Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 mei 2004
gepubliceerd op 28 mei 2004

Koninklijk besluit tot bepaling van de regels tot vaststelling van de boekhoudkundige situatie met het oog op de toekenning van de toelage van de federale Staat inzake voorschotten op onderhoudsgeld, toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bij toepassing van artikelen 68bis en volgende van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

bron
programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie
numac
2004002056
pub.
28/05/2004
prom.
25/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/25/2004002056/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 MEI 2004. - Koninklijk besluit tot bepaling van de regels tot vaststelling van de boekhoudkundige situatie met het oog op de toekenning van de toelage van de federale Staat inzake voorschotten op onderhoudsgeld, toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bij toepassing van artikelen 68bis en volgende van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 68bis ;

Gelet op de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën;

Gelet op de programmawet van 22 december 2003, inzonderheid op de artikelen 340 tot 342;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 19 mei 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bepalingen van artikel 340 van de programmawet van 22 december 2003, de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën vanaf 1 juni 2004 in werking treedt wat betreft de opdracht inzake invordering van onderhoudsgeld bij de onderhoudsplichtigen; dat de OCMW's die voorschotten op onderhoudsgeld hebben toegekend op basis van artikelen 68bis tot 68quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ontheven worden van hun opdracht van invordering van onderhoudsgeld waarvoor ze voorschotten hebben toegekend zowel voor de periode vóór 1 juni 2004 als voor de periode na 1 juni 2004, voor dewelke hun opdracht inzake voorschotten voortduurt; dat overgangsmaatregelen bij deze gelegenheid werden ingevoerd; dat het beheer van de boekhoudkundige situaties met het oog op de toekenning van de toelage door de Staat verschilt naargelang het gaat om voorschotten op onderhoudsgeld die vóór 1 juni 2004 of vanaf 1 juni 2004 werden toegekend; dat de OCMW's zo snel mogelijk moeten ingelicht worden over de nieuwe verplichtingen die ze moeten nakomen, onder andere wat betreft hun informaticaprogramma's voor het beheer van hun dossiers inzake voorschotten op onderhoudsgeld met het oog op de toekenning van de Staatstoelage vanaf 1 juni 2004; dat dit besluit dringend moet worden genomen;

Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Met het oog op de uitbetaling van de Staatstoelage betreffende de voorschotten op onderhoudsgeld toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bij toepassing van de artikelen 68bis en volgende van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, deelt het OCMW iedere beslissing tot toekenning van voorschotten op onderhoudsgeld mede aan de POD Maatschappelijke Integratie, evenals iedere beslissing tot herziening of stopzetting van de uitbetaling.

Deze beslissingen moeten per aangetekende zending of met een ontvangstbewijs verzonden worden binnen de acht dagen na het einde van de maand waarin ze werden genomen.

De verzending bestaat ofwel uit documenten ofwel uit informaticadragers die door het Centrum voor Informatieverwerking zijn aanvaard en die de gegevens uit voormelde documenten bevatten, waarvan het model wordt vastgesteld door de Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie.

Art. 2.§ 1. Voor de voorschotten op onderhoudsgeld toegekend tot 31 mei 2004, maakt de POD Maatschappelijke Integratie de staat van de boekhoudkundige situatie van een kalenderjaar op, na twaalf maanden gerekend vanaf de eerste dag van de termijn waarvoor een voorschot werd toegekend, ten opzichte van de bedragen teruggevorderd voor deze termijn tot 31 mei 2004.

Deze staat wordt het centrum ter goedkeuring toegezonden.

De Staat stort aan het centrum de bedragen die hij hem verschuldigd is overeenkomstig de staat van de boekhoudkundige situatie. § 2. Voor de voorschotten op onderhoudsgeld toegekend vanaf 1 juni 2004 gebeurt de berekening van de toelage toegekend door de Staat aan het centrum op voorlegging van de beslissingen die binnen de acht dagen volgend op het einde van de maand waarin deze beslissingen werden genomen, worden verzonden.

De verzending bestaat ofwel uit formulieren ofwel uit informaticadragers die door het Centrum voor Informatieverwerking zijn aanvaard en die de gegevens uit voormelde formulieren bevatten, waarvan het bij ministerieel besluit wordt bepaald.

De uitbetaling van de staatstoelagen gebeurt op voorlegging door het centrum van een maandelijkse staat, waarvan het model bij ministerieel besluit wordt bepaald en die opgesteld wordt door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Deze staat wordt ondertekend door hetzij de voorzitter en de secretaris, hetzij door de ontvanger, hetzij door een ander door het centrum daartoe aangeduid personeelslid.

Deze staat vermeldt het bedrag waarvan het centrum de terugbetaling vraagt en eindigt met de woorden « Ik bevestig op mijn eer dat deze verklaring oprecht en volledig is. »

Art. 3.Artikel 12 van het koninklijk besluit van 22 augustus 1989 betreffende de voorschotten op en invordering van onderhoudsgelden verschuldigd aan kinderen wordt vervangen als volgt : «

Art. 12.Binnen de vijf werkdagen volgend op zijn beslissing tot toekenning van voorschotten, licht het centrum de onderhoudsplichtige per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs in over zijn beslissing over de termijn of termijnen van het onderhoudsgeld waarvoor het beslist heeft een voorschot toe te kennen. De aangetekende brief bevat de elementen betreffende de termijn of termijnen van het onderhoudsgeld waarvoor het voorschot betaald werd en het bedrag dat met deze termijn of termijnen overeenstemt.

De kennisgeving vermeldt uitdrukkelijk dat vanaf 1 juni 2004 de opdracht tot invordering van de termijnen van onderhoudsgeld waarvoor door het OCMW voorschotten werden betaald zowel voor als na 1 juni 2004, overgenomen wordt door de dienst alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en dat vanaf dezelfde datum enkel de betalingen aan bovenvermelde dienst bevrijdend zijn. »

Art. 4.De artikelen 13 tot 15 van het koninklijk besluit van 22 augustus 1989 betreffende de voorschotten op en invordering van onderhoudsgelden verschuldigd aan kinderen worden opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2004.

Art. 6.Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ponza, 25 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Mevr. M. ARENA

^