschrapt en twee codes werden toegevoegd : 1.605.01 voor been- en gewrichtsaandoeningen van de bovenste ledematen veroorzaakt door mechanische trillingen en 1.605.03 voor specifieke rugaandoeningen veroorzaakt door het tillen van zware lasten of door mechanische trillingen, die onder bepaalde voorwaarden als beroepsziekten kunnen worden beschouwd.

Dit besluit beoogt dus de situatie te regelen van personen wier aandoening van de lendenwervelzuil krachtens de vroegere reglementering als een vergoedbare beroepsziekte werd beschouwd en die bijgevolg door het Fonds voor de beroepsziekten worden vergoed voor de schade die zij wegens deze ziekte hebben geleden en nog steeds lijden.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaren, De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

25 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de rechten van de getroffenen aangetast door rugaandoeningen te wijten aan de blootstelling aan mechanische trillingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, inzonderheid op artikel 36, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 133 van 30 december 1982 en de wet van 13 juli 2006;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor de beroepsziekten van 12 juli 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 augustus 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 12 oktober 2006;

Gelet op advies 41.736/1 van de Raad van State, gegeven op 14 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De vergoeding toegekend voor rugaandoeningen op basis van het codenummer 1.605.01 dat werd vermeld op de lijst van de beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling, voorzien bij koninklijk besluit van 28 maart 1969 houdende vaststelling van de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling, tot het werd geschrapt op datum van 17 november 2002 bij koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 1969 houdende vaststelling van de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling en tot vaststelling van de criteria waaraan de blootstelling aan het beroepsrisico voor sommige van deze ziekten moet voldoen, kan bij verergering slechts worden herzien indien de aandoening en de blootstelling aan het risico die voor deze vergoeding in aanmerking komen, overeenstemmen met de ziekte bedoeld onder het codenummer 1.605.03, sinds 19 februari 2005 op de betreffende lijst ingeschreven bij koninklijk besluit van 27 december 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 1969 houdende vaststelling van de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling en tot vaststelling van de criteria waaraan de blootstelling aan het beroepsrisico voor sommige van deze ziekten moet voldoen.

Art. 2.De vergoeding toegekend voor rugaandoeningen op basis van het codenummer 1.605.12, dat bij voornoemd koninklijk besluit van 2 augustus 2002 werd ingeschreven op de lijst van de beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling, voorzien bij koninklijk besluit van 28 maart 1969, en werd geschrapt vanaf 19 februari 2005 bij voornoemd koninklijk besluit van 27 december 2004, kan bij verergering slechts worden herzien indien de aandoening en de blootstelling aan het risico die voor deze vergoeding in aanmerking komen, overeenstemmen met de ziekte bedoeld onder het codenummer 1.605.03, sinds 19 februari 2005 ingeschreven op de betreffende lijst bij koninklijk besluit van 27 december 2004.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 februari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^