Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 oktober 2008
gepubliceerd op 07 november 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 2004 betreffende bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2008011476
pub.
07/11/2008
prom.
27/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/27/2008011476/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 2004 betreffende bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw en zeevisserijproducten, artikel 3, § 1, 2°;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, de artikelen 2 en 4, § 1;

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, artikel 14, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 2004 betreffende bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk;

Gelet op richtlijn 2007/61/EG van de Raad van 26 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 2001/114/EG van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van Zelfstandigen en de KMO, gegeven op 8 juli 2008;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 24 juli 2008;

Gelet op advies 45.145/1 van de Raad van State, gegeven op 23 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Klimaat en Energie, de Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid en de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 maart 2004 betreffende bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2, punt 1°, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Gedeeltelijk gedehydrateerde melk : het vloeibare al dan niet gesuikerde product dat wordt verkregen door het gedeeltelijk onttrekken van water aan melk, aan geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk, of aan een mengsel van deze producten, waaraan eventueel room, geheel gedehydrateerde melk of deze beide producten zijn toegevoegd waarbij de hoeveelheid toegevoegde geheel gedehydrateerde melk in het eindproduct niet meer mag bedragen dan 25 % van het totale gehalte aan van melk afkomstige droge stof.»; 2° In § 2, punt 2°, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Geheel gedehydrateerde melk : het poedervormige product dat wordt verkregen door het onttrekken van water aan melk, aan geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk, aan room of aan een mengsel van deze producten, waarbij het vochtgehalte van het eindproduct ten hoogste 5 gewichtspercenten bedraagt.»; 3° In § 2, punt 2°, d, wordt de Nederlandstalige tekst vervangen als volgt : « d) Magere melkpoeder : gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten hoogste 1,5 gewichtsprocent.»

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, punt b), wordt de inleidende zin vervangen als volgt : « Onverminderd het bepaalde in Verordening (EG) nr.853/2004 van het Europese Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong wordt de verduurzaming van de in artikel 1, § 2, genoemde producten bereikt : »; 2° In § 1, wordt een punt c) ingevoegd, luidende : « c) Onverminderd de vereisten inzake samenstelling vermeld in artikel 1, § 2, mag het eiwitgehalte van melk worden gewijzigd tot een minimumgehalte van 34 gewichtspercenten (uitgedrukt in vetvrije droge stof) door toevoeging en/of verwijdering van melkbestanddelen, mits de verhouding tussen wei-eiwit en caseïne in de gewijzigde melk niet wordt veranderd.»; 3° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Toegestane toevoegingen en grondstoffen : a) Vitaminen en mineralen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1925/2006 van het Europese Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen. b) De in § 1, onder c), bedoelde grondstoffen voor de wijziging van het eiwitgehalte die zijn toegestaan, zijn : i) Melkretentaat : melkretentaat is het product dat wordt verkregen door het concentreren van melkeiwit door ultrafiltratie van melk of geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk. ii) Melkpermeaat : melkpermeaat is het product dat wordt verkregen door het verwijderen van melkeiwit en melkvet door ultrafiltratie van melk of geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk. iii) Lactose : lactose is een natuurlijk bestanddeel van melk dat normaal gesproken wordt verkregen uit wei, met een gehalte aan watervrije lactose van niet minder dan 99,0 % m/m op basis van de droge stof. De lactose kan watervrij zijn of één watermolecuul door kristallisatie bevatten of een mengsel van beide vormen zijn. »

Art. 3.De Minister bevoegd voor Consumentenzaken, de Minister bevoegd voor Volksgezondheid, de Minister bevoegd voor Middenstand en de Minister bevoegd voor Economie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE

^