Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 november 1998
gepubliceerd op 08 december 1998

Koninklijk besluit houdende de algemeen-verbindendverklaring van de door een erkende producentenorganisatie vastgestelde regels in de sector visserij- en aquacultuurproducten

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016337
pub.
08/12/1998
prom.
25/11/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende de algemeen-verbindendverklaring van de door een erkende producentenorganisatie vastgestelde regels in de sector visserij- en aquacultuurproducten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990, inzonderheid artikel 3, § 1, 1° en § 3;

Gelet op verordening (EEG) nr. 105/76 van de Raad van 19 januari 1976 betreffende de erkenning van de producentenorganisaties in de visserijsector;

Gelet op verordening (EEG) nr. 1772/82 van de Raad van 29 juni 1982 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verbindend verklaren van bepaalde door de producentenorganisatie in de sector visserijprodukten vastgestelde regels;

Gelet op verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur, laatstelijk gewijzigd bij verordening (EG) nr. 3318/94 van de Raad van 22 december 1994 en met name op artikelen 5, 5bis en 6;

Gelet op verordening (EG) nr. 2406/96 van de Raad van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijproducten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 323/97 van de Commissie van 21 februari 1997;

Gelet op verordening (EEG) nr. 3190/82 van de Commissie van 29 november 1982 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor het verbindend verklaren voor niet aangeslotenen van bepaalde door de producentenorganisaties in de sector visserijprodukten vastgestelde regels, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1336/95 van de Commissie van 13 juni 1995;

Gelet op verordening (EG) nr. 2939/94 van de Commissie van 2 december 1994 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 105/76 van de Raad wat de erkenning van producentenorganisaties in de visserijsector betreft, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr 1762/96 van de Commissie van 11 september 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de noodzaak om onverwijld een maatregel te nemen in het kader van het beheer van de markten voor visserijproducten voortvloeit uit marktverstoringen ingevolge de verkoop beneden de ophoudprijs van visserijproducten te koop aangeboden door niet-aangeslotenen van een erkende producentenorganisatie;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 oktober 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. Marktverordening : verordening (EEG) nr.3759/92 van de Raad van 17 december 1992, houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur; 2. Handelsnormen : de handelsnormen vastgesteld bij verordening (EG) nr.2406/96 van de Raad van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijproducten; 3. Producentenorganisatie : erkende producentenorganisatie zoals bepaald in artikel 4, lid 1 van de marktverordening;4. Ophoudprijs : prijs waaronder de producten niet kunnen worden verkocht voor menselijke consumptie.

Art. 2.Teneinde te worden erkend moet de producentenorganisatie het bewijs leveren dat voor een soort of groep soorten waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, het aandeel van de producentenorganisatie in de afzet - hetzij tenminste 30 % van het gewicht van de totale afzet in de Belgische vissershavens omvat; - hetzij meer dan 50 % van het gewicht van de in Oostende of in Zeebrugge afgezette hoeveelheid bedraagt.

Art. 3.Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 1, van de marktverordening, in verordening (EEG) nr. 105/76 van de Raad van 19 januari 1976 betreffende de erkenning van de producen-tenorganisaties in de visserijsector, en in verordening (EG) nr. 2939/94 van de Commissie van 2 december 1994 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 105/76 van de Raad wat de erkenning van producentenorganisaties in de visserijsector betreft, wordt de coöperatieve vennootschap « Rederscentrale », met zetel te 8400 Oostende, H. Baelskaai 25, als producentenorganisatie erkend.

Art. 4.Verbindend voor niet-aangeslotenen worden verklaard de in de bijlagen 1, 2 en 3 overgenomen regels die de Rederscentrale met betrekking tot de ophoudprijs van bepaalde visserijproducten heeft vastgesteld.

Overeenkomstig de artikelen 12, lid 1, a, en 15, lid 1, a, van de marktverordening is ten aanzien van het bedrag van de ophoudprijs een tolerantie van 10 % onder tot 10 % boven de prijs toegestaan.

De verbindendverklaring geldt voor alle havens van de Belgische kust.

Art. 5.De producten die niet aan de handelsnormen voldoen of niet konden worden verkocht tegen een prijs, die ten minste gelijk is aan de ophoudprijs, worden in toepassing van artikel 5 van de marktverordening door bemiddeling van de in artikel 3 genoemde producentenorganisatie uit de markt genomen.

Art. 6.De administratieve kosten voor de bemiddeling van de erkende producentenorganisatie worden afgehouden van de besomming van de vissersvaartuigen van de niet-aangeslotenen.

Art. 7.De producenten, die niet bij de onder artikel 3 genoemde producentenorganisatie zijn aangesloten, krijgen geen enkele vergoeding voor hun producten die krachtens artikel 5 niet kunnen worden verhandeld of uit de markt genomen zijn.

Art. 8.De Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft wordt gemachtigd om de door de Rederscentrale aangenomen wijzigingen van de door haar vastgestelde regels, overgenomen in de bijlagen 1, 2 en 3 algemeen verbindend te verklaren.

Art. 9.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit, van de marktverordening en haar uitvoeringsverordeningen worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

De Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft wordt gemachtigd om de toepassingsperiode van dit besluit telkens met maximaal 12 maanden te verlengen.

Art. 11.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^