25 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het sectoraal tewerkstellingsakkoord (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 juli 1996, tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 30;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het sectoraal tewerkstellingsakkoord.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.

Koninklijk besluit van 24 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997.

Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 Sectoraal tewerkstellingsakkoord (Overeenkomst geregistreerd op 29 september 1997, onder het nummer 45446/CO/118) HOOFDSTUK I. - Wettelijk kader

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst houdt de uitvoering in van Hoofdstuk IV van Titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, alsook van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen van de voedingsindustrie. HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsakkoord

Art. 3.§ 1. Vermindering van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid.

De ondernemingen die in 1997 of 1998 toetreden tot het kader van de arbeidsbevorderende maatregelen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen volgens keuze binnen de wettelijke voorwaarden genieten van de vermindering van de werkgeversbijdragen volgens artikel 30 van de wet van 26 juli 1996 of volgens artikel 8 van het koninklijk besluit van 24 februari 1997.

Door hun toetreding verbinden de ondernemingen er zich toe, tijdens de duur van dit akkoord, minstens twee tewerkstellingsbevorderende maatregelen toe te passen die aanleiding kunnen geven tot de aanwerving van bijkomende werknemers. Tenminste één tewerkstellingsbevorderende maatregel moet worden gekozen uit het algemeen kader van arbeidsbevorderende maatregelen bedoeld in artikel 3, § 2. § 2. Algemeen kader van arbeidsbevorderende maatregelen.

Onder algemeen kader van arbeidsbevorderende maatregelen dient te worden verstaan de volgende maatregelen tot herverdeling van de arbeid voor zover zij leiden tot compenserende en/of aanvullende aanwervingen zoals voorzien in de voornoemde wet van 26 juli 1996 : - recht op loopbaanonderbreking boven de wettelijke verplichting van 1 pct.; - recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar; - recht op vrijwillig deeltijds werk (minimum 50 pct.) met herverdeling of vrijwaring van de arbeidsplaatsen; - extra aanwending van 1 pct. loonkost voor beroepsopleiding tijdens de werkuren; - collectieve arbeidsduurvermindering met gelijkblijvende loonkost en compenserende aanwervingen en/of vrijwaring van de arbeidsplaatsen. § 3. Andere nieuwe maatregelen voorgesteld in de toetredingsakte.

Dit algemeen kader van arbeidsbevorderende maatregelen kan in de onderneming aangevuld worden met andere tewerkstellingsbevorderende maatregelen die aanleiding geven tot de aanwerving van bijkomende werknemers.

In afwijking op het voorgaande lid kan het voltijds conventioneel brugpensioen niet als tewerkstellingsbevorderende maatregel beschouwd worden. § 4. Bijkomende aanwervingen van werklieden en werksters.

De bijkomende aanwervingen worden slechts in aanmerking genomen voor zover zij slaan op werklieden en werksters die zijn aangeworven in uitvoering van de toetreding tot dit tewerkstellingsakkoord. § 5. Toetredingsprocedure.

De toetreding gebeurt aan de hand van het modelformulier vastgelegd in bijlage 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Het toetredingsformulier wordt door de werkgever ingevuld met vermelding van de modaliteiten tot toepassing van de gekozen maatregelen zonder verstoring van de arbeidsorganisatie en met aanduiding van de verwachte weerslag op de werkgelegenheid. De toetredingsakte wordt ter ondertekening voorgelegd aan de voltallige syndicale delegatie of bij ontstentenis aan alle werknemers van de onderneming. In ondernemingen met minder dan 50 werknemers zonder syndicale delegatie kunnen de arbeiders hun opmerkingen overmaken aan de voorzitter van het paritair comité.

De door alle partijen ondertekende toetredingsakte wordt door de werkgever gedeponeerd op de Griffie van de Dienst collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.

Een copie hiervan verzendt hij per aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité, die ze na advies van een daartoe aangesteld beperkt comité, voor goedkeuring overmaakt aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst van beperkte duur heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (118) Toetredingsakte tot het sectorale tewerkstellingsakkoord van 13 mei 1997 Modelformulier voorgeschreven door artikel 9, § 3 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET