Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 december 2006
gepubliceerd op 31 januari 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2007000103
pub.
31/01/2007
prom.
28/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/28/2007000103/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Programmawet van 22 december 2003, inzonderheid op artikel 475, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004, 27 december 2004 en 20 juli 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2005 betreffende de niveau-anciënniteit van de vastbenoemde personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom die benoemd worden als ambtenaar bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart en in het kader van de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 februari 2005 betreffende de niveau-anciënniteit van de vastbenoemde personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom die benoemd worden als ambtenaar bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart en in het kader van de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en het koninklijk besluit van 15 september 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 15 september 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 12 oktober 2006;

Gelet op het akkoord van het Paritair comité van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom, gegeven op 19 oktober 2006;

Gelet op het protocol nr. 2006/05 van 9 oktober 2006 van het Sectorcomité V - Binnenlandse Zaken;

Gelet op het protocol van 19 oktober 2006 van het Sectorcomité XIII - Sociale Zaken;

Gelet op het advies nr. 41.745/4 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2006 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een Handicap en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart

Artikel 1.De volgende bepaling wordt ingevoegd na het derde lid van de aanhef van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart : Gelet op hoofdstuk II van de programmawet van 11 juli 2005.

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : 6° « collectieve overeenkomst » : de Collectieve overeenkomst met betrekking tot de regels van het beheer van het personeel van Belgacom met het oog op de uitvoering van de eerste fase van de Topconferentie over de organisatie van het werk, gesloten in het paritair comité van Belgacom op 8 december 2005;7° « personeelslid in dienstactiviteit » : het statutair personeelslid van Belgacom dat reeds vóór de inwerkingtreding van het Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming van 28 december 2006 ingezet werd in het project bedoeld in artikel 2, 1° van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende de bepaling van het project en het vereist aantal in te zetten personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven in het kader van de veralgemening van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, en het statutair personeelslid van Belgacom dat sedert ten vroegste op vermelde datum ingezet werd in voornoemd project en vóór deze inzetting bij Belgacom in dienstactiviteit en in reconversie was.

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid « Het gunstig gerangschikt personeelslid wordt benoemd als stagiair bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.Voor elke selectie wordt een specifieke lijst opgesteld van de laureaten die door Belgacom in disponibiliteit werden gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst. De laureaten op die specifieke lijst worden bij voorrang benoemd als stagiair bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken overeenkomstig artikel 5. Onverminderd deze afwijking is het statuut van het rijkspersoneel van toepassing ». 2° Een vierde lid wordt toegevoegd als volgt : « Het inzetten van een personeelslid, eindigt tijdens de stage, mits een opzeg van één maand, op verzoek van dit personeelslid.In afwijking van artikel 3, § 2, van het reglement van de afwezigheden van de personeelsleden van Belgacom, behoudt het personeelslid in dienstactiviteit dat Belgacom herintegreert tijdens de stage of bij het einde van het verlof wegens opdracht, zijn verlofdagen van het vorige en van het lopende jaar, voorzover deze nog niet werden opgenomen. De stafdienst P&O deelt aan Belgacom bij het einde van inzetting het resterend aantal verlofdagen van de betrokken personeelsleden mee. »

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : Het woord « reaffectatie » wordt vervangen door « disponibiliteit zoals bepaald in artikel 3, tweede lid ».

Art. 5.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « in dienstactiviteit » worden toegevoegd na de woorden « behoudt het personeelslid »;2° het volgende lid wordt toegevoegd aan het eind van het artikel : « Voor het personeelslid dat door Belgacom in disponibiliteit werd gesteld in toepassing van de collectieve overeenkomst, betreft dit het kapitaal ziektedagen waar het personeelslid over beschikte vóór de in disponibiliteitstelling.»

Art. 6.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door : «

Art. 7.Het personeelslid bedoeld in artikel 3, tweede lid wordt voor de duur van zijn stage door Belgacom in non-activiteit geplaatst wanneer het een personeelslid in disponibiliteit betreft of in verlof wegens opdracht gesteld wanneer het een personeelslid in dienstactiviteit betreft. »

Art. 7.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « in dienstactiviteit » worden toegevoegd na de woorden « benoeming van het personeelslid »;2° het volgende lid wordt toegevoegd aan het eind van het artikel : « Belgacom betaalt aan het personeelslid dat in disponibiliteit werd gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst, gedurende twaalf maanden een volgens de modaliteiten bepaald in haar paritair comité overeengekomen aanvullende premie op het loon om voor twaalf maanden het verschil te compenseren tussen zijn brutoverloning als stagiair of ambtenaar bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en zijn brutoverloning bij Belgacom voorafgaandelijk aan de in disponibiliteitstelling.Deze premie wordt maandelijks betaald per twaalfde. »

Art. 8.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : de woorden « verschillend naargelang het personeelslid zich bij Belgacom in disponibiliteit of in dienstactiviteit bevond vóór de aanvang van de stage bij de Federale Overheidsdienst » worden toegevoegd na de woorden « eenmalige premie ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart

Art. 9.De volgende bepaling wordt ingevoegd na het vierde lid van de aanhef van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart : Gelet op hoofdstuk II van de programmawet van 11 juli 2005.

Art. 10.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : 7° « collectieve overeenkomst » : de Collectieve overeenkomst met betrekking tot de regels van het beheer van het personeel van Belgacom met het oog op de uitvoering van de eerste fase van de Topconferentie over de organisatie van het werk, gesloten in het paritair comité van Belgacom op 8 december 2005;8° « personeelslid in dienstactiviteit » : het statutair personeelslid van Belgacom dat reeds vóór de inwerkingtreding van het Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming van 28 december 2006 ingezet werd in het project bedoeld in artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende de bepaling van het project en het vereist aantal in te zetten personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven in het kader van de veralgemening van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, en het statutair personeelslid van Belgacom dat sedert ten vroegste op vermelde datum ingezet werd in voornoemd project en vóór deze inzetting bij Belgacom in dienstactiviteit en in reconversie was.

Art. 11.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt met het volgende lid aangevuld : « Voor elke selectie wordt een specifieke lijst opgesteld van de laureaten die door Belgacom in disponibiliteit werden gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst. Aan de laureaten op die specifieke lijst worden bij voorrang een functie aangeboden overeenkomstig artikel 4. »

Art. 12.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° In de Nederlandse versie van punt 1° worden de woorden « of na afloop van het eerste jaar » geschrapt.2° In de Nederlandse versie van punt 1° worden de woorden « voorafgaande kennisgeving van » ingevoegd tussen de woorden « een » en « opzeg ».3° Een nieuw lid wordt toegevoegd als volgt : « In afwijking van artikel 3, § 2, van het reglement van de afwezigheden van de personeelsleden van Belgacom, behoudt het personeelslid in dienstactiviteit en dat Belgacom herintegreert tijdens of bij het einde van het verlof wegens opdracht, zijn verlofdagen van het vorige en van het lopende jaar, voorzover deze nog niet werden opgenomen.De stafdienst P&O deelt aan Belgacom bij het einde van inzetting het resterend aantal verlofdagen van de betrokken personeelsleden mee. »

Art. 13.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : de woorden « in dienstactiviteit » worden toegevoegd na de woorden « behoudt het personeelslid »;

Art. 14.Artikel 14, eerste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen door : « De laureaat die gekozen is door een gemeente, overeenkomstig artikel 4, tweede lid, wordt door het autonoom overheidsbedrijf in non-activiteit geplaatst wanneer het een personeelslid in disponibiliteit betreft of in verlof wegens opdracht gesteld wanneer het een personeelslid in dienstactiviteit betreft, voor de periode, bepaald in artikel 5. » Het tweede lid van hetzelfde artikel wordt gewijzigd als volgt : de woorden « of de periode van non-activiteit » worden toegevoegd na de woorden « het verlof wegens opdracht ».

Art. 15.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « in dienstactiviteit » worden toegevoegd na de woorden « aan het personeelslid »;2° het volgende lid wordt toegevoegd aan het eind van het artikel : « Het autonoom overheidsbedrijf betaalt aan het personeelslid dat in disponibiliteit werd gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst, gedurende twaalf maanden een volgens de modaliteiten bepaald in haar paritair comité overeengekomen aanvullende premie op het loon om voor twaalf maanden het verschil te compenseren tussen zijn brutoverloning als ingezet personeelslid bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en zijn brutoverloning bij het autonoom overheidsbedrijf voorafgaandelijk aan de in disponibiliteitstelling. Deze premie wordt maandelijks betaald per twaalfde. »

Art. 16.Artikel 16, tweede lid van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : de woorden « verschillend naargelang het personeelslid zich bij Belgacom in disponibiliteit of in dienstactiviteit bevond vóór de aanvang van de inzetting bij de Federale Overheidsdienst » worden toegevoegd na de woorden « eenmalige premie ». HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100

Art. 17.De volgende bepaling wordt ingevoegd na het vierde lid van de aanhef van het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 : Gelet op hoofdstuk II van de programmawet van 11 juli 2005.

Art. 18.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : 5° « collectieve overeenkomst » : de Collectieve overeenkomst met betrekking tot de regels van het beheer van het personeel van Belgacom met het oog op de uitvoering van de eerste fase van de Topconferentie over de organisatie van het werk, gesloten in het paritair comité van Belgacom op 8 december 2005;6° « personeelslid in dienstactiviteit » : het statutair personeelslid van Belgacom dat reeds vóór de inwerkingtreding van hoofdstuk III van het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming van 28 december 2006 ingezet werd in het project, en het statutair personeelslid van Belgacom dat sedert ten vroegste 1 oktober 2006 ingezet werd in het project en vóór deze inzetting bij Belgacom in dienstactiviteit en in reconversie was.

Art. 19.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid « Het gunstig gerangschikt personeelslid wordt benoemd als stagiair bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse zaken.Voor elke selectie wordt een specifieke lijst opgesteld van de laureaten die door Belgacom in disponibiliteit werden gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst. De laureaten op die specifieke lijst worden bij voorrang benoemd als stagiair bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken overeenkomstig artikel 8. Onverminderd deze afwijking is het statuut van het rijkspersoneel van toepassing ». 2° Een vierde lid wordt toegevoegd als volgt : « Het inzetten van een personeelslid, eindigt tijdens de stage, mits een opzeg van 1 maand, op verzoek van dit personeelslid.In afwijking van artikel 3, § 2, van het reglement van de afwezigheden van de personeelsleden van Belgacom, behoudt het personeelslid in dienstactiviteit dat Belgacom herintegreert tijdens de stage of bij het einde van het verlof wegens opdracht, zijn verlofdagen van het vorige en van het lopende jaar, voorzover deze nog niet werden opgenomen. De stafdienst P&O deelt aan Belgacom bij het einde van inzetting het resterend aantal verlofdagen van de betrokken personeelsleden mee. »

Art. 20.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : de woorden « laureaat in reaffectatie » worden vervangen door « de laureaten in disponibiliteit zoals bepaald in artikel 5, tweede lid »

Art. 21.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « in dienstactiviteit » worden toegevoegd na de woorden « behoudt het personeelslid »;2° het volgende lid wordt toegevoegd aan het eind van het artikel : « Voor het personeelslid dat door Belgacom in disponibiliteit werd gesteld in toepassing van de collectieve overeenkomst, betreft dit het kapitaal ziektedagen waar het personeelslid over beschikte vóór de in disponibiliteitstelling.»

Art. 22.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door : «

Art. 11.De laureaat zoals bedoeld in artikel 5 wordt voor de duur van zijn stage door Belgacom in non-activiteit geplaatst wanneer het een personeelslid in disponibiliteit betreft of in verlof wegens opdracht gesteld wanneer het een personeelslid in dienstactiviteit betreft. »

Art. 23.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « in dienstactiviteit » worden toegevoegd na de woorden « benoeming van het personeelslid »;2° het volgende lid wordt toegevoegd aan het eind van het artikel : « Belgacom betaalt aan het personeelslid dat in disponibiliteit werd gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst, gedurende twaalf maanden een volgens de modaliteiten bepaald in haar paritair comité overeengekomen aanvullende premie op het loon om voor twaalf maanden het verschil te compenseren tussen zijn brutoverloning als stagiair of ambtenaar bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en zijn brutoverloning bij Belgacom voorafgaandelijk aan de in disponibiliteitstelling. Deze premie wordt maandelijks betaald per twaalfde. »

Art. 24.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : de woorden « verschillend naargelang het personeelslid zich bij Belgacom in disponibiliteit of in dienstactiviteit bevond vóór de aanvang van de stage bij de Federale Overheidsdienst » worden toegevoegd na de woorden « eenmalige premie ». HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming

Art. 25.De volgende bepaling wordt ingevoegd na het derde lid van de aanhef van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming : Gelet op hoofdstuk II van de programmawet van 11 juli 2005.

Art. 26.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : 6° « collectieve overeenkomst » : de Collectieve overeenkomst met betrekking tot de regels van het beheer van het personeel van Belgacom met het oog op de uitvoering van de eerste fase van de Topconferentie over de organisatie van het werk, gesloten in het paritair comité van Belgacom op 8 december 2005;7° « personeelslid in dienstactiviteit » : het statutair personeelslid van Belgacom dat reeds vóór de inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van coördinatie van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart, het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de bepaling van het project, het vereist aantal in te zetten personeelsleden en de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom voor de organisatie en invulling van de neutrale calltaking van de alarmcentrales 112, 101 en 100 en van het koninklijk besluit van 13 mei 2005 betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming van 28 december 2006 ingezet werd in het project en het statutair personeelslid van Belgacom dat sedert ten vroegste vermelde datum ingezet werd in het project en vóór deze inzetting bij Belgacom in dienstactiviteit en in reconversie was.

Art. 27.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het tweede lid wordt vervangen door : « Het gunstig gerangschikt personeelslid van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom wordt benoemd als stagiair bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.Voor elke selectie wordt een specifieke lijst opgesteld van de laureaten die door Belgacom in disponibiliteit werden gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst. De laureaten op die specifieke lijst worden bij voorrang benoemd als stagiair bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid overeenkomstig artikel 4. Onverminderd deze afwijking is het statuut van het rijkspersoneel van toepassing » 2° Een derde lid wordt toegevoegd als volgt : « Het inzetten van een personeelslid eindigt tijdens de stage, mits een opzeg van één maand, op verzoek van dit personeelslid.In afwijking van artikel 3, § 2, van het reglement van de afwezigheden van de personeelsleden van Belgacom, behoudt het personeelslid in dienstactiviteit dat Belgacom herintegreert tijdens de stage of bij het einde van het verlof wegens opdracht, zijn verlofdagen van het vorige en van het lopende jaar, voorzover deze nog niet werden opgenomen. De stafdienst P&O deelt aan Belgacom bij het einde van inzetting het resterend aantal verlofdagen van de betrokken personeelsleden mee. »

Art. 28.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « in dienstactiviteit » worden toegevoegd na de woorden « behoudt het personeelslid »;2° het volgende lid wordt toegevoegd aan het eind van het artikel : « Voor het personeelslid dat door Belgacom in disponibiliteit werd gesteld in toepassing van de collectieve overeenkomst, betreft dit het kapitaal ziektedagen waar het personeelslid over beschikte vóór de in disponibiliteitstelling.»

Art. 29.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door : «

Art. 6.De laureaat zoals bedoeld in art. 6 wordt voor de duur van zijn stage door Belgacom in non-activiteit geplaatst wanneer het een personeelslid in disponibiliteit betreft of in verlof wegens opdracht gesteld wanneer het een personeelslid in dienstactiviteit betreft. »

Art. 30.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « in dienstactiviteit » worden toegevoegd na de woorden « benoeming van het personeelslid »;2° het volgende lid wordt toegevoegd aan het eind van het artikel : « Belgacom betaalt aan het personeelslid dat in disponibiliteit werd gesteld overeenkomstig de collectieve overeenkomst, gedurende twaalf maanden een volgens de modaliteiten bepaald in haar paritair comité overeengekomen aanvullende premie op het loon om voor twaalf maanden het verschil te compenseren tussen zijn brutoverloning als stagiair of ambtenaar bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en zijn brutoverloning bij Belgacom voorafgaandelijk aan de in disponibiliteitstelling. Deze premie wordt maandelijks betaald per twaalfde. »

Art. 31.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : de woorden « verschillend naargelang het personeelslid zich bij Belgacom in disponibiliteit of in dienstactiviteit bevond vóór de aanvang van de stage bij de Federale Overheidsdienst » worden toegevoegd na de woorden « eenmalige premie ». HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 32.Dit besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van Hoofdstuk III, dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2006.

Art. 33.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een Handicap, G. MANDAILA MALAMBA De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS

^