Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 januari 2017
gepubliceerd op 10 februari 2017

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie
numac
2016000865
pub.
10/02/2017
prom.
26/01/2017
ELI
eli/besluit/2017/01/26/2016000865/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 JANUARI 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten ("RPPol");

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 340/1 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 23 april 2014;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 20 maart 2015 en op 30 april 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 26 juli 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, d.d. 20 oktober 2016;

Overwegende dat het advies van de Raad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn is gegeven en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op advies 60.509/2 van de Raad van State, gegeven op 14 december 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - Wijzigingsbepalingen

Artikel 1.Artikel VIII.III.4, tweede lid, RPPol, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 januari 2014, wordt aangevuld met de bepaling onder 10°, luidende : "10° de verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid.".

Art. 2.In het RPPol wordt een artikel VIII.IV.7bis ingevoegd, luidende : "Art. VIII.IV.7bis. Het personeelslid, met uitzondering van de aspirant, heeft recht op een verlof van vijf werkdagen per jaar voor de volgende activiteiten : 1° het vergezellen en bijstaan van zieken, personen met een handicap en maatschappelijk kwetsbare personen tijdens vakantiereizen en vakantieverblijven in België en het buitenland.Die vakantiereizen en vakantieverblijven moeten georganiseerd worden door een vereniging, een openbare instelling of een privé-instelling, waarvan de opdracht erin bestaat de zorg voor zieken, personen met een handicap of maatschappelijk kwetsbare personen op zich te nemen en die hiervoor subsidies van de overheid krijgt; 2° het begeleiden van sporters met een handicap die deelnemen aan de paralympische spelen of de "special olympics". Het in het eerste lid bedoelde verlof kan worden toegestaan aan het personeelslid voor zover de betrokken persoon : - ofwel met het personeelslid onder hetzelfde dak woont; - ofwel, indien de persoon niet met het personeelslid onder hetzelfde dak woont, een bloed- of aanverwant in de eerste graad is.

Om dit verlof te genieten, kan de dienst het personeelslid vragen het bewijs te leveren van deelname aan de activiteiten.".

Art. 3.In artikel VIII.X.16bis RPPol, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2008, worden de woorden "op het in artikel VIII.III.1 bedoelde aantal dagen" vervangen door de woorden "op het aantal dagen bedoeld in artikel VIII.III.1 of, in voorkomend geval, op het aantal dagen bedoeld in artikel VIII.III.1bis".

Art. 4.In Deel VIII, Titel X van het RPPol wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd dat de artikelen VIII.X.16quater tot VIII.X.16septies bevat, luidende : "Hoofdstuk IIbis. - Verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid Art. VIII.X.16quater. § 1. Het personeelslid, met uitzondering van de aspirant, de stagiair en het contractuele personeelslid, kan vragen om zijn ambt met verminderde prestaties wegens medische redenen uit te oefenen, wanneer het ingevolge een langdurige medische ongeschiktheid verhinderd is voltijds te werken aansluitend op een periode van verminderde prestaties wegens ziekte in toepassing van de artikelen VIII.X.12 tot VIII.X.16ter of na een ononderbroken afwezigheid wegens ziekte van tenminste dertig dagen. § 2. Het in § 1 bedoelde personeelslid kan zijn ambt opnieuw opnemen ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties voor een periode van maximum twaalf maanden, tenzij de arts van de medische dienst oordeelt dat het nieuwe onderzoek vroeger moet plaatsvinden.

Verlengingen mogen worden toegestaan voor periodes van ten hoogste twaalf maanden, indien de arts van de medische dienst bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de gezondheidstoestand van het personeelslid dit wettigt.

Tijdens een lopende periode van verminderde prestaties kan het personeelslid een nieuw medisch onderzoek aanvragen bij de medische dienst met het oog op het aanpassen van zijn arbeidsstelsel.

Bij elk onderzoek oordeelt de arts van de medische dienst of het personeelslid geschikt is om 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties te leveren. § 3. De verminderde prestaties worden verricht volgens een verdeling van de prestaties over de week overeenkomstig het advies van de arts van de medische dienst. § 4. De duur van de verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid wordt niet aangerekend op het aantal verlofdagen bedoeld in artikel VIII.X.1. § 5. De verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid worden opgeschort door : 1° de loopbaanonderbreking;2° de halftijdse vervroegde uittreding;3° de vrijwillige vierdagenweek;4° de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden;5° de verloven in het raam van de moederschapsbescherming;6° het ouderschapsverlof;7° de vierdagenweek met en zonder premie;8° het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar. De machtiging om verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid te verrichten, wordt tijdelijk onderbroken tijdens een afwezigheid wegens ziekte, wegens een arbeidsongeval, wegens een ongeval op de weg van en naar het werk en wegens een beroepsziekte.

Art. VIII.X.16quinquies. § 1. Het personeelslid bedoeld in artikel VIII.X.16quater, § 1, geniet zijn volledige wedde voor de eerste twaalf maanden van de verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid.

De in het eerste lid bedoelde duur wordt verminderd met het aantal dagen verminderde prestaties wegens ziekte dat het personeelslid reeds heeft opgenomen voor dezelfde aandoening in toepassing van de artikelen VIII.X.12 tot VIII.X.16ter. § 2. Na uitputting van de in § 1 bedoelde termijn geniet het personeelslid de wedde die verschuldigd is voor de verminderde prestaties, vermeerderd met een aanvulling gelijk aan 60 % van de wedde die verschuldigd zou zijn voor de prestaties die niet worden verstrekt.

Art. VIII.X.16sexies. § 1. Het personeelslid dat verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid wenst te genieten, dient ten minste vijf werkdagen voor de datum waarop de verminderde prestaties aanvangen, het advies van de arts van de medische dienst verkregen te hebben.

Het personeelslid dient een omstandig geneeskundig verslag voor te leggen van een arts-specialist. § 2. De arts van de medische dienst spreekt zich uit over de medische geschiktheid van het personeelslid om zijn ambt terug op te nemen ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties. Die arts overhandigt zo spoedig mogelijk, eventueel na de arts-specialist bedoeld in § 1, tweede lid, te hebben geraadpleegd, zijn schriftelijke bevindingen aan het personeelslid. § 3. Na de overhandiging van zijn bevindingen door de arts van de medische dienst in het raam van een aanvraag voor verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid, kan het personeelslid, in onderling akkoord met de medische dienst, een arts-scheidsrechter aanwijzen binnen de twee werkdagen na de overhandiging van de bevindingen met het oog op het beslechten van het medisch geschil. Indien geen akkoord kan worden bereikt binnen de twee werkdagen kan het personeelslid met het oog op het beslechten van het medisch geschil een arts-scheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/1999 pub. 13/07/1999 numac 1999012524 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de controlegeneeskunde type wet prom. 13/06/1999 pub. 23/11/1999 numac 1999015206 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdend instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili, en administratieve schikking houdende de modaliteiten van toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili, gedaan te Brussel op 9 september 1996 (2) sluiten betreffende de controlegeneeskunde en voorkomt op de lijst die in uitvoering van de voornoemde wet werd vastgesteld.

De arts-scheidsrechter voert het medisch onderzoek uit en beslist over het medisch geschil binnen de drie werkdagen na zijn aanwijzing. Elke andere vaststelling blijft gedekt door het beroepsgeheim.

De kosten van die procedure, alsmede de eventuele verplaatsingskosten van het personeelslid, vallen ten laste van de in het ongelijk gestelde partij.

De arts-scheidsrechter brengt de arts-specialist bedoeld in § 1, tweede lid, en de arts van de medische dienst op de hoogte van zijn beslissing. De medische dienst en het personeelslid worden hiervan onmiddellijk verwittigd door de arts-scheidsrechter bij een ter post aangetekende brief.

Art. VIII.X.16septies. Indien de medische dienst van oordeel is dat het personeelslid geschikt is om zijn ambt terug op te nemen ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties dan geeft hij daarvan kennis aan de bevoegde overheid onder wie het personeelslid ressorteert.

De bevoegde overheid nodigt het personeelslid uit het werk te hervatten.

Indien het personeelslid geen gevolg geeft aan deze vraag om het werk te hervatten, bevindt het zich van rechtswege in non-activiteit.".

Art. 5.In artikel XI.II.21, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juni 2005 en 29 januari 2014, worden de woorden "in het raam van de verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid bedoeld in artikel VIII.X.16quater," ingevoegd tussen de woorden "zoals verschuldigd" en de woorden "in het raam van een verlof voor deeltijdse loopbaanonderbreking".

Art. 6.In artikel XI.III.1, § 2, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juni 2005 en 29 januari 2014, worden de woorden "in het raam van de verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid bedoeld in artikel VIII.X.16quater," ingevoegd tussen de woorden "zoals verschuldigd" en de woorden "in het raam van een verlof voor deeltijdse loopbaanonderbreking".

Art. 7.In artikel XI.III.29, § 5, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 maart 2005 en 29 januari 2014, worden de woorden "in het raam van de verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid bedoeld in artikel VIII.X.16quater" ingevoegd tussen de woorden "zoals verschuldigd" en de woorden "in het raam van de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek".

Art. 8.In artikel XI.III.43, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juni 2005 en 29 januari 2014, worden de woorden "in het raam van de verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid bedoeld in artikel VIII.X.16quater," ingevoegd tussen de woorden "zoals verschuldigd" en de woorden "in het raam van een verlof voor deeltijdse loopbaanonderbreking".

Art. 9.In artikel XI.IV.121, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juni 2005 en 29 januari 2014, worden de woorden "in het raam van de verminderde prestaties wegens een langdurige medische ongeschiktheid bedoeld in artikel VIII.X.16quater," ingevoegd tussen de woorden "zoals verschuldigd" en de woorden "in het raam van een verlof voor deeltijdse loopbaanonderbreking".

TITEL II. - Slotbepaling

Art. 10.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 januari 2017.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS

^