Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 april 1998
gepubliceerd op 19 juni 1998

Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie voor intensieve zorg

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022349
pub.
19/06/1998
prom.
27/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/27/1998022349/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 APRIL 1998. - Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie voor intensieve zorg


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 76bis, ingevoegd bij de wet van 30 december 1988;

Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, van 19 mei 1994 en 18 juli 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 november 1997;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De intensieve zorg wordt beschouwd als een functie van een ziekenhuis zoals bedoeld in artikel 76bis, ingevoegd door de wet van 30 december 1988 in de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987.

Art. 2.De functie voor intensieve zorg is bestemd voor patiënten die ernstig bedreigd zijn in één of meer van hun vitale functies.

Bedoelde patiënten vereisen een deskundige opvang ter ondersteuning of bijsturing van deze functies, bij middel van een aangepaste medische, verpleegkundige en paramedische organisatie, van continue monitoring en aangepaste diagnostische en therapeutische interventies.

Art. 3.De artikelen 68, 71, met uitzondering van de bepaling die de integratie in het in artikel 23 bedoelde programma als erkenningsvoorwaarde oplegt, 72, 73, 74, 75 et 76 van voormelde wet zijn van overeenkomstige toepassing op de in artikel 1 bedoelde functie.

Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^