Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 mei 2002
gepubliceerd op 06 juni 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2002002071
pub.
06/06/2002
prom.
26/05/2002
ELI
eli/besluit/2002/05/26/2002002071/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MEI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de Verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 inzake bepaalde beschikkingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, inzonderheid op artikel 5, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 april 1999 houdende diverse wijzigingen aan de regelgeving betreffende het toegevoegd vorsingspersoneel en het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat;

Gelet op het advies van de Federale interministeriële commissie voor wetenschapsbeleid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juli 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 november 2001;

Gelet op het protocol nr. 125/1 van 21 juni 2001 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr 110/1 van 29 april 2002 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 30 april 1999 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat op dezelfde dag in werking treedt als het koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van elke wetenschappelijke instelling van de Staat;

Overwegende dat nog niet alle wetenschappelijke instellingen van de Staat op 1 januari 2002 over een koninklijk besluit beschikken tot vaststelling van hun personeelsformatie;

Overwegende dan ook dat het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 april 1999 houdende diverse wijzigingen aan de regelgeving betreffende het toegevoegd vorsingspersoneel en het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat in dat geval nog steeds op hen van toepassing is;

Overwegende dan ook dat als voorzichtigheidsmaatregel er in de omzetting in euro dient voorzien te worden van de er in frank uitgedrukte weddenschalen;

Overwegende dat de hervorming van de loopbanen van het federaal administratief openbaar ambt van de niveaus 4 tot 2+ een van de aspecten van het intersectoraal akkoord 2001-2002 insluit;

Overwegende dat een van de voorziene maatregelen vanaf 1 januari 2002 in werking treedt;

Overwegende dat de diensten die de wedden moeten uitbetalen dan ook in staat moeten gesteld worden zo snel mogelijk te beschikken over de nieuwe aangepaste weddenschalen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bijlage 1 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat wordt vervangen : 1° vanaf 1 januari 1994 tot en met 31 mei 1997 door de bijlage A, die bij dit besluit gaat;2° vanaf 1 juni 1997 door de bijlage B, die bij dit besluit gaat;3° vanaf 1 januari 2002 door de bijlage C, die bij dit besluit gaat;4° vanaf 1 juni 2002 door de bijlage D, die bij dit besluit gaat;5° vanaf 1 oktober 2002 door de bijlage E, die bij dit besluit gaat.

Art. 2.In de hieronder aangegeven bepalingen van voormeld besluit worden de in frank uitgedrukte weddenschalen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte weddenschalen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.Artikel 3 van voormeld besluit wordt als volgt aangevuld : « c) Met ingang van 1 oktober 2002 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.In de hieronder aangegeven bepalingen van voormeld besluit worden de in frank uitgedrukte weddenschalen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte weddenschalen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.In de hieronder aangegeven bepalingen van voormeld besluit worden de hierboven vermelde weddenschalen vervangen door de volgende weddenschalen, 1° met ingang van 1 juni 2002 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Gegeven te Brussel, 26 mei 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage I, A van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat (met ingang van 1 januari 1994 tot en met 31 mei 1997) Bijlage I, A - I. Met ingang van 1 januari 1994 tot en met 31 mei 1997 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage I, B van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat (met ingang van 1 juni 1997) Bijlage I, B I. Met ingang van 1 juni 1997 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage I, C van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat (met ingang van 1 januari 2002) Bijlage I, C I. Met ingang van 1 januari 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage I, D van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat (met ingang van 1 juni 2002) Bijlage I, D I. Met ingang van 1 juni 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage I, E van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat (met ingang van 1 oktober 2002) Bijlage I, E I. Met ingang van 1 oktober 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende bezoldigingsregeling van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^