Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 maart 2016
gepubliceerd op 28 april 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de afwezigheden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016200970
pub.
28/04/2016
prom.
25/03/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 MAART 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 21 september 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 21/09/2015 pub. 13/10/2015 numac 2015022357 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de afwezigheden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 21 september 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 21/09/2015 pub. 13/10/2015 numac 2015022357 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de afwezigheden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 maart 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeids overeenkomst van 21 september 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 21/09/2015 pub. 13/10/2015 numac 2015022357 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Afwezigheden (Overeenkomst geregistreerd op 9 november 2015 onder het nummer 130016/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01). HOOFDSTUK II. - Kort verlet

Art. 2.Onverminderd de bepalingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, heeft de bediende, ter gelegenheid van zijn huwelijk, het recht, met behoud van zijn normaal loon, van het werk afwezig te zijn voor een bijkomende dag.

Voor de toepassing van het besluit bedoeld in de eerste alinea, worden samenwonende partners gelijkgesteld met echtgenoten. Het bewijs van hun samenwonen moet worden geleverd door een attest van de gemeentelijke overheid. HOOFDSTUK III. - Feestdagen

Art. 3.Aan de bedienden worden tien feestdagen per jaar gewaarborgd.

De feestdag welke samenvalt met de dag of de halve dag van de week waarop gewoonlijk niet wordt gewerkt in het vijfdagenstelsel, wordt respectievelijk vervangen door een dag of een halve dag inhaalrust.

De ondernemingsraad stelt er jaarlijks de datum van vast. Zo niet wordt de inhaalrust toegestaan hetzij door verlenging van de jaarlijkse vakantie, hetzij binnen de vijftien dagen welke aan de feestdag in kwestie voorafgaan of erop volgen.

Vakantiedagen andere dan deze bij wet en overeenkomst voorzien als jaarlijkse vakantie en wettelijke feestdagen kunnen worden beschouwd als inhaalrustdagen voor de wettelijke feestdagen welke samenvallen met een weekdag waarop gewoonlijk niet wordt gewerkt. HOOFDSTUK IV. - Individueel recht op vrije weekends

Art. 4.§ 1. In de winkels met meer dan 5 medewerkers heeft elke individuele werknemer het recht om aan zijn werkgever de vrijstelling van prestaties te vragen gedurende 8 weekends op een kalenderjaar (bovenop de hoofdvakantie).

Bij een onvolledig kalenderjaar (bijvoorbeeld jaar van indiensttreding) heeft de werknemer recht op een pro rata op basis van de periode van tewerkstelling in dat kalenderjaar. § 2. De werknemer kan het vrije weekend niet cumuleren met een inactiviteitsdag in diezelfde week, onverminderd het recht om in die week een andere vrije dag te nemen, zoals bijvoorbeeld een verlofdag, een recuperatiedag of klein verlet.

Het gaat dus om een verschuiving van zijn gebruikelijke inactiviteitsdag in de week naar het weekend. § 3. De opname van de vrije weekends gebeurt in onderling overleg met de directe hiërarchische overste.

Deze maatregel is niet van toepassing : - tijdens de maanden juli, augustus en december; - op weekends welke volgen op een feestdag op vrijdag of welke voorafgaan aan een feestdag op maandag. HOOFDSTUK V. - Jaarlijkse vakantie

Art. 5.Een aanvullend vakantiegeld wordt toegekend aan het administratief en verkooppersoneel evenals aan de houders van een filiaal waarin een gemiddelde maandomzet wordt geboekt van tenminste 12 590,69 EUR aan index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100).

Het bedrag hiervan is vastgesteld op 74,37 EUR. De toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten zijn deze die bepaald zijn in de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie voor de toekenning van het dubbel vakantiegeld.

Art. 6.De ondernemingen waarvan de filialen tijdens de jaarlijkse vakantie niet sluiten en welke bijgevolg de filiaalhouder tijdens zijn vakantie vervangen, dragen de kosten van deze vervanging, hetzij door zelf de persoon te belonen die de filiaalhouder vervangt, hetzij, wanneer de filiaalhouder zelf voor zijn vervanging zorgt met instemming van zijn werkgever, door het bedrag te zijner beschikking te stellen dat nodig is om de persoon te belonen die hem vervangt en die, doorgaans, een lid is van zijn gezin.

De ondernemingen welke over geen vervangingspersoneel beschikken en de vakantie niet per beurtrol kunnen toekennen, moeten de sluiting van het filiaal gedurende ten minste twee weken voorzien. HOOFDSTUK VI. - Anciënniteitsverlof

Art. 7.Een bijkomende vakantie wordt volgens de anciënniteit in de onderneming toegekend aan het administratief personeel, alsook aan de filiaalhouders en de overige personeelsleden van de filialen.

Deze vakantie bedraagt in meerdering van de wettelijke jaarlijkse vakantie : - 1 dag na 5 jaar anciënniteit in de onderneming; - 2 dagen na 10 jaar anciënniteit in de onderneming; - 3 dagen na 15 jaar anciënniteit in de onderneming; - 4 dagen na 20 jaar anciënniteit in de onderneming; - 5 dagen na 25 jaar anciënniteit in de onderneming; - 6 dagen na 30 jaar anciënniteit in de onderneming.

In de ondernemingen met een gunstigere regeling inzake anciënniteitsverlof, hebben de bedienden met tenminste vijf jaar anciënniteit recht op één bijkomende dag verlof ten opzichte van de regeling die van kracht was vóór 1 april 1991. HOOFDSTUK VII. - Onbetaald familiaal verlof

Art. 8.Op voorafgaandelijk verzoek van de bediende kunnen maximum tien uitzonderlijke verlofdagen per jaar worden toegekend in geval van ziekte of ongeval : 1. van de echtgeno(o)t(e), de kinderen of de familieleden die bij de bediende inwonen;2. van een vader of een moeder die alleen woont. Voor de deeltijds tewerkgestelde bedienden wordt het maximum van tien dagen per jaar pro rata temporis berekend.

De afwezigheden dienen onmiddellijk verantwoord te worden en dienen binnen de 48 uur gevolgd te worden door een geneeskundig getuigschrift waarin vermeld staat dat de aanwezigheid van de bediende bij de zieke of gekwetste persoon noodzakelijk is.

De bedienden kunnen hun toevlucht tot deze verlofdagen slechts nemen nadat zij met de werkgever alle mogelijkheden voor een verandering of een aanpassing van hun uurrooster hebben overwogen.

De verlofdagen kunnen in halve dagen opgenomen worden. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 9.De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende de afwezigheden (64902/CO/202) wordt opgeheven op 1 januari 2016.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2016. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^