26 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot verlening van afwijkingen voor het seizoen 1997-1998 van de in artikel 36, 7°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot verlening van afwijkingen voor het seizoen 1997-1998 van de in artikel 36, 7°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot verlening van afwijkingen voor het seizoen 1997-1998 van de in artikel 36, 7°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren opgenomen verbodsbepaling.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE

Bijlage MINISTERIUM DES MITTELSTANDS UND DER LANDWIRTSCHAFT 22. OKTOBER 1997 - Königlicher Erlass zur Gewährung von Abweichungen von der in Artikel 36 Nr.7 des Gesetzes vom 14. August 1986 über den Schutz und das Wohlbefinden der Tiere aufgeführten Verbotsbestimmung für die Saison 1997-1998 ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. August 1986 über den Schutz und das Wohlbefinden der Tiere;

Aufgrund der Anträge vom 21. April und vom 6. Mai 1997 zwecks Abweichung von der in Artikel 36 Nr. 7 dieses Gesetzes aufgeführten Verbotsbestimmung;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir:

Artikel 1.Folgenden Verbänden wird für die Saison 1997-1998 eine Abweichung von der in Artikel 36 Nr. 7 des Gesetzes vom 14. August 1986 über den Schutz und das Wohlbefinden der Tiere aufgeführten Verbotsbestimmung für die Organisation folgender Schlittenhunderennen gewährt: 1. dem Verband « Vlaamse Federatie voor Sledehondensport »: - in Hofstade, am 25.und 26. Oktober 1997, - in Houthalen, am 5., 6. und 7. Dezember 1997, - in Beernem, am 7. und 8. März 1998, 2. dem Verband « Federation of Belgian Musher Clubs »: - in Halleux (La Roche), am 18.und 19. Oktober 1997, 3. dem Belgischen Mushing-Verband: - in Virton, am 1.und 2. November 1997, - in Willebroek, am 24. und 25. Januar 1998, - in Sankt Vith, am 30. Januar und 1. Februar 1998.

Diese Abweichungen betreffen Rennen mit Schlittenhunden, die ausschliesslich den vier anerkannten nordischen Rassen (Alaskan Malamude, Grönlandhund, Samojede und Sibirian Husky) angehören, sofern die Veranstalter die erforderlichen Massnahmen treffen, damit den Hunden eine tierärztliche Kontrolle zugesichert wird und damit je nach Zugehörigkeit des Klubs die Bestimmungen der Regelung des Verbands « Fédération internationale sportive du Traîneau à Chiens » (FISTC) oder der Vereinigung « European Sleddog Racing Association » (ESDRA) oder der Vereinigung « World Sleddog Association » (WSA) im Hinblick auf den Schutz, das Wohlbefinden und die Gesundheit der Tiere sowie in bezug auf die Standards für die benutzten Gespanne eingehalten werden.

Art. 2.Die in Artikel 1 gewährten Abweichungen schliessen mit ein, dass unter den gleichen Bedingungen jeder Teilnehmer die Möglichkeit hat, die Hunde zur Vorbereitung auf Rennen, an denen er teilnimmt, und ausserhalb eines Wettbewerbs zu trainieren, sofern er im Besitz eines numerierten von seinem Verband ausgestellten Dokuments ist, das vom Verantwortlichen seines Verbands oder des Klubs, dem er angehört, ausgehändigt, datiert und unterzeichnet worden ist und in dem seine Teilnahme an einem oder mehreren obenerwähnten Rennen bescheinigt wird.

Die drei Verbände können ihren Mitgliedern ebenfalls ein ähnliches Dokument aushändigen, damit sie sich auf Rennen im Ausland, für die sie sich eingetragen haben, vorbereiten können.

Art. 3.Folgenden Verbänden wird eine Abweichung von der in Artikel 36 Nr. 7 des Gesetzes vom 14. August 1986 über den Schutz und das Wohlbefinden der Tiere aufgeführten Verbotsbestimmung für die Organisation folgender Vorführungen von Schlittenhundengespannen gewährt: 1. dem Verband « Vlaamse Federatie voor Sledehondensport »: - in Antwerpen, am 18.und 19. April 1998, - in Bruly-le-Pesche, am 16., 17. und 18. Januar 1998, - in Hasselt, am 14. Juni 1998, 2. dem Belgischen Mushing-Verband: - in Brüssel, am 23.und 24. Mai 1998.

Art. 4.Unser Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 22. Oktober 1997 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe K. PINXTEN Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE