Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 juli 2014
gepubliceerd op 08 september 2014

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot vastlegging van de nadere regels voor de verkoop door de emittent, voor de overdracht van de opbrengst van die verkoop en van de onverkochte effecten aan de Deposito- en Consignatiekas en voor de teruggave van die effecten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2014003345
pub.
08/09/2014
prom.
25/07/2014
ELI
eli/besluit/2014/07/25/2014003345/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot vastlegging van de nadere regels voor de verkoop door de emittent, voor de overdracht van de opbrengst van die verkoop en van de onverkochte effecten aan de Deposito- en Consignatiekas en voor de teruggave van die effecten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het voorliggend ontwerp strekt er in de eerste plaats toe gebruik te maken van de machtiging die U is verleend door artikel 11, § 1, zesde lid, § 2, zesde lid, § 3, vierde lid en § 4, tweede lid van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 1.Dit artikel geeft verschillende definities.

Artikel 2.Het bericht dat de verkoop aankondigt van de gedematerialiseerde effecten, die nog niet opgeëist werden door de houder van het papieren effect, moet een reeks gegevens bevatten die het ontwerp besluit definieert.

Artikel 3 en 4. De regels van toepassing op de desbetreffende markten zijn eveneens van toepassing op de verkoop van de effecten, voorzien door de wet "demat".

Artikel 5.Dit artikel voorziet welke gegevens ter beschikking gesteld moeten worden van de financiële bemiddelaar of de financiële bemiddelaars voor de uitvoering van de opdracht tot verkoop.

Deze opdrachten worden vanzelfsprekend uitgevoerd door financiële bemiddelaars, gemachtigd door de wet om tussen te komen op de financiële markten.

Artikel 6.In dit artikel worden de gegevens die specifiek zijn voor verkopen op de Markt van de Openbare Veilingen, door Euronext Brussels georganiseerde MTF in de zin van artikel 2, 4° van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, alsook regels dienaangaande gedefinieerd.

Artikel 7.Dit artikel voorziet dat de netto-opbrengst van de verkopen onmiddellijk het voorwerp uitmaakt van een vrijwillige deposito bij de Deposito- en Consignatiekas, teneinde elk beslag op deze sommen, toekomende aan de rechthebbenden, te vermijden.

Artikel 8.Dit artikel voorziet dat de onverkochte effecten in december 2015 worden gedeponeerd. De gegevens die dit depot aanvullen worden opgesomd.

Artikel 9.De teruggaven, aan degenen die een aanvraag doen, zullen uitgevoerd worden, zodra de Kas de ontvangen gegevens heeft kunnen reconciliëren. Deze operatie is voorzien voor december 2015, zonder dat het mogelijk is de hoeveelheid van de betrokken effecten en dus de benodigde tijd te bepalen. Kort na de aanvang van het jaar 2016, zullen de teruggaven kunnen starten.

De teruggave gebeurt, zodra de boete volledig werd betaald. Op vraag van de eigenaar van de rechten, blijft het evenwel mogelijk voor de Kas om effecten te ontvangen om deze te verkopen, met het oog op de aanzuivering van het bedrag van de boete.

Artikel 10.Artikel 10 beëindigt de procedure van hertoewijzing. De emittent schrijft de effecten in op naam van de personen, aangeduid door de Kas. De Kas bezorgt een certificaat dat deze teruggave bevestigt.

De opmerkingen van de Raad van State werden in overweging genomen. De modaliteiten van de inning van de boete in de artikels 11 en 12 van de tekst, zoals voorgelegd voor advies, zullen hernomen worden in een nieuw koninklijk besluit dat zal voorgelegd worden voor overleg in Ministerraad. De modaliteiten met betrekking tot de teruggave, de berekening van de boete en de gevolgen van de niet inning, vormden niet het voorwerp van een advies en zullen ditzelfde lot volgen, hoewel ze naar onze mening vielen binnen de wettelijke machtiging van het voorliggende koninklijk besluit.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS

Raad van State, afdeling Wetgeving Advies 56.124/2 van 21 mei 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot vastlegging van de nadere regels voor de verkoop door de emittent, voor de overdracht van de opbrengst van die verkoop en van de onverkochte effecten aan de Deposito- en Consignatiekas en voor de teruggave van die effecten' Op 23 april 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot vastlegging van de nadere regels voor de verkoop door de emittent, voor de overdracht van de opbrengst van die verkoop en van de onverkochte effecten aan de Deposito- en Consignatiekas en voor de teruggave van die effecten'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 21 mei 2014. De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, kamervoorzitter, Martine BAGUET en Luc DETROUX, staatsraden, Yves DE CORDT en Sébastien VAN DROOGHENBROECK, assessoren, en Anne-Catherine VAN GEERSDAELE, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Jean-Luc PAQUET, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 21 mei 2014.

Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht van de Regering op het feit dat de ontstentenis van de controle die het Parlement krachtens de Grondwet moet kunnen uitoefenen, tot gevolg heeft dat de Regering niet over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ONDERZOEK VAN HET ONTWERP 1. In het eerste lid van de aanhef moeten de leden van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten `houdende afschaffing van de effecten aan toonder' worden vermeld die de precieze rechtsgrond vormen van de bepalingen van het ontworpen besluit.1 Het betreft het zesde lid van de paragrafen 1 en 2, het vierde lid van paragraaf 3 en het tweede lid van paragraaf 4.

De rechtsgrond van het ontwerp moet derhalve worden aangegeven als volgt : "Gelet op de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, artikel 11, § 1, zesde lid, § 2, zesde lid, § 3, vierde lid, en § 4, tweede lid, vervangen bij de wet van 21 december 2013;". 2. De artikelen 11 en 12 van het ontwerp geven uitvoering aan de machtiging die artikel 11, § 3, achtste lid, van de voornoemde wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten, aan de Koning verleent om inzonderheid "de wijze [te bepalen] waarop de boete bedoeld in dit lid wordt geïnd". De Koning moet die bevoegdheid echter uitoefenen "bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad", wat met het ontwerp niet het geval is, anders dan met het ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot berekening van de boete', dat eveneens op dat artikel 11, § 3, achtste lid, van de voornoemde wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten steunt, en waarover heden advies 56.125/2 is gegeven.

De artikelen 11 en 12 van het ontwerp zouden moeten worden overgeheveld naar dat andere ontwerp, waarover, op grond van die toevoeging opnieuw overleg moet worden gepleegd in de Ministerraad.

Daar die bepalingen van het ontwerp derhalve niet in zoverre gereed zijn dat ze om advies kunnen worden voorgelegd aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State, worden ze in dit advies niet onderzocht.2 3. De verkoop waarin artikel 11, § 2, van de voornoemde wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten voorziet, kan alleen betrekking hebben op "de effecten die niet tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten", waarvan de verkoop overeenkomstig het tweede lid van die bepaling "plaats[heeft] mits voorafgaande bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en op de website van een marktonderneming die de markt van de openbare veiling exploiteert waarop de effecten verkocht zullen worden". Artikel 4 moet bijgevolg worden weggelaten en in artikel 5 moeten de woorden "de niet onder artikel 4 vallende effecten" worden vervangen door de woorden "de effecten die niet tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten".

Het vervolg van het ontwerp moet dienovereenkomstig worden aangepast. 4. In artikel 9 (dat artikel 8 wordt), § 2, 2°, van het ontwerp, moeten de woorden "vierde lid" worden vervangen door de woorden "derde lid". De griffier, Anne-Catherine VAN GEERSDAELE De voorzitter, Pierre VANDERNOOT _______ Nota's 1 Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 27. 2 Ibid., aanbeveling 249.1, voorbeeld a).

25 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, tot vastlegging van de nadere regels voor de verkoop door de emittent, voor de overdracht van de opbrengst van die verkoop en van de onverkochte effecten aan de Deposito- en Consignatiekas en voor de teruggave van die effecten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder, artikel 11, § 1, zesde lid, § 2, zesde lid, § 3, vierde lid en § 4, tweede lid, vervangen bij de wet van 21 december 2013;

Gelet op het advies van de Inspectrice van Financiën, gegeven op 7 maart 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 7 april 2014;

Gelet op advies 56.124/2 van de Raad van State, gegeven op 21 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 14 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2005 pub. 23/12/2005 numac 2005009962 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder sluiten houdende afschaffing van de effecten aan toonder;2° de Kas : de Deposito- en Consignatiekas bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr.150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934. 3° Euronext Brussels : marktonderneming erkend door de Minister van Financiën overeenkomstig artikel 16 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.

Art. 2.In het bericht bedoeld in artikel 11, § 1, tweede lid en § 2, tweede lid van de wet worden naast de bij de wet bepaalde gegevens ook de volgende gegevens vermeld : 1° de gegevens betreffende de identiteit van de emittent, inzonderheid zijn firmanaam, zijn maatschappelijke zetel en zijn ondernemingsnummer;2° de gegevens vereist voor de identificatie van de effecten die te koop worden aangeboden, inzonderheid hun aard, hun uitgiftedatum, in voorkomend geval hun ISIN-code of elke andere code aan de hand waarvan ze kunnen worden geïdentificeerd, de voorkooprechten, de eventuele restricties of beperking van de overdraagbaarheid van de effecten van welke aard ook, alsook alle andere specifieke rechten die aan de effecten zijn verbonden, voor zover ze door de emittent zijn gekend;3° het maximumaantal effecten dat te koop kan worden aangeboden, zoals bepaald op basis van de door de emittent verrichte reconciliatie;4° de uiterste datum waarop de houders of hun rechthebbenden zich bekend dienen te maken bij de emittent of bij een of meer door de emittent in het bericht aangewezen erkende rekeninghouders, om te voorkomen dat hun effecten worden verkocht;5° de gegevens betreffende de identiteit van de in 4° bedoelde rekeninghouder(s), inzonderheid de firmanaam en het adres.

Art. 3.Voor effecten die tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, gebeurt de verkoop bedoeld in artikel 11, § 1, van de wet, overeenkomstig de regels die op die markt van toepassing zijn.

Art. 4.De verkoop bedoeld in artikel 11, § 2, van de wet vindt plaats op de Markt van de Openbare Veilingen, een door Euronext Brussels georganiseerde MTF in de zin van artikel 2, 4° van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, overeenkomstig de regels die op die markt van toepassing zijn.

Art. 5.De emittent geeft één of meerdere opdrachten tot verkoop, overeenkomstig de artikelen 3 tot 4, van alle effecten die op zijn naam zijn ingeschreven in uitvoering van artikel 9 van de wet.

De emittent bezorgt gelijktijdig met de opdracht of opdrachten tot verkoop het bericht bedoeld in artikel 2 en een certificaat van inschrijving van de effecten, op naam van de emittent, in zijn register van de effecten op naam of, in gedematerialiseerde vorm, op een effectenrekening bij een erkende rekeninghouder.

Art. 6.Voor de verkopen bedoeld in artikel 4 : - bezorgt de emittent aan de Veilingmeester zijn meest recente goedgekeurde jaarrekeningen alsook alle andere documenten aan de hand waarvan deze laatste de richtprijs kan vaststellen en die hij vraagt; - wanneer de effecten van een emittent bij de eerste ronde van openbare veilingen niet zijn verkocht, worden de effecten van die emittent opnieuw te koop aangeboden bij minstens vier opeenvolgende rondes, tenzij alle effecten ondertussen zijn verkocht; - verlopen de verkopen volgens de Nota voor de organisatie van de Markt van de Openbare Veilingen. In dit verband en voor zover er op de openbare veilingen geen recente transacties hebben plaatsgevonden, stelt de Veilingmeester de eerste richtprijs vast, die met name op de volgende elementen gebaseerd is : o voor aandelen in vennootschappen en andere met aandelen in vennootschappen gelijk te stellen effecten, op de waarde van het eigen vermogen van de emittent zoals dat blijkt uit de meest recente goedgekeurde jaarrekeningen, o voor obligaties en andere schuldinstrumenten, op de nominale waarde, de resterende looptijd en de rentevoet, o voor converteerbare obligaties, op de onderliggende waarde en/of op de waarde van de obligatie, o voor rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, op de inventariswaarde, o voor vastgoedcertificaten, op de resterende looptijd, de boekwaarde en de betaalde coupons, o voor alle overige effecten, op de gebruikelijke waarderingsmethodes die doorgaans gebruikt worden voor dergelijke effecten.

Art. 7.De netto-opbrengst van elke verkoopronde wordt onmiddellijk door de emittent bij de Kas gedeponeerd in de vorm van een vrijwillige deposito op naam van de Kas volgens de nadere regels die zij bepaalt.

De onverkochte effecten blijven bij de emittent tot hun overdracht aan de Kas overeenkomstig artikel 8 van dit koninklijk besluit.

Art. 8.§ 1. Tussen 1 en 31 december 2015 deponeert de emittent de onverkochte effecten bij de Kas.

Deze deponering neemt de vorm aan van een inschrijving van de effecten op naam van de Kas in het register van de effecten op naam van de emittent. § 2. Daarbij deelt de emittent aan de Kas het volgende mee : 1° in voorkomend geval, het aantal bij de Kas gedeponeerde effecten, alsook het certificaat van inschrijving van die effecten, op naam van de Kas, in het register van de effecten op naam;2° het aantal verkochte effecten per categorie, de totale opbrengst van de verkoop en de gemiddelde prijs per effect, alsook de totale kosten zoals bedoeld in artikel 11, § 1, deerde lid, en § 2, derde lid, van de wet, die de emittent in mindering heeft gebracht op de opbrengst van de verkoop.3° voor de effecten waarvan geen enkele kon worden verkocht overeenkomstig artikel 11 van de wet, (i) de laatst gekende koers op de dag dat de effecten bij de Kas werden gedeponeerd, indien die effecten op een markt zijn toegelaten, of (ii) de richtprijs vastgesteld door de Veilingmeester op het ogenblik dat die effecten te koop werden aangeboden, indien ze niet op een markt zijn toegelaten.4° alle overige inlichtingen die de Kas nodig zou achten en waarvan zij de emittent voorafgaandelijk in kennis zou hebben gesteld. § 3. De mededeling aan de Kas van de gegevens bedoeld in § 2 van dit artikel, gebeurt volgens de technische standaard en de nadere specificaties die de Kas op uniforme wijze vaststelt.

Art. 9.De teruggave, door de Kas, van de bedragen afkomstig van de verkoop alsook van de onverkochte effecten als bedoeld in art 11, §§ 1 en 2 van de wet, vangt ten vroegste aan op 1 januari 2016. De aanvangsdatum wordt aangekondigd door de Minister van Financiën in een advies, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

De Kas geeft slechts gevolg aan een verzoek tot teruggave na inning van de verschuldigde boete. Aan de aanvrager, geeft zij prioritair de eventuele niet-verkochte effecten terug en daarna de bedragen afkomstig van de verkoop van de effecten.

Art. 10.De Kas deelt aan de betrokken emittent onverwijld de identiteit mee van de personen die een teruggave van effecten hebben verkregen, alsook het aantal aldus teruggegeven effecten met toepassing van artikel 11, § 3, van de wet.

Wanneer de emittent die informatie ontvangt, schrijft hij de voornoemde personen in in het register van de effecten op naam, in de plaats van de Kas.

De Kas bezorgt aan de personen die een teruggave van effecten hebben verkregen, een certificaat als bewijs van die teruggave.

Art. 11.De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 juli 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS

^