Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 februari 2007
gepubliceerd op 21 maart 2007

Koninklijk besluit houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, van niveau A

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012110
pub.
21/03/2007
prom.
26/02/2007
ELI
eli/besluit/2007/02/26/2007012110/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, van niveau A


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 januari 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 januari 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid artikel 4, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen, der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, inzonderheid op de artikelen 24 en 25;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 mei 2005 en 30 januari 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 september 2004 houdende hervorming van de loopbaan van sommige bijzondere graden van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, inzonderheid de artikelen 1 tot 15;

Gelet op het advies van het Directiecomité van 13 april 2005;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 31 mei 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 31 januari 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken gegeven op 19 september 2005;

Gelet op het protocol van 17 juli 2006 van het Sectorcomité XI - Tewerkstelling en Arbeid;

Gelet op het advies 42.117/1 van de Raad van State, gegeven op 1 februari 2007, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Werk en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Integratie van de bijzondere graden van niveau 1 in niveau A

Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg worden de volgende graden geschrapt : - in rang 16 : Administrateur-generaal; - in rang 15 : Eerste sociaal bemiddelaar;

Sociaal bemiddelaar; - in rang 13 : Adjunct-sociaal bemiddelaar;

Tolk-vertaler-directeur;

Tolk-vertaler-direteur (vlakke loopbaan in uitdoving); - in rang 10 : Tolk-vertaler;

Tolk-vertaler (vlakke loopbaan in uitdoving).

Art. 2.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bekleed met een weddenschaal die in kolom 2 is opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal die in kolom 4 is opgenomen en dragen de titel hiertegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

§ 2. Voor de berekening van de klasseanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad, waarvan zij titularis waren op 1 december 2004 in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. § 3. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 4. In afwijking van § 1 en in voorkomend geval, behouden de ambtenaren het voordeel van de weddenschaal van de graad waarmee ze waren bekleed, voor zover deze gunstiger is.

Art. 3.In afwijking van artikel 25 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale oveheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren bezoldigd in de weddenschaal 10A op 30 november 2004 automatisch de weddenschaal A12 zodra zij een gecumuleerde anciënniteit van 4 jaar hebben in hun oude graad van rang 10 en in klasse A1.

Art. 4.In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren bezoldigd in de weddenschaal 10B op 30 november 2004, die ten minste 18 jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 10C op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor zover ze erin geslaagd zijn en ze op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten. HOOFDSTUK II. - Integratie van de gemene graden van het niveau 1 in het niveau A

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van een van de gemene graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bekleed met een weddenschaal die in kolom 2 is opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal die in kolom 4 is opgenomen en dragen de titel hiertegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

§ 2. Voor de berekening van de klasseanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad, waarvan zij titularis waren, in aanmerking genomen op 1 december 2004.

De anciënniteit verkregen in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. § 3. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 4. In afwijking van § 1 en in voorkomend geval, behouden de ambtenaren het voordeel van de weddenschaal van de graad waarmee ze waren bekleed, voor zover deze gunstiger is. § 5. In afwijking van § 1 worden de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-adviseur en bezoldigd in de eerste weddenschaal opgenomen in kolom 2 van § 1, die ten minste een geldelijke anciënniteit van elf jaar hebben, geïntegreerd in de weddenschaal A32. § 6. In afwijking van § 1 worden de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van adviseur en bezoldigd in de tweede weddenschaal opgenomen in kolom 2 van § 1, die ten minste een geldelijke anciënniteit van veertien jaar hebben, geïntegreerd in de weddenschaal A33.

Art. 6.De artikelen 1 tot 15 van het koninklijk besluit van 13 september 2004 houdende hervorming van de loopbaan van sommige bijzondere graden van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg worden opgeheven.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004.

Art. 8.Onze Minister van Werk en Onze Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 februari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^