26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 4 december 1998 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 15 januari 1999 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, houdende toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 1 juli 1998 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 17 juli 1998 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de toekenning van twee bijkomende conventionele verlofdagen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 1 juli 1998 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 17 juli 1998 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de toekenning van twee bijkomende conventionele verlofdagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 november 1999;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 4 december 1998 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 15 januari 1999 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, houdende toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 1 juli 1998 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 17 juli 1998 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de toekenning van twee bijkomende conventionele verlofdagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 9 november 1999, Belgisch Staatsblad van 1 januari 2000.

Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 4 december 1998 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 15 januari 1999 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 1 juli 1998 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 17 juli 1998 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de toekenning van twee bijkomende conventionele verlofdagen (Overeenkomst geregistreerd op 9 maart 1999 onder het nummer 50234/CO/319)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Art. 2.§ 1. De twee bijkomende conventionele verlofdagen worden toegekend onverminderd de bestaande plaatselijke afspraken op 1 juli 1998 rond de toekenning van bijkomend verlof. § 2. Arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur, interim- en vervangingscontracten geven volgens de duur van de arbeidsovereenkomst recht op : Minder dan 1 maand : geen bijkomende conventionele verlofdag.

Vanaf 1 tot minder dan 3 maanden : 1/2 bijkomende conventionele verlofdag.

Vanaf 3 tot minder dan 6 maanden : 1 bijkomende conventionele verlofdag.

Vanaf 6 tot minder dan 9 maanden : 1 1/2 bijkomende conventionel verlofdagen.

Vanaf 9 maanden : 2 bijkomende conventionele verlofdagen.

De tewerkstelling van de werknemer wordt geglobaliseerd per kalenderjaar; evenwel kan nooit een recht van meer dan 2 bijkomende conventionele verlofdagen per kalenderjaar worden gerealiseerd. § 3. Bij indiensttreding met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur van werknemers die voorafgaand en in hetzelfde jaar niet in dienst waren bij een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen geldt : Bij indiensttreding : * januari - einde maart : 2 bijkomende conventionele verlofdagen * april - eind juni : 1 bijkomende conventionele verlofdagen * juli - eind september : 1 bijkomende conventionele verlofdag * oktober - eind november : bijkomende conventionele verlofdag * december : geen bijkomende conventionele verlofdag. § 4. Jonge werknemers-schoolverlaters, die voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in artikel 5 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971, hebben, ongeacht de duurtijd van hun arbeidsovereenkomst, recht op de twee bijkomende conventionele verlofdagen vanaf hun indiensttreding (voor 1 november) en binnen het kalenderjaar van indiensttreding. § 5. Indien de schorsingsperiode van de arbeidsovereenkomst het volledige kalenderjaar omvat wordt er geen enkele bijkomende conventionele verlofdag toegekend noch uitbetaald voor het betrokken kalenderjaar. Een schorsingsperiode of schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst die niet het volledige kalenderjaar omvatten hebben geen invloed op het recht op de twee bijkomende conventionele verlofdagen in het betrokken of daaropvolgend kalenderjaar.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 juli 1998 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX