Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 maart 2018
gepubliceerd op 03 april 2018

Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano, wat betreft de maatschappelijke zetel, het bestuur en de werking, en tot aanpassing van diverse besluiten betreffende de rechtsvoorgangers van Sciensano

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2018011650
pub.
03/04/2018
prom.
28/03/2018
ELI
eli/besluit/2018/03/28/2018011650/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano, wat betreft de maatschappelijke zetel, het bestuur en de werking, en tot aanpassing van diverse besluiten betreffende de rechtsvoorgangers van Sciensano


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, wordt genomen in uitvoering van artikel 108 van de Grondwet en de artikelen 3, tweede lid, 7, §§ 1, derde lid, 3, 4 en 5, 8, §§ 2, 3 en 5, 9, § 5, 10, § 3, 11, 13, §§ 1, 4, 5 en 6, 14, §§ 1, 4 en 5, 47 en 76 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano (hierna de "wet").

Deze wet heeft als doel om twee federale wetenschappelijke instellingen, het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (hierna het "WIV") en het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (hierna het "CODA") samen te brengen door de oprichting van een nieuwe entiteit die, met het oog op de continuïteit, de huidige activiteiten van deze twee instellingen zal overnemen door verder beroep te doen op het huidige personeel. Hij creëert aldus een nieuwe instelling van publiek recht, opgericht onder een vorm sui generis, en machtigt de Koning met inachtneming van zijn bepalingen om een bepaald aantal uitvoeringsmaatregelen te nemen voor wat betreft de organen.

In uitvoering van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano heeft dit besluit dus tot doel om de maatschappelijke zetel, de samenstelling evenals de werkingsmodaliteiten van de organen van de nieuwe entiteit, ingericht door de wetgever, te regelen.

Er werd rekening gehouden met het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State (advies 62.791/3 van 21 februari 2018). Waar dit uitzonderlijk niet is gebeurd, is dit hierna uitdrukkelijk en gemotiveerd weergegeven bij het desbetreffende artikel.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN Artikel 1 brengt de definities aan die nodig zijn voor het begrip van bepaalde in het koninklijk besluit gehanteerde begrippen door te verwijzen naar de definities van de wet.

Er wordt in artikel 1, § 1, van dit besluit bepaald dat "[v]oor de toepassing van dit besluit (...) de begripsbepalingen [gelden] van artikel 2 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano". Eenzelfde voorschrift komt voor in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit tot uitvoering, wat personeelszaken betreft, van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano en tot vaststelling van de datum van de inwerkingtreding van bepaalde bepalingen van dezelfde wet. In zijn advies nr. 62.798/3 van 21 februari 2018 maakte de afdeling Wetgeving daarover geen opmerking.

Omwille van de uniformiteit, en om onduidelijkheden en interpretatieproblemen te vermijden, wordt artikel 1, § 1, van het ontwerp van koninklijk besluit ook hier behouden.

Artikel 2 legt overeenkomstig artikel 3, § 2 van de wet vast dat dat de maatschappelijke zetel van het Instituut gevestigd wordt in het arrondissement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is in dat verband ook gepast op te merken dat artikel 25 van de wet Sciensano overigens toelaat om vestigingseenheid of agentschappen op te richten in België of in het buitenland.

Overeenkomstig artikel 7, § 1, tweede lid van de wet legt artikel 3, § 1 van dit besluit de duur van de benoeming van de leden van de algemene raad vast, die zes jaar bedraagt. Het legt ook de gevallen vast waarin de leden worden ontslagen, namelijk: - om "wettige redenen" (dit begrip wordt begrepen op dezelfde manier als in artikel 135 van het wetboek vennootschappen), - wanneer ze de organisatie die hen heeft voorgedragen niet langer vertegenwoordigen (of natuurlijk als ze deze organisatie verlaten) - of in geval van schending van het huishoudelijk reglement van de algemene raad.

Overeenkomstig artikel 7, § 1, derde lid van de wet laat artikel 3, § 2 van dit besluit een lid toe om bij afwezigheid, waarmee bedoeld wordt een lid dat niet aanwezig is om redenen die niet onafhankelijk zijn van zijn wil, een ander lid van de algemene raad aan te stellen om hem te vertegenwoordigen (eerste lid). Het bepaalt dat de andere leden een persoon van de algemene raad kunnen aanstellen om een lid te vervangen ingeval van blijvende verhindering, waarmee bedoeld wordt een lid dat in de onmogelijkheid verkeert om zijn mandaat uit te voeren (bijvoorbeeld in geval van ernstige ziekte of overlijden). Deze persoon vertegenwoordigt het verhinderde lid tot wordt voorzien in de aanduiding van een nieuw lid om hem te vervangen (tweede lid).

Overeenkomstig artikel 7, § 5 van de wet regelt artikel 3, § 3 van dit besluit de modaliteiten van de samenstelling en de werking van de algemene raad. Het bepaalt dat de voorzitter van de algemene raad van een andere taalrol is dan de ondervoorzitter van de algemene raad en de algemeen directeur (eerste lid). De taalrol wordt bepaald op basis van de voertaal van de gedane studies voor het behalen van het vereiste diploma in toepassing van de bestuurstaalwetten (inzonderheid artikel 2). In het tweede lid wordt bovendien bepaald, overeenkomstig artikel 7, § 1, derde lid, dat de voorzitter door de ondervoorzitter wordt vervangen in geval van afwezigheid (tweede lid).

Artikel 3, § 4 stelt de elementen vast die verplicht opgenomen moeten worden in het huishoudelijk reglement (eerste lid). Enerzijds gaat het om de gevallen waarin de algemene raad moet samenkomen, te weten: (i) om zich uit te spreken over het verzoek tot verzet van een lid van de algemene raad tegen een beslissing van de raad van bestuur (art. 6, § 1, vierde lid van de wet); (ii) wanneer de raad een advies uitbrengt over het bestuur van Sciensano, hetzij spontaan hetzij op vraag van de raad van bestuur of van de algemeen directeur (art. 6, § 2 van de wet); (iii) om zich uit te spreken over het verzoek tot betwisting van een lid betreffende de aanduiding van de niet-permanente leden van de raad van bestuur (art. 10, § 2, tweede lid van de wet); (iv) in elk geval, minstens één keer per jaar. Aan de andere kant gaat het om de modaliteiten volgens dewelke het verzoek tot verzet en de betwisting ter kennis worden gebracht van de andere leden van de algemene raad.

Het huishoudelijk reglement van de algemene raad zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat het verzoek tot verzet en de betwisting worden verstuurd via elektronische weg (bijvoorbeeld per email). De elektronische weg is immers een moderne en snelle werkwijze. Het huishoudelijk reglement kan ten slotte de regels nader bepalen die van toepassing zijn in geval van afwezigheid (namelijk om redenen die niet onafhankelijk zijn van de wil van het lid) of van verhindering (namelijk wanneer een lid in de onmogelijkheid verkeert om zijn mandaat uit te voeren om redenen onafhankelijk van zijn wil) van de voorzitter en de ondervoorzitter (tweede lid). Het huishoudelijk reglement, dat de voorwaarden bepaalt voor het functioneren van de algemene raad, zou overigens nog andere elementen kunnen regelen in dit verband. Deze elementen worden vastgelegd door de algemene raad wanneer hij zijn huishoudelijk reglement uitvaardigt.

Overeenkomstig artikel 7, § 4 van de wet legt artikel 3, § 5 van dit besluit de bezoldiging vast van de vijf leden van de algemene raad gekozen buiten Sciensano binnen de wereld van het wetenschappelijk onderzoek op 150 euro bij wijze van presentiegeld. Dat bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig de consumptieprijzenindex (eerste en derde lid). Voor de voorzitter wordt daarnaast in een vaste jaarvergoeding van 1500 euro voorzien, eveneens geïndexeerd overeenkomstig de consumptieprijzenindex (tweede en derde lid). Het bepaalt ook dat de bezoldiging wordt vastgesteld, voor de reiskosten, overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en, voor de verblijfskosten, overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten. Deze reglementeringen betreffen de Staatsambtenaren maar worden toch bij analogie toegepast op de lede van de algemene raad gekozen buiten Sciensano omwille van hun bekwaamheden.

Overeenkomstig artikel 8, § 5 van de wet bepaalt artikel 4, § 1 van dit besluit ter illustratie de bevoegdheden nader van de raad van bestuur (eerste lid, 1° tot 5° ). De vaststelling van de koers en van de strategie overeenkomstig 1° gebeurt onder andere door de goedkeuring van de beheersovereenkomst, bedoeld in 2°, en van het ontwerp van managementplan en van het managementplan, bedoeld in 3°.

Met betrekking tot 4°, past het te preciseren dat het "bestuur van het personeel" het breedste niveau van bestuur betekent, namelijk zowel de beslissingen met een individuele draagwijdte (bijvoorbeeld de evaluatie of de specifieke aanwerving van een kandidaat) als die met een reglementaire draagwijdte (bijvoorbeeld de algemene evaluatieregels van de kandidaten), tenzij deze beslissingen behoren tot de bevoegdheden van de algemeen directeur, bijvoorbeeld ten titel van dagelijks bestuur. 5° geeft aan dat de raad van bestuur de sectoren van activiteiten kan definiëren waarbij niet-permanente leden in de zin van artikel 10, § 2 van de wet kunnen worden betrokken. Deze manier om de "sectoren van activiteiten" te definiëren garandeert de flexibiliteit die nodig is om rekening te houden met de verschillende activiteiten van Sciensano en van hun evolutie doorheen de tijd. Op te merken valt dat de algemene raad bevoegd is om toezicht uit te oefenen op de manier waarop de raad van bestuur dit concept definieert, waardoor die het niet zou kunnen definiëren op een wijze die zou impliceren dat de leden van de algemene raad (die geen permanente leden van de raad van bestuur zijn) altijd worden uitgesloten van de niet-permanente leden "die betrokken worden bij een sector van activiteiten". Het bepaalt ten slotte dat de raad van bestuur Sciensano vertegenwoordigt in rechte en tegenover derden en in naam van Sciensano overeenkomsten kan afsluiten (tweede lid).

Overeenkomstig artikel 8, § 2, tweede lid van de wet legt artikel 4, § 2 van dit besluit de elementen vast die verplicht moeten worden opgenomen in het huishoudelijk reglement (eerste lid, 1° tot 4° ). Het gaat om 1° het aantal jaarlijkse vergaderingen dat de raad van bestuur moet houden, met als minimum twee; 2° de voorwaarden en modaliteiten van de oproeping voor de vergaderingen van de raad van bestuur. Het huishoudelijk reglement zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat de oproeping langs elektronische weg zou worden verstuurd, wat het voordeel zou bieden hedendaagser en sneller te zijn; 3° de modaliteiten van de terbeschikkingstelling van een dossier waarvan een lid van de raad van bestuur of van de algemene raad de mededeling vraagt: 4° de wijze en de modaliteiten om een beslissing van de raad van bestuur ter kennis te brengen van de algemene raad. Ook hier zou de elektronische weg kunnen worden voorzien.

Volgens de modaliteiten die het vaststelt, kan het huishoudelijk reglement bovendien de termijn van vijf dagen verminderen waarbinnen de leden in bezit moeten zijn van de oproeping in geval van spoedeisendheid wanneer er sprake is van uiterste spoedeisendheid, overeenkomstig artikel 6, § 1 3°.

Overeenkomstig artikel 8, § 3, tweede lid van de wet behoudt artikel 4, § 3, 1° tot 6° van dit besluit, bepaalde bevoegdheden voor aan de raad van bestuur die deze niet kan delegeren. De handelingen die niet kunnen worden gedelegeerd, of a fortiori gesubdelegeerd, worden immers limitatief opgesomd.

Overeenkomstig artikel 9, § 5 van de wet legt artikel 4, § 4 van dit besluit de bezoldiging vast van het lid van de algemene raad gekozen buiten Sciensano binnen de wereld van het wetenschappelijk onderzoek op 150 euro bij wijze van presentiegeld. Dat bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig de consumptieprijzenindex (eerste lid). Het bepaalt ook dat de bezoldiging wordt vastgesteld, voor de reiskosten, overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en, voor de verblijfskosten, overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten (tweede lid). Deze reglementeringen betreffen de Staatsambtenaren maar worden toch bij analogie toegepast op de lede van de algemene raad gekozen buiten Sciensano omwille van hun bekwaamheden.

Overeenkomstig artikel 10, § 3 van de wet bepaalt artikel 5 van dit besluit dat een jaarlijkse financiering van meer dan 200.000 euro geïndexeerd overeenkomstig de consumptieprijzenindex nodig is vanwege de instelling die een niet-permanent lid van de algemene raad voor een project dat behoort tot de betrokken activiteitensector vertegenwoordigt opdat hij betrokken zou worden bij een sector van activiteiten van Sciensano en bijgevolg kan deelnemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur voor alle punten van de agenda in die activiteitensector of die activiteitensectoren.

Overeenkomstig artikel 11, § 1 van de wet legt artikel 6 van dit besluit de oproepings- en beraadslagingsregels vast van de raad van bestuur. Paragraaf 1, 1° tot 4° betreft de beraadslagingsregels die gebruikelijk van toepassing zijn in een bestuursorgaan. 1° bepaalt dat, wanneer minstens de helft van de permanente leden van de raad van bestuur niet aanwezig of vertegenwoordigd zijn, de leden worden opgeroepen voor een nieuwe vergadering om zich uit te spreken over hetzelfde voorwerp, zonder dat een aanwezigheidsquorum wordt toegepast (carenz-vergadering). 2° preciseert dat de agenda en de manier waarop de raad van bestuur zal worden samengesteld duidelijk moet worden vermeld. Dat laat toe aan de leden van de algemene raad om de samenstelling van de raad van bestuur eventueel te betwisten voor wat betreft de niet-permanente leden van de raad van bestuur. In 3° wordt bepaald dat de oproeping wordt gedaan overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten vastgelegd in het huishoudelijk reglement, met dien verstande dat de oproeping in het bezit moet zijn van de leden binnen een termijn van in beginsel zeven dagen en, in geval van spoedeisendheid, vijf dagen. Wat betreft de spoedeisendheid wordt verduidelijkt dat zij moet worden erkend door alle leden. Dat betekent dat als een of meerdere leden de spoedeisendheid weigeren, de uitnodiging minstens zeven dagen voor de vergadering van de raad van bestuur in het bezit van de leden moet zijn. De termijn van vijf dagen kan overigens worden beperkt in het huishoudelijk reglement en volgens de modaliteiten die het vastlegt voor het geval van uiterste spoedeisendheid.

Paragraaf 2 bepaalt dat de beslissingen van de raad van bestuur worden genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, onthoudingen dus niet meegeteld. Het gaat om een eenvoudige meerderheid.

Paragraaf 3 bepaalt dat de vergaderingen van de raad van bestuur worden genotuleerd in processen-verbaal ondertekend door de voorzitter en worden ingeschreven in een bijzonder register. De voorzitter is er uiteraard niet toe gehouden om de archieven zelf bij te houden. Hij moet een bewaringssysteem vastleggen binnen Sciensano of een lid van Sciensano belasten met deze bewaring.

Overeenkomstig artikel 12, § 3 van de wet bepaalt artikel 7, § 1 van dit besluit dat de wetenschappelijke raad in zijn huishoudelijk reglement de modaliteiten kan vastleggen voor de vervanging van zijn leden ingeval van afwezigheid of van verhindering.

Overeenkomstig artikel 13, § 1, tweede lid van de wet artikel 7, § 2, van dit besluit heeft de Koning de periode, die hernieuwbaar is, voor dewelke een lid van de wetenschappelijke raad van bestuur wordt aangesteld, vastgelegd op zes jaar. Elk lid moet de bevoegdheden van een van de wetenschappelijke directeurs vertegenwoordigen.

Overeenkomstig artikel 13, § 4, tweede lid van de wet regelt artikel 7, § 3 van dit besluit de bevoegdheden en de samenstelling van de gespecialiseerde comités door artikel 7, § 7 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen over te nemen.

Overeenkomstig artikel 13, § 5 van de wet legt artikel 7, § 4 van dit besluit de bezoldiging vast van de vijf leden van de algemene raad gekozen buiten Sciensano binnen de wereld van het wetenschappelijk onderzoek op 150 euro bij wijze van presentiegeld. Dat bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig de consumptieprijs index (eerste lid). Voor de voorzitter wordt daarnaast in een vaste jaarvergoeding van 1500 euro voorzien, eveneens geïndexeerd overeenkomstig de consumptieprijzenindex (tweede lid). Het bepaalt ook dat de bezoldiging wordt vastgesteld, voor de reiskosten, overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en, voor de verblijfskosten, overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten. Deze reglementeringen betreffen de Staatsambtenaren maar worden toch bij analogie toegepast op de lede van de algemene raad gekozen buiten Sciensano omwille van hun bekwaamheden.

Overeenkomstig artikel 14, § 1, eerste lid, § 4, derde lid en § 5, tweede lid van de wet regelt artikel 8 van dit besluit meerdere modaliteiten betreffende de algemeen directeur. Paragraaf 1 neemt artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen over en past het aan. De algemeen directeur blijft bevoegd om in te staan voor de wetenschappelijke en administratieve leiding van Sciensano. Hij zorgt ook voor het dagelijkse bestuur en de vertegenwoordiging van Sciensano. Wat betreft het begrip dagelijks bestuur, wordt dat begrepen in dezelfde zin als in het vennootschapsrecht. Het betreft dus in essentie de gang van zaken van Sciensano, de handelingen van beperkt belang en de dringende handelingen. De algemeen directeur krijgt nu overigens nieuwe opdrachten toebedeeld. Het betreft inzonderheid de onderhandeling van de beheersovereenkomst en van de redactie en de uitvoering van het managementplan (bedoeld in artikel 33 van de wet), die vervolgens worden goedgekeurd door de raad van bestuur. Het vastleggen van de koers en strategische doelstellingen van Sciensano valt voortaan onder de bevoegdheid van de raad van bestuur.

Paragraaf 2 verbiedt de algemeen directeur om bepaalde limitatief opgesomde bevoegdheden te delegeren : de wetenschappelijke en administratieve leiding van Sciensano, de onderhandeling van de beheersovereenkomst; de redactie en de uitvoering van het ontwerp van managementplan en van het managementplan; de goedkeuring en de uitvoering van de operationele plannen; de voorstelling van het ontwerp van het jaarbudget aan de raad van bestuur en het voorzitterschap van de directieraad.

Paragraaf 3, eerste lid, voorziet dat de algemeen directeur voor een hernieuwbare termijn van zes jaar wordt aangesteld. De tweede lid legt de modaliteiten vast voor de vervanging van de algemeen directeur ingeval van afwezigheid of verhindering. De algemeen directeur moet een vervanger aanstellen onder de leden van de directieraad van zodra hij in functie treedt. De vervanger oefent de functies van de algemeen directeur uit tot zijn terugkeer, dus tijdens de duur van zijn afwezigheid of zijn tijdelijke verhindering. In geval van afwezigheid of (tijdelijke of blijvende) verhindering van de vervanger die hij heeft aangesteld, worden de functies van de algemeen directeur uitgeoefend door de wetenschappelijke directeur met de hoogste graadanciënniteit, of, desgevallend, de hoogste dienstanciënniteit tot de terugkeer van de algemeen directeur. Dat betekent dat zelfs als de vervanger niet meer afwezig of verhinderd is, de wetenschappelijke directeur met de hoogste graadanciënniteit, of, desgevallend, de hoogste dienstanciënniteit, de functies van de algemeen directeur verderzet ofwel tot zijn terugkeer (afwezigheid of tijdelijke verhindering), ofwel tot de aanstelling van een nieuwe algemeen directeur (definitieve verhindering). Bijgevolg, zelfs als de vervanger opnieuw in staat is de algemeen directeur te vervangen, worden de functies van deze laatste verdergezet door de betrokken wetenschappelijke directeur (eerste lid). In geval van blijvende verhindering van de algemeen directeur, waarmee bedoeld wordt voor een periode van langer dan zes maand, daarin inbegrepen in geval van samenloop van tijdelijke verhinderingen die een verhindering van een totale duur van meer dan zes maand betekenen, oefent de vervanger of, als de vervanger afwezig of verhinderd is, de wetenschappelijke directeur met de hoogste graadanciënniteit, of desgevallend, de hoogste dienstanciënniteit, tijdelijk zijn functies uit tot de aanstelling van een nieuwe algemeen directeur (eerste en tweede lid).

Overeenkomstig artikel 108 van de Grondwet en de artikelen 47 en 76 van de wet, passen de artikelen 9 tot 134 de van kracht zijnde koninklijke besluiten aan om ze in overeenstemming te brengen met deze hervorming.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

28 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano, wat betreft de maatschappelijke zetel, het bestuur en de werking, en tot aanpassing van diverse besluiten betreffende de rechtsvoorgangers van Sciensano FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano, de artikelen 3, tweede lid, 7, §§ 1, derde lid, 3, 4 en 5, 8, §§ 2, 3 en 5, 9, § 5, 10, § 3, 11, 13, §§ 1, 4, 5 en 6, 14, §§ 1, 4 en 5, 47 en 76;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1959 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het alcoholgehalte en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 15 april 1958 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering, van de wet van 1 augustus 1899 houdende herziening van de wetgeving en van de reglementen op de politie van het vervoer en van de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de bereiding en distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 juli 1964 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de therapeutische bloedzelfstandigheden van menselijke oorsprong mogen worden ingevoerd;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 september 1966 betreffende de voorwaarden en modaliteiten tot erkenning van de laboratoria voor ontleding van en controle op de geneesmiddelen;

Gelet op het koninklijk besluit besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;

Gelet op het koninklijk van 6 maart 1968 houdende oprichting van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid als federale wetenschappelijke instelling bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 1978 tot bevordering van de runderbrucellosebestrijding;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 1980 betreffende de erkenning van de laboratoria voor de ontleding van bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 februari 1981 betreffende het toezicht bij de invoer van voedingsmiddelen en andere in de wet van 24 januari 1977 bedoelde produkten;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 1987 waarbij de rechtspersoonlijkheid aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid voor het beheer van zijn eigen vermogen wordt verleend;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1988 tot oprichting van een Hoge Raad voor de Coördinatie van de AIDS-bestrijding;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 december 1990 betreffende het nemen van monsters van voedingsmiddelen en andere produkten;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 december 1992 betreffende veterinairrechtelijke voorwaarden aangaande de produktie, de behandeling, de bewaring, het gebruik, het intracommunautair handelsverkeer en de invoer van rundersperma;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 januari 1996 betreffende de erkenning van de laboratoria die voedingsmiddelen en andere produkten ontleden;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 1996 het koninklijk besluit van 28 oktober 1996 betreffende de benaming, de kenmerken en het zwavelgehalte van LPG voor wegvoertuigen;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1996 betreffende de benaming, de kenmerken en het zwavelgehalte van de lampolie;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encephalopathies bij herkauwers;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 1997 houdende oprichting van het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 1997 betreffende de actieve implanteerbare medische hulpmiddelen;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 september 1997 houdende overdracht van de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 oktober 1997 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende de bestrijding van bepaalde exotische dierziekten;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 november 1997 tot vaststelling van de werkingsmodaliteiten van de rechtspersoonlijkheid van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 november 1997 betreffende de inrichting van de bestrijding van de virale caprine artritis encefalitis;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 1999 houdende oprichting van een Commissie voor de coördinatie van het antibioticabeleid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de Hoge Raad voor gezondheidsberoepen en de afdeling vroedvrouwen van de Hoge Raad voor gezondheidsberoepen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de afdeling beoefenaars van de verpleegkunde van de Hoge Raad voor gezondheidsberoepen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 1999 betreffende de erkenning van de laboratoria voor klinische biologie door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 2001 houdende nadere regeling van de financiering van de externe kwaliteitscontrole van erkende laboratoria voor klinische biologie;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2011 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 2002 tot vaststelling van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de uitvoering ervan bij proeven op scheikundige stoffen;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 oktober 2002 betreffende de bestrijding van rundertuberculose;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 2003 betreffende het informeren van het Belgisch Focal Point van het Europees informatienetwerk over drugs en drugsverslaving;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 2004 betreffende de bestrijding van Afrikaanse varkenspest;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2005 houdende maatregelen voor de bewaking van en de bescherming tegen bepaalde zoönoses en zoönoseverwekkers;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 oktober 2005 betreffende de bestrijding van mond-en-klauwzeer;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 tot oprichting van een Comité voor advies inzake biociden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 november 2006 houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 2007 houdende oprichting van de Hoge Gezondheidsraad;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 2007 ter organisatie van fokprogramma's ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapenrassen;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van de bijen;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juni 2008 tot toelating van het vaccin voor diergeneeskundig gebruik tegen Japanse encefalitis;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 2008 houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 39 van de wet van 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid en houdende nadere toepassingsregelen;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 2009 houdende de samenstelling en werking van het raadgevend comité van gebruikers van de gegevens van de stichting van openbaar nut van het Kankerregister;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 februari 2011 tot vaststelling van de financieringsvoorwaarden van de referentiecentra voor humane microbiologie;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 december 2011 betreffende de erkenning van de laboratoria voor pathologische anatomie door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende de sanitaire voorwaarden voor de productie, het verzamelen, de opslag, het inplanten, de nationale handel, het intracommunautair handelsverkeer en de invoer van embryo's van als huisdier gehouden runderen;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 2013 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden voor de periode 2013-2017;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 2014 betreffende de samenstelling en de werking van de Expertenstuurgroep van het Federaal Voedings- en Gezondheidsplan;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende bepaling van de regels volgens welke de ziekenhuizen gegevens met betrekking tot de "Treatment Demand Indicator" moeten meedelen aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 2016 betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis.

Gelet op het koninklijk besluit van 18 september 2017 betreffende de bestrijding van boviene virale diarree.

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 mei 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 15 juli 2016;

Gelet op advies 62.791/3 van de Raad van State, gegeven op 21 februari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op artikel 8, § 1,4°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen houdende autoregulering van de federale overheid betreft;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de begripsbepalingen van artikel 2 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano. § 2. Voor de toepassing van dit koninklijk besluit wordt bovendien verstaan onder "de wet" : de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano. HOOFDSTUK 2. - Sciensano

Art. 2.De maatschappelijke zetel van Sciensano ligt in het tweetalige taalgebied Brussel-Hoofdstad. HOOFDSTUK 3. - Bestuur en werking Afdeling 1. - Samenstelling en werking van de algemene raad en

bezoldiging van zijn leden

Art. 3.§ 1. De leden van de algemene raad worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Ze worden ontslagen om wettige redenen of indien zij niet langer de organisatie die hen heeft voorgedragen vertegenwoordigen of in geval van overtreding van het huishoudelijk reglement van de algemene raad. § 2. Bij afwezigheid van een lid van de algemene raad, kan dit lid een ander lid van de algemene raad aanstellen om hem te vertegenwoordigen.

Bij permanente verhindering van een lid van de algemene raad, kunnen de andere leden van de algemene raad in hun midden een persoon aanstellen om hem te vertegenwoordigen totdat een nieuw lid wordt benoemd volgens de procedure bedoeld in het tweede lid. De persoon benoemd om het lid in de loop van de uitoefening van het mandaat op te volgen, voltooit het mandaat. § 3. De leden van de algemene raad stellen een voorzitter en een ondervoorzitter aan onder de leden bedoeld in artikel 7, § 1, eerste lid, 10°, van de wet. De voorzitter en de ondervoorzitter zijn van een andere taalrol. De voorzitter behoort tot een andere taalrol dan de algemene directeur.

Bij afwezigheid van de voorzitter, oefent de ondervoorzitter de functie van voorzitter uit. § 4. Het huishoudelijk reglement van de algemene raad bepaalt dat de algemene raad vergadert in het geval bedoeld in artikel 6, § 1, vierde lid van de wet, in het geval bedoeld in artikel 6, § 2 van dezelfde wet, in het geval bedoeld in artikel 10, § 3, tweede lid van dezelfde wet en in ieder geval ten minste eenmaal per jaar. Het preciseert de wijze waarop het verzoek tot verzet bedoeld in artikel 6, § 1, derde lid en de betwisting bedoeld in artikel 10, § 3, tweede lid, van de voormelde wet ter kennis van de andere leden worden gebracht.

Het huishoudelijk reglement kan de regels die toepasselijk zijn bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter of de ondervoorzitter nader bepalen. Het kan bepalen dat de vergaderingen van de algemene raad verlopen via elektronische procedures. § 5. De vijf leden van de algemene raad die gekozen worden buiten Sciensano binnen de wereld van het wetenschappelijk onderzoek en die het geheel van de opdrachten van het Instituut vertegenwoordigen omwille van hun bekwaamheden worden vergoed ten belope van een bedrag van 150 euro bij wijze van presentiegeld, betaald door Sciensano, zoals geïndexeerd overeenkomstig het derde lid.

Naast het presentiegeld, krijgt de voorzitter van de algemene raad een jaarlijkse vaste vergoeding van 1500 euro, betaald door Sciensano, zoals geïndexeerd overeenkomstig het derde lid.

Elk jaar op 1 april, worden de in het eerste en tweede lid bepaalde bedragen van rechtswege aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de volgende formule : het basisbedrag, vermenigvuldigd met de nieuwe index en gedeeld door de oorspronkelijke index. De nieuwe index is de index van de consumptieprijzen van de maand februari van het jaar waarin de in het eerste en tweede lid bepaalde bedragen worden aangepast. De oorspronkelijke index is de index van februari 2018. Het bekomen resultaat wordt afgerond naar de hogere euro indien het deel in decimalen groter of gelijk is aan vijftig cent. De afronding gebeurt naar de lagere euro indien het deel in decimalen kleiner is dan vijftig cent.

Het bedrag van de vergoeding en terugbetaling van hun verblijfs- en verplaatsingskosten wordt respectievelijk vastgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten, met dien verstande dat de vergoedingen voor reis- en verblijfskosten bij afwijking van deze verordeningen ten laste komen van Sciensano. Afdeling 2. - Bevoegdheden, werkingsmodaliteiten en samenstelling van

de raad van bestuur

Art. 4.§ 1. De raad van bestuur is, onder andere, bevoegd om : 1° de koers en de strategie van Sciensano vast te leggen;2° de beheersovereenkomst goed te keuren;3° het ontwerp van managementplan en het managementplan goed te keuren;4° het personeelsbeheer;5° de bepaling van de sectoren van activiteiten waarbij niet-permanente leden in de zin van artikel 10, § 3 van de wet mogen worden betrokken. Hij vertegenwoordigt Sciensano in rechte en tegenover derden en kan in naam van Sciensanoovereenkomsten afsluiten. § 2. Het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur legt ten minste het volgende vast : 1° het aantal keren dat de raad van bestuur jaarlijks ten minste vergadert, aantal dat niet lager mag zijn dan tweemaal per jaar;2° de voorwaarden en modaliteiten volgens dewelke de voorzitter de leden oproept voor de vergaderingen van de raad van bestuur overeenkomstig;3° de modaliteiten volgens dewelke het dossier ter beschikking wordt gesteld van de leden om er de mededeling te verkrijgen;4° de wijze en de modaliteiten volgens dewelke de beslissingen van de raad van bestuur ter kennis worden gebracht aan de algemene raad. Het huishoudelijk reglement kan bepalen dat de vergaderingen van de raad van bestuur verlopen via elektronische procedures. § 3. De delegaties van de raad van bestuur aan een of meer van zijn leden of aan de algemeen directeur mag geen betrekking hebben op : 1° de vaststelling van de koers en de strategie van Sciensano;2° de goedkeuring van de beheersovereenkomst, evenals elke wijziging daaraan;3° de goedkeuring van het ontwerp van managementplan en van het managementplan en de bepaling van het algemeen beleid;4° het toezicht op de algemeen directeur, inzonderheid voor wat betreft de uitvoering van de beheersovereenkomst;5° de algemene regels op het vlak van personeel;6° de bepaling van de sectoren van activiteiten waarbij niet-permanente leden in de zin van artikel 10, § 3 van de wet mogen worden betrokken. § 4. Het lid gekozen door en uit de vijf leden van de algemene raad die gekozen worden buiten Sciensano binnen de wereld van het wetenschappelijk onderzoek en die het geheel van de opdrachten van Sciensano vertegenwoordigen omwille van hun bekwaamheden wordt vergoed ten belope van een bedrag van 150 euro bij wijze van presentiegeld, betaald door Sciensano, zoals geïndexeerd overeenkomstig artikel 3, § 5, derde lid.

Het bedrag van de vergoeding en terugbetaling van hun verblijfs- en verplaatsingskosten wordt respectievelijk vastgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten, met dien verstande dat de vergoedingen voor reis- en verblijfskosten bij afwijking van deze verordeningen ten laste komen van Sciensano.

Art. 5.Een niet-permanent lid van de algemene raad wordt betrokken bij een sector van activiteiten van Sciensano wanneer de instelling die hij vertegenwoordigt instaat voor een jaarlijkse financiële bijdrage aan Sciensano van meer dan 200.000 euro, zoals geïndexeerd overeenkomstig de consumptieprijzen-index, voor een project dat behoort tot de betrokken sector van activiteiten.

Art. 6.§ 1. De raad van bestuur kan slechts rechtsgeldig beraadslagen als : 1° ten minste de helft van de permanente leden van de raad van bestuur, bedoeld in art.9, § 1 van de wet aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Als ten minste de helft van de leden bedoeld in artikel 9, § 1 van de voormelde wet niet aanwezig of vertegenwoordigd zijn, worden de leden opgeroepen voor een nieuwe vergadering om zich zonder toepassing van een aanwezigheidsquorum uit te spreken over hetzelfde agendapunt. 2° de ambtshalve oproeping door de voorzitter van de permanente leden, en van de niet-permanente leden wanneer zij betrokken zijn bij een of meer sectoren van activiteiten van Sciensano overeenkomstig artikel 10 van de wet voor de vergaderingen van de raad van bestuur vermeldt duidelijk en volledig het voorwerp van de agenda evenals de wijze waarop de raad van bestuur zal worden samengesteld om de agendapunten te behandelen;3° de oproeping van de voorzitter wordt gedaan in overeenstemming met de voorwaarden en modaliteiten vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur.Behalve in geval van een hoogdringendheid die alle leden erkennen, is de oproeping ten minste zeven kalenderdagen voor de vergadering in het bezit van de leden. In geval van hoogdringendheid wordt de termijn van zeven kalenderdagen verminderd tot vijf dagen. Het huishoudelijk reglement kan de termijn van vijf dagen verminderen ingeval van uiterste hoogdringendheid overeenkomstig de modaliteiten die het vastlegt. 4° de dagorde wordt ter kennis gebracht van alle leden van de raad van bestuur en van de algemene raad.Zij hebben het recht mededeling te verkrijgen van alle dossiers die verband houden met de agenda en die aan de raad van bestuur worden voorgelegd ter beslissing. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop het dossier ter beschikking wordt gesteld aan de leden. § 2. De beslissingen van de raad van bestuur worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. § 3. De vergaderingen van de raad van bestuur maken het voorwerp uit van processen-verbaal ondertekend door de voorzitter. Deze processen-verbaal worden ingeschreven in een bijzonder register. De kopies of uittreksels die voor te leggen zijn in rechte of elders worden ondertekend door de voorzitter. De voorzitter wordt ermee belast in te staan voor de bewaring van de archieven. Afdeling 3. - Modaliteiten van de werking en de samenstelling van de

wetenschappelijke raad

Art. 7.§ 1. Het huishoudelijk reglement van de wetenschappelijke raad kan inzonderheid de modaliteiten van de vervanging van de leden van de wetenschappelijke raad ingeval van afwezigheid of verhindering vastleggen. § 2. De leden van de wetenschappelijke raad worden aangesteld voor een hernieuwbare termijn van zes jaar.

Elk lid vertegenwoordigt de specifieke bevoegdheden van een van de wetenschappelijke directeurs. § 3. Ingeval van oprichting van een of meerdere expertencomités door de wetenschappelijke raad overeenkomstig artikel 13, § 4 van de wet, geeft elk expertencomité een voorafgaand advies aan de wetenschappelijke raad voor de wetenschappelijke aangelegenheden die behoren tot zijn bevoegdheid. Het expertencomité kan geen enkele bevoegdheid krijgen op het vlak van de benoeming, aanstelling of bestuur van het personeel van Sciensano.

De leden van het expertencomité worden gekozen door de raad van bestuur uit een dubbele lijst vastgesteld door de algemeen directeur en na voorstel van de wetenschappelijke raad. Elk expertencomité wordt voorgezeten door een lid van de wetenschappelijke raad, aangesteld door de raad van bestuur, die verslag uitbrengt aan de wetenschappelijke raad over de werking van het expertencomité dat hij voorzit.

De leden van het expertencomité worden aangesteld voor een duur van ten hoogste zes jaar. De aanstelling van de leden van het expertencomité neemt in elk geval een einde bij de afloop van de aanstelling van de leden van de wetenschappelijke raad.

Ingeval van verhindering van een lid van een expertencomité wordt voorzien in zijn vervanging volgens de procedure bedoeld in het tweede lid. Het lid dat in dat geval wordt aangesteld voleindigt de aanstelling van het lid dat hij vervangt. § 4. De leden van de wetenschappelijke raad worden vergoed ten belope van een bedrag van 150 euro bij wijze van presentiegeld, betaald door Sciensano, zoals geïndexeerd overeenkomstig artikel 3, § 5, derde lid.

Naast het presentiegeld, krijgt de voorzitter van de wetenschappelijke raad een jaarlijkse vaste vergoeding van 1500 euro, betaald door Sciensano, zoals geïndexeerd overeenkomstig artikel 3, § 5, derde lid.

Het bedrag van de vergoeding en terugbetaling van hun verblijfs- en verplaatsingskosten wordt respectievelijk vastgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten, met dien verstande dat de vergoedingen voor reis- en verblijfskosten bij afwijking van deze verordeningen ten laste komen van Sciensano. Afdeling 4. - De algemeen directeur

Art. 8.§ 1. Met het oog op het waarborgen van de wetenschappelijke en administratieve koers van Sciensano oefent de algemeen directeur in het bijzonder de volgende taken uit : 1° het onderhandelen van de beheersovereenkomst;2° het opstellen en uitvoeren van het ontwerp van managementplan en van het managementplan respectievelijk overeenkomstig artikel 26, § 1 en 2 van de wet evenals de goedkeuring en de uitvoering van de operationele plannen bedoeld in artikel 27 van dezelfde wet;3° het dagelijks bestuur en de vertegenwoordiging van Sciensano voor wat betreft dat bestuur;4° de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur;5° de organisatie en de coördinatie van de activiteiten van Sciensano;6° het in acht nemen van de professionele en wetenschappelijke deontologie van alle personeelsleden;7° het voorstellen van het ontwerp van de jaarbegroting aan de raad van bestuur en het eventuele ontwerp van aanpassing daarvan. § 2. De delegaties van de algemeen directeur aan een of meer leden van de directieraad of van het personeel mogen geen betrekking hebben op : 1° de wetenschappelijke en administratieve leiding van Sciensano;2° de onderhandeling van de beheersovereenkomst;3° het opstellen en de uitvoering van het ontwerp van managementplan en van het managementplan;4° de goedkeuring en de uitvoering van de operationele plannen;het voorstellen van de jaarbegroting aan de raad van bestuur; 5° het voorzitterschap van de directieraad. § 3. De algemeen directeur wordt aangesteld voor een hernieuwbare termijn van zes jaar.

Van zodra hij zijn functie opneemt, stelt de algemeen directeur het lid van de directieraad aan dat hem vervangt ingeval van afwezigheid of van tijdelijke verhindering. Als de vervanger zelf afwezig of verhinderd is, worden de functies van de algemeen directeur uitgeoefend door de wetenschappelijke directeur met de hoogste graadanciënniteit, of, desgevallend, de hoogste dienstanciënniteit.

Ingeval van blijvende verhindering van de algemeen directeur worden zijn functies uitgeoefend door de persoon die hij heeft aangesteld om hem tijdelijk te vervangen of, ingeval van afwezigheid of verhindering van deze laatste, door de wetenschappelijke directeur met de hoogste graadanciënniteit, of, desgevallend, de hoogste dienstanciënniteit, tot de aanstelling van een nieuwe algemeen directeur overeenkomstig het eerste lid.

Met blijvende verhindering wordt bedoeld een verhindering van een duur van langer dan zes maanden, daarin inbegrepen ingeval van samenloop van tijdelijke verhinderingen die een verhindering van een totale duur van meer dan zes maanden betekenen. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen van wetskrachtige teksten

Art. 9.In artikel 136, eerste lid, van de wet `betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen', gecoördineerd op 10 mei 2015, worden de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid - Louis Pasteur" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 10.In artikel 138, § 3, 8° van dezelfde wet, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano". HOOFDSTUK 5. - Andere wijzigingsbepalingen en opheffingsbepalingen

Art. 11.In artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 juni 1959 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het alcoholgehalte en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 15 April 1958 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering, van de wet van 1 Augustus 1899 houdende herziening van de wetgeving en van de reglementen op de politie van het vervoer en van de besluitwet van 14 November 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" en "Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 12.In artikel 7, § 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) De bepaling onder 6°, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, wordt vervangen als volgt : "6° Twee personeelsleden van Sciensano waarvan één gespecialiseerd is in volksgezondheid en de andere in bescherming van de voedselketen en de dierengezondheid."; b) De bepaling onder 7°, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 februari 2003, wordt opgeheven.

Art. 13.In artikel 23 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 14.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In het eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano";b) Het tweede lid wordt vervangen als volgt : "De controle van de in het eerste lid bedoelde producten die bestemd zijn voor de diergeneeskunde, wordt eveneens uitgevoerd door Sciensano, dat daartoe een beroep kan doen op specialisten in dit vak".

Art. 15.In artikel 24bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2001 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden `het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid' telkens vervangen door het woord `Sciensano'.

Art. 16.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 juli 1964 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de therapeutische bloedzelfstandigheden van menselijke oorsprong mogen worden ingevoerd, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 17.In artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 september 1966 betreffende de voorwaarden en modaliteiten tot erkenning van de laboratoria voor ontleding van en controle op de geneesmiddelen, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 januari 1992, worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "personeelsleden van Sciensano".

Art. 18.In artikel 2, tweede lid, 6°, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 19.In artikel 31, 32 en 37, van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose worden de woorden "het Nationaal Instituut voor diergeneeskundig onderzoek" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 20.In artikel 32, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "het voormeld Instituut" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 21.In punt 4.2 van Bijlage II van hetzelfde besluit, worden de woorden "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CERVA/CODA-Ukkel) Groeselenberg 99 B - 1180 Brussel" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 22.In artikel 2, 2, van het koninklijk besluit van 6 december 1978 tot bevordering van de runderbrucellosebestrijding, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 mei 2002, worden de woorden "het centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit houdende oprichting van het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat" vervangen door de woorden "Sciensano, de instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 23.In artikel 3, derde lid, 3, van het koninklijk besluit van 8 februari 1980 betreffende de erkenning van de laboratoria voor de ontleding van bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik, gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 24.In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 25.In artikel 3 koninklijk besluit van 9 februari 1981 betreffende het toezicht bij de invoer van voedingsmiddelen en andere in de wet van 24 januari 1977 bedoelde produkten, gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 26.In artikel 32, § 10, en 33bis, § 5, 5°, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 27.In de artikelen 1 en 3, 2° van het koninklijk besluit van 18 maart 1988 tot oprichting van een Hoge Raad voor de Coördinatie van de AIDS-bestrijding, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 28.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 1990 betreffende het nemen van monsters van voedingsmiddelen en andere produkten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "aan Sciensano"

Art. 29.In bijlage IIIquater bij het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006, worden de volgende wijzigen aangebracht : 1° zij wordt aangevuld met de volgende instelling : - Sciensano 2° de volgende instituten worden ingetrokken : - Wetenschappelijk instituut Volksgezondheid - Centrum voor onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie.

Art. 30.In artikel 1, zsexies van het koninklijk besluit van 9 december 1992 betreffende veterinairrechtelijke voorwaarden aangaande de produktie, de behandeling, de bewaring, het gebruik, het intracommunautair handelsverkeer en de invoer van rundersperma, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november 2005 wordt vervangen als volgt : "zsexies) "Sciensano" : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 31.In hoofdstuk I van bijlage 2, B, bij hetzelfde besluit, worden de woorden "het CODA (Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie)" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 32.In bijlage 3, A, 3, derde lid van hetzelfde besluit worden de woorden "het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 33.In artikel 9, eerste lid van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) De bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : "3° drie experten van Sciensano, waarvan 2 gespecialiseerd zijn in volksgezondheid en één gespecialiseerd is in bescherming van de voedselketen en dierengezondheid";b) De bepaling onder 5° wordt opgeheven.

Art. 34.In artikel 15 van het koninklijk besluit van 29 januari 1996 betreffende de erkenning van de laboratoria die voedingsmiddelen en andere produkten ontleden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In het eerste lid worden de woorden "Het "Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".b) In het tweede lid worden de woorden "dit Instituut" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 35.In artikel 2, § 5, van het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 36.In artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit van 28 oktober 1996 betreffende de benaming, de kenmerken en het zwavelgehalte van LPG voor wegvoertuigen worden de woorden "het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 37.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 19 november 1996 betreffende de benaming, de kenmerken en het zwavelgehalte van de lampolie worden de woorden "het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 38.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encephalopathies bij herkauwers worden volgende wijzigingen aangebracht : a) In de bepaling onder 3°, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 januari 2004, worden de woorden "door het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie" vervangen door de woorden "door Sciensano";b) De bepaling onder 13°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 december 2000, wordt vervangen als volgt : "13° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 39.In artikel 3bis, § 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 januari 2004 worden de woorden "van het C.O.D.A." vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 40.In artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 19 juli 2001, worden de woorden "het C.O.D.A." telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 41.In artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 14 januari 2004, worden de woorden "het C.O.D.A." vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 42.In punt 7 van de bijlage II bij het koninklijk besluit van 15 juli 1997 betreffende de actieve implanteerbare medische hulpmiddelen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2009, worden de woorden "door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV)" vervangen door de woorden "door Sciensano".

Art. 43.In de artikelen 3, 5 en 6 van het koninklijk besluit van 29 september 1997 houdende overdracht van de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur" telkens vervangen door het woord "Sciensano"

Art. 44.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 oktober 1997 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende de bestrijding van bepaalde exotische dierziekten worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In de bepaling onder 7° worden de woorden "het CODA" vervangen door het woord "Sciensano";b) De bepaling onder 15° wordt vervangen als volgt : "15° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 45.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 46.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 27 november 1997 betreffende de inrichting van de bestrijding van de virale caprine artritis encefalitis worden de woorden "aan het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (C.O.D.A.)" vervangen door de woorden "aan Sciensano, de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 47.In artikel 4, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten worden de woorden "naar het Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie" vervangen door de woorden "naar Sciensano".

Art. 48.In punt 8 van de bijlage II bij het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen, vervangen door het koninklijk besluit van 17 maart 2009, worden de woorden "door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, hierna WIV genoemd" vervangen door de woorden "door Sciensano".

Art. 49.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 april 1999 houdende oprichting van een Commissie voor de coördinatie van het antibioticabeleid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In de bepaling onder 5° worden de woorden "een arts, vertegenwoordiger van de Afdeling Epidemiologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur" vervangen door de woorden "een arts, vertegenwoordiger van de bevoegde dienst van Sciensano";b) In de bepaling onder 7° worden de woorden "van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 50.In artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de afdeling beoefenaars van de verpleegkunde van de Hoge Raad voor gezondheidsberoepen worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid-Louis Pasteur" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 51.In de artikelen 30 tot 32 en 45 van het koninklijk besluit van 3 december 1999 betreffende de erkenning van de laboratoria voor klinische biologie door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" en "het Instituut" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 52.In artikel 2, lid 1, van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 houdende nadere regeling van de financiering van de externe kwaliteitscontrole van erkende laboratoria voor klinische biologie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 53.In artikel 7, §§ 2 en 6, vijfde lid, van het koninklijk besluit van 14 november 2001 betreffende medische hulpmiddelen voor in vitro-diagnostiek worden de woorden "afdeling Klinische Biologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "bevoegde dienst van Sciensano".

Art. 54.In artikel 1, 10°, 5, § 3, 7 en 8, 6, § 2 tot 4 en 7 van het koninklijk besluit van 6 maart 2002 tot vaststelling van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de uitvoering ervan bij proeven op scheikundige stoffen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" telkens vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 55.In artikel 5, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "het Instituut" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 56.In de artikelen 1, 9°, 5, § 3 en 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 57.In artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Juliette Wytsmanstraat 14, 1050 Brussel" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 58.In artikel 56, § 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" worden telkens vervangen door de woorden "van Sciensano";2° de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" worden telkens vervangen door de woorden "aan Sciensano";3° de woorden "Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" worden telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 59.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2002 betreffende de bestrijding van rundertuberculose wordt de bepaling onder 17° vervangen als volgt : "17° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 60.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "het C.O.D.A." vervangen door het woord "Sciensano"

Art. 61.In artikel 6, b), eerste streepje van hetzelfde besluit worden de woorden "het C.O.D.A." vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 62.In artikel 17, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "het C.O.D.A." vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 63.In artikel 30 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : a) In paragraaf 3 worden de woorden "door het C.O.D.A." vervangen door de woorden "door Sciensano"; b) In paragraaf 4 worden de woorden "Het C.O.D.A." vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 64.In bijlage 2, artikel 2, 12, b) van hetzelfde besluit worden de woorden "Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, J. Wytsmanstraat 14, B-1050 Brussel" vervangen door de woorden "Sciensano, de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 65.In artikel 1, eerste streepje van het koninklijk besluit van 29 juni 2003 betreffende het informeren van het Belgisch Focal Point van het Europees informatienetwerk over drugs en drugsverslaving, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 oktober 2006, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 66.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 maart 2004 betreffende de bestrijding van Afrikaanse varkenspest wordt 19° vervangen als volgt : "19° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 67.In de artikelen 11, eerste lid, 1°, en 13 en in bijlage III van hetzelfde besluit worden de woorden "van het CODA" telkens vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 68.In artikel 14, 41, 42, 44 en in bijlage III, 1 en 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 69.In bijlage II van het koninklijk besluit van 22 mei 2005 houdende maatregelen voor de bewaking van en de bescherming tegen bepaalde zoönoses en zoönoseverwekkers, worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1.1. worden de woorden "Departement Pasteur Instituut, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV)" vervangen door het woord "Sciensano"; b) in 1.3 en 1.4 worden de woorden "Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV)" telkens vervangen door het woord "Sciensano". c) in 1.5 worden de woorden "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA)" vervangen door de woorden "Sciensano, de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 70.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 oktober 2005 betreffende de bestrijding van mond-en-klauwzeer wordt de bepaling onder 13° vervangen als volgt : "13° : Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 71.In artikel 3, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 72.In de artikelen 29, § 9; 42, § 9; 51, lid 1, 4° ; 56, § 8; 60, § 12; 65, § 1, 2 en 4; 66, § 1 en 2; 69, § 3, 6° ; van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 73.In de artikelen 63, 2° ; 65, § 1, eerste lid, en 72, § 2, 3° van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 74.In bijlage 11 van hetzelfde besluit worden de woorden "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA-Ukkel)" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 75.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 tot oprichting van een Comité voor advies inzake biociden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt : "5° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 76.In artikel 4, § 1, 6°, et § 2, tweede lid, en artikel 6, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 november 2012, worden de woorden "het WIV" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 77.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 november 2006 houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : "3° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 78.In artikel 3, § 1, 4° van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 79.In artikel 82 van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, hierna WIV genoemd" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 80.In artikel 87, § 1, 88, § 1, en artikel 89, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "het WIV" en de woorden "Het WIV" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 81.In artikel 88, § 1 en 2 en artikel 89, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "aan het WIV" telkens vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 82.In artikel 128, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In het vijfde streepje, worden de woorden "een personeelslid dat tot het WIV behoort" vervangen door de woorden "twee personeelsleden die tot Sciensano behoren";b) Het zesde streepje wordt opgeheven.

Art. 83.In artikel 129, § 2, tweede streepje, en § 3, tweede streepje van hetzelfde besluit, worden de woorden "de Directeur van het WIV" telkens vervangen door het woord "de Algemeen directeur van Sciensano".

Art. 84.In artikel 209, eerste lid 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie, hierna CODA genoemd" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 85.In de artikelen 214, eerste lid en 215, § 2, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 86.In artikel 215, § 2, eerste lid, § 3 en § 4, van hetzelfde besluit worden de woorden "aan het CODA" telkens vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 87.In artikel 215, § 1 en 2, eerste en vijfde lid van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 88.In het artikel 251, van hetzelfde besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht : a) In het tweede streepje, worden de woorden "de Directeur van het WIV of zijn afgevaardigde" vervangen door de woorden "de algemeen Directeur en een directeur van Sciensano, of hun afgevaardigde";b) Het derde streepje, wordt opgeheven.

Art. 89.In artikel 9, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 5 maart 2007 houdende oprichting van de Hoge Gezondheidsraad worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, het Centrum voor Onderzoek Diergeneeskunde en Agrochemie" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 90.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 maart 2007 ter organisatie van fokprogramma's ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapenrassen wordt de bepaling onder 14° vervangen als volgt : "14° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 91.In artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "Het CODA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 92.In artikel 9, 1°, vijfde streepje van hetzelfde besluit worden de woorden "CODA, Departement Biocontrole, Afdeling Pathologie, Laboratorium voor genotypering, Groeselenberg 99, 1180 Brussel" vervangen door de woorden "de wetenschappelijke directie dierengezondheid van Sciensano".

Art. 93.In artikel 2, 14°, van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van de bijen worden de woorden "het "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA)" zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 juni 1997 houdende oprichting van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat" vervangen door de woorden "Sciensano, de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 94.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza wordt de bepaling onder 29° vervangen als volgt : "29° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 95.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" worden vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 96.In de artikelen 12, § 10 en 53, § 2, 4°, van hetzelde besluit worden de woorden "het CODA" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 97.In de artikelen 12, § 10 en 53, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "Het CODA" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 98.In artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 1 juni 2008 tot toelating van het vaccin voor diergeneeskundig gebruik tegen Japanse encefalitis worden de woorden "het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie ("CODA")" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 99.In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 100.In de artikelen 3 en 4, § 1, van het koninklijk besluit van 23 december 2008 houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 39 van de wet van 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid en houdende nadere toepassingsregelen worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut van Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 101.In artikel 1, § 1, 1°, tweede en derde streepje, van het koninklijk besluit van 10 december 2009 houdende de samenstelling en werking van het raadgevend comité van gebruikers van de gegevens van de stichting van openbaar nut van het Kankerregister worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 102.In artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) De bepaling onder 22° wordt vervangen als volgt : "22° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".b) In de bepaling onder 25° worden de woorden "het CODA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 103.In de artikelen 4, § 2, en 27, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "aan het CODA" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 104.In de artikelen 4, § 3, en 29, van hetzelfde besluit worden de woorden "van het CODA" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 105.In artikel 18, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 106.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 februari 2011 tot vaststelling van de financieringsvoorwaarden van de referentiecentra voor humane microbiologie worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In de eerste lid worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV)" vervangen door het woord "Sciensano";b) In lid 1, 5°, worden de woorden "het WIV" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 107.In artikel 3, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "de Operationele Directie Volksgezondheid en Surveillance (OD V&S) van het WIV" vervangen door de woorden "de bevoegde dienst van Sciensano".

Art. 108.In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" worden vervangen door het woord "Sciensano";b) De woorden "de OD V&S van het WIV" worden vervangen door de woorden "de bevoegde dienst van Sciensano".

Art. 109.In artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "aan het WIV" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 110.In de titel van hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 111.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "De OD V&S van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV)" vervangen door de woorden "de bevoegde dienst van Sciensano".

Art. 112.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : a) In de eerste lid worden de woorden "Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV)" vervangen door het woord "Sciensano";b) In lid 2 worden de woorden "het WIV (uitgevoerd door de OD V&S en de afdeling Klinische Biologie van de " OD Expertise, dienstverlening en klantenrelaties ")" vervangen door de woorden "de bevoegde dienst van Sciensano".

Art. 113.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : a) In de eerste lid worden de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de worden "aan Sciensano";b) In de derde lid worden de woorden "het WIV" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 114.In de bijlage bij hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : a) In de bepalingen onder 7 en 11 worden de woorden "van het WIV" telkens vervangen door het woord "Sciensano";b) In de bepaling onder 10 worden de woorden "het WIV" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 115.In artikel 32, c) en h), 33, § 1 en 40, § 1, van het koninklijk besluit van 5 december 2011 betreffende de erkenning van de laboratoria voor pathologische anatomie door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" telkens vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 116.In artikel 32, d), van hetzelfde besluit worden de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 117.In artikel 33, § 1er, b) van hetzelfde besluit, worden de woorden "het Instituut" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 118.In de artikelen 33, § 2 en 42, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 119.In de artikelen 35 en 43, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 120.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende de sanitaire voorwaarden voor de productie, het verzamelen, de opslag, het inplanten, de nationale handel, het intracommunautair handelsverkeer en de invoer van embryo's van als huisdier gehouden runderen wordt de bepaling onder p) vervangen als volgt : "p) Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 121.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "aan het CODA" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 122.In artikel 10.3 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 15 december 2013 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden voor de periode 2013-2017 worden de woorden "Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 123.In artikel 2, 12°, van het koninklijk besluit van 19 maart 2014 betreffende de samenstelling en de werking van de Expertenstuurgroep van het Federaal Voedings- en Gezondheidsplan worden de woorden "van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid" vervangen door de woorden "van Sciensano".

Art. 124.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 125.In de artikelen 2 en 9, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende bepaling van de regels volgens welke de ziekenhuizen gegevens met betrekking tot de "Treatment Demand Indicator" moeten meedelen aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, worden de woorden "het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 126.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden "aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" vervangen door de woorden "aan Sciensano".

Art. 127.In artikel 3, § 2, 21°, van het koninklijk besluit van 25 november 2016 betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis worden de woorden "CODA-CERVA : het "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie" zoals gedefinieerd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 juni 1997 houdende oprichting van het Centrum van Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat" vervangen door de woorden "Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 128.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden "het CODA-CERVA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 129.In artikel 2, § 1, van koninklijk besluit van 18 september 2017 betreffende de bestrijding van boviene virale diarree wordt de bepaling onder 18° vervangen als volgt : "18° Sciensano : de openbare instelling bedoeld in artikel 3 van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano".

Art. 130.In artikelen 4, 11, § 3, en 22 van hetzelfde besluit worden de woorden "CODA-CERVA" vervangen door het woord "Sciensano".

Art. 131.Opgeheven worden : 1° Het koninklijk van 6 maart 1968 houdende oprichting van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid als federale wetenschappelijke instelling bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;2° het koninklijk besluit van 14 oktober 1987 waarbij de rechtspersoonlijkheid aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid voor het beheer van zijn eigen vermogen wordt verleend;3° Het koninklijk besluit van 20 juni 1997 houdende oprichting van het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat;4° Het koninklijk besluit van 12 november 1997 tot vaststelling van de werkingsmodaliteiten van de rechtspersoonlijkheid van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie.

Art. 132.De minister bevoegd voor volksgezondheid en de minister bevoegd voor landbouw, ieder wat hem betreft, wijzigt de ministeriële besluiten die zijn genomen ter uitvoering van de koninklijke besluiten die bij dit besluit worden gewijzigd en wijzigt eveneens de ministeriële besluiten die van toepassing zijn op het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid of het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie, om ze in overeenstemming te brengen met de wijzigingen van dit besluit en met de oprichting van Sciensano als rechtsopvolger van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie bij of krachtens de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano.

Art. 133.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2018.

Art. 134.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Landbouw, ieder wat hem betreft, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 maart 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Landbouw, D. DUCARME

^