Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 maart 2014
gepubliceerd op 23 juli 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met een loopbaan van 40 jaar (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014201514
pub.
23/07/2014
prom.
28/03/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 56 jaar met een loopbaan van 40 jaar (1)


PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 56 jaar met een loopbaan van 40 jaar.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 maart 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de houthandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2013 Toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 56 jaar met een loopbaan van 40 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2013 onder het nummer 117163/CO/125.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de houthandel ressorteren. HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden

Art. 2.§ 1. Ingevolge artikel 3, § 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007) tot regeling van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 28 december 2011 (Belgisch Staatsblad van 30 december 2011) en ingevolge de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord, zoals gewijzigd door de wet van 29 maart 2012 houdende diverse bepalingen, tot vaststelling voor 2013, 2014 en 2015 van de voorwaarden voor de toekenning van een bedrijfstoeslag in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers van 56 jaar die worden ontslagen en die een loopbaan van 40 jaar hebben, komen in aanmerking voor een bedrijfstoeslag uitgekeerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel", de arbeid(st)ers : 1° die worden ontslagen, behalve om een dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, tussen 1 juli 2013 en 31 december 2015, en die;2° 56 jaar of ouder zijn gedurende de periode van 1 juli 2013 tot 31 december 2015 en die;3° op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van tenminste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden, en die;4° recht hebben op werkloosheidsuitkeringen. § 2. De leeftijd, voorzien in § 1, 2°, moet zijn bereikt voor het einde van de opzeggingstermijn.

Art. 3.Om aanspraak te kunnen maken op de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag, uitgekeerd door het "Fonds bestaanszekerheid van de houthandel", dienen de arbeid(st)ers die geen 60 jaar zijn op de datum van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst : a) een tewerkstelling te bewijzen van minstens 10 jaar bij één of meerdere werkgevers die ressorteren onder één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid (125.01, 125.02, 125.03); of b) minstens zeven sociale voordelen, toegekend door één van de fondsen voor bestaanszekerheid opgericht door één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid, hebben ontvangen in de loop van de 10 jaar die hun SWT voorafgaan. Met het sociaal voordeel wordt gelijkgesteld, de solidarisering van de vergoeding tot terugbetaling van de kosten voor mechanische gereedschappen dat door het Bosuitbatingsfonds wordt uitgekeerd. HOOFDSTUK III. - Bedrag en uitkering Bedrag van de bedrijfstoeslag

Art. 4.De maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag SWT ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de houthandel" bedraagt 120 EUR. De bedrijfstoeslag van de arbeid(st)ers die gebruik maakten van de mogelijkheid hun loopbaan te verminderen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nrs. 77bis, 77ter en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis van hun bruto referte maandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.

Voor het bepalen van het netto referte maandloon (RSZ-bijdrage berekend op het bruto referte maandloon aan 100 pct.), wordt rekening gehouden met de eventuele werkbonus.

Indien de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag lager ligt dan het bedrag dat moet betaald worden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, is de werkgever verplicht het verschil bij te passen.

De betaling van de bedrijfstoeslag blijft behouden in geval van werkhervatting.

Art. 5.De wettelijke (werkgevers)bijdragen en (werknemers)inhoudingen zij ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel".

Arbeid(st)ers die aangesloten zijn bij een vakbondsorganisatie genieten bovendien van een syndicale premie van 11,25 EUR per maand.

Deze premie wordt samen met de aanvullende forfaitaire bedrijfstoeslag. HOOFDSTUK IV. - Procedure en algemene bepalingen

Art. 6.De aanvragen tot toekenning van de bedrijfstoeslag moeten worden ingediend bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" door toedoen van een werknemersorganisatie, vertegenwoordigd in de Nationale Arbeidsraad, of rechtstreeks door de werknemer.

De aanvragen moeten vergezeld zijn van de documenten die het recht op de bedrijfstoeslag aantonen.

Art. 7.De bijzondere gevallen die niet kunnen geregeld worden overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden door de meest gerede partij voorgelegd aan het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de houthandel". HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2015.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 maart 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^