Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 april 2007
gepubliceerd op 21 juni 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van de havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007201209
pub.
21/06/2007
prom.
27/04/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van de havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van de havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2006 Loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van de havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid (Overeenkomst geregistreerd op 5 juli 2006 onder het nummer 80262/CO/139)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en die schepen assisteren op toegangswegen naar en van de havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de werkgever en de werklieden en werksters van de n.v. OSMA, Boomgaardstraat 5 te Oostende uitgesloten voor wat haar activiteiten betreft in de achterhaven van Zeebrugge.

De bepalingen betreffende de arbeidsduur worden genomen in toepassing van de wet van 16 maart 1971, artikel 38ter en de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen.

Art. 2.Arbeidsduur en werksysteem De bemanningssterkte van drie personen per schip wordt gegarandeerd : kapitein, motorist, en stuurman of matroos.

De werknemersafgevaardigden kunnen te allen tijde het actuele personeelsbestand opvragen.

De arbeidstijd, uitgezonderd de betaalde vakantie, wordt bepaald op 1 568 uren op jaarbasis, wat een gemiddelde van 32,57 uren per week betekent.

Het saldo van het kalenderjaar (boven de 1 568 uur) wordt betaald aan 100 pct..

De arbeid wordt op basis van vier weken over een periode van 13 weken georganiseerd met dien verstande dat gedurende zeven kalenderdagen aan boord wordt verbleven (prestatiedagen) en een rustperiode aansluitend van 14 of 21 kalenderdagen is voorzien.

De prestatiedagen worden betaald aan 14 uur per dag.

Er wordt 11 uur per dag rust voorzien waarvan een aaneengesloten rustperiode (aan boord) van 8 uur wordt gewaarborgd op een veilige ligplaats. In de mate van de technische mogelijkheden zal de werkgever walspanning voorzien.

Art. 3.Verloning werksysteem De verloning in het werksysteem, 1 week prestatie en 2 of 3 weken rust, wordt forfaitair bepaald op een bruto voorschot. Het bruto voorschot wordt bepaald door het verwacht jaarinkomen bij voltijdse effectieve prestaties te delen door 12.

Het veranderlijk deel wordt gekoppeld aan de prestatiedagen en betreft de vergoeding voor de wettelijke en regionale feestdagen, de gepresteerde wettelijke feestdagen, overuren en sociaal abonnement.

De bestaande vergoedingen, zondagtoeslag, aflosvergoeding en systeemtoeslag zijn geïntegreerd in een lumpsum en niet per gebeuren eisbaar.

In de lumpsum is 1 uur voorzien als overdracht van de vertrekkende ploeg en zij zal deze tijd gebruiken om de overdracht en de checklist ordentelijk af te werken.

Overuren worden betaald, indien door uitzonderlijke omstandigheden meer dan 14 uren op één dag betaald moeten worden.

Indien er een effectieve prestatie wordt geleverd tijdens het 14e uur wordt een toeslag toegekend van 50 pct. en 100 pct. op zondagen en feestdagen.

De overuren worden betaald voor arbeid gepresteerd vanaf het 15e uur : - weekdagen : 150 pct. - zon- en feestdagen : 200 pct. 1. Het gegarandeerde rustblok Het gegarandeerde rustblok mag alleen omwille van onvoorziene omstandigheden en/of overmacht onderbroken worden.Alleen dringende omstandigheden kunnen het gegarandeerd rustblok doorbreken of verlaten. Een niet-limitatieve opsomming van deze dringende omstandigheden zal verder worden uitgewerkt in de ondernemingsraad en/of met de syndicale delegatie.

Indien het rustblok door onvoorziene omstandigheden en/of overmacht onderbroken of verlaten wordt, zullen deze uren vergoed worden als overuren.

Deze gepresteerde uren worden eveneens terug als rust gegeven, bij voorkeur aansluitend aan het onderbroken rustblok en ten laatste aansluitend voor het volgende rustblok. Indien de inhaalrust echter niet zou kunnen gegeven worden, zal deze extra vergoed worden aan 100 pct. van het uurloon. Deze regel is uitzonderlijk en zal na overleg met de werkleider en mits akkoord van de kapitein van de sleepboot toegepast worden. Bij onderbreking van het rustblok geeft elk aangevangen uur recht op één volledig uur te compenseren rust. 2. In promotie varen Bij werknemers die gevraagd worden om in promotie te varen, zal er rekening gehouden worden met de rustblokken.De prestatie in promotie zal vergoed worden aan het loon en de lumpsum, vermeerderd met 1/7e per prestatiedag van het normale loon in eigen functie. 3. Varen tijdens uur van overgave van de sleepboot. Wanneer men nog vaart na het uur van de aflos dat bepaald is in de sector, zal het uur dat voorzien is voor de overgave van de sleepboot, vergoed worden als overwerk. Het uur van overgave van de sleepboot wordt dan ook achteruitgeschoven. 4. Rusttijd Naast de 8 uur ononderbroken rust, wordt er voorzien in een rusttijd van 3 uur waarvan het eerste uur wordt betaald.De planning van deze 3 uren rusttijd (betaald en onbetaald) gebeurt door de werkleiders en in overleg met de kapitein. De rusttijd wordt genomen met een volledig uur. 5. Aflos na 24 uur werken Wanneer een werknemer door omstandigheden 24 uren gewerkt heeft en om aflos vraagt, zal er een aflosser ingezet worden. Voor de werknemer die vervangen wordt, zal vervoer geregeld worden of zullen de reiskosten vergoed worden. De tijd van de verplaatsing en acht uren rust zullen gerespecteerd worden. 6. Zomeruur en winteruur Aan de werknemers die bij de omschakeling van het winteruur naar het zomeruur in hun gepresteerde uren zijn, zal er één uur aan 100 pct. extra uitbetaald worden. De werknemers die op dit ogenblik in hun ingeroosterd rustblok zijn, zullen, wanneer zij geen effectieve rust van acht uren hebben gekregen, extra vergoed worden aan 100 pct. van hun uurloon.

De werknemers die bij de omschakeling van het zomeruur naar het winteruur in hun gepresteerde uren zijn, zal het loon uitbetaald worden van een normale wacht. De werknemers die op dit ogenblik in hun ingeroosterd rustblok zijn, zullen, wanneer zij geen effectieve rust van acht uren hebben gekregen, extra vergoed worden aan 100 pct. van hun uurloon.

Art. 4.Basislonen Voor de berekening van de indexverhogingen zijn vanaf 1 januari 1991, de volgende basislonen van kracht : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het referte-indexcijfer (gezondheidsindex op basis 2004) wordt ingedeeld in schijven van 0,79 punten en geeft aanleiding tot verhoging of verlaging, met 2,5 pct. van het basisloon berekend op 130,667 uren, indien het referte-indexcijfer zich in een hogere of lagere schijf bevindt.

Referte-indexschijven Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De reële lonen (100 pct.) worden bij verhoging of verlaging aangepast met de volgende bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.Reëel basismaandloon A. Reëel loon De werkelijke lonen zijn berekend op 1 568 maal het uurloon en gedeeld door 12 maanden vanaf 1 april 2006.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B. Lumpsum De lumpsum omvat een forfait voor systeemtoeslag, aflosvergoeding en zondagtoeslag. De werkelijke lumpsum is berekend volgens de in artikel 7 A, D en E weergegeven berekening.

De volgende bedragen zijn vanaf 1 april 2006 van toepassing : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het veranderlijk deel wordt gekoppeld aan de prestatiedagen en betreft de gepresteerde wettelijke feestdagen, overuren, en sociaal abonnement.

Art. 6.Bevordering en brevettenreglementering Bij elke bevordering, zal voor de bevorderde werknemer de verplichting ontstaan om te varen in één lagere graad.

Kapitein > stuurman Stuurman > matroos Motorist > assistent-matroos De werknemer behoudt het loon van de hogere graad. Deze bepalingen gelden enkel voor de eerste drie jaren na ingangsdatum van de bevordering.

De werknemers die door de werkgever aangeworven worden in de functie van motorist, zullen over de door de werkgever vereiste opleiding en brevetten dienen te beschikken. Deze werknemers zullen als boventallig bemanningslid aan boord opleiding krijgen, zoals bepaald door de werkgever gedurende een bepaald aantal wachten en minimum betaald als trainee. Na deze opleiding zullen betrokken werknemers onmiddellijk inzetbaar zijn als motorist. De werknemers-matrozen kunnen na het behalen van de in de ondernemingsraad reeds vastgestelde brevetten, en na evaluatie, de functie van stuurman bekomen.

Art. 7.Vergoedingen A) Systeemvergoeding Voor het arbeidssysteem in deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een toeslag van 10 pct. van het reëel maandloon betaald (lumpsum).

B) Regionale feestdag (Vlaamse) Voor de Vlaamse feestdag van 11 juli wordt aan iedere werknemer bijkomend 8 uren uitbetaald bij het einde van de maand waarin deze feestdag valt.

C) Vergoeding voor wettelijke feestdagen Voor de volgende feestdagen zal er aan de werknemers 8 uren uitbetaald worden in de maand waarin de feestdag plaatsvindt : 1 januari, Pasen, 1 mei, O.L.H. Hemelvaart, Pinksteren, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december.

D) Aflosvergoeding Het aantal aflosdagen op jaarbasis bedraagt 16 maal het uurloon gedeeld door 12 maanden en is gelijk aan 1,3333 uur per maand (lumpsum).

E) Zondagtoeslag De volgende berekening wordt gehandhaafd voor de zondagtoeslag : 4 zondagen van 14 uren op 13 weken is gelijk aan 16 zondagen op jaarbasis, aan 14 uren per zondag per jaar gedeeld door 12 maanden, en staat gelijk met 18,6667 per maand (lumpsum).

F) Verblijfsvergoeding Vanaf 1 januari 2006 zal er een verblijfsvergoeding worden toegekend als compensatie voor de tijd en de kosten aan boord waarvoor er geen prestaties worden verricht. Deze vergoeding van 8 EUR zal voor elke periode van 24 uur aanwezigheid aan boord worden toegekend.

G) Arbeid op wettelijke feestdagen Op de wettelijke feestdagen, worden de van uren werkelijke aanwezigheid uitbetaald met de maandafrekening. 1. Voor de wettelijke feestdagen, met uitzondering van 11 juli zal er tijdens prestaties op deze dagen een supplement uitbetaald worden. Wanneer de wettelijke feestdag echter op een zondag valt zal maandag volgend op de feestdag beschouwd worden als een feestdag voor de berekening van de prestatie-uren. 2. Wanneer de werknemer niet aflost op een feestdag zal hij 14 prestatie-uren als supplement vergoed krijgen.3. Wanneer de werknemer wel aflost op een feestdag zal hij een supplement vergoed worden gelijk aan het aantal uren tussen 0 u 00 en aflos, min de geplande rust en/of het 15de en 16de uur "niet ingeroosterde rust" die in de periode tussen 0 u 00 en aflos worden genomen.4. Wanneer de werknemer opkomt op een feestdag zal hij een supplement vergoed worden gelijk aan het aantal uren tussen opkomst en 24 u 00, min de geplande rust en/of het 15e en 16e uur "niet ingeroosterde rust" die in de periode tussen 24 u 00 en aflos worden genomen.5. Bij overstappen of promotievaren zal er altijd een supplement uitbetaald worden pro rata de functie en uren. H) Verplaatsingsvergoeding Alle werknemers die in aanmerking komen voor de wetgeving op het sociaal abonnement bekomen deze vastgestelde vergoeding, ongeacht of zij het abonnement kopen of niet.

Per week effectieve prestatie zal de tussenkomst bij het sociaal abonnement a rato van 1 weekabonnement worden uitgekeerd en berekend tot de aflospunten.

Wanneer werknemers zich verplaatsen met hun eigen wagen en dit op verzoek van de werkgever, wordt een vergoeding van 0,2771 EUR/km betaald. Deze vergoeding zal jaarlijks aangepast worden, telkens in de maand juli, beginnend op 1 juli 2005 : 0,2771 EUR x 117,85/114,96 = 0,2841 EUR (koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, gewijzigd in de Ministerraad van 9 juni 2005).

Wanneer een werknemer om een door de werkgever goedgekeurde reden, vroeger of later dan de normale aflosdatum de sleepboot verlaat of vervroegt, zal de werkgever het vervoer regelen en/of de vervoerskosten terugbetalen aan 0,2841 EUR per kilometer, met dien verstande dat er één enkele afstand betaald wordt tussen de aflosplaats en de woonplaats en één enkele afstand tussen de woonplaats en de aflosplaats.

Wanneer een werknemer buiten zijn normale aflosdag moet opkomen of afgaan en met eigen vervoer is opgekomen, zal het vervoer naar zijn voertuig geregeld worden en ten laste vallen van de werkgever.

I) Logies - maaltijden De werkgever draagt zorg voor de volledige aanlevering van maaltijden, linnengoed en onderhoudsproducten. De organisatie loopt samen met de ploegwisseling.

Voor het beschikken over logies en maaltijden aan boord zal een bedrag van 2,48 EUR per effectief gepresteerde dag als voordeel in natura worden aangegeven per werknemer.

J) Vergoeding bij schipbreuk of scheepsongeval In geval van schipbreuk, brand aan boord of elk ander geval van overmacht, zal de werknemer schadeloos worden gesteld voor alle verlies van persoonlijk goed, behalve indien dat verlies voortvloeit uit een bedrog, zware fout of een nalatigheid van de werknemer.

K) Onkosten voor opleidingen Onkosten voortvloeiend uit de organisatie van de opleidingen tot het verkrijgen van de vereiste brevetten, vallen ten laste van de werkgever. Voor dezelfde opleiding kan de werkgever dit beperken tot twee keer deelname aan de cursus.

L) Vergoeding medisch onderzoek Wanneer de werknemer zich buiten de werkuren naar de externe dienst voor preventie en bescherming begeeft voor een persoonlijk medisch onderzoek zal er een vergoeding van 2 uren en de verplaatsingskosten worden toegekend.

Art. 8.Eindejaarspremie Er zal op het einde van elk jaar een eindejaarspremie worden toegekend, behalve in geval van ontslag om dringende redenen door de werkgever.

Om in aanmerking te komen moet men minstens 75 R.S.Z.-dagen (niet opeenvolgend) van het desbetreffende dienstjaar in dienst zijn geweest. Bij volledige prestaties gedurende het refertejaar bedraagt de eindejaarspremie 141,575 uur.

De op rustgestelde arbeiders (pensioen) van het afgelopen jaar hebben recht op een volledige premie.

In geval van overlijden van de werknemer wordt de volledige premie uitgekeerd aan de weduwe of de wettelijke erfgenamen.

Periodes van ziekte of arbeidsongeval worden voor een maximum van 12 maanden gelijkgesteld met tewerkstelling.

Wijze van berekening van de eindejaarspremie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De procenten worden berekend op basis van 141,575 maal het uurloon van de maand december van het betreffende jaar, dit wil zeggen zonder toeslag van systeemtoeslag of andere premies die bij het loon kunnen gevoegd worden.

Overwerk is eveneens uitgezonderd.

De werknemers die op het ogenblik van de uitbetaling nog geen volledig jaar dienst hebben, bekomen deze premie pro rata temporis per volledige maand.

Wanneer een werkman in vast dienstverband treedt, telt de diensttijd gepresteerd met contracten van bepaalde tijd voor de berekening van de anciënniteit.

Art. 9.Afscheidspremie Bij het op (brug)pensioen gaan van de werknemer wordt hem een afscheidspremie betaald die op 1 januari 2006, 33,21 EUR per dienstjaar bedraagt. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de loon-evolutie.

Onder "dienstjaar" wordt verstaan : iedere periode van 12 maanden tussen de datum van indiensttreding en de datum van op pensioen gaan.

Deze premie is slechts verschuldigd aan de werknemers die minstens 15 dienstjaren hebben.

Art. 10.Anciënniteitsverlof De werknemer kan jaarlijks, vóór 15 januari, een keuze maken tussen opname van anciënniteitsverlof of de uitbetaling ervan of een combinatie van beide. Indien de werknemer kiest voor uitbetaling, dan zal deze premie betaald worden in de maand december. Indien de werknemer kiest voor opname, dan dient hij dit 7 dagen vooraf aan te vragen aan de coördinator haven.

De 10 pct. shiftvergoeding vervalt voor deze prestatiedag, ongeacht of deze anciënniteitswacht genomen wordt op een weekdag of zon- of feestdag. De zondagtoeslag wordt enkel toegekend indien deze anciënniteitswacht op een zondag of een feestdag valt. De aflosvergoeding is inbegrepen in de opname van anciënniteitsverlof.

Wanneer de werknemer opteert voor de gehele of gedeeltelijke uitbetaling van het anciënniteitverlof, dan wordt dit berekend op basis van het in de maand december geldende uurloon, zonder enige toeslag, vermits deze reeds zijn toegekend op het ogenblik van de prestatie.

De administratieve afhandeling zal dus als volgt gebeuren : - opname van een anciënniteitswacht op een weekdag : basisloon (13 u) + lumpsum minus shiftvergoeding 10 pct.. - opname van een anciënniteitswacht op een zon- of feestdag : basisloon (13 u) + lumpsum minus shiftvergoeding 10 pct. en op feestdagen 13 uren zondagtoeslag - uitbetaling van een anciënniteitswacht in december : basisloon (13 u).

Wanneer de werknemer in vast dienstverband treedt, telt de ononderbroken diensttijd gepresteerd met contracten van bepaalde tijd mee voor de berekening van de anciënniteit.

Het anciënniteitsverlof bedraagt per vijf jaar één dag. De werknemers van de havensleepdiensten verkrijgen 13 u per dag.

Vanaf 35 jaar dienst wordt één bijkomende dag toegekend.

Art. 11.Gewaarborgd week- en maandloon en verhoging plafond arbeidsongevallen De werknemers hebben recht op gewaarborgd week- en maandloon zoals bepaald in de algemene wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.

Het gewaarborgd week- en maandloon wordt berekend op basis van het loon waarop de werknemer aanspraak had kunnen maken indien hij normaal had gewerkt tijdens die periode.

De afwezigheid die aanleiding geeft tot gewaarborgd loon, wordt verondersteld te liggen tussen 00 u 00 en 24 u 00.

De periode van ziekte en arbeidsongeval gaat steeds in op de aanvangsdatum vermeld op het dokterscertificaat.

In geval van arbeidsongeval genieten de werknemers de volwaardige toepassing van de wetgeving ter zake.

De werkgever garandeert boven de wettelijke verplichting, nog een supplementaire som van 1.239,47 EUR boven het plafond. Het plafond op 1 januari 2005 bedraagt 32.784,12 EUR.

Art. 12.Jaarlijkse vakantie Het wettelijk jaarlijks verlof voor de havensleepdiensten is in het werksysteem 4 weken werken over een periode van 13 weken ingeroosterd.

Art. 13.Klein verlet De werknemers mogen voor de volgende gelegenheden afwezig zijn met behoud van loon.

Onder "dagen" wordt in dit kader verstaan : de prestatiedag betaald aan 14 uur per dag.

In al de sectoren zal één dag klein verlet ingaan van 08 u 00 tot 08 u 00.

Gelegenheid en duurtijd 1. Huwelijk van de werknemer Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week.2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote, van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer De dag zelf (burgerlijk of kerkelijk).3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote, van een broer, zuster, schoonbroer, of schoonzuster van de werknemer De dag van de plechtigheid zelf.4. Bevalling van de echtgenote van de werknemer de geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming langs vaderszijde vaststaat (buiten huwelijk) Tien dagen door de werknemer te kiezen te rekenen binnen de dertig dagen vanaf de dag van de bevalling.Enkel voor de eerste drie dagen heeft de werkgever de verplichting tot betaling van het loon. De volgende zeven dagen zijn ten laste van het ziekenfonds. 5. Adoptie van een kind Tien dagen door de werknemer te kiezen binnen de dertig dagen volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van het gezin.Enkel voor de eerste drie dagen heeft de werkgever de verplichting tot betaling van het loon. De volgende zeven dagen zijn ten laste van het ziekenfonds. 6. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)te, van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder van de werknemer Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.8. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont De dag van de begrafenis.9. Plechtige Communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote aan het Feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit georganiseerd wordt De dag van de gebeurtenis of activiteitsdag voorafgaand of onmiddellijk volgend op de gebeurtenis als deze met een zondag, een feestdag of een gewone niet-werkdag samenvalt.10. Bijwonen van een bijeenkomst van de familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter De nodige tijd met een maximum van één dag.11. Deelneming aan een jury, opgeroepen als getuige voor de rechtbank, of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.12. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdbureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen De nodige tijd.13. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopname bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.14. Uitoefening van een ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij verkiezingen van het Europees Parlement De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.15. Voor het afleggen van een examen tot het verkrijgen van een door de firma erkend brevet Eén dag. Voor de toepassing van de nummers 2, 3, 6 en 9 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettelijk of gewettigd kind. Voor de nummers 7 en 8 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgenote van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer.

Art. 14.Familiaal verlof De werknemers genieten van de wettelijke bepalingen inzake het familiaal verlof. Er zal geen loon uitbetaald worden, maar deze dagen zijn gelijkgesteld voor Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 15.Beroepsloopbaanonderbreking/tijdskrediet De werknemers genieten van de wettelijke bepalingen inzake de beroepsloopbaanonderbreking en het "tijdskrediet" vanaf 1 januari 2002.

De duur van de schorsing bedraagt ten minste drie maanden en mag de termijn van één jaar niet overschrijden.

De werknemer moet de aanvraag indienen drie maanden voor de aanvangsdatum.

Art. 16.Rangverlaging In geval van rangverlaging behoudt men zijn loon van de hogere functie gedurende het aantal maanden overeenkomend met het aantal jaren dienst in die functie, uitgezonderd indien men ingevolge de STCW 95-regeling verplicht wordt om in een lagere rang te varen.

De eindejaarspremie zal pro rata uitbetaald worden volgens de uitgeoefende functie in het lopende jaar.

Art. 17.Aangepaste functie Iedere werknemer die minstens 25 jaar dienst in de firma heeft en, om medische redenen, niet langer geschikt is om zijn functie uit te oefenen, zal een aangepaste functie aangeboden krijgen overeenkomstig de regels van het ARAB (Codex voor welzijn). Hij behoudt hun eindejaarspremie in de hoogste functie.

Werknemers die, ingevolge een ongeval opgelopen in dienst van de onderneming, hun functie niet meer kunnen uitoefenen, krijgen eveneens een andere werkgelegenheid aangeboden overeenkomstig de regels van het ARAB (Codex voor welzijn) zonder dat ze daarom 25 jaar in dienst moeten zijn. Ze behouden eveneens de hoogste eindejaarspremie.

Art. 18.Hospitalisatievergoeding De werkgever betaalt de premie van de werknemer voor de standaardhospitalisatieverzekering.

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2006 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 23 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten, betreffende loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen met als activiteit sleepdiensten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 mei 2004, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 2004.

Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een opzegtermijn van zes maanden in acht wordt genomen. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking op de derde werkdag na de datum van verzending.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^