Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 mei 2004
gepubliceerd op 07 juni 2004

Koninklijk besluit betreffende de identificatie en registratie van honden

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004022426
pub.
07/06/2004
prom.
28/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/28/2004022426/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 MEI 2004. - Koninklijk besluit betreffende de identificatie en registratie van honden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd door de programmawet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van honden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 augustus 1998;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 februari 1998 betreffende de identificatie en de registratie van honden, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 20 augustus 1998 en 28 november 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 15 juli 1998 tot vaststelling van de datum van de inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van honden en van het bedrag van de verplichte bijdrage voor de registratie van honden, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 20 augustus 1998;

Gelet op het ministerieel besluit van 15 december 1998 tot vaststelling van de eigenschappen van het tatoeëerteken en van de microchip voor de identificatie van honden;

Gelet op het eensluidend advies van de Ministerraad, gegeven op 2 april 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 30 maart 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 1 april 2004;

Gelet op advies 37.000/3 van de Raad van State gegeven op 29 april 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° Minister : de Minister tot wiens Bevoegdheid de dierenbescherming behoort;2° Verantwoordelijke : de persoon, eigenaar of houder van een hond, die er gewoonlijk een onmiddellijk beheer of toezicht op uitoefent;3° Erkende dierenarts : dierenarts erkend in uitvoering van artikel 4, vierde lid van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde;4° Erkende inrichting : inrichting erkend overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren, en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren;5° Identificatie : het aanbrengen van een individueel, onuitwisbaar en uniek merkteken;6° Identificeerder : persoon gemachtigd om een identificatie uit te voeren;7° Centrale register : geautomatiseerde gegevensbank waarin de gegevens betreffende de identiteit van een hond en die van zijn verantwoordelijke worden bewaard;8° Paspoort : document waarin alle gegevens betreffende de identiteit van een hond en zijn verantwoordelijke worden opgenomen en waarin tevens de gegevens betreffende de gezondheidsstatus van het dier vermeld worden;9° Verhandelen : in de handel brengen, te koop aanbieden, tentoonstellen met het oog op verkoop, ruilen, verkopen, ten kosteloze of bezwarende titel afstaan.

Art. 2.§ 1. De verantwoordelijke van een hond moet deze vóór de leeftijd van vier maanden laten identificeren en registreren overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

De verantwoordelijke van een hond moet deze in elk geval laten identificeren en registreren vooraleer de hond verhandeld wordt. § 2. Als bewijs van identificatie geldt het voorlopig identificatiecertificaat dat werd ingevuld overeenkomstig artikel 17.

Het model van het voorlopig identificatiecertificaat is vastgelegd in bijlage I bij dit besluit.

Als bewijs van identificatie en registratie van honden die worden geïdentificeerd en geregistreerd na de inwerkingtreding van dit besluit geldt het paspoort, waarvan het model is vastgelegd in bijlage II bij dit besluit, voorzien van het definitieve identificatie- en registratiecertificaat bedoeld in artikel 19. Het model van het definitieve identificatie- en registratiecertificaat is vastgelegd in bijlage III bij dit besluit. § 3. De paspoorten en de voorlopige identificatiecertificaten worden door de beheerder van het centrale register verdeeld aan de erkende dierenartsen en de verenigingen erkend overeenkomstig artikel 8. § 4. Het is verboden paspoorten na te maken of te vervalsen, evenals wijzigingen die niet zijn voorzien in dit besluit aan te brengen aan het definitieve identificatie- en registratiecertificaat. § 5. Een identificeerder mag geen paspoort afleveren voor een hond waarvoor reeds een paspoort afgeleverd werd. § 6. De modaliteiten voor de identificatie en de registratie van de honden bedoeld in artikel 9, § 2 van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren worden vastgesteld door de Minister.

Art. 3.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 25, § 1 is het verboden een hond ten kosteloze of bezwarende titel te verwerven die niet overeenkomstig de bepalingen van dit besluit werd geïdentificeerd en geregistreerd en die niet vergezeld gaat van het bewijs van identificatie en registratie zoals bedoeld in artikel 2, § 2, tweede lid. HOOFDSTUK II. - Identificatiemethodes Afdeling 1. - Algemeen

Art. 4.§ 1. De identificatie dient te gebeuren hetzij door tatoeage, hetzij door het inbrengen van een microchip.

De Minister kan alternatieve identificatietechnieken toelaten of één van beide voormelde identificatietechnieken verbieden. § 2. Het is verboden een tatoeage of microchip te verwijderen, te wijzigen of te vervalsen. Tevens is het niet toegelaten een microchip te hergebruiken.

Art. 5.Een tatoeage mag niet aangebracht worden bij een hond die reeds een leesbare tatoeage draagt.

Evenmin mag een microchip aangebracht worden bij een hond die reeds een leesbare microchip draagt.

Art. 6.Een tatoeage mag aangebracht worden bij een hond die een leesbare microchip draagt.

Ook mag een microchip aangebracht worden bij een hond die een tatoeage draagt.

Art. 7.Wanneer het identificatieteken van een hond niet meer leesbaar is, moet de verantwoordelijke een nieuw identificatieteken laten aanbrengen volgens de methode van zijn keuze. Onverminderd de bepalingen van de artikelen 13 en 16 zijn de kosten van deze identificatie ten laste van de verantwoordelijke. Afdeling 2. - Tatoeage

Art. 8.De tatoeage mag slechts worden verricht door een erkend dierenarts of door een persoon aangeduid door een vereniging die door de Minister is erkend volgens de volgende procedure : 1° Om erkend te worden moeten de verenigingen een aanvraag richten tot de Minister.Deze aanvraag moet vergezeld zijn van het reglement van inwendige orde van de vereniging. 2° De erkenning wordt binnen de negentig dagen na ontvangst van de aanvraag door de Minister verleend indien de volgende voorwaarden zijn vervuld : -de vereniging moet beschikken over een aangepast programma voor de selectie en de vorming van haar tatoeëerders; - de vereniging moet een toezicht uitoefenen op de kwaliteit van het werk van haar tatoeëerders; - de vereniging moet een interne tuchtprocedure voorzien voor tatoeëerders die onregelmatigheden begaan of hun werk niet naar behoren uitvoeren. 3° De Minister kan bijkomende voorwaarden vaststellen met betrekking tot de kwalificatie van deze tatoeëerders.

Art. 9.Het tatoeëerteken aangebracht in België moet samengesteld zijn uit 6 tekens als volgt : - 1e teken : B voor België; - 2e teken : letter van A tot Z, behalve D en Q, voor aanduiding van de verantwoordelijke erkende vereniging, ofwel de letter D voor de verantwoordelijke dierenarts; - 3e, 4e, 5e en 6e tekens : 4 letters van A tot Z, behalve Q.

Art. 10.De tatoeage mag slechts worden aangebracht op de binnenkant van het oor of de dij of in de liesplooi.

Art. 11.De kleur van de tatoeëerinkt dient aangepast te worden aan de kleur van de vacht van de hond opdat de tatoeage goed leesbaar zal zijn.

Art. 12.De Minister kan de tatoeagetechnieken en de gebruiksvoorschriften bepalen.

Art. 13.Indien de tatoeage onleesbaar blijkt, is de tatoeëerder of de vereniging die hij eventueel vertegenwoordigt, verplicht de tatoeage op zijn kosten te herhalen en dit op verzoek van de verantwoordelijke en mits voorlegging van het paspoort. Afdeling 3. - Microchip

Art. 14.§ 1. De microchip mag slechts worden ingeplant door een erkende dierenarts. Deze verifieert de leesbaarheid van de microchip alvorens deze in te planten. § 2. In erkende inrichtingen mag de microchip slechts ingeplant worden door de erkende dierenarts bedoeld in artikel 8, § 1 van het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende de erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren, en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren. § 3. De microchip dient onderhuids ingebracht te worden in het midden van de linkerzijkant van de hals.

Art. 15.De microchip moet beantwoorden aan de ISO-normen 11784 : 1996 (E) en 11785 : 1996 (E). Vanaf de door de Minister bepaalde datum moet de microchip steriel zijn.

De verdeler van de microchips moet de nummers van de microchips samen met de volledige gegevens van de erkende dierenarts aan wie de chips geleverd werden binnen de twee dagen op elektronische wijze bezorgen aan de beheerder van het centrale register. De voorwaarden voor de verdeling en de traceerbaarheid van de microchips worden vastgesteld door de Minister.

Art. 16.Indien de microchip onleesbaar blijkt, moet de erkende dierenarts die de microchip plaatste de identificatie- en registratieprocedure op zijn kosten herhalen en dit op verzoek van de verantwoordelijke en mits voorlegging van het paspoort. HOOFDSTUK III. - Identificatie- en registratieprocedure Afdeling 1. - Voorlopig identificatiecertificaat

Art. 17.Het voorlopig identificatiecertificaat bestaat uit verschillende blaadjes, met name een roze origineel en drie kopieën die respectievelijk een groene, een gele en een witte kleur hebben.

Art. 18.Op het ogenblik van de identificatie wordt door de identificeerder het voorlopig identificatiecertificaat ingevuld waarop het nummer van het paspoort duidelijk wordt vermeld. Het roze origineel van het document en de gele kopie worden zo snel mogelijk en in elk geval binnen de acht dagen na de identificatie door de identificeerder aan de beheerder van het centrale register bezorgd.

Het paspoort, dat tenminste het identificatieteken bevat, en de witte kopie worden onmiddellijk aan de verantwoordelijke van het dier gegeven. De groene kopie wordt tot één jaar na de identificatie bewaard door de identificeerder.

Art. 19.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 1, tweede lid kan de kweker van een hond het dier verhandelen zonder het voorafgaand te laten registreren, voor zover de bestemming een erkende inrichting is.

Hiertoe bezorgt de identificeerder, in afwijking van artikel 18, enkel het roze origineel van het voorlopige identificatiecertificaat zo snel mogelijk en in ieder geval binnen de acht dagen na de identificatie aan de beheerder van het centrale register. Het paspoort wordt samen met de gele en de witte kopie onmiddellijk aan de kweker gegeven. De groene kopie wordt tot één jaar na de identificatie bewaard door de identificeerder.

Op het moment dat de hond wordt verhandeld aan een erkende inrichting vult de kweker het erkenningsnummer en de gegevens van de nieuwe verantwoordelijke in op de achterzijde van de gele kopie van het voorlopige identificatiecertificaat en bezorgt deze zo snel mogelijk en in ieder geval binnen de acht dagen na de verhandeling aan de beheerder van het centrale register. Het paspoort en de witte kopie worden onmiddellijk overhandigd aan de nieuwe verantwoordelijke. Deze laatste mag de hond niet ruilen, verkopen of ten kosteloze of bezwarende titel afstaan vooraleer hij in het bezit is van het definitieve identificatie- en registratiecertificaat. § 2. Indien de kweker van de hond zoals bedoeld in § 1 het dier niet binnen de acht dagen na de identificatie verhandelt aan een erkende inrichting vult hij zijn gegevens in op de achterzijde van de gele kopie van het voorlopige identificatiecertificaat en bezorgt deze zo snel mogelijk aan de beheerder van het centrale register. In dit geval mag het dier pas verhandeld worden wanneer de kweker in het bezit is van het definitieve identificatie- en registratiecertificaat. Afdeling 2. - Registratie

Art. 20.Het definitieve identificatie- en registratiecertificaat bestaat uit twee zelfklevende etiketten die op de pagina's 2 en 3 van het paspoort gekleefd worden.

Art. 21.Na ontvangst van de gele kopie van het voorlopig identificatiecertificaat registreert de beheerder van het centrale register de gegevens van het dier en zijn verantwoordelijke in het centrale register en zendt aan de verantwoordelijke een definitief identificatie- en registratiecertificaat samen met een luik getiteld « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » waarvan het model is opgenomen in bijlage IV bij dit besluit. De verantwoordelijke kleeft het definitieve identificatie- en registratiecertificaat onmiddellijk na ontvangst in het paspoort.

Art. 22.Bij overdracht van een hond vult de overdrager het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » in en bezorgt dit binnen de acht dagen aan de beheerder van het centrale register. Het paspoort wordt onmiddellijk overhandigd aan de nieuwe verantwoordelijke. De beheerder van het centrale register stuurt het bewijs van verandering naar de nieuwe verantwoordelijke, samen met een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ».

Deze kleeft het nieuwe definitieve identificatie- en registratiecertificaat onmiddellijk na ontvangst in het paspoort.

Art. 23.In geval van artikel 6 of 7 stuurt de identificeerder zo snel mogelijk en in ieder geval binnen de acht dagen het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte », met vermelding van het nieuwe identificatieteken, naar de beheerder van het centrale register. Deze bezorgt aan de verantwoordelijke als bewijs van registratie onder dit nieuwe identificatieteken een nieuw definitief identificatie- en registratiecertificaat en een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». Afdeling 3. - Verhandeling naar het buitenland

Art. 24.§ 1. Bij verhandeling van een hond naar het buitenland stuurt de beheerder van het centrale register in afwijking van artikel 22 geen bewijs van verandering en geen luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » naar de nieuwe verantwoordelijke. § 2. Wanneer in uitvoering van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 voor de verhandeling van een hond naar het buitenland een certificaat wordt afgeleverd, brengt de certificerende dierenarts op het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » een stempel met vermelding « uitvoer » aan vooraleer dit luik aan de beheerder van het centrale register toe te sturen. § 3. Het paspoort vergezelt de hond wanneer deze naar het buitenland vertrekt. Afdeling 4. - Asielen

Art. 25.§ 1. Een erkend dierenasiel mag, in afwijking van artikel 3, honden die niet geïdentificeerd zijn, opnemen. § 2. In geval van opvang van een hond door een erkend dierenasiel kan de verantwoordelijke van het asiel het dier, gedurende de termijnen bedoeld in artikel 9, § 2 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, niet op zijn naam laten registreren, indien het reeds geïdentificeerd en/of geregistreerd is. § 3. Vooraleer een niet-geïdentificeerde hond door een dierenasiel wordt teruggegeven aan zijn verantwoordelijke moet het dier geïdentificeerd en geregistreerd worden op naam en op kosten van de verantwoordelijke van het dier. Hiertoe vult de identificeerder de gegevens van de verantwoordelijke in op het voorlopig identificatiecertificaat en stuurt hij het roze origineel en de gele kopie zo snel mogelijk en in ieder geval binnen de acht dagen naar de beheerder van het centrale register. Het paspoort en de witte kopie worden onmiddellijk overhandigd aan de verantwoordelijke. Na ontvangst van de gele kopie van het voorlopig identificatiecertificaat zendt de beheerder van het centrale register aan de verantwoordelijke een definitief identificatie- en registratiecertificaat, tezamen met een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ».

De verantwoordelijke kleeft dit certificaat onmiddellijk na ontvangst in het paspoort. § 4. Honden die door een asiel geplaatst worden moeten geïdentificeerd en geregistreerd worden vooraleer ze worden overgedragen aan de nieuwe verantwoordelijke : 1° Indien de hond reeds geïdentificeerd en geregistreerd is en voorzien van een paspoort op naam van het asiel of van de vorige verantwoordelijke vult de verantwoordelijke van het asiel het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » in en bezorgt dit, in afwijking van artikel 22, binnen de veertien dagen aan de beheerder van het centrale register.Het paspoort wordt onmiddellijk overhandigd aan de nieuwe verantwoordelijke. De beheerder van het centrale register stuurt aan deze laatste het bewijs van verandering van verantwoordelijke, tezamen met een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». De nieuwe verantwoordelijke kleeft dit certificaat onmiddellijk in het paspoort. 2° Indien de hond geïdentificeerd wordt op het ogenblik van de adoptie wordt het voorlopig identificatiecertificaat ingevuld op naam van de nieuwe verantwoordelijke.Het paspoort en de witte kopie worden onmiddellijk aan hem overhandigd. De verantwoordelijke van het asiel bezorgt het roze origineel en de gele kopie, in afwijking van de artikelen 18, binnen de veertien dagen aan de beheerder van het centrale register. Deze zendt aan de nieuwe verantwoordelijke van de hond een definitief identificatie- en registratiecertificaat, tezamen met een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». De nieuwe verantwoordelijke kleeft dit certificaat onmiddellijk na ontvangst in het paspoort. Afdeling 5. - Adresverandering en sterfte van de hond

Art. 26.§ 1. In geval van adresverandering moet de verantwoordelijke het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » invullen en zo snel mogelijk bezorgen aan de beheerder van het centrale register. Deze zendt aan de verantwoordelijke een nieuw definitief identificatie- en registratiecertificaat, tezamen met een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». De verantwoordelijke kleeft dit certificaat onmiddellijk na ontvangst in het paspoort.

Voor geregistreerde honden die geïdentificeerd werden vóór 1 september 1998 en waarvoor geen identificatie- en registratiecertificaat door de beheerder van het centrale register is afgegeven, gebeurt de aangifte van de adresverandering van de verantwoordelijke of van de verandering van verantwoordelijke per brief vergezeld van een bewijs van betaling van 5 EUR, BTW inbegrepen. De beheerder van het centrale register zendt aan de verantwoordelijke van de hond een paspoort voorzien van een definitief identificatie- en registratiecertificaat, tezamen met een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». De Minister kan het hogervermelde bedrag wijzigen. § 2. In geval van sterfte van de hond moet de verantwoordelijke het overlijden van het dier melden aan de verantwoordelijke van het centrale register aan de hand van het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». Indien de verantwoordelijke een erkende inrichting is, moet tevens het paspoort aan de beheerder van het centrale register bezorgd worden.

Voor geregistreerde honden die geïdentificeerd werden vóór 1 september 1998 en waarvoor geen identificatie- en registratiecertificaat door de beheerder van het centrale register is afgeleverd, gebeurt de aangifte van sterfte per brief. HOOFDSTUK IV. - Het centrale register

Art. 27.De gegevens die het mogelijk maken de dieren te identificeren en naam en adres van hun verantwoordelijke terug te vinden worden verzameld en bijgehouden in een centraal register.

De Minister vertrouwt het beheer van het centrale register toe aan een vereniging zonder winstoogmerk opgericht overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.

In dit kader heeft deze vereniging als opdracht het toezicht en de controle op het opstellen, het bijhouden, het uitbaten en het financieel beheer van het centrale register.

Art. 28.De vereniging waaraan het beheer van het centrale register wordt toevertrouwd, moet aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° tenminste samengesteld zijn uit de verenigingen die representatief zijn voor de volgende sectoren : - de handelaars in honden; - de hondenkwekers; - de dierenasielen; - de dierenartsen; 2° het ontwerp van haar statuten en elk ontwerp van wijziging ervan voorleggen aan de Minister;3° de instructies van de Minister opvolgen betreffende de uitvoering van haar opdracht;4° de bepalingen van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren en haar uitvoeringsbesluiten naleven;5° toegang verlenen tot de gegevens van het centrale register voor identificatie van honden aan volgende personen : - de verantwoordelijken van de honden, voor alle actuele gegevens die de honden betreffen waarvoor zij verantwoordelijk zijn; - de bevoegde overheid in toepassing van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren en van de wet van 24 maart 1987 betreffende de dierengezondheid; - uitsluitend voor de gegevens nodig voor het terugvinden van de verantwoordelijke van een dolende, verloren of achtergelaten hond : de erkende dierenartsen, de verenigingen aangeduid in punt 1, de erkende dierenasielen in toepassing van het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende de erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren, en elke persoon die beschikt over het correcte identificatieteken van het dier; 6° zich onderwerpen aan de controle door de Federale Overheidsdienst belast met het dierenwelzijn, inzonderheid waar het de jaarrekening en de toepassing van zijn statuten aangaat;7° de verplichtingen voorzien door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens eerbiedigen.

Art. 29.§ 1. Het beheer van het centrale register voor identificatie van honden bevat de volgende voornaamste handelingen : - het verdelen van voorlopige identificatiecertificaten en paspoorten; - het verzekeren van de traceerbaarheid van de verdeelde documenten; - het verzekeren van de codering en het bijhouden van de gegevensbank aan de hand van een computersysteem; - het verzekeren van het verband tussen het voorlopig identificatiecertificaat, het identificatieteken, het paspoort en het definitieve identificatie- en registratiecertificaat; - het doorgeven van inlichtingen gevraagd door de bevoegde overheid bedoeld in artikel 28, 5°; - het per post toezenden van een definitief identificatie- en registratiecertificaat aan de verantwoordelijke van de hond bij een eerste registratie en bij elke daaropvolgende wijziging van verantwoordelijke of van de gegevens van deze laatste of het dier, en dit binnen de 5 werkdagen volgend op de ontvangst van de gele kopie van het voorlopig identificatiecertificaat of van het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte »; § 2. De toegang tot de gegevens van het centraal register moet 24 uur op 24 per telefonische antwoorddienst en per INTERNET verzekerd worden. § 3. De beheerder van het centrale register moet de vertrouwelijkheid van deze gegevens volledig verzekeren overeenkomstig artikel 26, 7° van dit besluit.

Art. 30.Voor de uitvoering van één of meer activiteiten beschreven in artikel 29 mag de vereniging waaraan het beheer van het centrale register wordt toevertrouwd, beroep doen op een dienstverlenend bedrijf waarvan de aanduiding goedgekeurd moet worden door de Minister op grond van het door hem goedgekeurde lastenboek.

Art. 31.De financiering van het beheer van het centrale register gebeurt door een systeem van bijdragen verbonden aan de identificatie.

Voor elke aflevering van een paspoort voor een hond betaalt de identificeerder aan de vereniging waaraan het beheer van het centrale register wordt toevertrouwd of aan het dienstverlenende bedrijf bedoeld in artikel 28 een forfaitaire bijdrage die hij terugvordert van de verantwoordelijke van het dier. Dit bedrag is vastgesteld op 12,39 EUR, BTW inbegrepen, en kan door de Minister gewijzigd worden.

Wanneer de verantwoordelijke van een hond de forfaitaire bijdrage niet betaalt, mag de identificeerder weigeren het dier te identificeren of, indien reeds een identificatieteken werd aangebracht, het paspoort af te leveren.

Art. 32.Het is aan geen andere vereniging toegestaan het centrale register voor identificatie van honden te beheren, zolang de vereniging waaraan het beheer van het centrale register wordt toevertrouwd zijn taak vervult overeenkomstig dit besluit. HOOFDSTUK V. - Andere bepalingen Afdeling 1. - Honden geboren vóór de inwerkingtreding van dit besluit

Art. 33.§ 1. Voor de honden geboren vóór 1 september 1998 die geïdentificeerd worden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit moeten de identificatie en de registratie gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 4 tot en met 23 van dit besluit. § 2. Voor de honden die werden geïdentificeerd en geregistreerd vóór de inwerkingtreding van dit besluit wordt, na ontvangst van een schriftelijke aanvraag van de verantwoordelijke van het dier vergezeld van een bewijs van betaling van 5 EUR, BTW inbegrepen, een paspoort, voorzien van een definitief identificatie- en registratiecertificaat, samen met een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte », afgeleverd door de beheerder van het centrale register. Het hogervermelde bedrag kan door de Minister gewijzigd worden. Afdeling 2. - Verlies van een paspoort

Art. 34.Bij verlies van het paspoort van een hond zal de beheerder van het centrale register, na ontvangst van een schriftelijke aanvraag vergezeld van een bewijs van betaling van 5 EUR, BTW inbegrepen, een nieuw paspoort afleveren aan de persoon die in het centrale register geregistreerd staat als de verantwoordelijke van het dier. Dit nieuwe paspoort zal de vermelding « duplicaat » dragen en voorzien zijn van een definitief identificatie- en registratiecertificaat, evenals van een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». Het hogervermelde bedrag kan door de Minister gewijzigd worden na advies van de vereniging vermeld in artikel 28. Afdeling 3. - Honden aangevoerd vanuit het buitenland

Art. 35.§ 1. De bepalingen van dit besluit zijn eveneens van toepassing op honden aangevoerd vanuit het buitenland. § 2. Honden die meer dan vier maanden oud zijn op het moment dat ze binnengebracht worden, moeten binnen de acht dagen na hun aankomst geregistreerd worden. § 3. In afwijking van de voorgaande paragrafen zijn de bepalingen van dit besluit niet van toepassing op honden die hun verantwoordelijke vergezellen tijdens een verblijf van minder dan zes maanden in België.

Onderafdeling I. - Honden afkomstig uit een andere lid-Staat

Art. 36.§ 1. Om een hond afkomstig uit een andere Lidstaat te registreren, vult de identificeerder het voorlopig identificatiecertificaat in en bezorgt het roze origineel van het document en de gele kopie zo snel mogelijk en in ieder geval binnen de acht dagen aan de beheerder van het centrale register. De witte kopie wordt onmiddellijk aan de verantwoordelijke van het dier gegeven. De groene kopie wordt tot één jaar na de identificatie bewaard door de identificeerder. § 2. Na ontvangst van de gele kopie van het voorlopig identificatiecertificaat registreert de beheerder van het centrale register de gegevens van het dier en zijn verantwoordelijke in het centrale register en zendt aan de verantwoordelijke een definitief identificatie- en registratiecertificaat samen met een luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». De verantwoordelijke kleeft het definitieve identificatie- en registratiecertificaat onmiddellijk na ontvangst in het paspoort. § 3. Wanneer een hond afkomstig uit een andere lid-Staat binnen de acht dagen na aankomst het Belgisch grondgebied opnieuw verlaat, brengt de certificerende dierenarts op het roze origineel en de gele kopie van het voorlopig identificatiecertificaat een stempel met vermelding « uitvoer » aan vooraleer deze documenten aan de beheerder van het centrale register toe te sturen. In dit geval wordt door de beheerder van het centrale register geen definitief identificatie- en registratiecertificaat en luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » bezorgd. Het paspoort afgeleverd in het land van oorsprong vergezelt de hond naar het buitenland.

Onderafdeling II. - Honden afkomstig uit derde landen

Art. 37.§ 1. Voor de honden afkomstig uit derde landen die reeds in het buitenland geïdentificeerd werden met een identificatieteken dat beantwoordt aan de voorwaarden van dit besluit, moet de registratie gebeuren volgens de procedure bepaald in de artikelen 17 tot 23.

Indien het identificatieteken niet beantwoordt aan deze voorwaarden moet de hond opnieuw geïdentificeerd en geregistreerd worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 4 tot 23. § 2. Wanneer een hond afkomstig uit een derde land binnen de acht dagen na aankomst het Belgisch grondgebied opnieuw verlaat, brengt de certificerende dierenarts op het roze origineel en de gele kopie van het voorlopig identificatiecertificaat een stempel met vermelding « uitvoer » aan vooraleer deze documenten aan de beheerder van het centrale register toe te sturen. In dit geval wordt door de beheerder van het centrale register geen definitief identificatie- en registratiecertificaat en luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » bezorgd. Het volledig ingevulde paspoort vergezelt de hond naar het buitenland. Afdeling 4. - Algemeen

Art. 38.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

Art. 39.De volgende besluiten zijn opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van honden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 augustus 1998;2° het ministerieel besluit van 5 februari 1998 betreffende de identificatie en de registratie van honden, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 20 augustus 1998 en 28 november 2002;3° het ministerieel besluit van 15 juli 1998 tot vaststelling van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van honden en van het bedrag van de verplichte bijdrage voor de registratie van honden, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 20 augustus 1998;4° het ministerieel besluit van 15 december 1998 tot vaststelling van de eigenschappen van het tatoeëerteken en van de microchip voor de identificatie van honden.

Art. 40.Dit besluit treedt in werking op 7 juni 2004.

Art. 41.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ponza, 28 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage I bij het koninklijk besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden - Voorlopig identificatiecertificaat HOOFDSTUK I. - Model A. Voorzijde Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B. Achterzijde van de gele kopie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDTUK II - Aanvullende eisen - Documentnummer : elk voorlopig identificatiecertificaat wordt voorzien van een uniek nummer. Dit nummer wordt zowel op het roze origineel als op de drie kopieën van het document vermeld.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 28 mei 200 4.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage II bij het koninklijk besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden - Voorlopig identificatiecertificaat HOOFDSTUK I. - Model Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Aanvullende eisen - De afmetingen van het paspoort bedragen 100 x 152 mm. - De kleur van de omslag is blauw (Pantone Reflex Blue). In het bovenste kwart van de omslag zijn gele sterren (Pantone Yellow) aangebracht volgens de specificaties van het Europese embleem. - Voor de woorden « Europese Unie » en « België » moet hetzelfde lettertype worden gebruikt. - Paspoortnummer : elk paspoort moet voorzien zijn van een uniek nummer dat op elke pagina wordt herhaald. Dit nummer bestaat uit « BE 01 » gevolgd door een unieke combinatie van negen cijfers.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 28 mei 200 4.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage III bij het koninklijk besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden - Definitief identificatie- en registratiecertificaat HOOFDSTUK I. - Model A. Voorzijde Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Aanvullende eisen - Op beide zelfklevende etiketten wordt het nummer van het bijbehorende paspoort zoals vermeld op het voorlopige identificatiecertificaat overgenomen. - Chip-nr. : het nummer van de microchip wordt vermeld zowel in cijfers als onder de vorm van een streepjescode. - Tat.-nr. : het tatoeëerteken wordt vermeld zowel in letters als onder de vorm van een streepjescode. - Op het etiket dat op pagina 2 van het paspoort gekleefd moet worden, kan een korte gebruiksaanwijzing voor het paspoort worden voorzien.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 28 mei 200 4.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage IV bij het koninklijk besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden - Luik "Verandering van verantwoordelijk/Wijziging gegevens/Sterfte" HOOFDSTUK I. - Model A. Voorzijde Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B. Achterzijde Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Aanvullende eisen - Het nummer van het bijbehorende paspoort zoals vermeld op het voorlopige identificatiecertificaat wordt overgenomen op het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte ». - Chip-nr. : het nummer van de microchip wordt vermeld zowel in cijfers als onder de vorm van een streepjescode. - Tat.-nr. : het tatoeëerteken wordt vermeld zowel in letters als onder de vorm van een streepjescode. - Onderaan de achterzijde van het luik « Verandering van verantwoordelijke/Wijziging gegevens/Sterfte » kan een korte gebruiksaanwijzing voor dit luik voorzien worden.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 28 mei 200 4.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE.

^