Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 augustus 2002
gepubliceerd op 07 november 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012955
pub.
07/11/2002
prom.
28/08/2002
ELI
eli/besluit/2002/08/28/2002012955/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 maart 1990, inzonderheid op de artikelen 3 en 19;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 28 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 9 mei 1990.

Bijlage Paritair Comité voor het tabaksbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 19 december 2001 onder het nummer 60383/CO/133) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen, dit wil zeggen de sigarettenfabrieken die in dezelfde productie eenheid ook kerftabak produceren en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen

Art. 2.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeids voorwaarden in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 maart 1990 (Belgisch Staatsblad van 9 mei 1990), wordt vervangen door volgende bepaling : «

Artikel 3.De minimumlonen voor de meerderjarige werknemers worden als volgt vastgesteld voor een arbeidsweek van 36 u. 30 m., in het raam van de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de jaren 2001-2002 die in aansluiting op de mogelijkheid voorzien in het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 is vastgesteld op 6,4 pct., index-aanpassingen inbegrepen. - Rekening houdende met een eerste loonsverhoging voorzien in deze loonmarge op 1 april 2001 die 0,12 EUR/uur bedraagt en toe te passen is op de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst lonen en op de effectief uitbetaalde lonen, bedragen de minimumlonen op 1 april 2001 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze bedragen stemmen overeen met het gemiddelde van de viermaandelijkse indexcijfers van het eerste kwartaal 2001, zijnde 106,53. » Het uurloon van de stagiaires is vastgesteld op 100 pct. « Een tweede verhoging is onder dezelfde voorwaarden voorzien op 1 oktober 2001 die 0,05 EUR/ uur bedraagt en een derde op 1 april 2002 die 0,10 EUR/ uur bedraagt met dien verstande dat een eventuele laatste verhoging wordt toegepast op 1 oktober 2002, na berekening op die datum van de som over de twee jaar van de indexaanpassingen en de toegepaste loonsverhogingen en aan te rekenen op de beschikbare marge van 6,4 pct.

De basis voor de berekening van de 6,4 pct. is als volgt vastgesteld : het conventionele uurloon van de maand januari 2001 van de 4e categorie, zijnde 11,4824 EUR/uur tegenover het conventionele uurloon voor dezelfde categorie van de maand oktober 2002 waarbij de lonen effectief op 1 oktober 2002 worden aangepast.

Op 1 oktober 2001 wordt daarenboven een eenmalige bruto premie toegekend van 86,76 EUR, met inbegrip van een euro minikit voor zover deze mogelijkheid door de bevoegde instanties wordt voorzien, in mindering te brengen op de eenmalige bruto premie en toe te kennen zodra mogelijk vanaf 1 oktober 2001, doch uiterlijk op 15 december 2001.

Deze premie wordt toegekend op basis van de mogelijkheid voorzien in eerder genoemd Interprofessioneel Akkoord van 22 december 2000 een uitzonderlijke en niet recurrente extra inspanning te leveren van maximaal 0,40 pct. van de uurloonkost".

Art. 3.Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst genoemd in artikel 2 wordt vervangen door volgende bepaling : «

Artikel 4.Alle werknemers jonger dan 20 jaar hebben vanaf 1 april 2001 recht op het loon aan 100 pct. voorzover zij met de onderneming verbonden zijn door om het even welke overeenkomst sinds meer dan drie maanden, voor de eerste drie maanden hebben zij recht op 90 pct. »

Art. 4.Artikel 14, littera c), van de collectieve arbeidsovereenkomst genoemd in artikel 2 wordt vervangen door : «

Artikel 14.Vanaf 1 januari 2001 hebben de wegens gebrek aan werk ontslagen werknemers recht op het saldo van de afscheidspremie die hen wordt toegekend na afloop van de opzegtermijn. »

Art. 5.Artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst genoemd in artikel 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 16.Vanaf 1 januari 2001 wordt het anciënniteitsverlof vastgesteld op : 1 dag verlof voor 4 tot en met 8 dienstjaren; 2 dagen verlof voor 9 tot en met 13 dienstjaren; 3 dagen verlof voor 14 tot en met 18 dienstjaren; 4 dagen verlof voor 19 tot en met 23 dienstjaren; 5 dagen verlof voor 24 tot en met 28 dienstjaren; 6 dagen verlof voor 29 tot en met 33 dienstjaren; 7 dagen verlof voor 34 dienstjaren of meer. » Een alinea 2 wordt ingevoegd : « Vanaf 1 januari 2001 wordt het anciënniteitsverlof toegepast volgens de arbeidstijd waarin de werknemer is tewerkgesteld op datum van opname van het anciënniteitsverlof : dit houdt in dat bij een deeltijdse betrekking het verlof wordt toegepast op basis van het arbeidsregime van deze deeltijdse betrekking en dat bij opnieuw overschakelen naar een voltijdse betrekking dit verlof opnieuw wordt toegepast volgens het arbeidsregime van de voltijdse betrekking. » HOOFDSTUK III. - Overgangsmaatregelen

Art. 6.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Art. 2 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Duurtijd, geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en heeft dezelfde geldigheidsduur als de collectieve arbeidsovereenkomst die zij wijzigt.

Ieder der contracterende partijen kan deze overeenkomst opzeggen, mits een opzegtermijn van 3 maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf en aan elk der contracterende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 augustus 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^