Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 mei 2003
gepubliceerd op 04 augustus 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen die ongeregelde diensten, pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012324
pub.
04/08/2003
prom.
28/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/28/2003012324/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen die ongeregelde diensten, pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen die ongeregelde diensten, pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2001 Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen die ongeregelde diensten, pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 59015/CO/140.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ongeregelde diensten, pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer, subsector van het gemeenschappelijk personenvervoer te land, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen. § 2. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden gelijkgesteld met werklieden : 1. de personen verbonden aan een werkgever bedoeld door artikel 1, § 1, van deze overeenkomst door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun arbeidsovereenkomst werd gegeven;2. de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot wijziging van de wet van 27 juni 1969 houdende wijziging van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid van de loontrekkenden. HOOFDSTUK II. - Koopkrachtverhoging

Art. 2.De lonen worden als volgt aangepast op 1 oktober 2001 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3. De in punten 1 en 2 van deze paragraaf vermelde bedragen worden op 1 oktober 2002 met 2 pct.verhoogd. § 3. Gemeenschappelijke loonbepalingen 1. Een inactiviteitsdag in het buitenland wordt vergoed door een afwezigheidspremie gelijk aan 59,25 EUR.Voor deze inactiviteitsdag is de ARAB-vergoeding niet verschuldigd. Voor een dagelijkse diensttijd tot 5 uur 15 minuten enkel gepresteerd in het buitenland in het raam van een meerdaagse reis, ontvangt de bestuurder 59,25 EUR. De ARAB-vergoeding wordt berekend in functie van de duur van de diensttijd. 2. In geval van garage-activiteit ontvangt de bestuurder per dag diensttijd een loon van : 59,25 EUR tot 6 uur 30 minuten diensttijd; 70,65 EUR tussen 6 uur 31 minimum en 8 uur diensttijd.

Voor deze prestatie is de ARAB-vergoeding niet verschuldigd. 3. In geval van economische werkloosheid dient een uurloon van 9,0506 EUR aangegeven te worden.4. De compensatiedagen voor arbeid op zondagen die binnen de 6 dagen niet gerecupereerd worden alsmede de compensatiedagen voor de feestdagen, worden vergoed door een forfaitair bedrag van 70,65 EUR.5. Wanneer de bestuurder zijn dienst begint of eindigt buiten de onderneming, ontvangt hij voor iedere verplaatsing van meer dan 5 uur 15 minuten, uitgevoerd met een ander vervoermiddel dan de eigen autocar, een bezoldiging van 59,25 EUR.Indien deze verplaatsing minder dan 5 uur 15 minuten bedraagt, wordt een bezoldiging van 29,62 EUR toegekend. HOOFDSTUK III. - ARAB-vergoeding

Art. 3.Op 1 juli 2001 wordt de ARAB-vergoeding verhoogd tot 0,92 EUR per uur met een maximum van 11,01 EUR per dagelijkse diensttijd. HOOFDSTUK IV. - Arbeidsvoorwaarden

Art. 4.De werkgever moet ervoor zorgen dat de bestuurder die een pendeldienst uitvoert op de plaats van bestemming over een passende slaapaccommodatie beschikt. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepaling

Art. 5.Voor de periode van 1 juli 2001 tot en met 31 december 2001 gelden in plaats van de bedragen in euro, vermeld in artikel 2, § 1, § 2 en § 3, 1, 2, 3, 4 en 5 en in artikel 3, de bedragen in Belgische frank als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Elk der ondertekenende partijen kan hieraan evenwel een einde stellen mits betekening van een opzegging van 3 maanden aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^