Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 maart 1998
gepubliceerd op 07 mei 1998

Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een premie voor de sanering van de productie van appelen en peren voor het verkoopseizoen 1997-1998

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016094
pub.
07/05/1998
prom.
27/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/27/1998016094/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 1998. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een premie voor de sanering van de productie van appelen en peren voor het verkoopseizoen 1997-1998


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid artikel 3, §1, 1°;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2467/97 van de Commissie van 11 december 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 11 maart 1998;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen van 26 januari 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat zonder verwijl de onontbeerlijke maatregelen dienen te worden getroffen betreffende de sanering van de productie van appelen en peren in uitvoering van verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° Bedrijf : het geheel van de productie-eenheden op autonome wijze beheerd door één producent en gelegen op het nationaal grondgebied;2° Productie-eenheid : het ruimtelijk gebonden geheel van de productiemiddelen die nodig zijn om één of meerdere land- of tuinbouwspeculaties te bedrijven;3° Producent : de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of groepering van natuurlijke personen of van rechtspersonen of van beide die verantwoordelijk is voor het beheer en de uitvoering van de land- en tuinbouwactiviteiten op één of meerdere productie-eenheden;4° Fruitteler in hoofberoep : - hetzij de natuurlijke persoon die zelf het fruitteeltbedijf uitbaat, die uit het bedrijf een netto belastbaar inkomen verwerft dat meer dan 50 % bedraagt van zijn globaal netto belastbaar inkomen en die aan werkzaamheden binnen het fruitteeltbedrijf meer dan 50 % van zijn totale arbeidsduur besteedt; - hetzij de rechtspersoon waarvan de statuten de uitbating van een fruitteeltbedrijf en de verhandeling hoofdzakelijk van de op het bedrijf voortgebrachte producten tot voorwerp hebben, en die daarenboven voldoet aan één van de volgende voorwaarden : 1. opgericht zijn onder één der vormen bedoeld bij het Wetboek van koophandel, boek I, titel IX, sectie I, artikel 2, en bovendien de volgende voorwaarden vervullen : a) opgericht zijn voor een duur van ten minste twintig jaar;b) de aandelen of deelbewijzen van de vennootschap moeten op naam zijn;c) de aandelen of deelbewijzen van de vennootschap moeten voor ten minste 51 % toebehoren aan de bestuurders of zaakvoerders;d) de bestuurders of zaakvoerders moeten onder de vennoten worden aangewezen;e) de bestuurders of zaakvoerders van de vennootschap moeten meer dan 50 % van hun tijd besteden aan fruitteeltwerkzaamheden in de vennootschap en meer dan 50 % van hun globaal inkomen uit die activiteit halen.2. opgericht zijn onder de vorm van een landbouwvennootschap bedoeld bij de wet van 12 juli 1979 tot instelling van de landbouwvennootschap;3. opgericht zijn onder de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel bedoeld bij de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de vereniging zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend; - hetzij de groepering van natuurlijke of rechtspersonen of van beide waarin al de natuurlijke personen meer dan 50 % van hun arbeidstijd besteden aan fruitteelt-werkzaamheden in de groepering en meer dan 50 % van hun globaal netto belastbaar inkomen uit die activiteit halen en waarin alle rechtspersonen voldoen aan de voorwaarden van het tweede streepje punt 1 en 2 van deze paragraaf en meer dan 50 % van hun activiteit besteden aan fruitteeltwerkzaamheden in de groepering; 5° Boomgaard : het geheel van de percelen van het bedrijf met ofwel appel- ofwel perenbomen, die geschikt zijn om een normale productie te geven, die een leeftijd hebben van minder dan 19 jaar wat betreft de appelbomen en van minder dan 36 jaar wat betreft de perenbomen, met een dichtheid per perceel van ten minste 300 bomen per hectare en die door de aanvrager op de datum van 30 oktober 1997 in uitbating waren;6° DG 3 : het Bestuur voor het Landbouw- productiebeheer van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;7° Rooiwerkzaamheden : werkzaamheden die er in bestaan boomgaarden met appel- en/of perenbomen, andere dan bomen voor de teelt van persfruit voor de ciderbereiding geheel of gedeeltelijk te rooien en niet te herplanten met appel- en perenbomen en de bomen na het rooien ongeschikt te maken voor wederaanplanting door doorzagen van de stam;8° Aaneengesloten deel van één enkel perceel : minstens twee aaneengrenzende en volledige rijen appel- of perenbomen.

Art. 2.De appel- en perenproducenten kunnen onder de voorwaarden van dit besluit en van de verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 en van de verordening (EG) nr. 2467/97 van de Commissie van 11 december 1997 een communautaire rooipremie bekomen voor de rooi-werkzaamheden in het verkoopseizoen 1997-1998.

De te rooien oppervlakte voor appel- en perenbomen moet ten minste 0,5 ha bedragen.

De rooiing moet volledige percelen betreffen en zo dit nodig is om aan de minimum oppervlakte van een 0,5 ha te voldoen een aaneengesloten deel van een enkel perceel.

Bomen geplant na 1 januari 1997 komen niet in aanmerking voor de premie.

Art. 3.Het bedrag van de communautaire rooipremie is vastgesteld op : - 204.660 F per hectare voor boomgaarden die in hun geheel gerooid worden; - 163.728 F per hectare voor boomgaarden die gedeeltelijk gerooid worden.

Art. 4.De totale rooioppervlakte in België kan het quotum vastgesteld door de EU-Commissie niet overschrijden.

Indien de aangevraagde rooioppervlakte dit quotum overschrijdt, zullen enkel de aanvragen met een hogere prioriteit in aanmerking genomen worden, totdat het quotum bereikt wordt.

De aanvragen worden daartoe, in volgorde van dalende prioriteit, als volgt ingedeeld : 1. de fruittelers die een volledige rooiing doorvoeren en die producent zijn in hoofdberoep.Binnen deze groep hebben de producenten die een hogere leeftijd hebben, een lagere prioriteit. 2. de fruittelers die een volledige rooiing doorvoeren en die geen producent zijn in hoofberoep.Binnen deze groep hebben zij die een hogere leeftijd hebben, een lagere prioriteit. 3. de fruittelers die een gedeeltelijke rooiing doorvoeren, en die een boomgaard met een oppervlakte van minstens 6 ha uitbaten.Binnen deze groep hebben de bomen met een recentere plantdatum een hogere prioriteit. 4. de fruittelers die een gedeeltelijke rooiing doorvoeren, en die een boomgaard met een oppervlakte van minder dan 6 ha uitbaten.Binnen deze groep hebben de bomen met een recentere plantdatum een hogere prioriteit.

De plantdatum wordt bepaald door de telling van het aantal jaarringen na het omzagen door de fruitteler van een willekeurig door de controlerende ambtenaar van DG 3 uitgekozen boom. De kosten ervan kunnen niet verhaald worden op het Ministerie van Middenstand en Landbouw.

Art. 5.Om in aanmerking te komen voor de premie voorzien in artikel 2 moet elke appel- en perenproducent een aanvraag indienen waarin alle percelen land- en tuinbouwgrond van het bedrijf worden vermeld.

Deze aanvraag moet opgesteld worden door middel van een formulier, waarvan het model als bijlage, dat wordt vergezeld van de documenten ter staving, zoals voorzien in dat formulier.

De aanvraag moet behoorlijk ingevuld per aangetekend schrijven uiterlijk op 15 februari 1998 met de poststempel als kracht van bewijs, ingediend worden bij het provinciaal bureau van DG 3 van de provincie waar het bedrijf gelegen is. De adressen van de provinciale bureaus zijn vermeld op het aanvraagformulier.

De aanvraag bevat de schriftelijke verbintenis om de gehele boomgaard of een gedeelte ervan vóór 1 juli 1998 ineens te rooien of te laten rooien en gedurende 15 jaar af te zien enerzijds van elke heraanplanting van appel- en perenbomen op de oppervlakten van het bedrijf die voorwerp zijn van rooiwerkzaamheden en anderzijds van een uitbreiding van de andere met appel- en perenbomen beplante oppervlakten van het bedrijf.

Indien de aanvrager van de premie geen eigenaar is van de met appel- en/of perenbomen beplante percelen dient bij de aanvraag eveneens de schriftelijke toestemming van de eigenaar(s) van deze percelen, met de rooiwerkzaamheden te worden gevoegd. Deze toestemming van de eigenaar(s) houdt voor hem (hen) de verbintenis in om bij verkoop, verpachten of elke andere vorm van overdracht van de betrokken percelen, gedurende de in lid 4 bedoelde periode, de in lid 4 genoemde verplichtingen door elke volgende exploitant te doen overnemen. Indien de aanvrager van de premie tevens eigenaar is van de betrokken percelen geldt dezelfde verbintenis.

Art. 6.De Dienst Begeleidende maatregelen en de provinciale bureaus van DG3 voeren de controle uit op de naleving van de voorschriften van de rooiwerkzaamheden. De betrokken ambtenaren hebben het recht de controles uit te voeren op de tijdstippen die zij daarvoor het meest geschikt achten.

Art. 7.De rooiwerkzaamheden mogen niet aanvangen vóór het indienen van de aanvraag noch vóór de controle ter plaatse van de te rooien oppervlakte door de in artikel 6 genoemde ambtenaren. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de ontvankelijkheid van zijn aanvraag. De rooiwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen twee maanden na deze kennisgeving en uiterlijk op 30 juni 1998. De premieaanvrager moet het bevoegde provinciaal bureau van DG 3 schriftelijk in kennis stellen van de datum van de rooiwerkzaamheden.

Na het beëindigen van de rooiwerkzaamheden dient hetzelfde provinciaal bureau onmiddellijk hiervan in kennis gesteld te worden.

Art. 8.Na beëindiging van de rooiwerkzaamheden, wordt door de Dienst Begeleidende maatregelen en de provinciale bureaus van DG 3 nagegaan of ze uitgevoerd zijn overeenkomstig de voorwaarden bepaald in voormelde verordeningen (EG) nrs. 2200/97 en 2467/97 en in dit besluit.

Art. 9.DG 3 is belast met de uitbetaling van de rooipremie. De premie wordt uiterlijk vier maanden na de in artikel 8 bedoelde vaststelling uitgekeerd.

Art. 10.Elke verklaring die na controle geheel of gedeeltelijk vals zou blijken te zijn, evenals elke niet nagekomen verbintenis, brengt stopzetting van betaling van de premie en terugvordering van de reeds uitgekeerde bedragen met zich mee. Het bedrag van de terug te betalen bedragen wordt, in voorkomend geval, vermeerderd met de wettelijke interest met ingang van de datum van hun betaling. Van de overtreder wordt eveneens een bedrag gevorderd dat gelijk is aan de uitgekeerde rooipremie in de gevallen bedoeld bij verordening (EG) nr. 2467/97.

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 12.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Lijst van de provinciale bureaus van DG 3 West-Vlaanderen : Ministerie van Middenstand en Landbouw Hoogstraat 9 te 8000 Brugge Tel. : 050/33.77.95 - Fax : 050/34.60.70 Oost-Vlaanderen : Ministerie van Middenstand en Landbouw Administratief Centrum « Ter Plaeten » Sint-Lievenslaan 33A te 9000 Gent Tel. : 09/235.29.89 - Fax : 09/235.25.92 Vlaams-Brabant : Ministerie van Middenstand en Landbouw Manhattan Center - Office Tower Bolwerklaan 21, 15e verd. te 1210 Brussel Tel. : 02/206.75.71 - Fax : 02/206.76.05 Antwerpen : Ministerie van Middenstand en Landbouw Van Heybeeckstraat 28 te 2170 Merksem Tel. 03/645.83.45 - Fax : 03/645.94.41 Limburg : Ministerie van Middenstand en Landbouw Gebouw Rhena, Helbeekplein 9 te 3500 Hasselt Tel. : 011/26.39.02 - Fax : 011/26.39.14 Henegouwen : Ministère des Classes moyennes et de l'Agriculture Chemin de l'Inquiétude - Cité Administrative de l'Etat Bloc 9 à 7000 Mons Tél. : 065/34.14.66 - Fax : 065/33.74.90 Waals-Brabant : Ministère des Classes moyennes et de l'Agriculture Complexe Manifagri, avenue Solvay 5, Parc Industriel - Wavre Nord à 1300 Wavre Tél. : 010/22.41.62 - Fax : 010/22.54.25 Luik (met uitzondering van de gemeenten Malmedy, Waimes en de duitstalige gemeenten) : Ministère des Classes moyennes et de l'Agriculture Boulevard de la Sauvenière 73, 2ème étage, 4000 Liège Tél. : 04/423.30.30 - Fax : 04/222.00.39 De gemeenten Malmédy, Waimes en de duitstalige gemeenten : Ministère des Classes moyennes et de l'Agriculture Avenue des Alliés 13 à 4960 Malmedy Tél. : 080/33.07.41 - Fax : 080/33.82.79 Luxemburg : Ministère des Classes moyennes et de l'Agriculture Rue du Luxembourg 5 à 6900 Marche-en-Famenne Tél. : 084/31.21.13 - Fax : 084/31.67.91 Namen : Ministère des Classes moyennes et de l'Agriculture Rue Edouard Dinot 30 à 5590 Ciney Tél. : 083/23.07.40 - Fax 083/22.04.05 Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^