Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 oktober 2001
gepubliceerd op 29 november 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen

bron
ministerie van middenstand en landbouw en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022793
pub.
29/11/2001
prom.
26/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/26/2001022793/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, ondertekend te Rome op 25 maart 1957 en goedgekeurd door de wet van 2 december 1957;

Gelet op de Richtlijn nr. 76/895/EEG van de Raad van 23 november 1976, betreffende de vaststelling van maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 80/428/EEG van de Commissie van 28 maart 1980, nr. 81/36/EEG van de Raad van 9 februari 1981, nr. 82/528/EEG van de Raad van 19 juli 1982, nr. 88/298/ EEG van de Raad van 16 mei 1988, nr. 89/186/EEG van de Raad van 6 maart 1989, nr. 93/58/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 96/32/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/57/EG van de Commissie van 22 september 2000 en nr. 2000/82/EG van de Commissie van 22 december 2000;

Gelet op de Richtlijn nr. 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 88/298/EEG van de Raad van 16 mei 1988, nr. 93/57/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/29/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/39/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 96/33/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000, nr. 2000/48/EG van de Commissie van 25 juli 2000, nr. 2000/58/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/81/EG van de Commissie van 18 december 2000 en nr. 2000/82/EG van de Commissie van 20 december 2000;

Gelet op de Richtlijn nr. 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 93/57/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/29/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/39/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 96/33/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000, nr. 2000/58/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/81/EG van de Commissie van 18 december 2000 en nr. 2000/82/EG van de Commissie van 20 december 2000;

Gelet op de Richtlijn nr. 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 93/58/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/30/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/38/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 95/61/EG van de Raad van 29 november 1995, nr. 96/32/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000, nr. 2000/48/EG van de Commissie van 25 juli 2000, nr. 2000/57/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/58/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/81/EG van de Commissie van 18 december 2000 en nr. 2000/82/EG van de Commissie van 20 december 2000;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1989 en van 9 februari 1994;

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 juni 2000 en van 3 september 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op het advies van het bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen ingestelde raadgevend comité, gegeven op 21 maart 2001;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld zekere maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen vast te stellen, voortvloeit uit de verplichting zich binnen de voorgeschreven termijnen te schikken naar de Richtlijnen 2000/81/EG en 2000/82/EG;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 3 worden de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen AZINFOS-ETHYL, DNOC, MONOLINURON, PYRAZOFOS, SPIROXAMINE en TECNAZEEN vervangen door de bepalingen in bijlage I bij dit besluit;2° punt 3 wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen CHLOZOLINAAT, DINOTERB en PROFAM in bijlage I bij dit besluit;3° punt 4A wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen AZINFOS-ETHYL, PYRAZOFOS en TECNAZEEN in bijlage II bij dit besluit;4° in punt 4B worden de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel SPIROXAMINE vervangen door de bepalingen in bijlage II bij dit besluit;5° punt 4B wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen DINOTERB, DNOC, PROFAM en MONOLINURON in bijlage II bij dit besluit.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking met ingang op 1 juli 2001 voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen AZINFOS-ETHYL, DINOTERB, PROFAM en SPIROXAMINE, op 1 juli 2002 voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen DNOC, MONOLINURON en PYRAZOFOS en op 1 januari 2003 voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen CHLOZOLINAAT en TECNAZEEN.

Art. 3.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 oktober 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

Bijlage II Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 oktober 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^