Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 april 1998
gepubliceerd op 19 juni 1998

Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » moet voldoen om erkend te worden

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022353
pub.
19/06/1998
prom.
27/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/27/1998022353/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 APRIL 1998. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » moet voldoen om erkend te worden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 68;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1986 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst voor medische beeldvorming waarin een transversale axiale tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 6bis, § 2, 6°bis, van de wet op de ziekenhuizen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 augustus 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1998 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg »;

Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, uitgebracht op 9 juni 1994 en 10 oktober 1996;

Gelet op de adviezen van de Raad van State gegeven op 13 juni 1995 en 25 november 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 84, eerste lid, 2°, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid die als volgt wordt gemotiveerd : overwegende dat de kwaliteitsnormen voor de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg », in het belang van de volksgezondheid en als basis voor de in te stellen erkenningsnormen voor de functie « mobiele urgentiegroep », dringend in werking dienen te treden en dat ook voor dit jaar de nodige kredieten in de begroting zijn voorzien; overwegende dat de Raad van State reeds een advies heeft uitgebracht op 25 november 1997; overwegende dat er, na het advies van de Raad van State, nog één enkele wijziging werd aangebracht, met name de bepalingen inzake de inwerkingtreding in artikel 15 die, omwille van hoger vermelde motivering, werd vervroegd tot de eerste dag van de zesde maand volgend op deze gedurende welke het besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt (met uitzondering van de architectonische normen bedoeld in de artikelen 1, 2 en 3, § 1, eerste lid, 1°, 3°, 5°, 6°, 7° en 8°, en tweede lid) in plaats van de eerste dag van de vierentwintigste maand volgend op de bekendmaking;

Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 19 maart 1998, binnen een termijn van drie dagen;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Architectonische normen en uitrusting Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » bestaat uit een administratief en een technisch gedeelte die, zowel architectonisch als functioneel een geheel vormen.

Ze beschikt over een eigen,duidelijk aangegeven ingang,bestaande uit een toegang voor voetgangers en uit een overdekte en verwarmde zone voor ziekenwagens die kan afgesloten worden.

Zij moet toegankelijk zijn voor mindervaliden. Afdeling 2. - Het administratief gedeelte

Art. 2.Het administratief gedeelte bestaat uit: 1° een inkomhal;2° een ruimte voor de administratieve formaliteiten;3° een wachtzaal;4° sanitaire installaties voor het personeel;5° afzonderlijke sanitaire installaties voor bezoekers die toegankelijk moeten zijn voor mindervaliden;6° een spreekkamer voor de opvang van de patiënten en hun familie;7° een werkruimte voor de geneesheren en verpleegkundigen van de functie;8° lokalen voor het opslaan van linnen, voorraad, kledij en waardevolle voorwerpen;9° een ontspanningslokaal voor het personeel van de functie;10° een rustkamer voor de arts die de permanentie in de functie waarneemt. De in 4°, 5°, 8° en 9° bedoelde accommodaties mogen worden gedeeld met een andere dienst, functie of afdeling, mits deze architectonisch grenst aan de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg ». De in 10° bedoelde rustkamer mag buiten de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » gelokaliseerd zijn. Afdeling 3. - Het technisch gedeelte

Art. 3.§ 1. Het technische gedeelte bestaat minstens uit: 1° onderzoekslokalen die ontworpen zijn om de intimiteit van de patiënt te vrijwaren en die uitgerust zijn voor het toedienen van geneeskundige zorg;2° een of meer lokalen die uitgerust zijn voor de vrijwaring, de stabilisering en het herstel van de vitale functies van minstens twee patiënten in kritieke toestand;3° een zaal uitgerust voor kleine chirurgie onder loco-regionale anesthesie;4° een lokaal met minstens 4 bedden voor de observatie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, 4°, van het koninklijk besluit van 27 april 1998 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg », waarvan ten minste één bed is voorzien van de nodige uitrusting voor de bewaking van een patiënt in kritieke toestand.De uitrusting is te onderscheiden van de uitrusting bedoeld in 2°; 5° een ruimte die als sorteerruimte kan dienen in geval van massale toestroom van slachtoffers;dit kan de ruimte zijn bedoeld in artikel 2, 1°, 3° of 6° alsook de in artikel 1, tweede lid, bedoelde zone voor ziekenwagens; 6° een lokaal waar patiënten met een acute psychiatrische pathologie tegen auto-mutilatie kunnen beschermd worden en van de andere patiënten kunnen worden afgezonderd;7° een zaal voor het aanleggen van gipsverbanden;8° een lokaal waar hygiënische zorg kan worden toegediend aan bedlegerige of ambulante patiënten. De in punt 1° tot 5° bedoelde plaatsen moeten zo zijn ontworpen dat er een mobiel radiografietoestel kan worden gebruikt. § 2. De in § 1, 2° en 4°, bedoelde uitrusting waarvan het gebruik strikt beperkt is tot de functie zelf, bestaat minstens uit: 1° apparatuur voor kunstmatige beademing;2° defibrillator met beeldscherm voor de monitoring van het hartritme;3° apparatuur voor gastro-intestinale aspiratie;4° apparatuur voor endotracheale aspiratie;5° apparatuur voor monitoring van de perifere O2 concentratie van een patiënt;6° apparatuur voor de monitoring van het uitgeademde CO2-gehalte van een patiënt. § 3. De functie moet eveneens over de volgende apparaten beschikken: 1° een E.K.G.-toestel met twaalf afleidingen; 2° het nodige materiaal voor de cardiorespiratoire reanimatie van de volwassene en van het kind;3° verschillende draagbare zuurstofbronnen voor de beademing van patiënten die binnen het ziekenhuis worden vervoerd;4° een voldoende aantal mobiele brancards. § 4. Met het oog op het in dienst houden van de hierbovenvermelde apparaten in geval van het uitvallen van de normaal gebruikte stroombron(nen) dient de functie aangesloten te zijn op de autonome noodstroombron van het ziekenhuis. HOOFDSTUK II. - Functionele normen

Art. 4.§ 1. De functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » moet, binnen het algemeen ziekenhuis waarvan het deel uitmaakt,op ieder ogenblik een beroep kunnen doen : 1° op minstens 3 bedden voor intensieve verzorging, aangepast aan de intensiteit van de activiteit van de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » en aan de behoeften van de behandelde patiënten, of op een erkende functie voor intensieve zorg;2° op een polyvalent operatiekwartier uitgerust en georganiseerd voor dringende chirurgische interventies;3° op een laboratorium van klinische biologie uitgerust en georganiseerd om ter plaatse en op elk ogenblik de noodzakelijke analyses uit te voeren;4° op een dienst voor medische beeldvorming beschikkend over de nodige apparatuur voor diagnostische, radiologische en echografische onderzoeken met inbegrip van een mobiel radiologisch apparaat en een transversale axiale tomograaf georganiseerd om ter plaatste en op elk moment de nodige diagnostische onderzoeken uit te voeren;5° op een dienst voor archivering van medische dossiers die 24 uur op 24 toegankelijk is. § 2. In de functie zelf moet een voorraad rode bloedcellenconcentraat, inbegrepen een voorraad O-Rh-negatief rode bloedcellenconcentraat, en plasmavervangmiddelen voorhanden zijn tenzij het ziekenhuis beschikt over een bloedbank die op ieder ogenblik voor de toelevering van deze produkten kan instaan.

In de functie zelf dient er eveneens een voorraad geneesmiddelen, noodzakelijk om het hoofd te bieden aan urgenties, voorhanden te zijn.

Art. 5.De functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » moet beschikken over : 1° een telefonische buitenlijn die onafhankelijk van de centrale van het ziekenhuis functioneert en die uitsluitend bestemd is om onmiddellijk oproepen te kunnen ontvangen van het eenvormig oproepstelsel;2° over de in het eenvormig oproepstelsel gebruikte telecommunicatiemiddelen die worden vastgesteld door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. Er dient een telefaxtoestel aanwezig te zijn evenals een radiostation met minstens vier frequenties. De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft bepaalt tot welke frequenties de "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" toegang moeten hebben.

Art. 6.De functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" moet binnen het ziekenhuis waar het deel van uitmaakt beroep kunnen doen op een aangepaste infrastructuur voor de permanente vorming in de urgentiezorg van zijn medisch, verpleegkundig en paramedisch personeel.

Art. 7.De functie moet deelnemen aan een specifieke registratie van de activiteiten in de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" volgens de modaliteiten voorgeschreven door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. HOOFDSTUK III. - Organisatorische normen Afdeling 1. - Medische staf

Art. 8.Een erkend geneesheer specialist, houder van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde en voltijds aan het ziekenhuis verbonden, is geneesheer-diensthoofd van de functie. Hij besteedt meer dan de helft van zijn werktijd aan de activiteit in de functie en aan de permanente vorming van het personeel van zijn functie.

Art. 9.§ 1. De medische permanentie wordt waargenomen door minstens één, minstens halftijds aan het ziekenhuis verbonden, geneesheer met één van de volgende kwalificaties: 1° een geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde;2° een geneesheer-specialist in opleiding om de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde te behalen;3° een geneesheer die de opleiding, bedoeld in artikel 5, § 2, 2°, b), van het ministerieel besluit van 12 november 1993 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, alsook van de stagemeesters en stagediensten in de urgentiegeneeskunde gevolgd heeft. § 2. Het aantal geneesheren dat deelneemt aan de medische permanentie moet worden aangepast aan de intensiteit van de activiteit van de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg ».

Voor die aangepaste permanentie komen in aanmerking de in § 1 bedoelde geneesheren-artsen alsook de geneesheren-specialisten en de kandidaat-geneesheer-specialisten met minstens twee jaar opleiding, in een van de disciplines bedoeld in artikel 2, § 1, van het rninisterieel besluit van 12 november 1993 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, alsook van de stagemeesters en stagediensten in de urgentiegeneeskunde. § 3. De in § 1 en § 2 bedoelde geneesheren verzekeren de medische permanentie uitsluitend in de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg". § 4. De medische permanentie in de gespecialiseerde functie voor spoedgevallen moet 24 uur op 24 waargenomen worden. § 5. De artsen die aan de medische permanentie deelnemen mogen niet langer dan 24 uur na elkaar dienst hebben.

Art. 10.§ 1. De geneesheer die de permanentie waarneemt moet d.m.v. vooraf opgestelde modaliteiten te allen tijde minstens beroep kunnen doen op : 1° een geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde, 2° een geneesheer-specialist in de heelkunde;3° een geneesheer-specialist in de anesthesiologie en reanimatie, 4° een geneesheer-specialist in de röntgendiagnose;5° een geneesheer-specialist in de pediatrie, 6° een geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde, 7° een geneesheer-specialist in de gynaecologie-verloskunde;8° een geneesheer-specialist in de otorhinolaryngologie;9° een geneesheer-specialist in de oftalmologie;10° een geneesheer-specialist in de psychiatrie of de neuropsychiatrie;11° een geneesheer-specialist in de neurologie of de neuropsychiatrie. § 2. De in § 1 bedoelde geneesheren moeten binnen de kortst mogelijke tijd na de oproep ter plaatse kunnen zijn. Afdeling 2. - Het verpleegkundig personeel

Art. 11.§ 1. De hoofdverpleegkundige is drager van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleger of gegradueerde verpleegster in intensieve zorg en spoedgevallenzorg tenzij hij/zij gegradueerde verpleger of gegradueerde verpleegster is en kan bewijzen minstens 5 jaar ervaring te hebben in deze functie op datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

Bedoelde ervaring dient opgedaan te zijn hetzij in een erkende dienst voor intensieve verzorging, hetzij in een dienst voor intensieve behandeling die beantwoordt aan de omschrijving in de bijlage 3 van het koninklijk besluit van 28 november 1986 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst voor medische beeldvorming waarin een transversale axiale tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 6bis, § 2, 6°bis, van de wet op de ziekenhuizen, hetzij in een spoedgevallendienst die beantwoordt aan de omschrijving in de bijlage 1 bij voormeld besluit van 28 november 1986. § 2. De functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » beschikt over een eigen specifiek verpleegkundig team waarbij een permanentie van 24 uur op 24 uur wordt verzekerd door ten minste 2 verpleegkundigen, waaronder minstens 1 drager is van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleger of gegradueerde verpleegster in intensieve zorg en spoedgevallenzorg tenzij hij/zij kan bewijzen dat hij/zij, op het ogenblik van de bekendmaking van onderhavig besluit, minstens 5 jaar ervaring heeft opgedaan in één van de diensten bedoeld in § 1, tweede lid.

Het verpleegkundig team moet aangepast worden naar gelang van de activiteiten van de dienst; hierbij gelden dezelfde bekwaamheidsvereisten als bedoeld in het eerste lid. Afdeling 3. - Permanente vorming

Art. 12.Het medisch en verpleegkundig personeel van de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" staat voor het ganse ziekenhuis in voor de permanente vorming in de basisbeginselen van de reanimatie. HOOFDSTUK V. - Overgangsmaatregelen

Art. 13.Gedurende een periode van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit kan de in artikel 9, § 1, van dit besluit bedoelde medische permanentie ook worden waargenomen door een geneesheer-specialist bedoeld in artikel 2, § 1, van het ministerieel besluit van 12 november 1993 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, alsook van de stagemeesters en stagediensten in de urgentiegeneeskunde, die zijn erkenning als geneesheer-specialist heeft verkregen uiterlijk op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft kan deze overgangstermijn verlengen indien zou blijken dat bij het verstrijken van deze termijn nog niet voldoende artsen voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 9, § 1, van dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 14.De bijlage 1 van het koninklijk besluit van 28 november 1986 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst voor medische beeldvorming waarin een transversale axiale tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 6bis, § 2, 6°bis, van de wet op de ziekenhuizen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 augustus 1991, wordt opgeheven.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de zesde maand volgend op deze gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 3, § 1, eerste lid, 1°, 3°, 5°, 6°, 7°, en 8°, en tweede lid, die in werking treden de eerste dag van de vierentwintigste maand volgend op deze gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 16.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^