Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 september 2001
gepubliceerd op 01 maart 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de eindejaarspremie

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012967
pub.
01/03/2002
prom.
27/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/27/2001012967/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de eindejaarspremie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de eindejaarspremie.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2000 Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2000 onder het nummer 55291/CO/144)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de landbouw en op de door hen tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters met uitzondering van het seizoen- of gelegenheidspersoneel bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Art. 2.Aan de in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters wordt ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw een eindejaarspremie toegekend voor zover zij gedurende het refertejaar prestaties in de sector hebben geleverd.

Art. 3.De eindejaarspremie bedraagt 6 pct. en wordt berekend op het brutoloon dat de betrokken arbeider of arbeidster in het refertejaar heeft verdiend.

Art. 4.Met "refertejaar" wordt de periode bedoeld lopende van 1 juli van het vorig jaar tot en met 30 juni van het jaar waarin de premie wordt uitbetaald.

Het eerste refertejaar is ten uitzonderlijken titel, en dit omwille van de toe te passen techniek van financiering, de periode lopende van 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2000.

Art. 5.De eindejaarspremie wordt voor de eerste keer door het waarborg- en sociaal fonds uitbetaald in 2000.

De eindejaarspremie wordt aan de rechthebbenden uitbetaald in de maand december volgend op het refertejaar waarop de premie berekend wordt.

Art. 6.Aan de volgende personen wordt eveneens een eindejaarspremie uitbetaald volgens de modaliteiten bedoeld onder artikel 3 : - de arbeiders of arbeidsters die in de loop van het refertejaar met brugpensioen gegaan zijn of die in het refertejaar gepensioneerd zijn; - de rechtverkrijgende van arbeiders of arbeidsters die in de loop van het refertejaar overleden zijn; - de arbeiders of arbeidsters van wie de arbeidsovereenkomst in de loop van het refertejaar door de werkgever werd beëindigd met een opzeggingstermijn of met een verbreking van de arbeidsovereenkomst en uitbetaling van een verbrekingsvergoeding of van wie de arbeidsovereenkomst in onderling akkoord werd beëindigd; - de arbeiders of arbeidsters verbonden met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur of voor een bepaald werk die een einde neemt in de loop van de referteperiode.

Art. 7.Hebben geen recht op de eindejaarspremie, de arbeiders of arbeidsters : - die in de loop van de referteperiode zelf ontslag nemen; - die in de loop van de referteperiode worden ontslagen omwille van dringende redenen.

Wat de eindejaarspremie betreft die betaald wordt in december 2000, hebben ook de werknemers die zelf ontslag genomen hebben eveneens ten uitzonderlijken titel recht op een eindejaarspremie.

Art. 8.De raad van beheer van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw regelt de praktische toepassingsmodaliteiten in verband met de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9.De tussenkomst van het sociaal fonds is beperkt tot deze sectorale regeling. Eventuele gunstiger ondernemingsbepalingen blijven van toepassing voor het gedeelte dat de 6 pct. overschrijdt zoals bepaald in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 10.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2000. Zij geldt voor een onbepaalde duur. Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden die per aangetekend schrijven wordt verstuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de landbouw.

Art. 11.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, inzake de eindejaarspremie.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^