Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 januari 2004
gepubliceerd op 13 april 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het halftijds brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004200223
pub.
13/04/2004
prom.
27/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/27/2004200223/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het halftijds brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001, gesloten in het het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het halftijds brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 januari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001 Halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 9 januari 2003 onder het nummer 64994/CO/120) Gelet op het protocolakkoord van 15 juni 2001 van de jaren 2001-2002 voor de werklieden (werksters) van de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1994;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001 betreffende het voltijds brugpensioen in de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;

Wordt het volgende overeengekomen tussen : De Christelijke Centrale der Textiel- en Kledingbewerkers van België;

Het Algemeen Belgisch Vakverbond Textiel, Kleding en Diamant;

De Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België enerzijds en De Textielfederatie Febeltex; anderzijds HOOFSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden (werksters) tewerkgesteld in een voltijds arbeidsstelsel ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, alsook op de werkgevers die hen tewerkstellen en die allen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01).

Onder "voltijds arbeidsstelsel" moet worden verstaan : het arbeidsstelsel bedoeld in hoofdstuk III - Arbeidstijd en rusttijd, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971). HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst

Art. 4.De aanvullende vergoeding ingevoerd door voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad wordt toegekend aan de werknemers bedoeld in artikel 1, voor zover zij de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt op het ogenblik dat hun prestatievermindering aanvangt.

De werklieden (werksters) die met hun werkgever overeenkomen om hun prestaties halftijds te verminderen kunnen dit stelsel genieten. Dit akkoord wordt schriftelijk vastgelegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978). HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende vergoeding

Art. 5.De werknemers bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst hebben recht op de aanvullende vergoeding op voorwaarde : - dat zij de werkloosheidsvergoeding genieten waarin voorzien is voor deze categorie werknemers door de reglementering inzake werkloosheidsverzekering; - dat zij in de loop van de 12 maanden, te berekenen van datum tot datum, die de vermindering van hun arbeidsprestaties onmiddellijk voorafgaan, ten dienste zijn geweest van dezelfde onderneming, in een voltijds arbeidsstelsel zoals bepaald in artikel 1 van deze overeenkomst; - dat het aantal arbeidsuren van het deeltijds arbeidsstelsel, na vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk is aan de helft van het aantal arbeidsuren van een normaal voltijds arbeidsstelsel in de onderneming. HOOFDSTUK IV. - Bedrag en betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 6.De aanvullende vergoeding wordt berekend en aangepast zoals aangeduid in de artikelen 5 tot 10 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 7.De betaling van de aanvullende vergoeding en van de eventuele hoofdelijke bijdrage is ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de Textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers". Hiertoe dienen de werkgevers gebruik te maken van het gepaste formulier dat kan worden verkregen ten zetel van het fonds, rue de Bruxelles 41, te 4800 Verviers.

De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van het fonds moeten worden nageleefd. De administratieve formaliteiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst worden vastgelegd door de raad van beheer van het fonds. HOOFDSTUK V.- Overgang naar voltijds brugpensioen

Art. 8.De betrokken werkman (werkster) kan de aanvullende vergoeding genieten voor sommige oudere werknemers in geval van ontslag, onder de voorwaarden bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001 betreffende voltijds brugpensioen in de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers.

Als hij(zij) de leeftijd voor voltijds brugpensioen op dat ogenblik niet heeft bereikt, mag de opzeggingstermijn pas aanvangen de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens dewelke hij(zij) deze leeftijd heeft bereikt of op elk ander ogenblik waarin is voorzien en dat is toegestaan door de reglementering terzake.

Art. 9.Ingeval de werkman (werkster) de bepalingen van artikel 6 kan genieten, wordt de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van ontslag berekend alsof hij(zij) zijn (haar) arbeidsprestaties niet had verminderd.

Hiertoe wordt het brutoloon van de werknemer betreffende zijn halftijdse prestaties vermenigvuldigd met twee. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 10.De moeilijkheden inzake algemene interpretatie van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden geregeld door de raad van beheer van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers" met verwijzing naar en in de geest van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 11.Deze overeenkomst is geldig voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2002. Zij wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de wetten en de besluiten een dergelijk brugpensioenstelsel toestaan.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^