Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 december 2012
gepubliceerd op 04 januari 2013

Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2012

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2012000738
pub.
04/01/2013
prom.
27/12/2012
ELI
eli/besluit/2012/12/27/2012000738/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2012


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat op 22 mei 2003, artikelen 33 en 121 tot 124;

Gelet op de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten nr. 474 van 28 oktober 1986 en 502 van 31 december 1986 en bij de wetten van 7 november 1987, 22 december 1989, 20 juli 1991, 30 maart 1994 en 21 december 1994;

Gelet op de wet van 16 februari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/02/2012 pub. 01/03/2012 numac 2012003074 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2012;

Overwegende de veiligheids- en samenlevingscontracten die werden afgesloten tussen 29 steden of gemeenten en de Staat;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 oktober 2012.;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister voor Begroting, gegeven op 20 december 2012;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL 1. - Financiële modaliteiten inzake de toekenning van de financiële toelage

Artikel 1.Voor zover er kredieten beschikbaar zijn, wordt voor 2012 een financiële hulp toegekend van 14.951.000 euro aan de 29 gemeenten die een veiligheids- en samenlevingscontract hebben afgesloten in toepassing van het koninklijk besluit van 27 mei 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/05/2002 pub. 11/07/2002 numac 2002000491 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële toelage van de Staat te genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de criminaliteitspreventie sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële toelage van de Staat te genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de criminaliteitspreventie, teneinde de kosten te dekken die gepaard gaan met de oprichting van een lokaal veiligheids- en preventiebeleid en een lokaal veiligheidsbeleid inzake brand en CO-vergiftiging.

De toelage wordt verdeeld onder de gemeenten, al naargelang de bijlage 1 van dit besluit.

Art. 2.Deze uitgave wordt opgenomen ten laste van het begrotingsartikel 56 82 432202 van de sectie 13, van de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2012.

Art. 3.De aanwending van de financiële toelage beoogt eveneens een maximale synergie met het zonaal veiligheidsplan, het veiligheids- en strategischs plan en de overeenkomst operationele prezone te waarborgen, en geboekt op de 3 volgende activiteitssectoren : - Activiteitssector 1 : Bijdrage aan de werking van de politiezones; - Activiteitssector 2 : Bestrijding van de criminaliteit, de overlast en het onveiligheidsgevoel; - Activiteitssector 3 : Brandveiligheid en CO-vergiftiging.

TITEL 2. - Financiële modaliteiten inzake de aanwending van de toelage Afdeling 1. - Bestemming van de toelage

Art. 4.De aanwending van de toelage is onderworpen aan het annaliteitsbeginsel van de uitgaven. Alleen de tussen 1 januari en 31 december van het betreffende jaar vastgelegde uitgaven zullen in overweging genomen worden bij de financiële afrekening opgesteld door de Directie Lokale Integrale Veiligheid.

Art. 5.Kunnen in aanmerking genomen worden voor de financiële toelage, de uitgaven die betrekking hebben op het lokaal veiligheids- en preventiebeleid. Dit betekent dat de verrichte uitgaven verband houden met één of meerdere schakels van de veiligheidsketen, m.a.w. met preventie, reactie/repressie en nazorg van de daders en de slachtoffers, en dit in het kader van de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken. De uitgaven hebben betrekking op de domeinen van criminaliteitsbestrijding, overlast en over het algemeen het onveiligheidsgevoel. Deze uitgaven kunnen specifiek worden geboekt op de activiteitssectoren 1 en 2.

Zijn bovendien toelaatbaar, de uitgaven die betrekking hebben op het lokaal veiligheidsbeleid inzake brand en vergiftiging. Zij beogen maatregelen voor het opsporen van de beoogde fenomenen, de reactie hierop en maatregelen om de slachtoffers veilig te evacueren, en dit in het kader van de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken.

De lijst met de in aanmerking komende uitgaven per activiteitssector bevindt zich in bijlage 2 bij dit besluit. Afdeling 2. - Betalingsmodaliteiten

Art. 6.Een voorschot van 80 % zal worden gestort aan de gemeenten na de publicatie van dit besluit. Het saldo zal worden gestort na grondige controle van de door de gemeente ingediende uitgaven.

Art. 7.De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden van rechtswege teruggevorderd door de FOD Binnenlandse Zaken.

TITEL 3. - Controlewerkwijze voor de financiële toelage

Art. 8.§ 1. De gemeenten maken uiterlijk op 30 juni 2013, de poststempel geldt hierbij als bewijs, het financieel dossier over aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie dat de aanwending van de toelage rechtvaardigt.

Het financieel dossier is samengesteld uit de volgende documenten : - gemeenteverklaring tot goedkeuring van het financieel dossier; - bewijsdocumenten en betalingsbewijzen waarin verklaard wordt dat elke uitgave werd aangewend en betaald; - het elektronisch overzicht van de uitgaven dat ter beschikking gesteld wordt bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid. § 2. Onder bewijsdocumenten verstaat men : de facturen die uitgaan van externe leveranciers, de bestelbons die van de steden of gemeenten uitgaan, gedetailleerde schuldvorderingen en interne facturen. De volledige en leesbare documenten kunnen : - de originele exemplaren zijn, - ofwel de voor eensluidend verklaarde afschriften, - ofwel de kopieën gepaard gaande van de verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de ingezonden kopieën is opgenomen en waarin geattesteerd wordt dat zij met de originele documenten overeenstemmen.

Onder betalingsbewijs verstaat men : de kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorziene document of, bij gebreke daaraan, een verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de gedane uitgaven is opgenomen en waarin verklaard wordt dat zij wel degelijk betaald werden. Kopieën van een betalingsopdracht of bevel hebben geen enkele bewijswaarde.

Art. 9.De FOD Binnenlandse Zaken voert een grondige controle uit van de bestanddelen van het financieel dossier dat door de steden en gemeenten wordt ingediend. De controle heeft betrekking op : a) de ontvankelijkheid van de ingediende bewijsdocumenten.Een document wordt als ontvankelijk beschouwd zodra de in onderhavig besluit vermelde voorwaarden worden nageleefd. b) het in aanmerking komen van de uitgaven die door de stad of gemeente worden ingediend en gerechtvaardigd.

Art. 10.De FOD Binnenlandse Zaken kan bijkomende informatie of bewijsdocumenten opvragen. Het niet bezorgen van de opgevraagde aanvullingen leidt tot de afwijzing van de betrokken uitgaven.

Art. 11.Na afloop van de controle ontvangt elke stad of gemeente een voorlopige afrekening en beschikt ze over maximum twintig werkdagen om haar akkoord te geven of, in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen, haar argumenten voor te leggen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de stad of gemeente de afrekening ontvangen heeft.

Na die termijn, of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de FOD Binnenlandse Zaken de definitieve afrekening op.

TITEL 4. - Eindbepalingen

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Art. 13.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

BIJLAGE I. - Bedragen van de toelage per stad en gemeente

Postnr.

Code postal

Gemeente Commune

Bedrag Montant €

9300

Aalst

280.798,48

1070

Anderlecht

524.536,79

2000

Antwerpen

1.499.491,15

8000

Brugge

126.858,85

1000

Brussel/Bruxelles

1.959.885,85

6000

Charleroi

379.147,84

1050

Elsene/Ixelles

699.858,22

1040

Etterbeek

230.910,56

3600

Genk

518.834,44

9000

Gent

1.040.520,62

3500

Hasselt

502.043,50

1081

Koekelberg

173.895,00

8500

Kortrijk

214.803,95

7100

La Louvière

273.671,96

3000

Leuven

313.581,61

4020

Liège

1.510.894,71

2800

Mechelen

277.144,57

7000

Mons

142.537,19

5000

Namur

145.103,41

8400

Oostende

346.365,86

4100

Seraing

720.381,26

1030

Schaarbeek/Schaerbeek

531.663,30

1060

Sint-Gillis/Saint-Gilles

739.767,87

1080

Sint-Jans-Molenbeek/Molenbeek-Saint-Jean

414.782,70

1210

Sint-Joost-ten-Node/Saint-Josse-ten-Noode

205.252,82

9100

Sint-Niklaas

286.499,68

7500

Tournai

183.872,15

4800

Verviers

223.269,67

1190

Vorst/Forest

484.626,00

TOTAAL / TOTAL

14.951.000


Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 december 2012 houdende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2012.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

BIJLAGE 2. - Lijst der in aanmerking komende uitgaven HERINNERING Dubbele financiering is niet toegestaan.

LOKAAL VEILIGHEIDS- EN PREVENTIEBELEID ACTIVITEITSSECTOR I : BIJDRAGE TOT DE WERKING VAN DE POLITIEZONES Kan worden aangerekend op de vergoeding : - storting van een deel van of de hele toelage aan de politiezone; - storting van een deel of van de hele toelage aan de politiezone die in mindering wordt gebracht van het verschuldigde bedrag door de gemeente voor de werking van de politiezone.

LOKAAL VEILIGHEIDS- EN PREVENTIEBELEID ACTIVITEITSSECTOR II : BESTRIJDING VAN DE CRIMINALITEIT, DE OVERLAST EN HET ONVEILIGHEIDSGEVOEL A. PERSONEELSKOSTEN 1. Algemeen De personeelskosten verwijzen naar de loonkosten of elke andere kost die door de werkgever worden gedragen voor de indienststelling van het in het kader van het strategisch plan aangeworven personeel.Hierin zijn begrepen : de premies (tweetaligheidspremie, vergoeding voor onregelmatige prestaties en overuren), de kosten voor het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en de sociale bijdrage, rekening houdend met het toegekende forfaitaire bedrag.

De personeelskosten omvatten niet het uniform, het materieel en de bijzondere vergoedingen zoals de reiskosten tijdens zendingen en de ontslagkosten. 2. Bijzonderheden 2.1. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en opportuniteit van de aanwerving De loonkosten van de personen waarvan de indiensttreding niet kan worden gerechtvaardigd in het kader van de toelage, kunnen niet ten laste worden gelegd. 2.2. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en statuten De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken in de personeelkosten betreft : a. het geheel van personeelsleden die aangeworven zijn door de gemeente/stad, met uitzondering van de personeelsleden die in de punten c en d bedoeld worden.In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.3, van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden. b. het geheel van personeelsleden die aangeworven zijn door een vzw of elke andere dienst/instelling die over eigen rechtspersoonlijkheid beschikt (overdracht van aan het toegekende middelen, met uitsluiting van de in de punten a, c en d bedoelde personeelsleden).In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.3, van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden. c. het geheel van personeelsleden die aangeworven of tewerkgesteld zijn in het kader van vervangingscontracten of interimcontracten.In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.3, van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden.

De aanwerving van personeel geeft aanleiding tot de toekenning van een maximale forfaitaire tegemoetkoming ter dekking van de reële lasten waarmee de gemeente geconfronteerd wordt in het kader van de tewerkstelling van dat personeel. De reële lasten omvatten het geheel van de tewerkstellingskosten (salaris, werkgeversbijdragen en andere), verminderd met de bijzondere premies (bijvoorbeeld : GESCO-premie), bijzondere toelagen (bijvoorbeeld : werkuitkering) of bijzondere vrijstellingen (bijv. van een gedeelte van de werkgeversbijdrage) die verbonden zijn aan de statuten waaronder dat personeel aangeworven wordt en waarvan de gemeente heeft kunnen genieten.

Worden niet beschouwd als personeelskosten en worden dientengevolge aangerekend op de werkingskosten : a. de aan de inwerkingtreding van personen die onder het statuut van artikel 60 vallen (prestaties) verbonden kosten;b. de aan de bezoldiging van jobstudenten verbonden kosten;c. de aan punctuele diensten in het kader van de tewerkstelling van PWA-personeel verbonden kosten;d. de aan de indiensttreding van dienstverleners (bijv.: consultants, deskundigen, sprekers op colloquia/seminaries) verbonden kosten.

Indien de vooropzeg niet wordt gepresteerd, worden de ontslagvergoedingen in geen enkel geval ten laste genomen. 2.3. Toepasselijke forfaits

Niveau

Maximum barema's in €

1

45.000

2+

37.500

2

31.000

3

27.500

4

22.500


2.4. Berekening van de forfaitaire tussenkomst Om het bedrag van de financiële tussenkomst van Binnenlandse Zaken te bepalen wordt rekening gehouden met : 1° de werkelijke kost van het personeelslid ten laste van de stad of gemeente 2° de aftrek van de tussenkomst van andere overheden 3° en/of het door de stad of gemeente gevraagde bedrag van de tussenkomst. De toegekende forfaitaire bedragen worden proportioneel berekend : 1° in verhouding tot het aantal gepresteerde dagen en maanden (1);2° in verhouding tot de werktijden;3° en in verhouding tot het kwalificatieniveau (diploma) en de aanwerving van de persoon. De in punt 2.3. vermelde toepasselijke forfaits mogen in geen geval overschreden worden. 2.5. Vervanging van een personeelslid wegens ziekte of zwangerschapsverlof of wegens elke andere vorm van langdurig verlof Indien een krachtens een strategisch plan tewerkgesteld personeelslid tijdens het contractjaar gedurende lange tijd afwezig is (wegens ziekte, zwangerschapsverlof of elke andere vorm van langdurig verlof), dan bestaat de mogelijkheid om die persoon te vervangen. Wat de berekening van de forfaitaire tussenkomst betreft, zie punt 2.4. 2.6. Omschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling in het kader van een loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof of andere omstandigheden De omschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling is toegestaan in de loop van het begrotingsjaar. Hetzelfde geldt voor het invullen van de vrijgekomen deeltijdse betrekking. De eventueel aan de uitsplitsing van de betrekkingen verbonden meerkost blijft ten laste van de gemeente. Wat de berekening van de forfaitaire tussenkomst betreft, zie punt 2.4.

B. WERKINGSKOSTEN De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden. 1. Administratiekosten De administratiekosten dekken tegelijk de gewone kosten die veroorzaakt worden door de werking van een beheerssecretariaat evenals de opleidings- en zendingskosten en de uitgaven die er verband mee houden. Zo verstaat men onder administratiekosten : - de postzegels; - de telefoonkosten : -> vaste lijnen : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken; mobiele telefoons : voorafbetaalde kaarten, abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken. De forfaitaire vergoedingen gestort aan de personeelsleden worden niet in aanmerking genomen. -> Internet : abonnement, gebruik en activering; - de abonnementen en aankoop van vakliteratuur; - de kantoorbenodigdheden; - de opleidingskosten : de deelnamekosten voor studiedagen of andere opleidingen kunnen ten laste genomen worden op voorwaarde dat die uitgaven verbonden zijn aan het voorwerp van de toelage. De kosten die op die wijze worden gemaakt, worden slechts toegestaan voor de personeelsleden die door de Minister van Binnenlandse Zaken betoelaagd worden, hetzij in het kader van deze vergoeding, hetzij in het kader van elke andere subsidie Binnenlandse Zaken die verband houdt met het voorwerp van deze toelage. - de inschrijvingskosten voor het Europees Forum; - de verblijfskosten tijdens niet-residentiële colloquia, opleidingen en activiteiten; - de verblijfskosten tijdens residentiële colloquia, opleidingen en activiteiten in België; - de kosten voor buitenlandse opdrachten (inschrijvingskosten, vervoerskosten, logies en maaltijden). Een verklarende nota moet bij de bewijzen gevoegd worden : daarin wordt het onderwerp van de opdracht gepreciseerd en de deelname van het personeel gemotiveerd; - de parkeerkosten bij reizen; - de drank- en/of maaltijdkosten en dat enkel tijdens langdurige vergaderingen, bijzondere prestaties (avondprestaties, contactnamebudget voor straathoekwerkers,...) - Iedere onkostennota moet vergezeld worden door een nota met omstandige uitleg. 2. Reiskosten Enkel de reiskosten van het personeel, dat aangeworven wordt op basis van deze vergoeding of betoelaagd wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken, en waarvoor een verband kan worden aangetoond tussen zijn opdracht en het voorwerp van deze vergoeding, kunnen op het toegekende budget worden ingebracht. De reiskosten voor het woon-werkverkeer komen niet in aanmerking. Zij dienen op de loonkosten ingebracht te worden. 2.1. Aanvaarde uitgaven : 2.1.1. voertuigen die in het kader van de veiligheidscontracten, veiligheids- en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden en die uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart); - de verzekeringskosten van de voertuigen; - de onderhoudskosten van de voertuigen; - de herstellingskosten van de voertuigen; 2.1.2. gemeentevoertuigen die niet in het kader van de veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden, maar uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart); - de verzekeringskosten van de voertuigen; 2.1.3. gemeentevoertuigen die niet in het kader van de veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden en die niet-uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart) in verhouding tot het gebruik voor het strategisch plan; - de verzekeringskosten van de voertuigen in verhouding tot het gebruik voor het strategisch plan; of - de kilometervergoeding van de gemeentevoertuigen in verhouding tot het gebruik voor het strategisch plan (opdrachten); 2.1.4. Andere - de kilometervergoeding van de persoonlijke voertuigen van de personeelsleden; - de vervoersbewijzen. 2.2. Geweigerde uitgaven : - de onderhoudskosten van de gemeentevoertuigen die niet in het kader van de veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden; - de herstellingskosten van de gemeentevoertuigen die niet in het kader van de veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden; - de verzekeringskosten van de persoonlijke voertuigen van de personeelsleden, die voor ritten bij de uitoefening van hun functie gebruikt worden. 3. Actiemiddelen De actiemiddelen zijn middelen die worden vrijgemaakt voor het realiseren/bereiken van de doelstelling in het kader van de vergoeding. 3.1. Algemeen 3.1.1. Aanvaarde uitgaven : - De telefoonkosten : -> vaste lijnen : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken; -> mobiele telefoons : voorafbetaalde kaarten, abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken. De forfaitaire vergoedingen gestort aan de personeelsleden worden niet in aanmerking genomen. -> Internet : abonnement, gebruik en activering; - de kosten voor deelname aan activiteiten van het omkaderende personeel dat door de FOD Binnenlandse Zaken in het kader van de vergoeding of van elke andere subsidie van Binnenlandse Zaken waarvoor een verband kan worden aangetoond tussen de opdracht en het voorwerp van de vergoeding, betoelaagd wordt; - de realisatie, verspreiding van sensibiliseringsmateriaal of andere uitgaven die verbonden zijn aan de organisatie van sensibiliseringsacties voor een doelpubliek; - het klein activiteitenmaterieel (voorbeelden : gezelschapsspelen, boeken, ballons); - de huur en de lasten - water, gas, elektriciteit, brand- en diefstalverzekering en verwarming - van de lokalen van de preventiedienst of van de wijkhuizen, jeugdhuizen, jeugdruimtes of andere gedecentraliseerde diensten van het strategisch plan behalve gemeente-eigendom (2), en dat in verhouding tot de bezetting door de diensten die door Binnenlandse Zaken worden gefinancierd en waarvoor een verband kan worden aangetoond tussen de opdrachten en het voorwerp van de vergoeding; - de lasten - water, gas, elektriciteit en verwarming - van de gemeentelijke lokalen (3) die (de stad of gemeente) ter beschikking stelt voor diensten, en dat in verhouding tot bezetting door de diensten die in het kader van het strategisch plan door de Minister van Binnenlandse Zaken worden gefinancierd; - de onderhoudskosten van de lokalen indien men een beroep doet op een extern (niet-gemeentelijk) schoonmaakbedrijf - een verklarende nota moet dan bij de ingediende bewijzen worden gevoegd; - de verwezenlijking en de publicatie van folders en brochures; - de inbraakbeveiligingskits; - de beveiligingspremies zoals de inbraakpreventiepremies; - de huur van zalen, stands, tenten voor de organisatie van evenementen; - de huur van demonstratiematerieel voor de organisatie van evenementen; - de huur van vervoermiddelen in het kader van een activiteit; - de huur van een kopieermachine, een telefoon-fax; - het onderhoud en het herstel van materieel verworven op basis van de subsidies van Binnenlandse Zaken; - de cateringkosten tijdens interne vergaderingen of in het kader van het onthaal van het publiek, voor zover deze redelijk zijn en met uitzondering van de alcoholhoudende dranken; - de cateringkosten tijdens externe vergaderingen, voor zover deze redelijk zijn en met uitzondering van alcoholhoudende dranken; - de receptiekosten (catering en kosten die verband houden met de organisatie van een receptie, zoals bijvoorbeeld de huur van de zaal, de prestaties) tijdens activiteiten of feestelijkheden in het kader van plaatselijke preventie-initiatieven; voor die onkostencategorie is grote matigheid geboden en moet een verklarende nota bij de bewijzen worden gevoegd; - de representatiekosten (restauratie, contactnamebudget voor straathoekwerkers behoudens alcolholhoudende dranken) in het kader van de uitvoering en aanwending van het strategisch plan of nog in het kader van bijzondere prestaties; - de verfraaiing der lokalen (voorbeelden : behang, verf), op voorwaarde dat deze uitsluitend ter beschikking van het personeel van het strategisch plan worden gesteld of, in voorkomend geval, in verhouding tot de bezetting van de lokalen voor het plan; - de kosten voor deelname aan externe activiteiten, zowel voor het omkaderend personeel als voor de begunstigden (voorbeelden : inkom attractieparken, bioscoop, ijspiste,...); - de leasing van wagens. De restwaarde die de aankoop van het voertuig mogelijk maakt, blijft ten laste van de stad of gemeente en kan in geen geval door de FOD Binnenlandse Zaken ten laste genomen worden; - de renting van voertuigen; - de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de organisatie van activiteiten in het kader van het strategisch plan; - de apothekerskosten (1e zorgen); 3.1.2. Geweigerde uitgaven : - de huur van lokalen die de stad of gemeente ter beschikking stelt en waarvan zij eigenaar is; - de huur van het ter beschikking gestelde gemeentemateriaal (voorbeelden : kantoorgerief, informaticamateriaal, audiovisuele toestellen, kopieermachine); - de onderhoudskosten van de lokalen van de preventiedienst die de stad of gemeente ter beschikking stelt en/of de lokalen van de wijkhuizen, de jeugdhuizen, de jongerenruimtes en de gedecentraliseerde diensten (behalve indien er een beroep moest worden gedaan op de diensten van bedrijven die niet van de stad of gemeente afhangen. In dat laatste geval is een verklarende nota nodig); - de facturatie van uren die gepresteerd worden door gemeentepersoneel dat niet tot de vergoeding behoort. 3.2. Bijzonderheden 3.2.1. Kledij of kledijvergoeding De kledijvergoedingen (forfaitaire toelagen of vergoedingen die aan de werknemer uitbetaald worden) worden slechts toegekend aan personen die in het kader van het strategisch plan worden tewerkgesteld en op voorwaarde dat het toekennen van een kledijvergoeding een wetteljke verplichting is voor de stad of gemeente en dat de toegekende bedragen redelijk zijn.

Worden de kosten die de stad of gemeente maakt voor het aankopen van kledij (bijv. : uitrusting van preventiewerkers zoals straathoekwerkers of wijkwerkers) niet ten laste genomen. Kunnen wel worden aangerekend op de vergoeding, de kledijkosten die bestemd zijn om de identificatie van de diensten (teams) en dus van de publiciteit van het plan te waarborgen (bijv. : T-shirt met opschrift « strategisch plan », k-way met logo) en dat in het bijzonder wegens hun aard van representatiekost.

Tenslotte kunnen de kosten van het ter beschikking stellen van « veiligheidskledij » ten laste worden genomen, evenwel met uitzondering van de uitrusting van het personeel, dat in het kader van de doorstromingscontracten wordt aangeworven, voor zover in de toepasselijke reglementaire richtlijnen bepaald wordt dat de werkingskosten voor dit dispositief ten laste van de stad of gemeente blijven.

In alle gevallen zal de FOD Binnenlandse Zaken tijdens de overdracht van de bewijsdocumenten de motiveringen moeten kunnen identificeren die doorslaggevend waren bij de aankoop van de diverse kledingsstukken. 3.2.2. Maatregelen ter voorkoming van inbraak in woningen De steden en gemeenten kunnen een deel van het hen via het strategisch plan toegekende subsidiebedrag aanwenden voor de toekenning van inbraakpreventiepremies. De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken zal tot 100 % van het bedrag van de toegekende premie bedragen, maar zal geenszins het vastgestelde maximum forfaitaire bedrag overschrijden.

Alleen de uitgereikte premies die aan de volgende voorwaarden beantwoorden zullen in aanmerking worden genomen : - De premie is enkel voor particulieren (4) bestemd. - De stad/gemeente is verplicht een gemeentelijk reglement door de gemeentelijke overheden te laten goedkeuren, waarin de toekenningsvoorwaarden voor de beveiligingspremies worden bepaald. Ook al blijven de steden en gemeenten vrij om het percentage van de tussenkomst, en de juiste toekenningsvoorwaarden van de desbetreffende premies te bepalen, ze moeten echter de bepaling van een maximum forfaitair bedrag van 500 € per premie (maximum bedrag) naleven. - De premie dient de elementairste beveiligingsmaatregelen te bevorderen en de maatregelen moeten passen in een totale aanpak.

Daarom is het advies van een (erkend) technopreventief adviseur, die hiertoe een opleiding genoten heeft, noodzakelijk. De premie wordt niet toegekend voor de installatie van elektronische alarmsystemen. - Per woning kan slechts 1 premie worden toegekend. 3.2.3. Aankoop van PWA-cheques en aanwerving van jobstudenten De aankoop van multi-cheques en de aan jobstudenten toegekende vergoedingen kunnen slechts ten laste van de vergoeding genomen worden, op voorwaarde dat het verband kan worden aangetoond tussen de uitgave en het voorwerp van de vergoeding. In alle gevallen moeten de arbeidsovereenkomsten jobstudenten en cheques nominatief zijn. De niet uitgedeelde cheques worden niet in aanmerking genomen. 3.2.4. Preventie van druggerelateerde overlast Sommige maatregelen die in het kader van de voorkoming van overlast door drugs worden gefinancierd, hebben, door hun aard, specifieke uitgaven tot gevolg. Dientengevolge zullen de volgende kosten, bovenop of in afwijking van de algemene uitgaven die in deze richtlijnen worden aanvaard, en via het aantonen van het verband tussen het voorwerp van deze vergoeding, worden ingebracht.

De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden.

Specifiek in het kader van het Straathoekwerk, kunnen de uitgaven van het type Budget voor contactname in aanmerking genomen worden, met name : - de condooms; - het materiaal in de vorm van stérifix-verpakking of andere kits voor druggebruikers,...; - de koude of warme dranken en kleine catering bestemd voor het doelpubliek.

Specifiek in het kader van de Onthaal- en opvangcentra, kunnen de volgende uitgaven in aanmerking worden genomen : - de reinigingsproducten die voor het onderhoud van het centrum bestemd zijn (en die van één of andere activiteit deel uitmaken); - de kosten voor maaltijden en drank; - het kleine materieel dat nodig is voor de goede werking van het centrum (gloeilampen, borstels, vuilnisbakken); - de vaccinatiekosten van het personeel; - de kosten van de stappen voor sociaal administratief herstel; - linnengoed (voorbeelden : badhanddoeken, beddenlakens), basistoiletartikelen (voorbeelden : zeep, scheerschuim, haarborstels, deodorant, tandpasta), haardrogers; - het klein ontspanningsmaterieel (voorbeelden : kaartspel, tijdschriften); - de apotheekkosten (bovenop de eerstehulpkit).

Specifiek in het kader van het Psychosociaal werk, kunnen de volgende uitgaven in aanmerking genomen worden : - de kosten van de stappen voor sociaal administratief herstel.

C. INVESTERINGEN 1. Algemeen De investeringen zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben van minstens 100 € en waarvan het voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft. De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden. 1.1. Aanvaarde uitgaven - de aankoop van audiovisueel materieel; - de aankoop of leasing en installatie van informaticamaterieel (bv. pc, printer, scanner, monitor, draagbare computer, graveertoestel voor cd-rom, informaticalicenties en -programma's, USB-poort, hardware); - de aankoop en installatie van tele/radio-communicatie materieel (telefooncentrale, gsm en wagenkit, walkie-talkie, vaste telefoon, internetmodem) - De gsm-toestellen die aangekocht worden ter vervanging van verloren of gestolen toestellen blijven ten laste van de stad of gemeente; - de aankoop van kantoormeubelen; - de aankoop van meubels voor de inrichting van buurthuizen of andere infrastructuur en gedecentraliseerde diensten die door het strategisch plan gefinancierd worden; - de aankoop en installatie van (een) kopieermachine(s); - de aankoop van graveer- en anti-diefstaltoestel(len); - de aankoop en installatie van beveiligingsmateriaal voor de preventiedienst en/of de gedecentraliseerde lokalen; - de aankoop van tentoonstellingswanden, van stand(s), luifel(s) ; - de aankoop van fietsen en bromfietsen met een cylinderinhoud van max. 50 cc; - de aankoop van promotiematerieel (bv. : uitstalkast voor technopreventief materieel); - de aankoop van materieel voor de sportactiviteiten; - de aankoop van elektrische huishoudtoestellen (de bestemming van het materieel moet uitdrukkelijk in de afrekening worden vermeld); - de aankoop van klein gereedschap; - de aankoop van machine voor reiniging van graffiti. 1.2. Geweigerde uitgaven : - de aankoop van auto's en moto's; - de aankoop en het onderhoud van gebouwen of gemeentelijke infrastructuren; - de verbouwing of renovatie van gebouwen (voorbeelden : de aankoop en/of installatie van sanitair, van centrale verwarming, van telefoonlijnen, van vloerbekleding, van behang/gordijnen of vervanging van het dak, van ramen); - de aankoop, verbouwing van sportieve infastructuur; - sportmaterieel (overlast door druggebruik). 2. Bijzonderheden 2.1. Investeringskosten die gepaard gaan met het fenomeen druggerelateerde overlast Sommige maatregelen die in het kader van de voorkoming van overlast door drugs worden gefinancierd, hebben, door hun aard, specifieke uitgaven tot gevolg. Dientengevolge zullen de volgende kosten, bovenop of in afwijking van de algemene uitgaven die in deze richtlijnen worden aanvaard, en via het aantonen van het verband tussen het voorwerp van deze vergoeding, worden ingebracht.

De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden.

Specifiek in het kader van de Onthaal- en opvangcentra, kunnen de volgende uitgaven in aanmerking genomen worden : - de investeringen die aan de goede werking van het centrum verbonden zijn (voorbeelden : koelkast, wasmachine, droogkast, bed, matras, kapstok, vaatwerk,...);

D. KREDIETEN DIE AAN EEN VZW OF ELKE ANDERE INSTELLING MET RECHTSPERSOONLIJKHEID OVERGEDRAGEN WORDEN Het is toegestaan om sommige voorziene middelen (personeelskosten, actiemiddelen, investeringen) ter beschikking te stellen van een VZW of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid, die voor de uitvoering van de in het strategisch plan bedoelde doelstellingen zal instaan. Daartoe dient de stad of gemeente met die instelling een overeenkomst af te sluiten met, waarin de rechten en plichten van elke partij worden opgenomen, evenals doelstellingen en de resultaten die moeten bereikt worden.

De algemene beginselen van deze richtlijnen (aard van de uitgaven, voorafgaande vergunnings-/afwijkingsprocedures,...) blijven echter volledig van toepassing.

Daaruit vloeit voort dat de kosten, die het loon van het door een VZW of een andere instelling met rechtspersoonlijkheid aangeworven personeel dekken, evenals de werkingsmiddelen en investeringen, respectievelijk op de personeelskosten, werkingsmiddelen en investeringen van het strategisch plan aangerekend worden en aan de door het koninklijk besluit opgelegde beperkingen beantwoorden.

In dit geval is de stad of gemeente eveneens verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de acties en het voorleggen van de bewijsdocumenten.

De VZW's of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid dienen de bedragen van hun uitgaven maandelijks aan de verantwoordelijke stad of gemeente voor te leggen.

Die zal hen opnemen in haar samenvattende uitgavenstaat, die aan de FOD Binnenlandse Zaken voorgelegd moet worden. Zo initiatieven aan een VZW of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid worden toevertrouwd, dienen de uitgewerkte acties en/of projecten in overeenstemming te zijn met de overeenkomst die tussen de stad/gemeente en de FOD Binnenlandse Zaken wordt afgesloten, met de ingediende financiële documenten evenals met de wetgeving betreffende de controle op de toekenning en aanwending van bepaalde subsidies. De stad of gemeente is de enige gesprekspartner van de FOD Binnenlandse Zaken en blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van het strategisch plan en voor het voorleggen en motiveren het van het financieel dossier.

LOKAAL VEILIGHEIDSBELEID BRAND ACTIVITEITSSECTOR III : BRANDVEILIGHEID EN CO-VERGIFTIGING I. Maatregelen met het oog op de uitrusting van de gemeentelijke gebouwen en infrastructuren De in aanmerking komende uitgaven aangaande het lokaal veiligheidsbeleid brand en CO-vergiftiging beogen maatregelen voor het opsporen van brand en vergiftiging, de reactie hierop evenals de maatregelen om de slachtoffers veilig te evacueren.

Alleen de volgende uitgaven en die beantwoorden aan welbepaalde normen kunnen in aanmerking worden genomen en op de vergoeding worden aangerekend.

Materiaal

Vastgelegde eisen

Blusdeken

Conform de norm NBN EN 1869 (Blusdekens).

Pictogram

Conform de voorschriften van het Koninklijk Besluit van 17 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/06/1997 pub. 19/09/1997 numac 1997012552 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk sluiten (Veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk).

Alarminstallatie brand

De levering en de plaatsing door een aannemer die ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen is.

Conform de norm NBN S21-100 (Reddings- en brandweermaterieel - Opvatting van algemene installaties voor automatische brandmelding door puntmelder).

Alle producten met dezelfde functie, zoals beschreven in de norm NBN S 21-100, die rechtmatig in een andere lidstaat van de Europese Unie of in Turkije zijn vervaardigd en/of in de handel zijn gebracht of die rechtmatig zijn vervaardigd in een EVA-land (Europese Vrijhandelsassociatie) dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, worden eveneens aanvaard.

Brandwerende deur

De levering en de plaatsing door een aannemer die ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen is.

Brandweerstand van een half uur of een uur (EI1 30 of EI1 60).

De aannemer zal erkend worden voor het plaatsen van brandwerende deuren door een officieel geaccrediteerde instelling mbt deze materie.

Bij gebrek hieraan, zal de plaatsing van de deuren gecontroleerd worden door een erkende keuringsinstelling die een attest zal afleveren dat de brandwerende deuren geplaatst werden conform de plaatsingsvoorwaarden op basis waarvan ze hun rangschikking inzake brandweerstand hebben gekregen.

Veiligheidsverlichting

De levering en de plaatsing door een aannemer die ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen is.

De veiligheidsverlichting voldoet aan de voorschriften van de normen NBN EN 1838, NBN EN 60598-2-22 en NBN EN 50172.

Draagbaar brandblusapparaat

De levering en de plaatsing door een aannemer die ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen is, van : - Waterblussers met additief van 6 kg conform de reeks normen NBN EN 3 (Draagbare blustoestellen) - Polyvalente poederblussers van 6 kg conform de reeks normen NBN EN 3 (Draagbare blustoestellen)

Brandhaspel

De levering en de plaatsing door een aannemer die ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen is.

Conform de norm NBN EN 671-1 - Vaste brandbestrijdingsinrichtingen - Slangstelsels - Deel 1 : Haspels met vormvaste slang

Rookmelder

Conform de norm NBN EN 14604 (Rookmelders - rookdetectie in woningen) Van het niet-ionische type, voorzien van een ingebouwde batterij met een levensduur van 10 jaar.

II. MAATREGELEN MET HET OOG OP HET SENSIBILISEREN VAN HET PUBLIEK 1. Sensibiliseren van het publiek De actiemiddelen die kunnen worden aangerekend op de vergoeding moeten rechtstreeks bijdragen tot het sensibiliseren van het publiek voor de specifieke fenomenen van brandveiligheid en CO-vergiftiging. WERKINGSKOSTEN Aanvaarde uitgaven : - prestaties van de vrijwillige brandweermannen in het kader van de « brandpreventie » bezoeken, volgens de barema's die van kracht zijn in de gemeente wanneer de gemeenten belast zijn met deze prestaties; - reiskosten van de vrijwillige brandweermannen in het kader van de « brandpreventie »; - opleidingskosten van de « CPFeu » (gepresteerde uren + inschrijvingskosten) - uren gepresteerd door de vrijwillige brandweermannen in het kader van hun opleiding « brandpreventie) - kosten verbonden met de organisatie van campagnes/informatie- en sensibiliseringssessies (bijv. : huren van zalen/lokalen, luifels, stand en cateringkosten); - realisatie, publicatie en verspreiding van folders, brochures en andere informatieve dragers/gadgets; - aankoop en verspreiding van beveiligingskits Geweigerde uitgaven : - prestaties van beroepsbrandweermannen; - reiskosten van beroepsbrandweermannen; - opleiding van beroepsbrandweermannen;

INVESTERINGEN Aanvaarde uitgaven : - de aankoop van audiovisueel materieel; - de aankoop of leasing en installatie van informaticamaterieel (bv. pc, printer, scanner, monitor, draagbare computer, graveertoestel voor cd-rom, informaticalicenties en -programma's, USB-poort, hardware); - de aankoop en installatie van tele/radio-communicatie materieel (telefooncentrale, gsm en wagenkit, walkie-talkie, vaste telefoon, internetmodem) - De gsm-toestellen die aangekocht worden ter vervanging van verloren of gestolen toestellen blijven ten laste van de stad of gemeente; - de aankoop van kantoormeubelen; - de aankoop en installatie van (een) kopieermachine(s); - de aankoop van tentoonstellingswanden, van stand(s), luifel(s) ; - de aankoop van fietsen en bromfietsen met een cylinderinhoud van max. 50 cc; - de aankoop van promotiematerieel (bv. : uitstalkast voor technopreventief materieel); - de aankoop van elektrische huishoudtoestellen (de bestemming van het materieel moet uitdrukkelijk in de afrekening worden vermeld); - de aankoop van klein gereedschap;

Geweigerde uitgaven : - de aankoop van auto's en moto's; - de aankoop en het onderhoud van gebouwen of gemeentelijke infrastructuren; - de verbouwing of renovatie van gebouwen (voorbeelden : de aankoop en/of installatie van sanitair, van centrale verwarming, van telefoonlijnen, van vloerbekleding, van behang/gordijnen of vervanging van het dak, van ramen); 2. Beveiliging van privéwoningen De steden en gemeenten kunnen een deel van het bedrag van de gekregen vergoeding aanwenden voor de toekenning van brandveiligheidspremies. De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken zal tot 100 % van het bedrag van de toegekende premie bedragen, maar zal geenszins het vastgestelde maximum forfaitaire bedrag overschrijden.

Alleen de uitgereikte premies die aan de volgende voorwaarden beantwoorden zullen in aanmerking worden genomen : - De premie is enkel voor particulieren bestemd. - De stad/gemeente is verplicht een gemeentelijk reglement door de gemeentelijke overheden te laten goedkeuren, waarin de toekenningsvoorwaarden voor de beveiligingspremies worden bepaald. Ook al blijven de steden en gemeenten vrij om het percentage van de tussenkomst, en de juiste toekenningsvoorwaarden van de desbetreffende premies te bepalen, ze moeten echter de bepaling van een maximum forfaitair bedrag van 500 € per premie (maximum bedrag) naleven. - De premie dient de elementairste beveiligingsmaatregelen te bevorderen en de maatregelen moeten passen in een totale aanpak.

Daarom is het advies van een (erkend) brandpreventieadviseur, die hiertoe een opleiding genoten heeft, noodzakelijk. Alleen de uitgaven toegelaten door het koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het vlak van de belastingvermindering voor uitgaven voor het beveiligen van een privéwoning tegen inbraak of brand, worden in aanmerking genomen voor het toekennen van de premie. - Per woning kan slechts 1 premie worden toegekend.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET _______ Nota's (1) Berekening van de dagen in 365e : waarbij de weekends, verlofdagen, ziekteverloven (tot 28-30 of 31e dag in geval van langdurige ziekte) gelijkgesteld worden met de gepresteerde dagen.(2) Onder gemeente-eigendom wordt verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente/stad behoort.(3) Onder gemeentelijke gebouwen of lokalen worden verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente/stad behoort.(4) Voor de beveiliging van zelfstandige ondernemers wordt naar het systeem van fiscale aftrek verwezen. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 december 2012 houdende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2012.

^