Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 2005
gepubliceerd op 25 mei 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand van de Staat kunnen genieten in het kader van het stedelijk beleid

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005002069
pub.
25/05/2005
prom.
28/04/2005
ELI
eli/besluit/2005/04/28/2005002069/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 APRIL 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand van de Staat kunnen genieten in het kader van het stedelijk beleid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 17 juli 2000 tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand van de Staat kunnen genieten in het kader van het stedelijk beleid, gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 september 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 juni 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting op 25 juni 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, meer bepaald artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Gelet op het Regeerakkoord van 10 juli 2003 dat bepaalt dat de regering via actieplannen voor de grote steden de aanpak wil versterken die moet leiden tot de aanmoediging van de economische heropleving en de sociale cohesie en zo een beter leefklimaat tot stand wil brengen in de wijken;

Overwegende de beslissing van de regering om het budget van het Programma Grootstedenbeleid te verhogen om deze steden een steun te bieden bij hun inspanningen om de sociale mix en de sociale samenhang te versterken door een specifieke actie in de huisvestingssector, die op lokaal niveau een essentiële hefboom is om sociale banden te herstellen of opnieuw tot stand te brengen in de wijken in moeilijkheden;

Overwegende dat deze budgetverhoging ingaat vanaf 1 januari 2005;

Overwegende dat het dus belangrijk is dat de lokale overheden die financiële hulp ontvangen, hun overeenkomst onafgebroken kunnen aanpassen om de toegekende middelen zo snel mogelijk te gebruiken;

Overwegende dat bijgevolg de stadsgebieden dienen aangeduid te worden die deze bijkomende tegemoetkoming van de Federale Staat zullen genieten;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Werk, Onze Minister van Mobiliteit, Onze Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansenbeleid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid, wordt het volgende lid ingevoegd na het eerste lid : « De plaatselijke overheden van de stedelijke centra Mechelen en Sint-Niklaas, alsook de stedelijke centra bedoeld in het eerste lid, in het kader van de initiatieven ter verbetering van de maatschappelijke integratie en sociale samenhang, via betere huisvestingsmogelijkheden. » In hetzelfde artikel, derde lid, worden de woorden « Mechelen » en « Sint-Niklaas » geschrapt.

Art. 2.Artikel 4, eerste lid van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand van de Staat kunnen genieten in het kader van het stedelijk beleid, wordt vervangen door het volgende lid : « Er wordt een interministerieel comité opgericht dat bestaat uit de Ministers van Binnenlandse Zaken, Werk, Mobiliteit, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en de Minister belast met het toezicht op de Regie der Gebouwen. »

Art. 3.Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, van Werk, van Mobiliteit, van Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid, Onze Minister belast met het toezicht op de Regie der Gebouwen, zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en de Minister van Financiën, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en de Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Vice-Eerste Minister en de Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansenbeleid, C. DUPONT De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^