Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 maart 2014
gepubliceerd op 22 april 2014

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ter uitvoering van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, aangaande bewakingsondernemingen die activiteiten van beveiligd vervoer uitoefenen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2014000298
pub.
22/04/2014
prom.
26/03/2014
ELI
eli/besluit/2014/03/26/2014000298/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ter uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, aangaande bewakingsondernemingen die activiteiten van beveiligd vervoer uitoefenen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, het artikel 38 ingevoegd bij wet van 18 januari 2010;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ter uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, aangaande bewakingsondernemingen die activiteiten van beveiligd vervoer uitoefenen wordt goedgekeurd.

Art. 2.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 maart 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

Bijlage : Reglement van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ter uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, aangaande bewakingsondernemingen die activiteiten van beveiligd vervoer uitoefenen HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° « wet » : wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;2° « koninklijk besluit beveiligd vervoer » : koninklijk besluit van 7 april 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/04/2003 pub. 29/04/2003 numac 2003000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voertuigen voor waardevervoer sluiten houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voertuigen voor waardevervoer;3° « onderneming » : onderneming bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, die activiteiten uitoefent bedoeld in 3°, a), b), of c), van hetzelfde lid;4° « verrichting » : één van de activiteiten bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 3°, a), b) of c), van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;5° « cliënt » : natuurlijke of rechtspersoon of juridische structuur waarmee de onderneming een overeenkomst aangaat betreffende de uitvoering van één of meer verrichtingen;6° « uiteindelijke begunstigde » : persoon bedoeld in artikel 8, § 1, tweede lid, van de wet;7° « personeelslid » : persoon bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en/of in artikel 6, eerste lid, van dezelfde wet;8° « preventieverantwoordelijke » : persoon belast met de voorkoming van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme, zoals bedoeld in artikel 18 van de wet; 9° « C.F.I. » : Cel voor Financiële Informatieverwerking; 10° « administratie » : Directie Private Veiligheid van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;11° « cheque » : papieren cheque of waardebon die in de handel als betaalmiddel kan worden aangewend. HOOFDSTUK 2. - Aanwijzing en rol van de verantwoordelijke voor de voorkoming van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme

Art. 2.§ 1. De gedelegeerd bestuurder, de zaakvoerder of, in de overige gevallen, de hoofdleidinggevende van de onderneming, wijst een preventieverantwoordelijke en een plaatsvervanger aan. Hij deelt de identiteit van deze personen mee aan de administratie.

De functie van preventieverantwoordelijke houdt een functie in, zoals bedoeld in artikel 5 van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid. De preventieverantwoordelijke en zijn plaatsvervanger moeten gemachtigd zijn om de gehele onderneming te verbinden inzake de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. § 2. De preventieverantwoordelijke en de plaatsvervanger bedoeld in § 1 kennen het geldende Belgische wettelijk en reglementair kader inzake de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

Art. 3.De preventieverantwoordelijke en de plaatsvervanger bedoeld in artikel 2, § 1, oefenen de volgende functies uit : 1° binnen de onderneming toezien op de naleving van de bepalingen van de wet en van dit reglement;2° toezien op de sensibilisering en de opleiding van het personeel conform artikel 17 van de wet en artikel 27 van dit reglement alsook de uitvoering van de interne procedures van de onderneming garanderen;3° bijstaan van de personeelsleden van de onderneming in de toepassing van de wet en van dit reglement; 4° fungeren als bevoorrechte contactpersonen van de administratie en van de C.F.I. voor alle vragen betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme; 5° erop toezien dat er schriftelijke verslagen worden opgesteld als bedoeld in artikel 14, § 2, van de wet en in artikel 23 van dit reglement en dat die verslagen hen worden meegedeeld; 6° analyseren van de schriftelijke verslagen bedoeld in 5°, bestuderen van ieder verdacht element waarvan zij in kennis worden gesteld en aangiftes doen bij de C.F.I. in de gevallen bedoeld door de wet of dit reglement; 7° instaan voor het gecentraliseerd bewaren van de documenten en overeenkomstig de artikelen 13 en 15 van de wet en 28 van dit reglement;8° overmaken aan de gedelegeerd bestuurder, de zaakvoerder of, in de overige gevallen, de hoofdleidinggevende van de onderneming, van de noodzakelijke gegevens opdat deze het jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 30 van dit reglement, kan aanvullen. HOOFDSTUK 3. - Rangschikking van de verrichtingen op grond van de risico's op het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

Art. 4.Er bestaat een risico van categorie 1, dit wil zeggen een gering risico op het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, in de volgende gevallen van vervoer van geld of cheques : 1° wanneer de cliënt of de uiteindelijke begunstigde bpost is;2° wanneer de cliënt of de uiteindelijke begunstigde een kredietinstelling of financiële instelling is bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, 1°, en 11, eerste lid, 1°, van de wet;3° wanneer de cliënt of uiteindelijke begunstigde een vennootschap is die genoteerd is op een gereglementeerde markt in de zin van Richtlijn 2004/39/EG in een land van de Europese Economische Ruimte of in een derde land aangeduid door de Koning krachtens artikel 37, § 2, eerste lid, 3°, waar openbaarmakingsvereisten gelden die in overeenstemming zijn met de Gemeenschapswetgeving;4° wanneer de cliënt of de uiteindelijke begunstigde een Belgische publieke overheid is;5° wanneer de cliënt of de uiteindelijke begunstigde een overheid of een Europese publieke overheid is waarvan de lijst is opgesteld door de Koning, overeenkomstig artikel 37, § 2, eerste lid, 5°, van de wet;6° wanneer de cliënt of de uiteindelijke begunstigde een persoon of een instelling is bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet;7° wanneer de cliënt een regelmatige cliënt is, die een zakelijke relatie is aangegaan, die op terugkerende wijze aan de onderneming de uitvoering vraagt van verrichtingen die betrekking hebben op zijn inkomsten en wanneer de vervoerde bedragen niet overschrijden wat prima facie kan worden beschouwd als de normale en gewone opbrengst voor deze cliënt of type van cliënt;8° wanneer de verrichting uitsluitend bestaat in het vervoeren van maaltijdcheques.

Art. 5.Er bestaat een risico categorie 2, dit wil zeggen een gemiddeld risico op het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, in de volgende gevallen : 1° wanneer de verrichting betrekking heeft op waardevolle stenen, goud of platina;2° wanneer het één van de gevallen bedoeld in artikel 4 betreft, indien : a) de vervoerde goederen een waarde hebben die gevoelig hoger ligt dan tijdens verrichtingen die eerder voor dezelfde cliënt werden uitgevoerd;b) de verrichtingen verlopen met een frequentie die ongewoon is voor de desbetreffende cliënt;c) het een unieke of niet terugkerende verrichting voor de cliënt betreft;d) de verrichting een verdacht of ongewoon karakter heeft omwille van de aard of de verschillende modaliteiten van de gevraagde verrichtingen, de andere hoedanigheid van de betrokken personen of omdat deze niet coherent lijkt met datgene wat de onderneming van zijn cliënt, zijn beroepsactiviteiten, zijn risicoprofiel of van de oorsprong van de fondsen kent;e) de cliënt niet fysiek aanwezig was bij de identificatie en de afsluiting van de overeenkomst;3° wanneer de verrichting niet tot de risicocategorie 1 en niet tot de risicocategorie 3 behoort.

Art. 6.Er bestaat een risico van categorie 3, dit wil zeggen een verhoogd risico op het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, in de gevallen bedoeld in artikel 4 of 5, indien : 1° de onderneming uiterlijk op het moment van de verrichting van de cliënt geen precieze beschrijving krijgt van de te behandelen goederen en van hun waarde;2° de cliënt aan de onderneming vraagt om goederen op te slaan of gedurende een zekere tijd te bewaren in de koffers van de onderneming;3° de onderneming vermoedt of ontdekt dat de aard van de vervoerde goederen of hun hoeveelheid niet overeenkomt met wat werd aangekondigd;4° de onderneming verrichtingen uitvoert voor de cliënten of uiteindelijke begunstigden politiek prominente personen zijn die in het buitenland wonen,directe familieleden van deze personen of naaste geassocieerden van deze personen;5° de onderneming ontdekt dat haar bankbiljetten of documenten werden overhandigd waarvan zij weet of vermoedt dat zij gedeeltelijk geneutraliseerd of onbruikbaar werden gemaakt door een systeem om waarden te neutraliseren in de zin van artikel 5 van het koninklijk besluit beveiligd vervoer;6° er redenen zijn om te geloven dat de identificatiegegevens die door de cliënt verstrekt werden betreffende zijn identiteit of die van zijn uiteindelijke begunstigde, niet kloppen;7° er redenen zijn om te geloven dat het gebrek aan relevantie of geloofwaardigheid van de door de cliënt verstrekte informatie de identiteit van één of meer uiteindelijke begunstigden beoogt te verbergen;8° de onderneming vermoedt dat gestolen, verloren, verlopen, ongeldige documenten of documenten die niet werden uitgereikt, hem werden bezorgd in het kader van de in het hoofdstuk vier beoogde identificatieprocedure;9° de onderneming, volgens de informatie waarover zij beschikt, van mening is dat de verrichting een verhoogd risico vertoont op het witwassen van geld of de financiering van terrorisme. HOOFDSTUK 4. - Algemene verplichtingen van toepassing op alle risicocategorieën Afdeling 1. - Identificatie van de cliënten, van hun lasthebbers en

van de uiteindelijke begunstigden

Art. 7.De ondernemingen identificeren hun cliënten en diens lasthebbers en verifiëren hun identiteit aan de hand van een bewijsstuk, waarvan een kopie wordt genomen op een papieren of elektronische drager.

De ondernemingen werken de identificatiegegevens van hun cliënten en van diens lasthebbers bij, op grond van de risicocategorie als bepaald in het hoofdstuk 3 van dit reglement, wanneer blijkt dat de informatie waarover zij beschikken niet meer actueel is. In dit geval gaan zij over tot een nieuwe verificatie van de identiteit van deze cliënten of hun lasthebbers.

Art. 8.De cliënten zijn verplicht de identiteit van hun uiteindelijke begunstigde(n) mee te delen aan de onderneming waarmee zij één of meer verrichtingen wensen uit te voeren, alsook de identiteit van de nieuwe uiteindelijke begunstigden die naderhand zouden komen. Zij zijn eveneens verplicht om haar, op verzoek, een aanpassing van die informatie te bezorgen. De onderneming controleert de geloofwaardigheid van de informatie die haar wordt meegedeeld.

Op basis van de informatie meegedeeld in toepassing van het eerste lid, identificeert de onderneming de eventuele uiteindelijke begunstigde(n) van de cliënt conform artikel 8, § 1, van de wet.

De ondernemingen bepalen, op grond van de risicocategorie zoals bepaald in het hoofdstuk 3 van dit reglement, de te nemen maatregelen om de identiteit van de uiteindelijke begunstigden te verifiëren.

De ondernemingen passen de identificatiegegevens van de uiteindelijke begunstigden van de cliënt aan, op grond van de risicocategorie als bepaald in het hoofdstuk 3 van dit reglement, wanneer blijkt dat de informatie waarover zij beschikken, niet meer actueel is.

Art. 9.De ondernemingen laten hun cliënten de vragenlijst invullen die bij dit reglement is gevoegd.

Art. 10.De ondernemingen controleren op de website www.checkdoc.be of de Belgische identiteitsdocumenten die zij willen gebruiken voor de identificatie van hun cliënten, lasthebbers of uiteindelijke begunstigden, bekend staan bij de publieke overheden als gestolen, verloren, verlopen, ongeldig of niet uitgereikt.

Art. 11.De identificatie en verificatie van de identiteit als bedoeld in de artikelen 7 tot 10 van dit reglement worden uiterlijk voor het begin van de uitvoering van de verrichting uitgevoerd.

Art. 12.In afwijking op de artikelen 7 tot 11 van dit reglement is de onderneming niet onderworpen aan de verplichtingen tot identificatie en verificatie van de identiteit ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 11, § 1, 1° à 6°, van de wet.

De in het eerste lid voorziene afwijkingen zijn niet van toepassing als er een vermoeden is van het witwassen van geld of de financiering van terrorisme.

Art. 13.De ondernemingen weigeren de verrichting uit te voeren wanneer zij hun identificatieplicht niet kunnen vervullen conform de artikelen 7 tot 11 van dit reglement. Afdeling 2. - Identificatie van de vervoerde goederen

Art. 14.De ondernemingen moeten de aard van de vervoerde goederen identificeren.

De cliënten zijn verplicht om de precieze aard van de vervoerde goederen mee te delen aan de onderneming waarmee zij één of meerdere verrichtingen wensen uit te voeren. Zij zijn tevens gehouden om haar, op verzoek, bijkomende informatie te verschaffen. De onderneming controleert de aannemelijkheid van de informatie die haar wordt meegedeeld.

Art. 15.De ondernemingen weigeren de verrichting uit te voeren wanneer zij hun identificatieplicht van de te vervoeren goederen niet kunnen vervullen, conform artikel 14 van dit reglement. Afdeling 3. - Bewakingsovereenkomst

Art. 16.Onverminderd de toepassing van artikel 8, § 12, van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, sluiten de cliënt en de onderneming, voorafgaand aan de uitvoering van de verrichtingen, een schriftelijke bewakingsovereenkomst af die minstens de in dit reglement bepaalde informatie en bijlagen bevat.

Art. 17.De bewakingsovereenkomst wordt in tweevoud opgesteld. Eén exemplaar is bestemd voor de klant. Het ander exemplaar is bestemd voor de onderneming.

Art. 18.§ 1. De volgende informatie wordt opgenomen in de bewakingsovereenkomst : 1° de identiteit van de cliënt;2° de identiteit van de lasthebbers van de cliënt;3° de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n);4° het voorwerp en de aard van de verrichtingen die de onderneming zal uitvoeren;5° de aard van de te vervoeren goederen;6° het adres van het stoppunt(en) voor de levering;7° wanneer de verrichting betrekking heeft op bankbiljetten en/of geldstukken, het (de) rekeningnummer(s) waarop de onderneming het geld zal moeten storten in toepassing van artikel 21 van dit reglement. In afwijking op het eerste lid komt de informatie bedoeld in 6° en 7° niet voor in de overeenkomst als deze betrekking heeft op regelmatige verrichtingen voor dezelfde cliënt. § 2. Als de cliënt een rechtspersoon naar Belgisch recht is, wordt een kopie van de volgende bewijsstukken bij de bewakingsovereenkomst gevoegd : 1° de recentste versie van de gecoördineerde statuten of de geactualiseerde statuten van de rechtspersoon/cliënt die ter griffie van de rechtbank van koophandel zijn neergelegd of in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad zijn gepubliceerd;2° de lijst van de bestuurders van de rechtspersoon-cliënt en de bekendmaking van hun benoeming in het Belgisch Staatsblad, of enig ander bewijsstuk aan de hand waarvan hun hoedanigheid van bestuurder kan worden bewezen, zoals elke publicatie in het Belgisch Staatsblad waarin die personen als bestuurders worden vermeld, of de bij de Nationale Bank van België neergelegde jaarrekening;3° de recentste publicatie van de vertegenwoordigingsbevoegdheden van de rechtspersoon-cliënt in het Belgisch Staatsblad. § 3. Indien de cliënt een rechtspersoon naar buitenlands recht is, wordt bij de bewakingsovereenkomst een kopie gevoegd van bewijsstukken die gelijkwaardig zijn aan deze bedoeld in § 2 van dit artikel. § 4. Als de cliënt een natuurlijk persoon is die face-to-face wordt geïdentificeerd, wordt een kopie van één van de volgende documenten bij de bewakingsovereenkomst gevoegd : - de identiteitskaart, - het paspoort, - het geldig bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, - het geldig document uitgereikt door de Belgische openbare overheden dat heeft gediend voor de verificatie van de identiteit. § 5. Indien de cliënt een natuurlijk persoon is die op afstand wordt geïdentificeerd, worden de documenten die aantonen dat de verificatie van de identiteit werd uitgevoerd op één van de volgende manieren, bij de bewakingsovereenkomst gevoegd : - door middel van de elektronische identiteitskaart van de cliënt, - door middel van een gekwalificeerd certificaat in de zin van de wet van 9 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/2001 pub. 29/09/2001 numac 2001011298 bron ministerie van economische zaken Wet houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten en in de zin van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen, - door middel van een bewijsstuk door de cliënt gericht aan de onderneming voor zover het een regelmatige cliënt betreft en voor zover de verrichtingen geen risico van categorie 3 inhouden als bedoeld in artikel 7. § 6. Wanneer de onderneming gebruik heeft gemaakt van één van de vrijstellingen tot identificatie bedoeld in artikel 11, § 1, van de wet en 12 van dit reglement, wordt de informatie waarop zij zich heeft gebaseerd om van de vrijstelling te kunnen genieten, bij de bewakingsovereenkomst gevoegd. Afdeling 4. - Plicht tot bestendige waakzaamheid

Art. 19.De ondernemingen oefenen een bestendige waakzaamheid uit ten aanzien van hun cliënten en ten aanzien van de verrichtingen die aan hen gevraagd worden, met inbegrip van de verrichtingen die onder risicocategorie 1 vallen.

Art. 20.De ondernemingen die verrichtingen uitvoeren met betrekking tot bankbiljetten bezitten middelen die het hen mogelijk maken om biljetten op te sporen die bevlekt zijn door een neutralisatiesysteem van waarden en gebruiken deze hiervoor.

Art. 21.De ondernemingen die verrichtingen uitvoeren met betrekking tot bankbiljetten of geldstukken, storten het geld verplicht op een bankrekening zodra de verrichting is beëindigd, met uitzondering van de gevallen waarin de verrichting wordt uitgevoerd vanuit of naar een kredietinstelling of financiële instelling. HOOFDSTUK 5. - Specifieke verplichtingen afhankelijk van de risicocategorie Afdeling 1. - Bijzonder onderzoek van de verrichtingen van

risicocategorie 2

Art. 22.De ondernemingen onderzoeken met bijzondere aandacht elke verrichting die tot de tweede risicocategorie behoort.

Het bijzonder onderzoek bedoeld in het eerste lid bestaat er in de eerste plaats in om de cliënt op adequate wijze vragen te stellen over het voorwerp en de kenmerken van de verrichting die deze laatste vraagt, de herkomst en de eindbestemming van de fondsen en, in voorkomend geval, de reden van de afwezigheid van de cliënt bij de ondertekening van de bewakingsovereenkomst.

Het bijzonder onderzoek bestaat erin om, naast de ondervraging bedoeld in het eerste lid, afhankelijk van het type geplande verrichting en van de aard van de bestaande twijfels, de volgende maatregelen te treffen : a) wanneer de verrichting zich voordoet in ongebruikelijke of complexe omstandigheden en geen economische rechtvaardiging of duidelijk geoorloofd voorwerp lijkt te hebben, zich bij de cliënt informeren om nadere informatie te bekomen over de context van de verrichting, evenals de financiële situatie en de activiteiten ervan;b) op effectieve wijze de inhoud en de hoeveelheid van de getransporteerde goederen controleren en controleren of deze gegevens a priori compatibel zijn met alle informatie waarover de onderneming beschikt;c) elke andere maatregel die de onderneming nuttig zou achten teneinde elk vermoeden van verband tussen de gevraagde verrichting en het witwassen van geld of de financiering van terrorisme af te wijzen.

Art. 23.§ 1. De ondernemingen stellen een schriftelijk verslag op van het uitgevoerde onderzoek in toepassing van artikel 22 van dit reglement en maken dit over aan de preventieverantwoordelijke of aan zijn plaatsvervanger. Zij weigeren om de verrichting uit te voeren of voort te zetten zolang de verantwoordelijke of zijn plaatsvervanger zijn toestemming hiertoe niet heeft gegeven. § 2. Wanneer hij een schriftelijk verslag als bedoeld in § 1 ontvangt, onderzoekt de preventieverantwoordelijke of zijn plaatsvervanger dit en beslist : - hetzij om de verrichting te machtigen indien hij van mening is dat het uitgevoerde onderzoek het heeft mogelijk gemaakt om elk vermoeden van verband tussen de verrichting en het witwassen van geld of de financiering van terrorisme af te wijzen, - hetzij om de procedure bepaald in afdeling 2 van dit hoofdstuk te volgen indien hij van mening is dat de verrichting een risico van categorie 3 vertoont.

De preventieverantwoordelijke of zijn plaatsvervanger legt de beslissing die hij in toepassing van het eerste lid genomen heeft schriftelijk vast. Afdeling 2. - Meldingen aan de C.F.I. voor de verrichtingen van

risicocategorie 3

Art. 24.In de situaties die onder risicocategorie 3 vallen, voeren de ondernemingen een melding uit aan de C.F.I. waarbij ze de termijn geven binnen dewelke de verrichting moet worden uitgevoerd. In voorkomend geval, verzet de C.F.I. zich tegen de uitvoering van elke verrichting die betrekking heeft op deze zaak, in toepassing van artikel 23, § 2, van de wet. Bij gebrek aan verzet van de C.F.I. voor het aangekondigde begin van de uitvoering van de verrichting, beslist de preventieverantwoordelijke of zijn plaatsvervanger of de verrichting al dan niet mag worden uitgevoerd.

Wanneer de ondernemingen hun identificatieplicht niet hebben kunnen vervullen conform de artikelen 7 tot 10 van dit reglement en derhalve hebben geweigerd om de verrichting uit te voeren of voort te zetten, voeren zij een melding uit aan de C.F.I. en volgen zij de procedure bepaald in het eerste lid.

Art. 25.De meldingen bedoeld in dit hoofdstuk worden, conform artikel 4 van dit reglement, uitgevoerd door de preventieverantwoordelijke of door zijn plaatsvervanger.

Art. 26.De onderneming en de leden van haar personeel mogen in geen enkel geval ter kennis van de betrokken cliënt of van derde personen brengen dat informatie werd overgemaakt aan de C.F.I. of dat een onderzoek uit hoofde van het witwassen van geld of van financiering van terrorisme lopend is of zou kunnen worden geopend.

Het verbod geformuleerd in het vorige lid is noch van toepassing op de bekendmaking aan de administratie, noch op de bekendmaking aan de gerechtelijke overheden, en noch in geval van verzet na het verstrijken van twee werkdagen van de termijn gedurende dewelke de uitvoering van de verrichting wordt belemmerd. HOOFDSTUK 6. - Opleiding en sensibilisering van het personeel

Art. 27.Conform artikel 17 van de wet nemen de ondernemingen de gepaste maatregelen om de personen die de eindverantwoordelijkheid dragen voor de verrichtingen in de onderneming, alsook de personeelsleden van de onderneming die belast zijn met de handelsrelaties met de klanten en het afsluiten van contracten met deze klanten, op te leiden en te sensibiliseren inzake de wet en dit reglement. Ze preciseren hen met name schriftelijk de inhoud van de plichten die voortvloeien uit de reglementering.

De personen bedoeld in het eerste lid tekenen een document dat aantoont dat ze kennis genomen hebben van de plichten die hen toebehoren krachtens de wet en dit reglement, dat ze deze begrepen hebben en dat ze hiertoe opgeleid zijn.

De ondernemingen leiden het betrokken personeel op en sensibiliseren dit personeel inzake de detectie van bevlekte bankbiljetten via een systeem voor de neutralisatie van waarden. HOOFDSTUK 7. - Bewaring van de gegevens en documenten

Art. 28.De ondernemingen bewaren, op om het even welke archiveringsdrager, gedurende een termijn van minstens vijf jaar na de uitvoering van de bewakingsovereenkomst bedoeld in artikel 16 van dit reglement, hun exemplaar van de bewakingsovereenkomst.

De ondernemingen bewaren het document bedoeld in artikel 27, tweede lid, zolang de betrokken persoon binnen de onderneming één van de functies bedoeld in artikel 27, eerste lid, uitoefent.

De ondernemingen bewaren alle andere schriftelijke documenten die voorzien zijn in de wet of dit reglement gedurende vijf jaar te rekenen vanaf de uitvoering van de verrichting.

De ondernemingen moeten de documenten bedoeld in dit artikel te allen tijde op verzoek kunnen voorleggen aan de administratie. HOOFDSTUK 8. - Preventie- en controlemaatregelen

Art. 29.De personen die tot de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken behoren, bedoeld in artikel 39, § 1, van de wet, zijn de ambtenaren en agenten die aangewezen zijn door de Koning in toepassing van artikel 16 van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.

Art. 30.De ondernemingen sturen ten laatste op 31 januari volgend op het kalenderjaar waarop het betrekking heeft, een jaarverslag inzake de door de onderneming getroffen maatregelen in het kader van de toepassing van de wet en dit reglement. Dit jaarlijks verslag wordt opgesteld op basis van een model opgemaakt door de administratie en wordt aan deze overgemaakt op de door haar vastgestelde wijze. HOOFDSTUK 9. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 31.Bovenop de verplichte schriftelijke melding beschreven in de wet en dit reglement, delen de ondernemingen onverwijld alle informatie die hun gevraagd wordt mee aan de gerechtelijke autoriteiten en de politiediensten.

Ze conformeren zich aan de richtlijnen van de gerechtelijke autoriteiten of de politiediensten inzake de uitvoering van een te vervullen verdachte verrichting.

Art. 32.De ondernemingen die hun activiteiten al uitvoerden voor de inwerkingtreding van dit reglement delen de identiteit van de preventieverantwoordelijke en zijn plaatsvervanger mee aan de administratie binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit reglement.

Art. 33.De ondernemingen beschikken over een termijn van twee maanden vanaf de inwerkingtreding van dit reglement om te voldoen aan de plicht tot opleiding en sensibilisering bedoeld in artikel 27, eerste lid, van dit reglement.

Art. 34.Elke voor de inwerkingtreding van dit reglement bestaande overeenkomst moet conform gemaakt worden met de bepalingen van afdeling 3 van hoofdstuk 4 van dit reglement binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit reglement.

BIJLAGE - Vragenlijst inzake de identificatie van politiek prominente personen In het kader van de uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, zijn we gehouden om onderstaande informatie te verzamelen. Deze informatie wordt enkel hiervoor gebruikt. 1. Hebt u een politiek mandaat of een openbare functie uitgeoefend of oefent u deze nog uit op regionaal, nationaal of internationaal niveau (met inbegrip van de functies in onderstaande lijst) in het buitenland? Is dit het geval voor de uiteindelijke begunstigde van de verrichtingen die u wilt realiseren? Zo ja, gelieve de exacte titel van het mandaat of de functie te preciseren. Beschrijving en rol van het mandaat/van de functie/van het hiërarchisch niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Datum van indiensttreding : . . . . .

Datum van uitdiensttreding : . . . . . 2. Bent u een direct familielid of nauw verbonden met een persoon die een politiek mandaat of een openbare functie uitoefent of uitoefende op regionaal, nationaal of internationaal niveau (met inbegrip van de functies in onderstaande lijst) in het buitenland? Is dit het geval voor de uiteindelijke begunstigde van de verrichtingen die u wilt realiseren? Zo ja, gelieve de exacte titel van het mandaat of de functie te preciseren, alsook de identiteit en de hoedanigheid van de betrokken personen. Naam en Voornaam : . . . . .

Hoedanigheid : . . . . .

Beschrijving en rol van het mandaat/de functie/het hiërarchisch niveau : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Datum van indiensttreding : . . . . .

Datum van uitdiensttreding : . . . . . 3. Voor de vennootschappen, is er onder de aandeelhouders, de actieve en niet-actieve bestuurders van de vennootschap, een persoon die een politiek mandaat of een openbare functie uitgeoefend heeft of uitoefent op regionaal, nationaal of internationaal niveau? Is dit het geval voor de uiteindelijke begunstigde van de verrichtingen die u wilt realiseren? Zo ja, gelieve de exacte titel van het mandaat of de functie te preciseren. Beschrijving en rol van het mandaat/van de functie/van het hiërarchisch niveau : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Datum van indiensttreding : . . . . .

Datum van uitdiensttreding : . . . . .

Lijst : Staatshoofd, lid van een regering of van de Europese Commissie;

Lid van een parlement of van het Europees Parlement;

Lid van een hooggerechtshof, een grondwettelijk hof of een andere hoge rechtbank;

Lid van een rekenhof;

Bestuurder of directielid van een centrale bank;

Ambassadeur, hoge diplomaat, consul;

Opperofficier of hoofdofficier die instaat voor de bevelvoering van een leger;

Lid van de directie of de bewaking van een overheidsbedrijf;

Bestuurder van een internationale overheidsinstelling die opgericht is door een verdrag (bv. NAVO, VN, ECB, ...) Gedaan te . . . . . op . . . . .

Handtekening(en) . . . . .

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 maart 2014 tot goedkeuring van het reglement van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ter uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, aangaande bewakingsondernemingen die activiteiten van beveiligd vervoer uitoefenen.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

^