Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 april 2000
gepubliceerd op 03 oktober 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de bestaanszekerheid in uitvoering van het nationaal akkoord 1999-2000 van 3 februari 1999

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012333
pub.
03/10/2000
prom.
26/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/26/2000012333/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de bestaanszekerheid in uitvoering van het nationaal akkoord 1999-2000 van 3 februari 1999 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de bestaanszekerheid in uitvoering van het nationaal akkoord 1999-2000 van 3 februari 1999.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999 Bestaanszekerheid, in uitvoering van het nationaal akkoord 1999-2000 van 3 februari 1999 (Overeenkomst geregistreerd op 9 april 1999 onder het nummer 50489/CO/116)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid ressorteren.

Onder « werklieden » wordt verstaan : de werklieden en de werksters.

Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid

Art. 2.De werklieden die ten minste zes maanden anciënniteit in de onderneming hebben en die gedeeltelijk werkloos worden gesteld ingevolge economische of technische redenen hebben recht, ten laste van hun werkgever en gedurende een periode van maximum vijftig dagen per jaar, op een aanvullende werkloosheidsuitkering vastgelegd op 255 F per dag gedeeltelijke werkloosheid vanaf 1 april 1999, en op 265 F per dag gedeeltelijke werkloosheid vanaf 1 april 2000.

Voor de werklieden, jonger dan 19 jaar, wordt deze uitkering vastgelegd op 229,50 F per dag gedeeltelijke werkloosheid vanaf 1 april 1999 en op 238,50 F per dag gedeeltelijke werkloosheid vanaf 1 april 2000.

De aanvullende werkloosheidsuitkering is niet verschuldigd indien de werkloosheid het gevolg is van overmacht.

Vergoedingen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard

Art. 3.De werklieden die door hun werkgever worden ontslagen om economische of technische redenen, of redenen van structurele aard hebben recht, ten laste van hun werkgever, op een vergoeding waarvan het bedrag als volgt wordt vastgelegd : 2 200 F na 1 jaar dienst; 4 500 F na 2 jaar dienst; 6 600 F na 5 jaar dienst. verhoogd met een bedrag van 600 F per jaar dienst boven de 5 jaar, evenwel beperkt tot een maximumbedrag van 18 600 F na 25 jaar dienst.

Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard

Art. 4.Onverminderd de vergoeding bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard, zoals bepaald in artikel 3 hierboven, wordt volgende bijzondere regeling van aanvullende werkloosheidsuitkering voorzien voor werklieden volgens onderstaand schema, die om economische of technische redenen of redenen van structurele aard worden ontslagen.

Werklieden met een anciënniteit van 10 tot minder dan 20 jaar in de onderneming ontvangen het in artikel 2 voorziene dagbedrag van aanvullende werkloosheidsuitkering voor de eerste 22 bewezen dagen effectieve werkloosheid, welke aanvangt vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn of vanaf het verstrijken van de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode.

Voor werklieden met een anciënniteit van 20 jaar en meer in de onderneming wordt dit gebracht op de eerste 44 bewezen dagen effectieve werkloosheid.

Het recht op deze aanvullende werkloosheidsuitkering vervalt vanaf de eerste dag van werkhervatting.

Art. 5.De in de ondernemingen bestaande, voor de werklieden gunstiger stelsels blijven behouden.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid tot vaststelling van aanvullende werkloosheidsuitkeringen en vergoedingen bij ontslag om economische of technische redenen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 maart 1994, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 juni 1994 en treedt in werking op 3 februari 1999.

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^