26 MEI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1990 houdende vaststelling van de administratieve toestand van de gedetacheerde personeelsleden bij het Amortisatiefonds van de leningen voor de sociale huisvesting

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op de wet van 28 december 1984 betreffende de afschaffing of de herstructurering van sommige instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 2, § 1 en § 3;

Gelet op de wet van 22 maart 1995 tot bekrachtiging van de overeenkomst van 1 juni 1994 tussen de federale Regering, de Vlaamse regering, de Waalse Gewestregering en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de regeling van de schulden van het verleden en de ermede verbandhoudende lasten inzake sociale huisvesting, en houdende sommige fiscale en financiële bepalingen ten einde de genoemde overeenkomst te kunnen toepassen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1990 houdende vaststelling van de administratieve toestand van de gedetacheerde personeelsleden bij het Amortisatiefonds van de leningen voor de sociale huisvesting;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 augustus 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 14 februari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 7 november 2000;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 26 september 2001 van het Sectorcomité II - Financiën;

Gelet op advies 32.848/2 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 juli 1990 houdende vaststelling van de administratieve toestand van de gedetacheerde personeelsleden bij het Amortisatiefonds van de leningen voor de sociale huisvesting wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.§ 1. De in artikel 1 bedoelde personeelsleden blijven onderworpen aan het administratief statuut, aan de bezoldigingsregeling en aan het pensioenstelsel, die van toepassing zijn in hun dienst van oorsprong. § 2. Bovendien wordt een jaarlijks forfaitaire toelage van 3.036 EUR toegekend aan het personeelslid dat belast is met de interne audit van het Amortisatiefonds van de leningen voor de sociale huisvesting.

Deze toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald door het Fonds, onder dezelfde voorwaarden als de wedde. § 3. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de ministeries is van toepassing op de in § 2 bedoelde toelage.

Zij wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 mei 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS