Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 november 1997
gepubliceerd op 24 januari 1998

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 63bis van de provinciewet

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1997000897
pub.
24/01/1998
prom.
28/11/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 63bis van de provinciewet


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de provinciewet van 30 april 1836, inzonderheid op artikel 63bis, ingevoegd door de wet van 25 juni 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het voor een goede werking van de provincieraden van belang is dat zo vlug mogelijk uitvoering wordt gegeven aan artikel 63bis van de provinciewet;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, en van Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van artikel 63bis van de provinciewet wordt beschouwd als raadslid dat wegens een handicap zijn mandaat niet zelfstandig kan vervullen, het raadslid dat persoonlijke bijstand nodig heeft voor de uitoefening van zijn mandaat wegens een zware zintuiglijke handicap, zware spraakmoeilijkheden, of een motorische handicap waardoor hij grote moelijkheden heeft om met de documenten om te gaan.

Art. 2.Het bewijs dat het raadslid voldoet aan de criteria bedoeld in artikel 1 wordt geleverd door het getuigschrift van een geneesheer met de uitdrukkelijke verklaring dat het raadslid zodanig getroffen is door één van de handicaps vermeld in het vorig artikel dat hij zijn mandaat niet zelfstandig kan vervullen en dat hij voor de uitoefening ervan persoonlijke bijstand nodig heeft.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

^