Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 januari 2004
gepubliceerd op 02 maart 2004

Koninklijk besluit houdende het statuut van de derivatenspecialisten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003082
pub.
02/03/2004
prom.
28/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/28/2004003082/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit houdende het statuut van de derivatenspecialisten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemid-delaars en de beleggingsadviseurs, inzonderheid op artikel 45bis, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 maart 2003 over de melding van transacties in financiële instrumenten en over de bewaring van gegevens;

Overwegende dat de uitwerking van een reglementair kader voor de derivatenspecialisten (eveneens gekend onder de benaming « local ») in uitvoering van de wet van 2 augustus 2002 dringend noodzakelijk is gezien bij gebrek hieraan de in België werkzame derivatenspecialisten geen toegang krijgen tot de buitenlandse gereglementeerde markten uit de Euronextzone terwijl dergelijke ondernemingen uit het buitenland wel toegang krijgen tot de Belgische markten; dat de creatie van dergelijk statuut dringend vereist is om aldus bij te dragen tot de aantrekkelijkheid van dit bedrijf, wat de liquiditeit en de concurrentiepositie van de Belgische markten ten goede komt;

Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;

Gelet op het advies 36.358/2 van de Raad van State, gegeven op 19 januari 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet van 6 april 1995 : de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggings-ondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs;2° de wet van 2 augustus 2002 : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;3° CBFA : de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bedoeld in hoofdstuk III van de wet van 2 augustus 2002;4° derivatenspecialist : de onderneming van wie de beleggingsdiensten exclusief bestaan in het uitsluitend voor eigen rekening handelen op een markt voor financiële futures of voor opties, of die voor andere leden van deze zelfde markt handelt, of aan deze laatsten een prijs geeft, en die door een clearing member van deze markt wordt gegarandeerd.De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de door deze onderneming gesloten contracten berust bij een clearing member van dezelfde markt. HOOFDSTUK II. - Derivatenspecialisten naar Belgisch recht Afdeling I. - Bedrijfsvergunning

Art. 2.Iedere derivatenspecialist naar Belgisch recht die zijn werkzaamheden in België wenst uit te oefenen, moet, vooraleer die aan te vatten, een vergunning verkrijgen van de CBFA.

Art. 3.Bij de vergunningsaanvraag wordt een programma van werkzaamheden gevoegd dat beantwoordt aan de door de CBFA gestelde voorwaarden en waarin met name de omvang van de voorgenomen verrichtingen alsook de organisatiestructuur van de onderneming worden vermeld en de nauwe banden die zij heeft met andere personen. De aanvragers moeten aan de CBFA alle inlichtingen verstrekken die nodig zijn om hun aanvraag te kunnen beoordelen.

Art. 4.De CBFA verleent de aangevraagde vergunning aan derivatenspecialisten die voldoen aan de voorwaarden van afdeling II. Zij spreekt zich uit over een aanvraag binnen twee maanden na voorlegging van een volledig dossier en uiterlijk binnen negen maanden na ontvangst van de aanvraag.

De beslissingen inzake vergunning worden binnen vijftien dagen met een ter post aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs ter kennis gebracht van de aanvragers.

Art. 5.De CBFA maakt elk jaar een lijst op van de derivatenspecialisten waaraan krachtens dit hoofdstuk een vergunning is verleend. Deze lijst en alle wijzigingen die er tijdens het jaar in werden aangebracht, worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Afdeling II. - Vergunningsvoorwaarden

Art. 6.Iedere derivatenspecialist naar Belgisch recht moet worden opgericht in de rechtsvorm van een handelsvennootschap.

Art. 7.Om een vergunning als derivatenspecialist te verkrijgen, moet het volgestorte gedeelte van het kapitaal ten minste 50.000 EUR bedragen.

Voor bestaande instellingen die een vergunning als derivatenspecialist aanvragen, worden voor de toepassing van het eerste lid de reserves en het overgedragen resultaat gelijkgesteld met kapitaal.

Art. 8.De effectieve leiding van een derivatenspecialist moet worden toevertrouwd aan één of meer natuurlijke personen. De personen die de effectieve leiding waarnemen, moeten de voor de uitoefening van deze functies vereiste professionele betrouwbaarheid en de passende ervaring bezitten.

Art. 9.De artikelen 59, 61, 62, eerste, derde en vierde lid, en 63 van de wet van 6 april 1995 zijn van toepassing. Afdeling III. - Bedrijfsuitoefenings- voorwaarden

Art. 10.Het eigen vermogen van de derivatenspecialisten mag niet dalen onder het bedrag van het overeenkomstig artikel 7 vastgestelde aanvangskapitaal.

Artikel 90 van de wet van 6 april 1995 is van toepassing.

Art. 11.Artikel 67 van de wet van 6 april 1995 inzake de wijzigingen in de kapitaalstructuur is van toepassing.

Art. 12.Bestuurders, zaakvoerders en directeuren die een functie uitoefenen die een deelneming impliceert aan het dagelijks bestuur van een derivatenspecialist mogen niet deelnemen aan het dagelijks bestuur van een beursgenoteerde vennootschap of een door een beursgenoteerde vennootschap gecontroleerde of daarmee verbonden vennootschap, tenzij met de toelating van de CBFA.

Art. 13.Buiten de diensten die zij overeenkomstig hun vergunning mogen verrichten, mogen derivatenspecialisten geen andere werkzaamheden verrichten, tenzij met de toestemming van de CBFA. Gelet op de noodzaak van een gezond en voorzichtig beleid en een passende risocobeheersing kan de CBFA de uitoefening van andere werkzaamheden aan voorwaarden onderwerpen.

Het eerste lid is eveneens van toepassing op het bezit van deelnemingen in handelsvennootschappen.

Art. 14.De derivatenspecialist mag geen cliëntenrelaties aanknopen met beleggers.

Art. 15.De artikelen 26 tot 28 van de wet van 2 augustus 2002 zijn van toepassing op de derivatenspecialisten. Afdeling IV. - Toezicht

Art. 16.De derivatenspecialisten zijn onderworpen aan het toezicht van de CBFA. Artikel 92, tweede en derde lid, van de wet van 6 april 1995 is van toepassing.

De derivatenspecialisten leggen trimestrieel de volgende financiële staten aan de CBFA voor : 1° de boekhoudkundige positie van de onderneming;2° een gedetailleerde staat van de handelsposities. De CBFA kan bij reglement voorschrijven dat haar geregeld andere cijfergegevens of uitleg wordt verstrekt om te kunnen nagaan of de voorschriften van dit besluit en de in uitvoering ervan getroffen reglementen zijn nageleefd. In bijzondere gevallen kan de CBFA afwijkingen toestaan van de bepalingen van het met toepassing van dit artikel genomen reglement.

De CBFA houdt toezicht op de naleving van dit besluit en de met toepassing ervan getroffen reglementen. Afdeling V. - Intrekking van een vergunning, uitzonderingsmaatregelen

en sancties

Art. 17.De volgende artikelen van de wet van 6 april 1995 zijn van toepassing : 1° artikelen 103 en 104 en 107 tot 109;2° artikel 148, §§ 4 tot 6 en de artikelen 150 en 151. HOOFDSTUK III. - Bijkantoren in België van derivatenspecialisten die onder vreemd recht ressorteren

Art. 18.Derivatenspecialisten die ressorteren onder het recht van een andere staat en daar daadwerkelijk de activiteit van derivatenspecialist uitvoeren, mogen deze diensten in België via een bijkantoor verrichten. Hoofdstuk II is van toepassing op deze bijkantoren.

De in het eerste lid bedoelde derivatenspecialisten dienen bovendien aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1° zij zijn in hun Staat van herkomst onderworpen aan een toezichtsregeling die door de CBFA toereikend wordt gevonden;2° de mogelijkheden tot informatie-uitwisseling tussen de CBFA en de bevoegde overheden of andere relevante instanties van de staat onder wiens recht de onderneming ressorteert, vormen geen beletsel voor een passend toezicht in de zin van dit besluit. HOOFDSTUK IV - Dienstverrichtingen in België van derivatenspecialisten die onder vreemd recht ressorteren

Art. 19.Derivatenspecialisten die ressorteren onder het recht van een andere staat en daar daadwerkelijk de activiteit van derivatenspecialist uitvoeren, mogen deze diensten in België verlenen zonder vestiging, onder de volgende voorwaarden : 1° zij maken zich vooraf bekend bij de CBFA, met opgave van de markt waarvan zij lid willen worden, het programma van hun activiteiten in België en van de naam van de clearing member die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de gesloten contracten;2° zij zijn deskundig en betrouwbaar en beschikken over voldoende middelen voor de rol die ze vervullen;3° zij zijn in hun Staat van herkomst onderworpen aan een toezichtsregeling die door de CBFA toereikend wordt gevonden;4° de mogelijkheden tot informatie-uitwisseling tussen de CBFA en de bevoegde overheden of andere relevante instanties van de staat onder wiens recht de onderneming ressorteert, vormen geen beletsel voor een passend toezicht in de zin van dit besluit. De CBFA maakt elk jaar een lijst op van de derivatenspecialisten bedoeld in dit artikel. Deze lijst en alle wijzigingen die er tijdens het jaar in werden aangebracht, worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 20.De artikelen 26 tot 28 van de wet van 2 augustus 2002 zijn van toepassing op de derivatenspecialisten bedoeld in dit hoofdstuk.

Art. 21.De CBFA mag de in artikel 19 bedoelde derivatenspecialisten gelasten haar alle inlichtingen te verstrekken teneinde na te gaan of de bepalingen van dit besluit worden nageleefd. De CBFA mag op kosten van de betrokken derivatenspecialist de certificatie of de aanpassing van deze inlichtingen gelasten aan de buitenlandse toezichthoudende autoriteiten van de betrokken derivatenspecialist, zijn externe revisor of de erkende auditor die belast is met de certificatie van zijn rekeningen.

Art. 22.Wanneer de CBFA vaststelt dat een in dit hoofdstuk bedoelde derivatenspecialist in België niet handelt in overeenstemming met de op hem toepasselijke bepalingen, waarvoor zij bevoegd is, kan zij de derivatenspecialist aanmanen de vastgestelde toestand binnen de door haar bepaalde termijn recht te zetten.

Indien de toestand na deze termijn niet is verholpen, brengt de CBFA haar bemerkingen ter kennis van de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst van de derivatenspecialist.

Wanneer de overtredingen blijven aanhouden, kan de CBFA, na de buitenlandse bevoegde autoriteiten hiervan in kennis te hebben gesteld, de voortzetting schorsen of verbieden van alle of een deel van de werkzaamheden van de derivatenspecialist in België.

Art. 23.Artikel 108 van de wet van 6 april 1995 is van toepassing op de in dit hoofdstuk bedoelde derivatenspecialist.

Artikelen 148, § 4, en 150 van de wet van 6 april 1995 zijn van toepassing op wie artikel 19 niet naleeft of wie handelingen stelt of verrichtingen uitvoert die indruisen tegen het verbod of de schorsing bedoeld in artikel 22. HOOFDSTUK V. - Wijzigings- en slotbepalingen

Art. 24.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 maart 2003 over de melding van transacties in financiële instrumenten en over de bewaring van gegevens wordt als volgt aangevuld : « 4° de derivatenspecialisten naar Belgisch recht bedoeld in artikel 45bis van de voornoemde wet van 6 april 1995 ».

Art. 25.Tot de inwerkingtreding van de artikelen 26 tot 27 van de wet van 2 augustus 2002, dienen de verwijzingen naar deze bepalingen te worden gelezen als verwijzingen naar de artikelen 36 tot 38 van de wet van 6 april 1995.

Art. 26.Tot de inwerkingtreding van de uitvoeringsbepalingen van artikel 10, is de definitie vermeld in het uitvoeringsbesluit van artikel 90 van de wet van 6 april 1995 wat de beursvennootschappen betreft, van toepassing op het begrip eigen vermogen.

Art. 27.De derivatenspecialisten die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit reeds actief zijn, mogen hun activiteit in België verder zetten mits zij binnen de 12 maanden volgend op de inwerkingtreding van dit besluit zich conformeren aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 28.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 januari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^