Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 2014
gepubliceerd op 19 augustus 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014201989
pub.
19/08/2014
prom.
28/04/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2013 Toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels (Overeenkomst geregistreerd op 11 oktober 2013 onder het nummer 117345/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in het 1e lid, en op het uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt.

In overeenstemming met de bepaling van artikel 12 van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, is deze overeenkomst eveneens van toepassing op de uitzendkrachten tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in het 1e lid, en op het uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de tewerkstellingen van personen met een arbeidsovereenkomst voor studenten, bedoeld in titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. § 2. In overeenstemming met artikel 5 van de wet van 5 maart 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2002 pub. 13/03/2002 numac 2002012455 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen sluiten tot omzetting van een Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen, maken de getrouwheidszegels en weerverletzegels bedoeld bij deze overeenkomst deel uit van de arbeids- en loonvoorwaarden na te leven door een buitenlandse werkgever die in België gedetacheerde werknemers tewerkstelt en wiens activiteit onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteert.

De bepalingen van deze overeenkomst over de betaling van de bijdragen en de uitgifte en de valorisatie van de zegels zijn evenwel niet van toepassing op de buitenlandse werkgever gevestigd in één van de lidstaten van de Europese Unie, en op de arbeiders die zij tijdelijk in de periode van tewerkstelling in België reeds voordelen genieten, die vergelijkbaar zijn met de weerverlet- en de getrouwheidszegels in toepassing van de regelingen waaraan hun werkgever in zijn land van vestiging is onderworpen.

De buitenlandse werkgever is gehouden zich in te schrijven bij het in artikel 6 bepaalde inningsorganisme via het aanmeldingsformulier beschikbaar op de Limosa-website (rubriek "andere verplichtingen waaraan moet voldaan worden") of te verkrijgen bij het voormelde inningsorganisme. De werkgever duidt in het formulier aan of een vergelijkbare regeling al dan niet van toepassing is. Hij bezorgt, in voorkomend geval, alle nodige inlichtingen aan het voormelde inningsorganisme.

Wanneer de buitenlandse werkgevers een vergelijkbare regeling inroept, beoordeelt het voormelde inningsorganisme of die regeling aan niet vergelijkbaar is. Het deelt zijn bevindingen mee aan de buitenlandse werkgever die slechts gelden onder voorbehoud dat de Inspectie Toezicht Sociale Wetten geen vaststelling doet waaruit zou blijken dat zijn arbeiders niet het voordeel ontvangen waarop zij recht hebben. HOOFDSTUK II. - Bijdragen bestemd voor de toekenning van zegels

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde ondernemingen en uitzendkantoren zijn het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" een globale bijdrage van 9,12 pct. verschuldigd, waarvan 9 pct. bestemd is voor de toekenning van getrouwheidszegels aan hun arbeiders en 0,12 pct. om de beheerskosten te dekken.

Art. 3.De ondernemingen die bevoegd zijn onder artikel 1, 1e lid, en die gerangschikt zijn in de categorie A, kengetal-bouw 024 of in de categorie B, kengetal-bouw 054, overeenkomstig artikel 5, 1° en 2° van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf", zijn aan dit fonds bovendien een bijdrage verschuldigd van 2,10 pct, waarvan 2 pct. bestemd is voor de toekenning van de weerverletzegels aan hun arbeiders en 0,10 pct. om de beheerskosten te dekken.

Deze bijdrage is ook verschuldigd door de uitzendkantoren voor de arbeiders die zij ter beschikking stellen van gebruikers die gerangschikt zijn in de categorie A, kengetal-bouw 024 of in de categorie B, kengetal-bouw 054, overeenkomstig artikel 5, 1° en 2° van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf".

Art. 4.§ 1. De in artikel 2 en 3 bedoelde bijdragen worden berekend op de brutobezoldiging aan 100 pct. van de arbeiders en uitzendkrachten vermeld op de driemaandelijkse DMFA-aangifte.

De gegevens uit de DMFA-aangiften worden voor het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" opgehaald via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme bezorgd.

De wijzigingen van deze gegevens die een vermindering van de brutobezoldigingen tot gevolg hebben worden niet meer in aanmerking genomen, noch voor de berekening van de verschuldigde bijdragen, noch voor de berekening van de waarde van de weerverletzegel of de getrouwheidszegel, wanneer deze wijzigingen pas beschikbaar zijn op het ogenblik dat het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme, met betrekking tot het kwartaal waarop de wijziging betrekking heeft, hetzij de weerverletzegel, hetzij de getrouwheidszegel al uitgegeven heeft. § 2. Wanneer de werkgever en de arbeider waarop deze overeenkomst van toepassing is niet onderworpen zijn aan de driemaandelijkse DMFA-aangifte, worden de in artikel 2 en 3 bedoelde bijdragen berekend op de brutobezoldiging vermeld op een bijzondere aangiftestaat te bezorgen aan het in artikel 6 bedoelde organisme. Daartoe moet deze werkgever zich bij dit organisme laten inschrijven vóór de aanvangsdatum van de uit te voeren werken die onder het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren. De bijzondere aangifte met de verantwoording van het bedrag van de verschuldigde bijdragen moet uiterlijk de laatste dag van de maand na elk kalenderkwartaal waarop de aangifte betrekking heeft bij het in artikel 6 bedoelde organisme ingediend worden.

Art. 5.Bij ontstentenis van een DMFA-aangifte of van een bijzondere aangiftestaat, of wanneer deze aangiften niet volledig of niet correct werden ingevuld, berekent het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme van rechtswege het bedrag van de verschuldigde bijdragen op basis van de gegevens waarover het beschikt of nadat het alle daartoe nuttig geachte inlichtingen heeft ingewonnen bij de werkgever, die verplicht is deze te verstrekken. HOOFDSTUK III. - Inning en invordering van de voor de toekenning van de zegels bestemde bijdragen

Art. 6.Conform artikel 20 van zijn statuten, belast het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" de vereniging zonder winstbejag "Patronale Dienst voor Organisatie en Kontrole van de Bestaanszekerheidsstelsels" (afgekort PDOK) waarvan sprake in artikel 23 van bovengenoemde statuten, met de inning en invordering van de bij de artikelen 2 en 3 beoogde bijdragen.

Art. 7.De in de artikelen 2 en 3 bedoelde bijdragen moeten driemaandelijks en uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal worden gestort bij het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme.

De betaling van de bijdragen mag uitsluitend geschieden via storting of overschrijving op het credit van de financiële rekening van het inningsorganisme, waarbij gebruik moet worden gemaakt van het overschrijvingsformulier dat het inningsorganisme in de loop van de 3e maand van elk kwartaal aan de in artikel 1 bedoelde werkgevers toestuurt. De datum van inschrijving op de rekening van het inningsorganisme geldt als betalingsdatum.

Art. 8.De bijdragen die niet werden betaald binnen de door artikel 7 vastgestelde termijn geven aanleiding tot de betaling door de werkgever van een bijdrageverhoging met 10 pct. van het verschuldigde bedrag en een verwijlintrest waarvan het percentage overeenstemt met wat is bepaald voor de sociale zekerheidsbijdragen in toepassing van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

De verwijlintrest is verschuldigd vanaf het verstrijken van de door artikel 7 vastgestelde termijn, tot op de dag waarop de bijdragen werden betaald.

De bijdrageverhogingen en de verwijlintresten worden door het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme geïnd voor rekening van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf".

Art. 9.De erkende sociale secretariaten van werkgevers beschikken over een termijn van 20 werkdagen vanaf het verstrijken van de in artikel 7, bedoelde termijn om aan het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme de bijdragen te laten geworden die zij binnen de termijn van hun aangeslotenen hebben bekomen. HOOFDSTUK IV. - Administratieve bepalingen

Art. 10.Het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme is belast met het vervaardigen van de documenten met de zegels die aan de arbeiders toekomen en waarvoor hun werkgever de bijdragen heeft gestort die hij in toepassing van hoofdstuk II van deze overeenkomst verschuldigd is voor alle kwartalen van het betrokken dienstjaar. Het maakt een document op per werkgever waarbij de arbeider in dienst geweest is in de loop van het betrokken dienstjaar. Voor ieder dienstjaar wordt een andere kleur gebruikt op het document.

De zegels vertegenwoordigen, conform de artikelen 2 en 3, 9 pct. van de bezoldiging voor de toekenning van getrouwheidszegels en 2 pct. van de bezoldiging voor de toekenning van weerverletzegels.

Het voormelde inningsorganisme is tevens belast met het opmaken van een document bestemd voor de werkgever dat een overzicht bevat van de uitgegeven zegels voor de arbeiders die bij hem in dienst waren tijdens het dienstjaar.

Art. 11.Onder dienstjaar verstaat men de periode van 12 maand begrepen tussen : 1° 1 juli en 30 juni van het volgende jaar, wat de getrouwheidszegels betreft;2° 1 januari en 31 december van hetzelfde jaar, wat de weerverletzegels betreft.

Art. 12.De gegevens uit de DMFA-aangiften en de bijzondere aangiftestaten worden opgetekend en per bijdrageplichtige werkgever op een individuele rekening genoteerd.

Op het einde van elk halfjaar van het dienstjaar sluit het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme de individuele rekening af en maakt een vergelijking tussen het resultaat en de gegevens uit de aangiften, bedoeld in het vorige lid.

De aldus opgemaakte verrekening wordt meegedeeld aan de werkgevers die hun verplichtingen niet zijn nagekomen. HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende de verzending van de zegels

Art. 13.Op het einde van het dienstjaar maakt het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme het in artikel 10, 1ste lid bedoelde document op en stuurt het naar de arbeider, uiterlijk op : 1° 31 oktober volgend op het einde van het in artikel 11, 2e lid, 1°, vastgestelde dienstjaar, als het de getrouwheidszegel betreft;2° 29 april volgend op het einde van het in artikel 11, 2e lid, 2°, vastgestelde dienstjaar, als het de weerverletzegel betreft. Het voormelde inningsorganisme stuurt tegelijk het in artikel 10, 3e lid bedoelde overzichtsdocument aan de werkgever.

Art. 14.Voor de arbeiders die in het dienstjaar naar België werden gedetacheerd in dienst van een buitenlandse werkgever, wordt, in afwijking op het vorige artikel, het in artikel 10, 1e lid bedoelde document aan de werkgever of diens vertegenwoordiger in België opgestuurd.

De buitenlandse werkgever of diens vertegenwoordigers in België zijn gehouden het document aan de betrokken arbeiders te overhandigen uiterlijk op het in vorig artikel vermelde data.

Art. 15.Zo de arbeider op de in artikel 14 vermelde data zijn document niet heeft ontvangen, neemt hij zo snel mogelijk contact op met zijn vakorganisatie of het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme, ten einde de reden te kennen.

Art. 16.Indien het niet ontvangen van het document te wijten is aan het in gebreke blijven van de werkgever, verzoekt de arbeider zijn werkgever om de situatie onmiddellijk te regulariseren en dient, bij het uitblijven van een regularisatie, klacht in bij de Inspectie Toezicht Sociale Wetten.

Indien de arbeider zes maand na de in artikel 14 vastgestelde data, in weerwil van de gedane stappen nog niet in het bezit werd gesteld van zijn document, behoort hij een verzoekschrift in te dienen bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" met het oog op de aanvullende tussenkomst van dit fonds. Bij dit verzoekschrift voegt hij alle nodige inlichtingen in verband met de ten laste van zijn werkgever ingediende klacht.

Als het verzoek gegrond is, levert het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" de arbeider een zogeheten "geschillendocument" af die overeenstemt met de waarde van de verdiende zegel.

Art. 17.Als het niet ontvangen van het document te wijten is aan het faillissement van de werkgever, dan dient de arbeider zijn schuldvordering voor zegels rechtstreeks in bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" binnen vijfenveertig dagen na het vonnis waarin het faillissement werd uitgesproken.

Als de schuldvordering bewezen is, overhandigt het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" aan de arbeider een zogeheten "geschillendocument" die overeenstemt met de waarde van de verdiende zegel.

Art. 18.Als het niet ontvangen van het document te wijten is aan het ontbreken van de juiste adresgegevens van de arbeider, stelt de arbeider het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme in kennis van de juiste adresgegevens om het document te bekomen.

Art. 19.Als het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme het document verzonden heeft, maar de zending komt niet aan bij de arbeider, kan de arbeider een duplicaat vragen via zijn vakorganisatie of rechtstreeks aan het voormelde inningsorganisme. Hetzelfde geldt indien hij het document verliest.

Art. 20.Elk beding waarbij de arbeider er zich toe verbindt af te zien van de zegel waarop hij in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst recht heeft, is nietig. HOOFDSTUK VI. - Bepalingen betreffende de valorisatie van de zegels

Art. 21.De uitbetalingsinstellingen van de vakorganisaties bedoeld in artikel 10 van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" alsook het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme hebben tot taak de arbeiders de tegenwaarde uit te betalen van de zegels op de documenten die overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk V werden afgeleverd, hetzij door het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme, hetzij door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf".

Art. 22.De georganiseerde arbeiders wenden zich tot de betalingsinstelling van de vakorganisatie waarbij zij zijn aangesloten.

De al dan niet georganiseerde arbeiders kunnen zich ook wenden tot het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme.

Art. 23.De betaling van het bedrag van de zegels vermeld op de in hoofdstuk V bedoelde documenten gebeurt : 1° vanaf de maandag die voorafgaat aan 1 november volgend op het einde van het in artikel 11, 2e lid, 1°, vastgestelde dienstjaar, als het getrouwheidszegels betreft;2° vanaf de maandag die voorafgaat aan 1 mei volgend op het einde van het in artikel 11, 2e lid, 2°, vastgestelde dienstjaar, als het weerverletzegels betreft. De betaling van het bedrag van de overeenkomstig artikel 17 afgeleverde zegels gebeurt uiterlijk één jaar na de datum van de uitspraak van het faillissement. HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen

Art. 24.De in artikel 1 bedoelde werkgevers en uitzendkantoren dienen de richtlijnen na te leven die door het in artikel 6 bedoelde inningsorganisme worden verspreid in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 25.De Patronale Dienst voor Organisatie en Kontrole van de Bestaanszekerheidsstelsels, vereniging zonder winstbejag, is onder de bij artikel 23 van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" gestelde voorwaarden, belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Inzonderheid eist het van de in artikel 21 bedoelde betalingsinstellingen, de nodige rechtvaardigingsstaten met het oog op de toekenning van de bedragen die deze instellingen nodig hebben om hun verplichtingen na te komen. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur

Art. 26.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2013. De nieuwe bepalingen over het opmaken en verzenden van de documenten van de zegels zijn van toepassing voor elke uitgifte van zegels vanaf die datum, ook met betrekking tot voorbije dienstjaren.

Deze overeenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2007 betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels (registratienummer : 87528/CO/124).

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.

Zij kan door één der partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee jaar. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^