Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 april 2000
gepubliceerd op 07 september 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de eindejaarspremie (1)

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012346
pub.
07/09/2000
prom.
26/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/26/2000012346/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de eindejaarspremie (Vlaamse Gemeenschap) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de eindejaarspremie (Vlaamse Gemeenschap).

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (Vlaamse Gemeenschap) Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998 Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 1998 onder het nummer 49008/CO/318) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op het vrouwelijk en mannelijk arbeiders- en bediendenpersoneel en op hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en die worden gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op het personeel dat prestaties levert voor een in § 1 bedoelde werkgever in het kader van het bijzonder tewerkstellingsstatuut derde arbeidscircuit. § 3. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst op het personeel dat prestaties levert voor een in § 1 bedoelde werkgever in het kader van een bijzonder tewerkstellingsstatuut zoals gesubsidieerde contractuelen en andere, zal een werkgroep ad hoc de uitwerking onderzoeken en haar besluiten neerleggen tegen uiterlijk 31 december 1998. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 2.De werkgever betaalt een eindejaarspremie aan de werknemers bedoeld in artikel 1.

Art. 3.Het bedrag van deze premie is gelijk aan 3.000 F (voor de eindejaarspremie uit te betalen met het loon van december 1998) en 4.000 F (vanaf de eindejaarspremie uit te betalen met het loon van december 1999 en verder) voor het personeel met voltijdse prestaties, en wordt pro rata temporis berekend voor het personeel dat deeltijds werkt. De pro rata-regel wordt eveneens toegepast voor de periode van het kalenderjaar tijdens dewelke het personeel in dienst is. Dit bedrag wordt verhoogd met 5,2 F per gewerkt of gelijkgesteld uur tijdens het lopende kalenderjaar.

Met gelijkgestelde uren wordt bedoeld met gewerkte uren gelijkgestelde inactiviteitsuren, zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.

De werknemers die in de loop van het kalenderjaar in dienst treden of de dienst verlaten, hebben recht op de premie volgens de berekening hierboven vermeld.

Art. 4.De in artikel 3 vastgestelde bedragen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1989 betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1989 (Belgisch Staatsblad van 14 oktober 1989).

De in artikel 3 vastgestelde bedragen stemmen overeen met de spilindex 101,12.

Art. 5.De eindejaarspremie wordt uitbetaald gelijktijdig met het loon van de maand december van het jaar waarop ze betrekking heeft.

Art. 6.In afwijking op de bepalingen van artikel 3, derde lid, heeft het personeel dat ontslagen wordt om dringende reden, geen recht op de eindejaarspremie. HOOFDSTUK III. - Eindbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de ondertekenende partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 september 1995 betreffende een eindejaarspremie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1996 (Belgisch Staatsblad van 19 juli 1996).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^