Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 maart 1998
gepubliceerd op 19 mei 1998

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1998002051
pub.
19/05/1998
prom.
27/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/27/1998002051/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juni 1997;

Gelet op het protocol nr. 268 van 24 juli 1997 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, wordt een artikel 29bis ingevoegd, luidend als volgt: «

Art. 29bis.Een ambtenaar die bevorderd is na een vergelijkend examen voor overgang naar niveau 1 in een wervingsgraad waaraan de eerste weddeschaal van de graad verbonden is dient, vooraleer in niveau 1 een eerste evaluatie te krijgen, een opleiding te volgen waarvan de duur en de inhoud bepaald worden door de directeurgeneraal van de opleiding. Zodra de ambtenaar aan deze verplichting voldaan heeft wordt dit door de directeur-generaal van de opleiding, via de hiërarchische weg, meegedeeld aan de bevoegde hiërarchische meerdere die deze bevinding in de individuele evaluatiefiche inschrijft en er de eventuele opmerkingen van de directeur-generaal van de opleiding aan toevoegt".

Art. 2.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^