26 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 24 januari 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 24 januari 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 24 januari 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 24. JANUAR 2002 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 29.Oktober 1997 zur Einführung eines Rechtes auf Elternurlaub im Rahmen der Laufbahnunterbrechung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Sanierungsgesetzes vom 22. Januar 1985 zur Festlegung sozialer Bestimmungen, insbesondere des Artikels 105 § 1, wieder aufgenommen durch das Gesetz vom 22. Dezember 1995 und abgeändert durch die Gesetze vom 26. März 1999 und 10. August 2001;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 29. Oktober 1997 zur Einführung eines Rechtes auf Elternurlaub im Rahmen der Laufbahnunterbrechung, insbesondere des Artikels 2, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 10. August 1998; In der Erwägung, dass der Königliche Erlass vom 29. Oktober 1997 zur Einführung eines Rechtes auf Elternurlaub im Rahmen der Laufbahnunterbrechung anlässlich der Richtlinie 96/34 des Rates vom 3.

Juni 1996 zu der von UNICE, CEEP und EGB geschlossenen Rahmenvereinbarung über Elternurlaub ergangen ist;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 2. August 2001;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 24.

September 2001;

Aufgrund des Beschlusses des Ministerrats in Bezug auf den Antrag auf Begutachtung seitens des Staatsrats innerhalb einer Frist von höchstens einem Monat;

Aufgrund des Gutachtens 32.496/1 des Staatsrats vom 27. Dezember 2001, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 2 des Königlichen Erlasses vom 29. Oktober 1997 zur Einführung eines Rechtes auf Elternurlaub im Rahmen der Laufbahnunterbrechung, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 10.

August 1998, wird wie folgt abgeändert: 1. Der erste Gedankenstrich wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "- entweder die Erfüllung seines Arbeitsvertrages während einer Periode von drei Monaten vollständig auszusetzen, so wie es in Artikel 100 des Sanierungsgesetzes vom 22.Januar 1985 zur Festlegung sozialer Bestimmungen vorgesehen ist; diese Periode kann nach Wahl des Arbeitnehmers nach Monaten aufgeteilt werden,". 2. Ein Satzteil mit folgendem Wortlaut wird hinzugefügt: "- oder seine Arbeitsleistungen während einer Periode von fünfzehn Monaten um ein Fünftel zu verkürzen, so wie es in Artikel 102 des oben erwähnten Gesetzes vorgesehen ist, wenn er vollzeitbeschäftigt ist; diese Verkürzung kann nach Wahl des Arbeitnehmers nach Monaten mit einer Mindestperiode von drei Monaten pro Antrag aufgeteilt werden." Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am ersten Tag des Monats nach dem Monat, im Laufe dessen er im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht worden ist, in Kraft.

Art. 3 - Unser Minister der Beschäftigung ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 24. Januar 2002 Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE