Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 september 2009
gepubliceerd op 07 oktober 2009

Koninklijk besluit op de geconsolideerde jaarrekening van de verzekeringsondernemingen en de herverzekeringsondernemingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2009003378
pub.
07/10/2009
prom.
27/09/2009
ELI
eli/besluit/2009/09/27/2009003378/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 SEPTEMBER 2009. - Koninklijk besluit op de geconsolideerde jaarrekening van de verzekeringsondernemingen en de herverzekeringsondernemingen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U ter ondertekening voorgelegd wordt, heeft tot doel het geconsolideerde jaarrekeningenrecht voor de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht te moderniseren.

De bestaande regelgeving inzake de geconsolideerde jaarrekening, als neergelegd in het koninklijk besluit van 13 februari 1996 betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen, moet ten gronde worden aangepast, zowel om rekening te houden met de gewijzigde Belgische wetgeving (inzonderheid de opheffing van het koninklijk besluit van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen), als om rekening te houden met de gewijzigde Europese regelgeving (inzonderheid de invoering van de internationale boekhoudnormen bepaald door de International Accounting Standards Board).

Artikel 123, § 1, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen bepaalt dat de artikelen 109 tot 121 van het Wetboek, alsook de in uitvoering ervan genomen besluiten, slechts van toepassing zijn op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen opgericht naar Belgisch recht, voor zover de Koning er niet van afwijkt. De artikelen 109 tot 121 van het Wetboek bevatten bepalingen met betrekking tot de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag bij de geconsolideerde jaarrekening, en de openbaarmakings-verplichtingen inzake de geconsolideerde jaarrekening en het jaarverslag. Boek II, titels II en III, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen leggen de uitvoeringsbepalingen vast inzake de opstelling en openbaarmaking van de geconsolideerde jaarrekening. Deze bepalingen vervangen het koninklijk besluit van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen.

De Europese Verordening nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen legt de beursgenoteerde ondernemingen de verplichting op voor elk boekjaar beginnend op of na 1 januari 2005 hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen die zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 6, lid 2, van de Verordening (cf. art. 4 van de Verordening). De Verordening bepaalt bovendien dat de lidstaten de verplichting tot opstelling van de geconsolideerde jaarrekening overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen kunnen uitbreiden tot de niet beursgenoteerde ondernemingen en tot de enkelvoudige jaarrekeningen, dan wel hun ondernemingen kunnen toestaan op eigen initiatief van deze uitbreidingsmogelijkheid gebruik te maken (cf. artikel 5 van de Verordening). De Verordening heeft een betere werking van de interne markt tot doel, door beursgenoteerde ondernemingen en bij uitbreiding ook andere ondernemingen, te verplichten één enkel stelsel van internationale standaarden voor jaarrekeningen toe te passen bij het opstellen van hun geconsolideerde jaarrekening (cf. overweging (2) en artikel 1 van de Verordening). De internationale standaarden voor jaarrekeningen worden opgesteld door de International Accounting Standards Board (IAS). Hun opname in de Europese rechtsorde gebeurt via de voormelde procedure van artikel 6, lid 2, van de Verordening.

Het besluit dat ter ondertekening voorgelegd wordt, heeft dan ook een dubbel voorwerp. Het voert, enerzijds, in overeenstemming met het voormelde artikel 123, § 1, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen, specifieke bepalingen in die van toepassing zijn op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in afwijking van de gemeen boekhoudrechtelijke bepalingen. Met het oog op de transparantie en leesbaarheid van het koninklijk besluit, herneemt het besluit in zijn artikel 2 ook het bepaalde bij artikel 110 van het Wetboek van vennootschappen, en geeft een expliciete opgaaf van de gemeen boekhoudrechtelijke bepalingen die ongewijzigd van toepassing zijn op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. Hiermee beoogt de regering de relevante bepalingen op de geconsolideerde jaarrekening van de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen samen te brengen in een op zichzelf staand besluit, waarmee wordt tegemoet gekomen aan een zorg van de sector.

Anderzijds, legt het voorliggend besluit aan alle verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht het verplicht gebruik op van de zgn. internationale standaarden voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening, ongeacht of zij beursgenoteerd zijn of niet. Met de uitbreiding van de internationale standaarden tot de niet beursgenoteerde ondernemingen wordt gebruik gemaakt van de keuzemogelijkheid die het voormelde artikel 5, b), van de Verordening de lidstaten biedt. Daarmee wordt voor de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen dezelfde benadering gevolgd als deze in het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging (als gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 december 2004), dat eveneens op beurs- én niet beursgenoteerde instellingen van toepassing is. Met deze veralgemeende verplichte toepassing van de internationale boekhoudnormen bepaald door de IASB op alle ondernemingen van de financiële sector wordt inzonderheid beoogd : het waarborgen van de vergelijkbaarheid van de financiële informatieverstrekking, inzonderheid voor hun aanwending voor prudentiële doeleinden; het bevorderen voor de hier bedoelde instellingen van de mogelijkheden van toegang tot de interne kapitaalmarkt; en het verzekeren van een « level playing field » in de werking van de verschillende categorieën financiële instellingen.

Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 van het ontwerp bepaalt het toepassingsgebied van het koninklijk besluit.

Artikel 2, eerste lid, van het ontwerp legt de verplichting op tot opstelling van een geconsolideerde jaarrekening en jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, door elke verzekerings- en herverzekeringsonderneming die een moederonderneming is.

Artikel 2, tweede lid, van het ontwerp bepaalt de artikelen van het Wetboek van vennootschappen inzake de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening, jaarverslag en openbaarmakings-verplichtingen, die ongewijzigd van toepassing zijn op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen.

Artikel 3 van het ontwerp dat de vrijstelling van subconsolidatie betreft, voegt aan de voorwaarden bepaald bij artikel 113, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, de voorwaarde toe van borgstelling door de moederonderneming van de vrijgestelde onderneming. Deze supplementaire voorwaarde is ingegeven door de overweging dat de vrijgestelde verzekerings- of herverzekeringsonderneming een onderneming is die aan prudentiële toezichtsvereisten onder-worpen is met als doelstelling verzekeringsnemers en verzekerden te beschermen.

Een dergelijke vereiste van borgstelling is eveneens voorzien in het jaarrekeningenrecht van andere categorieën ondernemingen die aan prudentieel toezicht onderworpen zijn, met name kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging (cf. artikel 4, tweede lid, van het voormelde koninklijk besluit van 23 september 1992). Artikel 123, § 1, van het wetboek van vennootschappen vormt de wettelijke basis voor het opleggen van deze borgstellingsvereiste voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen.

Artikel 4 van het ontwerp legt voor de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die moederonderneming zijn, de verplichting op hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarekeningen, als bepaald door de IASB en goedgekeurd volgens de procedure vastgelegd in artikel 3 van Verordening nr. 1606/2002. Zoals toegelicht in de algemene uiteenzetting is deze verplichting van toepassing op zowel beursgenoteerde als niet beursgenoteerde verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. Artikel 4 maakt aldus gebruik van de mogelijkheid bepaald bij artikel 5 van de voormelde Verordening.

Artikel 5 van het ontwerp voert voor de opstelling door een consortium van haar geconsolideerde jaarrekening volgens de wetgeving en in de nationale munt van een buitenlandse onderneming behorend tot dat consortium, als supplementaire voorwaarde in dat deze buitenlandse onderneming een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen ten behoeve van het toezicht door de autoriteit van het land waarin haar zetel gevestigd is. Deze regeling is analoog met deze voorzien in het geconsolideerde jaarrekeningenrecht voor kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging.

Artikel 6, § 1, van het ontwerp bepaalt dat de nieuwe bepalingen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen van toepassing zijn vanaf het boekjaar dat aanvangt in 2012. Dit geeft de betrokken ondernemingen voldoende tijd om zich op de nieuwe regelgeving voor te bereiden. Deze aanvangsdatum houdt ook rekening met de voorziene timing inzake goedkeuring van IFRS boekings- en waarderingsregels voor verzekeringsovereenkomsten (cf. IASB Proposals on Accounting for Insurance contracts - phase II).

Artikel 6, § 2, van het ontwerp laat de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen op vrijwillige basis toe de internationale standaarden voor de opstelling van hun geconsolideerde jaarrekening toe te passen met ingang van het boekjaar dat aanvangt in 2010. De regeling is analoog aan deze van het gemeen boekhoudrecht als bepaald bij artikel 114, § 2, van het voormelde koninklijk besluit van 30 januari 2001.De bepaling van artikel 6 van het ontwerp doet evenwel geen afbreuk aan de rechtstreekse werking van Verordening nr. 1606/2002 ten aanzien van de beursgenoteerde ondernemingen, welke ondernemingen een geconsolideerde jaarrekening dienen op te stellen volgens de internationale standaarden met ingang van 1 januari 2005, en welke verplichting in gemeen boekhoudrecht omgezet is bij artikel 114, § 3, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001.

Artikel 8 van het ontwerp geeft de CBFA de bevoegdheid om, binnen de perken van het Europees recht, in bijzondere gevallen afwijkingen toe te staan op de bepalingen van dit besluit.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

27 SEPTEMBER 2009. - Koninklijk besluit op de geconsolideerde jaarrekening van de verzekeringsondernemingen en de herverzekeringsondernemingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van vennootschappen, inzonderheid op artikel 123, § 1;

Gelet op de Verordening nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen;

Gelet op het advies van de Commissie voor de verzekeringen, gegeven op 11 augustus 2008;

Gelet op het advies van centrale raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 9 juli 2008;

Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, gegeven op 11 juni 2009;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 december 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 16 december 2008;

Gelet op het advies 47.035/1/V van de Raad van State, gegeven op 4 augustus 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen en Onze Minister van Justitie, en op het advies van onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op : 1° de verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht bedoeld in artikel 91bis, 1°, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;2° de herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht bedoeld in artikel 91bis, 3°, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. HOOFDSTUK II. - Geconsolideerde jaarrekening, verslag en openbaarmakingsverplichtingen

Art. 2.Onverminderd het bepaalde bij artikel 3 moet elke in artikel 1 bedoelde onderneming die een moederonderneming is, een geconsolideerde jaarrekening en een jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening opstellen indien zij, alleen of gezamenlijk, één of meer dochterondernemingen naar Belgisch of buitenlands recht controleert.

Onverminderd het bepaalde bij de artikelen 4 en 5 worden de geconsolideerde jaarrekening en het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening opgesteld en openbaar gemaakt door het bestuursorgaan van de in artikel 1 bedoelde onderneming, overeenkomstig het bepaalde bij de artikelen 109 tot 111 en 113 tot 121 van het Wetboek van vennootschappen.

Art. 3.Naast de voorwaarden voor vrijstelling van de verplichting een geconsolideerde jaarrekening en verslag over de geconsolideerde jaarrekening op te stellen, als bedoeld in artikel 113, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, moet de moederonderneming die een onderneming is als bedoeld in artikel 1, zich borg stellen voor de verplichtingen van de vrijgestelde onderneming en moet deze borgstelling of waarborg als zodanig worden opgenomen in de jaarrekening van de vrijgestelde onderneming.

Art. 4.In afwijking van het bepaalde bij artikel 114 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, zijn de in artikel 2, eerste lid, bedoelde ondernemingen gehouden hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen met toepassing van het geheel van de internationale boekhoudnormen vastgesteld door de International Accounting Standards Board, die op de dag van de afsluiting van de balans aangenomen zijn door de Europese Commissie met toepassing van artikel 3 van de Verordening nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarekeningen.

Art. 5.De opstelling van een geconsolideerde jaarrekening waarin alle ondernemingen worden opgenomen die een consortium vormen, alsook hun dochterondernemingen, volgens de wetgeving en in de nationale munt van een buitenlandse onderneming die tot het consortium behoort, met toepassing van artikel 117, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, is slechts toegestaan wanneer deze buitenlandse onderneming bovendien een onderneming is die, krachtens de wetgeving van het land waar haar zetel is gevestigd, met betrekking tot het consortium een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen ten behoeve van het toezicht op de ondernemingen door de autoriteiten van dat land. HOOFDSTUK III. - Overige bepalingen

Art. 6.§ 1. De voorschriften van de hoofdstukken I en II zijn op de aan dit besluit onderworpen ondernemingen van toepassing met ingang van het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2012.

De in het eerste lid bedoelde ondernemingen die de voorschriften van de hoofdstukken I en II toepassen, zijn niet meer onderworpen aan het bepaalde bij het koninklijk besluit van 13 februari 1996 betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen. § 2. Het bestuursorgaan van elke consoliderende onderneming bedoeld in artikel 2, eerste lid, kan echter de beslissing nemen om voor elke boekjaar beginnende op of na 1 januari 2010 de geconsolideerde jaarrekening op te stellen met toepassing van het geheel van de internationale boekhoudnormen bepaald door de International Accounting Standards Board, die op de datum van de afsluiting van de balans werden aangenomen door de Europese Commissie met toepassing van artikel 3 van de in artikel 4 vermelde Verordening. Een dergelijke beslissing is onherroepbaar.

Wanneer er van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt, vermeldt de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening dat de onderneming daartoe over de nodige administratieve en organisatorische middelen beschikt, alsmede een beschrijving van deze middelen, en dat zij het geheel van de normen vastgesteld door de International Accounting Standards Board toepast die, op de datum van de afsluiting van de balans, werden aangenomen door de Europese Commissie met toepassing van artikel 3 van de in artikel 4 vermelde Verordening.

Art. 7.Onverminderd de toepassing van het bepaalde bij artikel 6, wordt het koninklijk besluit van 13 februari 1996 betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen opgeheven met ingang van 1 januari 2013.

Art. 8.De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan, in bijzondere gevallen, afwijkingen toestaan van dit besluit. Het gebruik van deze bevoegdheid mag niet indruisen tegen de Europeesrechtelijke bepalingen betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, en niet indruisen tegen de Verordening bedoeld in artikel 4.

Art. 9.Onze Minister die bevoegd is voor Financiën en Onze Minister die bevoegd is voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 september 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^