Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 september 2001
gepubliceerd op 05 oktober 2001

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 8, § 1, tweede lid, en § 3, van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001012843
pub.
05/10/2001
prom.
27/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/27/2001012843/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 8, § 1, tweede lid, en § 3, van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven, inzonderheid op artikel 8, § 1, tweede lid, en § 3;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 juli 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 18 juli 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, gezien de bepalingen van hoofdstuk III van de voornoemde wet van 10 augustus 2001, dat betrekking heeft op de maatregel van de collectieve arbeidsduurvermindering, op grond van artikel 36, tweede lid, van dezelfde wet in werking treden op 1 oktober 2001 en deze bepalingen, op grond van artikel 8, § 4, van dezelfde wet, gevolgen kunnen hebben op bepaalde feiten die zich reeds vóór die datum van inwerkingtreding voordoen, de nadere regelen met betrekking tot de toekenning en de toepassing van de bijdrageverminderingen die de werkgevers in het kader van de voornoemde maatregelen kunnen genieten, onverwijld moeten worden vastgesteld, daar de werkgevers, die vanaf de voormelde datum beroep kunnen doen op deze maatregel en de invoering van het stelsel van collectieve arbeidsduurvermindering en/of van de vierdagenweek evenals het dossier en de documenten die zij in dit kader zullen moeten indienen op dit ogenblik reeds moeten kunnen voorbereiden, hierover tijdig moeten worden ingelicht, enerzijds, en de instanties, instellingen en organismen belast met de uitvoering van deze maatregel hiervan tijdig op de hoogte moeten worden gebracht teneinde de nodige praktische voorbereidingen te kunnen treffen, anderzijds;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De werkgever kan de bijdragevermindering bedoeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven, genieten gedurende een periode van tien jaar, op voorwaarde dat het stelsel van arbeidsduur-vermindering werd ingevoerd vóór 1 april 2006.

Art. 2.Voor de deeltijdse werknemers wier loon dient te worden aangepast ingevolge de arbeidsduurvermindering welke overeenkomstig artikel 8, § 1, van dezelfde wet werd ingevoerd, en wier arbeidsduur niet werd verminderd, worden de bij § 1, eerste lid, 1° en 2°, van hetzelfde artikel bepaalde bijdrageverminderingen toegekend in verhouding tot hun arbeidsduur.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2001.

Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001.

^