Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 april 2007
gepubliceerd op 23 mei 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2007000440
pub.
23/05/2007
prom.
27/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/27/2007000440/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 50, zoals vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, inzonderheid op artikel 73, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol), inzonderheid op artikel VII.III.75, eerste en vierde lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 februari 2006;

Gelet op het protocol nr 177/2 van 20 maart 2006 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 juli 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 2 mei 2006;

Gelet op het advies nr. 41.758/2 van de Raad van State, gegeven op 18 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid,1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel VII.III.75 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Art.VII.III.75. De in de artikelen 48 en 50, tweede lid, van de wet bedoelde selectiecommissie, hierna « de plaatselijke selectiecommissie voor het ambt van korpschef » genoemd, wordt voorgezeten door, naar gelang van het geval, de burgemeester of de voorzitter van het politiecollege, en is bovendien samengesteld uit de volgende bijzitters : 1° een korpschef die een mandaat uitoefent van ten minste dezelfde categorie als het te begeven mandaat. Is het te begeven ambt, een ambt van categorie 5 dan kan, in voorkomend geval, hetzij een gewezen korpschef van categorie 5, hetzij een korpschef die een mandaat van categorie 4 uitoefent, worden aangewezen; 2° een bestuurlijke directeur-coördinator of eventueel een gerechtelijke directeur, uit een ander ambtsgebied dan datgene waarin de gemeente of de meergemeentenzone waarin het ambt van korpschef wordt begeven, is gelegen of, in voorkomend geval, een gewezen bestuurlijke directeur-coördinator;3° een deskundige die niet behoort tot het betrokken lokaal politiekorps en die doet blijken van een voor de opdracht van de plaatselijke selectiecommissie voor het ambt van korpschef relevante beroepservaring;4° de gouverneur of de door hem aangewezen arrondissementscommissaris;5° de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de gemeente of de meergemeentezone waarin het ambt van korpschef wordt begeven, is gelegen;6° de inspecteur-generaal of de door hem aangewezen adjunct-inspecteur generaal.»; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd : « De bijzitters bedoeld in het eerste lid, 1° tot 3°, worden aangewezen door de gemeente- of de politieraad.»; 3° in het vierde lid, waarvan de bestaande tekst het vijfde lid zal worden vormen, de woorden « voor elke bijzitter » vervangen door de woorden « voor elke bijzitter bedoeld in het eerste lid, 1° tot 3°.».

Art. 2.De op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit lopende selectieprocedures van korpschef worden verdergezet overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren op de dag voorafgaand aan die inwerkingtreding.

Art. 3.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^