Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 mei 1999
gepubliceerd op 29 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, « Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen » genaamd, betreffende de toekenning van dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek in 1997 en 1998

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012374
pub.
29/12/1999
prom.
25/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/25/1999012374/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, « Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen » genaamd, betreffende de toekenning van dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek in 1997 en 1998 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, « Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen » genaamd;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, « Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen » genaamd, betreffende de toekenning van dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek in 1997 en 1998.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, « Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen » genaamd Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1997 Toekenning van dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek in 1997 en 1998 (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 onder het nummer 45975/CO/301.01)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, « Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen » genaamd en op de werkgevers die deze werknemers tewerkstellen.

Art. 2.Het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek in 1997 en 1998 valt ten laste van de werkgevers en wordt betaald door de « Compensatiekas voor betaald verlof der centrale der werkgevers aan de haven van Antwerpen ».

Art. 3.Het bedrag van het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek bedraagt 2,57 pct. van het brutobedrag van het vakantiegeld. Dit komt overeen met 2,7636 pct. van het bruto belastbaar bedrag van het vakantiegeld (bruto vakantiegeld min sociale afhoudingen).

De betaling gebeurt : - voor 1997 : vanaf 14 juli 1997, samen met het loon van de week van 28 juni 1997; - voor 1998 : vanaf 13 juli 1998, samen met het loon van de week van 27 juni 1998.

Art. 4.Het bedrag van het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek wordt bepaald op grond van één of meer betaalbewijzen van één of meer vakantiefondsen, die de werknemers ontvangen als wettelijk vakantiegeld.

Art. 5.Hebben recht op het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek, de werknemers die : a) in het vakantiejaar recht hebben op wettelijk vakantiegeld; en b) op 30 juni van het vakantiejaar erkend zijn als havenarbeider of in dienst zijn bij een werkgever bedoeld in artikel 1.

Art. 6.Hebben eveneens recht op het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek in het vakantiejaar : 1) de werknemers die in het vakantiejaar recht hebben op wettelijk vakantiegeld maar op 30 juni van het vakantiejaar tot één van de volgende categorieën behoren : de volledige onvrijwillige werklozen, de gepensioneerden, de bruggepensioneerden, de verminderd arbeidsgeschikten, de werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst ten einde liep terwijl zij arbeidsongeschikt waren evenals de werknemers die onder de wapens zijn en niet meer door een arbeidsovereenkomst zijn gebonden.Deze werknemers moeten in het vakantiejaar werkelijke of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties hebben verricht en mogen tijdens dat jaar het voordeel van deze collectieve arbeidsovereenkomst nog niet genoten hebben. 2) de rechtverkrijgenden van een werknemer die tussen 1 januari en 30 juni van het vakantiejaar is overleden, op voorwaarde dat deze overleden werknemer in het vakantiejaar recht had op wettelijk vakantiegeld.

Art. 7.Om de uitbetaling van dit dubbel vakantiegeld te verzekeren wordt aan de werkgevers een bijdrage aangerekend.

Deze bijdrage is gelijk aan 0,38 pct. van het totaal van de lonen die als basis dienen voor de berekening van het wettelijk vakantiegeld toegekend aan de door hen tewerkgestelde werknemers.

Art. 8.De werknemers die na 30 juni van het vakantiejaar worden erkend als havenarbeider of in dienst treden bij een werkgever bedoeld in artikel 1, hebben geen recht op dit dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing voor de vakantie 1997 en 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 1999.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^