Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 september 2000
gepubliceerd op 28 november 2000

Koninklijk besluit betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd

bron
ministerie van middenstand en landbouw en ministerie van financien
numac
2000016279
pub.
28/11/2000
prom.
28/09/2000
ELI
eli/besluit/2000/09/28/2000016279/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995 en 23 maart 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 1883 houdende reglement van algemeen bestuur van de diergeneeskundige politie gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1952, 16juni 1967, 19 april 1974, 21 maart 1989, 16 mei 1989 en 11 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 december 1998 betreffende de financiering van de veterinaire controles, uitgevoerd in de grensinspectieposten, op levende dieren en bepaalde dierlijke producten, in te voeren op, dan wel door te voeren over, het grondgebied van de Europese Unie;

Gelet op het ministerieel besluit van 9 februari 1996 houdende veterinairrechtelijke maatregelen bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees en van vleesproducten uit derde landen;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 juni 1994 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van bepaalde producten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 september 1998;

Gelet op de richtlijn van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnen gebracht (97/78/EG);

Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dierlijke producten, producten van dierlijke oorsprong en bepaalde plantaardige producten aan een veterinaire controle dienen te worden onderworpen teneinde de insleep en de verspreiding van dierziekten te voorkomen, met het oog op de bescherming van de gezondheid van mens en dier zowel te lande als in de Europese Unie;

Overwegende dat, daar de veterinaire controles aan de binnengrenzen zijn afgeschaft door de totstandbrenging van de interne markt in de Europese Unie, de veterinaire controles aan de buitengrenzen op geharmoniseerde wijze dienen te verlopen teneinde voldoende bescherming te garanderen;

Overwegende dat sedertdien nieuwe ontwikkelingen inzake de toepassing van de veterinaire controles zich hebben voorgedaan en nieuwe ervaringen zijn opgedaan, dat bijgevolg in het belang van een betere doorzichtigheid de vigerende wetgeving terzake dringend dient te worden gewijzigd en aangepast, te meer daar de Europese regelgeving terzake volledig werd vervangen door de richtlijn van de Raad van 18 december 1997 (97/78/EG);

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen en toepassingsveld

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Lidstaat : elk der grondgebieden bepaald in bijlage I van dit besluit;2° derde land : land dat geen deel uitmaakt van de Europese Unie;3° communautair douanewetboek : wetboek als bepaald bij de Verordening (EEG) nr.2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek; laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 82/97 van het Europees Parlement en de Raad; 4° invoer : het in het vrije verkeer brengen van producten alsmede het voornemen tot het in het vrije verkeer brengen van producten in de zin van het communautair douanewetboek;5° doorvoer : het vervoer vanuit een derde land naar een ander derde land over het grondgebied van een of meerdere Lidstaten;6° douanebestemming : de douanebestemming als bedoeld bij het communautair douanewetboek;7° belanghebbende bij de zending : elke natuurlijke of rechtspersoon die overeenkomstig het communautair douanewetboek verantwoordelijk is voor het verloop van de in het wetboek bedoelde situaties waarin de zending kan verkeren, alsmede de in dat wetboek bedoelde vertegenwoordiger en die de verantwoordelijkheid op zich neemt met betrekking tot de gevolgen van de door dit besluit voorgeschreven controles;8° zending : een hoeveelheid producten van dezelfde aard, waarvoor dezelfde veterinaire certificaten of veterinaire documenten of dezelfde andere door de veterinaire wetgeving voorgeschreven documenten gelden, die met hetzelfde vervoermiddel worden vervoerd en die afkomstig is uit hetzelfde derde land of gedeelte van een derde land;9° grensinspectiepost : een inspectiepost die is aangewezen en erkend voor het verrichten van de veterinaire controles van producten die uit derde landen bij de grens van een der in bijlage I van dit besluit vermelde grondgebieden aankomen;10° invoervoorwaarden : de in de communautaire dan wel nationale wetgeving vastgestelde veterinaire voorschriften waaraan de in te voeren producten moeten voldoen;11° documentencontrole : verificatie van de veterinaire certificaten, de veterinaire documenten of van andere documenten die een zending vergezellen;12° overeenstemmingscontrole : verificatie door een visuele controle van de overeenstemming tussen de veterinaire certificaten, de veterinaire documenten of andere bij de veterinaire wetgeving voorgeschreven documenten en de producten;13° materiële controle : controle van het product zelf, die controles van de verpakking en de temperatuur, alsmede bemonstering en laboratorium- onderzoek, kan omvatten;14° de Dienst : de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;15° de Minister : de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft;16° de controledierenarts : de erkende dierenarts aangeduid door de Minister voor de uitvoering van de veterinaire controles in een grensinspectiepost;17° de inspecteur-dierenarts : de dierenarts-ambtenaar bij de Dienst, bevoegd voor de grensinspectiepost;18° bevoegde autoriteit : de centrale autoriteit van een Lidstaat, die bevoegd is voor het verrichten van de veterinaire controles of elke autoriteit waaraan de centrale autoriteit deze bevoegdheid heeft overgedragen;19° de officiële dierenarts : de dierenarts aangeduid door de bevoegde autoriteit voor het uitvoeren van de veterinaire controles;20° ANIMO-net : geïnformatiseerd netwerk voor de uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, van inlichtingen inzake de bewegingen van dieren en bepaalde producten, als ingesteld bij de Beschikking van de Commissie van 19 juli 1991 (91/398/EEG);21° Permanent Veterinair Comité : Comité ingesteld bij Besluit van de Raad van 15 oktober 1968 (68/361/EEG);22° bevoegde gewestelijke dienst : de dienst van het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor de reglementering op de afvalstoffen.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de dierlijke producten, de producten van dierlijke oorsprong en de plantaardige producten bepaald in bijlage II van dit besluit.

Art. 3.De grensinspectieposten, erkend voor de veterinaire controle op producten, ingevoerd uit derde landen en langs het Belgisch grondgebied binnengebracht in de Europese Unie, worden bepaald in bijlage III van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Organisatie en gevolgen van de controles

Art. 4.§ 1. Elke zending producten, afkomstig uit een derde land, dient, alvorens zij tot de grondgebieden van de lidstaten kan toegelaten worden, aangeboden te worden in een erkende grensinspectiepost aan de buitengrens van de Europese Unie, om aldaar de bij dit besluit voorgeschreven veterinaire controles te ondergaan. § 2. De belanghebbenden bij de zending stellen de controledierenarts, vóór de aanbieding ter controle van de zending producten, in kennis van de juiste gegevens van de zending. Daartoe bezorgen zij het in artikel 6 bedoelde certificaat, waarop alle gegevens gedetailleerd zijn weergegeven, aan de controledierenarts.

De controledierenarts kan de manifesten van schepen en vliegtuigen controleren, alsook de overeenstemming ervan met hiervoor vermelde kennisgeving. § 3. De douaneautoriteiten waarvan de grensinspectiepost geografisch afhangt, staan de beoogde douanebestemming van de zendingen slechts toe overeenkomstig de voorschriften van het in artikel 6 bedoelde certificaat.

Art. 5.§ 1. Elke zending wordt in de grensinspectiepost veterinair gecontroleerd door de controledierenarts. De controledierenarts raadpleegt de informatie betreffende de invoervoorwaarden, met name de invoer- of doorvoermachtiging, evenals de samenbundeling van de Europese veterinaire wetgeving terzake, welke door de Dienst ter beschikking wordt gesteld en bij de dag gehouden. § 2. Elke zending wordt, ongeacht de douanebestemming, onderworpen aan een documentencontrole, ten einde vast te stellen : a) of de op de in artikel 8 § 1 bedoelde veterinaire certificaten of documenten vermelde gegevens overeenstemmen met de in artikel 4, § 2 vooraf gemelde gegevens;b) in geval van invoer in de Europese Unie, of de op de veterinaire certificaten of veterinaire documenten of op andere documenten vermelde gegevens de bij de wetgeving vereiste garanties bieden. § 3. Met uitzondering van de in artikelen 10 tot en met 15 bedoelde specifieke gevallen, verricht de controledierenarts : a) een overeenstemmingscontrole van iedere zending om zich ervan te vergewissen dat de producten in overeenstemming zijn met de gegevens die zijn vermeld in de certificaten of documenten waarvan de zending vergezeld gaat.Behalve in de gevallen van bulkgoederen als bedoeld in bijlage I van het ministerieel besluit van 27 juni 1994 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van bepaalde producten, omvat deze controle : i) wanneer de producten van dierlijke oorsprong in containers aankomen, controle of de verzegeling die de officiële dierenarts of de bevoegde autoriteit heeft aangebracht, indien de communautaire wetgeving zulks voorschrijft, intact is en of de daarop vermelde gegevens overeenstemmen met de gegevens op het begeleidend document of certificaat; ii) in de overige gevallen : - voor alle soorten producten, controle op de aanwezigheid van de officiële stempels of merktekens of keuringsmerktekens of vermeldingen, als voorgeschreven door de communautaire wetgeving, ter identificatie van het land en de inrichting van oorsprong en op de overeenstemming van een en ander met de stempels en merktekens op het certificaat of document; - voor producten in onmiddellijke verpakking of eindverpakking, bovendien controle van de in de veterinaire wetgeving voorgeschreven specifieke etikettering; b) een materiële controle van iedere zending om : i) zich ervan te vergewissen dat de producten voldoen aan de desbetreffende invoervoorwaarden en geschikt zijn om te worden gebruikt voor de in het begeleidend certificaat of document aangegeven doeleinden.Deze controles moet overeenkomstig de criteria van bijlage IV bij dit besluit worden verricht; ii) de laboratoriumtests uit te voeren die ter plaatse moeten worden verricht, evenals de nodige officiële monsters te nemen om die zo spoedig mogelijk te laten onderzoeken.

Art. 6.§ 1. Nadat de vereiste veterinaire controles zijn verricht geeft de controledierenarts voor de betrokken zending producten een certificaat af volgens het model bepaald in bijlage V bij dit besluit, waarin de uitkomsten van de controles worden vermeld. § 2. Het in § 1 bedoelde certificaat vergezelt de zending : - zolang de zending onder douanetoezicht blijft, in dat geval moet in dit certificaat naar het douanedocument worden verwezen; - in geval van invoer, tot in de eerste inrichting, centrum of instelling van bestemming. § 3. Ingeval een zending in meerdere deelzendingen wordt gesplitst gelden de paragrafen 1 en 2 voor elke deelzending.

Art. 7.§ 1. De grensinspectiepost, alwaar de producten ter controle worden aangeboden, moet gelegen zijn in de onmiddellijke nabijheid van de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Europese Unie en op een plaats aangewezen volgens de bepalingen van het communautaire douanewetboek. In de grensinspectiepost worden de veterinaire controles uitgevoerd op gezag van en onder de verantwoordelijkheid van de controledierenarts, die verantwoording geeft aan de inspecteur-dierenarts bevoegd voor de veterinaire omschrijving waarin de grensinspectiepost is gelegen. § 2. De voorwaarden tot erkenning van een grensinspectiepost worden bepaald in bijlage VI bij dit besluit.

De erkenning van een grensinspectiepost gebeurt door opname ervan op de lijst van erkende grensinspectieposten, die wordt vastgesteld bij beschikking van de Commissie der Europese Gemeenschappen, op voordracht van de Dienst nadat deze heeft vastgesteld dat de voorwaarden daartoe zijn vervuld. § 3. De Minister kan de erkenning van een grensinspectiepost opschorten wanneer door de Dienst wordt vastgesteld dat hiertoe ernstige redenen, met name van volksgezondheid of diergezondheid, aanwezig zijn. De desbetreffende grensinspectiepost kan alleen opnieuw op de lijst worden geplaatst als door de Dienst wordt vastgesteld dat de daartoe geldende voorwaarden opnieuw zijn voldaan.

Art. 8.§ 1. Elke voor de invoer bestemde zending gaat vergezeld van de originele exemplaren van de krachtens de communautaire dan wel nationale wetgeving vereiste veterinaire certificaten, veterinaire documenten of andere documenten. Deze originele exemplaren blijven in de grensinspectiepost. § 2. Onverminderd de eventuele invoering van een verlaagde frequentie van materiële controles waartoe op communautair niveau kan besloten worden, moet elke zending producten uit een derde land die bestemd is voor de invoer, een overeenstemmingscontrole en een materiële controle ondergaan. § 3. Behoudens uitzonderingen, hierna bepaald, en onverminderd de douaneregelingen, staan de douaneautoriteiten de invoer van partijen producten pas toe, wanneer is aangetoond dat de vereiste veterinaire controles een bevredigend resultaat hebben opgeleverd, dat het certificaat bepaald in artikel 6 van dit besluit is afgegeven en dat de bij het koninklijk besluit van 11 december 1998 betreffende de financiering van de veterinaire controles, uitgevoerd in de grensinspectieposten, op levende dieren en bepaalde dierlijke producten, in te voeren op dan wel door te voeren over het grondgebied van de Europese Unie, bedoelde retributies voldaan zijn of zullen worden voldaan. § 4. Indien de zending aan de invoervoorwaarden voldoet, stelt de controledierenarts de belanghebbende bij de zending in het bezit van een gewaarmerkt afschrift van de originele certificaten of documenten als bedoeld in § 1, en geeft een certificaat als bepaald in artikel 6 van dit besluit af, waarin wordt verklaard dat de zending op basis van de in de grensinspectiepost verrichte controles aan deze voorwaarden voldoet. § 5. Het handelsverkeer in de producten waarvan de invoer op een van de in bijlage I bedoelde grondgebieden is toegelaten, geschiedt overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten.

Art. 9.§ 1. Wanneer - producten bestemd zijn voor een lidstaat die of een gebied dat specifieke eisen heeft verkregen in het kader van de communautaire wetgeving, - monsters zijn genomen maar de uitkomsten van het onderzoek daarvan nog niet bekend zijn wanneer het vervoermiddel uit de grensinspectiepost vertrekt, - het om voor specifieke doeleinden toegestane invoer gaat, in de door de communautaire wetgeving voorgeschreven gevallen, moet aan de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming via het Animo-net aanvullende informatie worden verstrekt. § 2. Elke in § 1, eerste en derde streepje, bedoelde zending producten bestemd voor een andere lidstaat, moet aan de in artikel 5, §§ 2 en 3, bedoelde documentencontrole, overeenstemmingscontrole en materiële controle onderworpen worden in de grensinspectiepost op het grondgebied van de lidstaat waar de producten worden binnengebracht, vooral om na te gaan of de betrokken producten aan de voor de lid-staat of het gebied van bestemming geldende communautaire voorschriften voldoen.

Het resultaat van controles uitgevoerd op de plaats van bestemming van de producten, moet toegezonden worden aan de controledierenarts die verantwoordelijk is voor de grensinspectiepost waar die producten zijn binnengekomen. Aan de hand van dat resultaat zal de Dienst de in artikel 23 bedoelde maatregelen treffen. § 3. Met betrekking tot producten als bedoeld in § 1, eerste en derde streepje, die voor een andere lidstaat zijn bestemd, worden de volgende maatregelen toegepast, opdat de betrokken zending de beoogde lidstaat van bestemming bereikt : - de zending wordt verzegeld; - het ANIMO-bericht bevat de melding : "Product volgens RL 97/78/EG art. 8".

De in § 1, derde streepje, bedoelde producten moeten onder douanetoezicht blijven tot op de plaats van bestemming volgens de T 5-procedure als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek. Het in artikel 6, § 1, bedoelde certificaat vermeldt de toegestane bestemming, en in voorkomend geval, de aard van de beoogde verwerking. § 4. Producten die krachtens de veterinaire wetgeving van de grensinspectiepost van aankomst tot de inrichting op de plaats van bestemming onder toezicht moeten staan, worden onder de volgende voorwaarden verzonden : - de betrokken zendingen worden onder toezicht van de Dienst en van de douaneautoriteiten, van de grensinspectiepost van aankomst naar de inrichting op de plaats van bestemming verzonden in lekvrije voertuigen of containers die officieel zijn verzegeld; - de controledierenarts in de betrokken grensinspectiepost stelt de veterinaire autoriteit die verantwoordelijk is voor de inrichting op de plaats van bestemming en desgevallend de veterinaire autoriteit die verantwoordelijk is voor het entrepot van tussenopslag, via het Animo-net in kennis van de oorsprong en de plaats van bestemming van het product; - in de inrichting op de plaats van bestemming ondergaan de producten de in de toepasselijke communautaire wetgeving voorgeschreven behandeling; - de officiële dierenarts van de plaats van bestemming, of, in gevallen als bedoeld in hoofdstuk 10 van bijlage I bij het ministerieel besluit van 27 juni 1994 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van bepaalde producten, de officiële dierenarts van het entrepot voor tussenopslag, in kennis gesteld door de voor de inrichting van bestemming verantwoordelijke persoon of de voor het entrepot voor tussenopslag verantwoordelijke persoon, moet de officiële dierenarts van de grensinspectiepost die hem de zending ter kennis heeft gebracht, binnen 15 dagen bevestigen dat het product ter bestemming is aangekomen. Hij verricht regelmatig controles om, met name door een controle van het aankomstregister, na te gaan of de producten in de inrichting van bestemming zijn aangekomen. § 5. Wanneer onverminderd het bepaalde in artikel 20, de controledierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst het bewijs heeft dat producten nooit zijn aangekomen in de bij de invoer aangemelde inrichting van bestemming, treft hij tegen de belanghebbende bij de zending de noodzakelijke maatregelen. § 6. De Minister bepaalt de voorwaarden tot erkenning, de erkenningsprocedures en deze tot intrekking ervan en de controles op de entrepots voor tussenopslag van in § 4, laatste streepje, bedoelde producten.

Art. 10.§ 1. Zendingen die bestemd zijn om op een van de in bijlage I vermelde grondgebieden te worden ingevoerd en in een grensinspectiepost aankomen, maar bestemd zijn om te worden ingevoerd via een andere grensinspectiepost die op hetzelfde grondgebied of op het grondgebied van een andere lidstaat gelegen is, worden in de grensinspectiepost van bestemming aan een overeenstemmingscontrole en een materiële controle onderworpen, op voorwaarde dat het vervoer plaatsvindt over zee of door de lucht. In de eerste grensinspectiepost worden de volgende procedures toegepast : a) wanneer de zending in het douanegebied van dezelfde haven of luchthaven hetzij rechtstreeks, hetzij na gedurende een periode die korter is dan de onder b) bedoelde minimale periode op een loskade of in een terminal uitgeladen te zijn, van een vliegtuig in een ander vliegtuig of van een vaartuig in een ander vaartuig wordt overgeladen, moet de controledierenarts daarvan door de belanghebbende bij de zending in kennis worden gesteld.Bij wijze van uitzondering kan hij om redenen van gevaar voor de gezondheid van dier en mens een documentencontrole van deze producten verrichten aan de hand van het veterinaire certificaat of het veterinaire document van oorsprong of ieder ander origineel document waarvan de betrokken partij vergezeld gaat of een gewaarmerkt afschrift daarvan; b) als de zending op een andere wijze wordt uitgeladen i) moet ze in het douanegebied van de haven of luchthaven onder controle van de Dienst voor een volgens de procedure van § 2 te bepalen maximale en minimale periode en voorwaarden worden opgeslagen om over zee of door de lucht naar een andere grensinspectiepost te worden verzonden; ii) moet ze aan een documentencontrole worden onderworpen op grond van de onder a) bedoelde documenten; iii) moet ze, onverminderd artikel 20, bij wijze van uitzondering aan een overeenstemmingscontrole en een materiële controle worden onderworpen, indien er gevaar bestaat dat de gezondheid van mens of dier wordt bedreigd. § 2. De Minister bepaalt de minimale en maximale perioden en de voorwaarden voor opslag en overladen, op grond van de communautaire besluiten die daartoe zullen genomen worden.

Art. 11.§ 1. De Minister kan op grond van genomen of nog te nemen communautaire besluiten, bepalen dat de materiële controles, onder bepaalde voorwaarden, met name in het licht van de resultaten van vorige controles, met een lagere frequentie mogen worden verricht voor producten waarvoor de invoervoorwaarden zijn geharmoniseerd, dat wil zeggen a) dat de producten afkomstig zijn uit derde landen of gebieden van derde landen die afdoende gezondheidsgaranties bieden inzake de controles op de plaats van oorsprong van voor invoer in een van de in bijlage I vermelde grondgebieden bestemde producten;b) dat de producten voorzover de communautaire wetgeving zulks verplicht, afkomstig zijn uit inrichtingen die op een overeenkomstig de communautaire regelgeving opgestelde lijst staan of, in geval van overeenkomstig Beschikking 95/408/EG van de Raad van 22 juni 1995 tot vaststelling van voorschriften voor het opstellen, voor een overgangsperiode, van voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten bepaalde producten van dierlijke oorsprong, visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren mogen invoeren goedgekeurde inrichtingen, uit een inrichting die een nationale of communautaire inspectie heeft ondergaan;c) en dat de invoercertificaten voor de betrokken producten zijn aangenomen. § 2. Alvorens de uitzonderingen als bedoeld in § 1, kunnen toegekend worden voor een bepaald derde land, dient de Commissie der Europese Gemeenschappen een verslag voor te leggen aan het Permanent Veterinair Comité over dat derde land, waarin de volgende aspecten worden belicht : a) de door het betrokken derde land voor zijn grondgebied of een gedeelte daarvan geboden garanties ten aanzien van de naleving van de communautaire voorschriften, met inbegrip van de controle op residuen;b) de gezondheidssituatie van de dieren in het betrokken derde land;c) informatie over de algemene gezondheidssituatie in het betrokken derde land;d) de aard van de door het betrokken derde land toegepaste maatregelen inzake controle op en bestrijding van ziekten;e) de structuur, de bevoegdheden, de onafhankelijkheid en de vakbekwaamheid van de veterinaire of andere bevoegde diensten;f) de naleving van de in de Gemeenschapsregelgeving vastgelegde minimumeisen met betrekking tot de hygiëne bij de productie;g) de aard van het product of de producten en het potentieel gezondheidsrisico daarvan;h) de voorschriften betreffende de toelating van bepaalde stoffen en de naleving van de eisen van Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van ss-agonisten, en van Richtlijn 96/23/EG;i) de resultaten van de communautaire of nationale inspectiebezoeken;j) de resultaten van de bij invoer verrichte controles;k) de risicoanalyse met betrekking tot de aard van de in te voeren producten, de wijze waarop ze aangeboden worden of de wijze van vervoer. § 3. Onverminderd het bepaalde in § 1 kan over vermindering van de frequentie van de materiële controles op basis van wederkerigheid ook worden onderhandeld in het kader van een veterinaire gelijkwaardigheidsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en een derde land.

Art. 12.§ 1. De Dienst verleent namens alle bij de doorvoer betrokken lidstaten slechts machtiging voor de doorvoer van een zending van een derde land naar een ander derde land indien a) deze zending uit een derde land komt waarvan de producten op de in bijlage I vermelde grondgebieden binnengebracht mogen worden, en voor een ander derde land bestemd zijn. De Dienst kan van deze eis afwijken indien de zending in het douanegebied van dezelfde haven of luchthaven van een vliegtuig in een ander vliegtuig of van een vaartuig in een ander vaartuig overeenkomstig artikel 10, § 1, onder a), overgeladen wordt om zonder tussenstop naar de in bijlage I vermelde grondgebieden verder verzonden te worden. b) de belanghebbende bij de zending vooraf toezegt de partij weer in bezit te zullen nemen als die producten geweigerd worden, om deze overeenkomstig artikel 17 te behandelen. § 2. De doorvoer wordt slechts toegestaan wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan : a) een in het kader van de regeling voor douanevervoer aan de grensinspectiepost aangeboden zending gaat vergezeld van de in artikel 8, § 1, bedoelde certificaten of documenten en, in voorkomend geval, van gewaarmerkte vertalingen;b) de zending producten wordt in de bovengenoemde grensinspectiepost aangeboden voor de documentencontrole en de overeen-stemmingscontrole. Een over zee of door de lucht vervoerde zending kan door de controledierenarts worden vrijgesteld van de documentencontrole en de overeenstemmingscontrole indien zij : - niet wordt uitgeladen. In dat geval beperkt de documentencontrole zich, onverminderd artikel 20, tot het boordmanifest; - in het douanegebied van dezelfde haven of luchthaven van een vliegtuig in een ander vliegtuig of van een vaartuig in een ander vaartuig overeenkomstig artikel 10, § 1, onder a), wordt overgeladen.

In uitzonderingsgevallen, wanneer de gezondheid van mens of dier wordt bedreigd of wanneer onregelmatigheden worden vermoed, moet een aanvullende materiële controle worden verricht; c) in geval van doorvoer over de weg of het binnenwater of per spoor over een of meer van de in bijlage I vermelde grondgebieden : - wordt de betrokken zending overeenkomstig de T1-procedure van Verordening (EEG) nr.2913/92, onder douanetoezicht verzonden naar de plaats waar zij de Gemeenschap verlaat, samen met het op grond van § 2, onder a), vereiste document en het in artikel 6, § 1, bedoelde certificaat, waarin is aangegeven langs welke grensinspectiepost de partij de Europese Gemeenschap zal verlaten; - wordt de betrokken zending vervoerd in door de autoriteiten verzegelde voertuigen of containers, zonder dat de zending na het verlaten van de grensinspectiepost van binnenkomst mag worden gelost of worden gesplitst. Tijdens het vervoer is geen enkele hantering van de producten toegestaan; - verlaat de betrokken zending binnen 30 dagen na het vertrek uit de grensinspectiepost van binnenkomst, de Europese Gemeenschap langs een grensinspectiepost, behoudens een algemene afwijking verleend door de Commissie der Europese Gemeenschappen om rekening te houden met goed gemotiveerde situaties van geografische ligging; d) wanneer de controledierenarts het vervoer toestaat, stelt deze de officiële dierenarts van de grensinspectiepost waar de zending het grondgebied verlaat daarvan in kennis via het Animo-net;e) de officiële dierenarts van de grensinspectiepost waar de zending het grondgebied verlaat, verklaart op het in artikel 6, § 1, bedoelde certificaat dat de betrokken zendingen de Gemeenschap hebben verlaten en zendt per fax of langs enige andere weg een afschrift van dit document aan de grensinspectiepost van binnenkomst. Indien de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst niet ingelicht is over het feit dat de producten de Gemeenschap binnen de in § 2, onder c), derde streepje, bedoelde termijn hebben verlaten, schakelt hij de bevoegde douaneautoriteit in die nagaat wat de werkelijke bestemming van de producten is. § 3. Alle uitgaven in verband met de toepassing van dit artikel, inclusief de bij dit artikel opgelegde inspecties en controles, komen ten laste van de belanghebbende bij de zending of zijn vertegenwoordiger, zonder enige vergoeding, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 11 december 1998 betreffende de financiering van de veterinaire controles, uitgevoerd in de grensinspectieposten, op levende dieren en bepaalde dierlijke producten, in te voeren op dan wel door te voeren over, het grondgebied van de Europese Unie.

Art. 13.§ 1. Elke uit een derde land afkomstige zending producten, bestemd voor een vrije zone, een vrij entrepot of een douane-entrepot, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92, mag er slechts worden toegelaten indien de belanghebbende bij de zending vooraf heeft aangegeven of de eindbestemming van deze producten het in het vrije verkeer brengen op een van de in bijlage I vermelde grondgebieden is, dan wel of zij een andere, nader te bepalen eindbestemming hebben en of deze producten al dan niet aan de invoervoorwaarden voldoen.

Indien de exacte vermelding van de eindbestemming ontbreekt, wordt ervan uitgegaan dat het product bestemd is om op een van de in bijlage I vermelde grondgebieden in het vrije verkeer te worden gebracht.

De zendingen moeten vergezeld gaan van de in artikel 8, § 1, bedoelde documenten. Indien nodig moet aan de documenten een gewaarmerkte vertaling worden toegevoegd. § 2. De in § 1 bedoelde zendingen moeten in de grensinspectiepost van binnenkomst aan een documentencontrole, een overeenstemmingscontrole en een materiële controle onderworpen worden om na te gaan of de producten aan voornoemde invoervoorwaarden voldoen. § 3. Indien bij de in § 2 bedoelde controles geconstateerd wordt dat aan de communautaire voorwaarden is voldaan, maakt de controledierenarts van de grensinspectiepost het in artikel 6, § 1, bedoelde certificaat op dat aan de douanedocumenten gekoppeld wordt.

De bevoegde veterinaire en douaneautoriteiten van de grensinspectiepost staan de toelating toe tot een entrepot in de vrije zone, een vrij entrepot of een douane-entrepot. Deze producten worden uit veterinair oogpunt geschikt verklaard om later in het vrije verkeer gebracht te worden. § 4. Indien bij de in § 2 bedoelde controles geconstateerd wordt dat de producten niet aan de communautaire eisen voldoen, maakt de controledierenarts van de grensinspectiepost het in artikel 6, § 1, bedoelde certificaat op dat aan de douanedocumenten gekoppeld wordt.

De veterinaire en douaneautoriteiten van de grensinspectiepost mogen in dat geval de toelating tot een entrepot in een vrije zone, een vrij entrepot of een douane-entrepot alleen toestaan als, onverminderd artikel 16, aan de volgende voorwaarden is voldaan : a) de producten mogen niet afkomstig zijn van een derde land waarvoor een verbod geldt op grond van het bepaalde in artikel 12, § 1, onder a), eerste zin;b) de entrepots van vrije zones, de vrije entrepots en de douane-entrepots moeten erkend zijn voor de opslag van producten.Om erkend te worden moeten zij aan de volgende eisen voldoen : - bestaan uit een gesloten plaats waarvan de punten van binnenkomen en verlaten door de voor het entrepot verantwoordelijke persoon permanent gecontroleerd worden; voor entrepots in een vrije zone moet de gehele zone afgesloten zijn en onder permanente controle van de douaneautoriteit staan; - voldoen aan de in de communautaire wetgeving of, bij gebreke daarvan, in de nationale wetgeving vastgestelde voorwaarden voor de erkenning van entrepots waar het betrokken product of de betrokken producten worden opgeslagen; - een boekhouding voeren waarin dagelijks aantekening wordt gemaakt van de zendingen die het entrepot binnenkomen en verlaten met vermelding van de aard en de hoeveelheid van de producten per zending en de naam en het adres van de geadresseerde. Deze boekhouding moet ten minste drie jaar bewaard worden; - beschikken over gescheiden lokalen voor opslag en/of koeling waar producten die niet aan de veterinaire regelgeving voldoen opgeslagen kunnen worden.

Voor de bestaande entrepots kan de Dienst echter toestaan dat die producten in eenzelfde lokaal gescheiden van elkaar worden opgeslagen, mits de producten die niet aan de communautaire normen voldoen, opgeslagen worden in een met een sleutel afsluitbare omheinde ruimte; - beschikken over lokalen die gereserveerd zijn voor het personeel dat de veterinaire controles verricht.

Indien de in § 2 bedoelde controles uitwijzen dat de belanghebbende bij de zending uit hoofde van § 1 een valse verklaring heeft afgelegd, zijn de bepalingen van artikel 17 van toepassing. § 5. De Dienst neemt de nodige maatregelen om : - na te gaan of de voorwaarden voor erkenning van de entrepots in acht worden genomen; - ervoor te zorgen dat producten die niet aan de communautaire veterinaire eisen voldoen niet in dezelfde lokalen of omheinde ruimten worden opgeslagen als producten die wel aan die eisen voldoen; - een doeltreffende controle bij het binnenkomen en het verlaten van het entrepot te garanderen en, tijdens de uren waarop de entrepots toegankelijk zijn, het toezicht door de controledierenarts te garanderen. Deze moet er in het bijzonder op toezien dat producten die niet aan de communautaire eisen voldoen de lokalen of ruimten waarin zij zijn opgeslagen niet zonder zijn toestemming kunnen verlaten; - de nodige controles uit te voeren teneinde elke verandering of verwisseling van de in de entrepots opgeslagen producten of elke verandering van de onmiddellijke verpakking, de eindverpakking of de verwerking te voorkomen. § 6. De Dienst kan om redenen van diergezondheid of volksgezondheid weigeren dat producten die niet aan de voorwaarden van de communautaire wetgeving voldoen tot een douane-entrepot, een vrij entrepot of een vrije zone worden toegelaten. § 7. Alleen zendingen met een douanezegel mogen in een vrije zone, een vrij entrepot of een douane-entrepot worden binnengebracht. § 8. De in § 4 bedoelde zendingen mogen een vrij entrepot, een douane-entrepot of een vrije zone alleen verlaten om naar een derde land verzonden te worden of om vernietigd te worden, met dien verstande dat - de verzending naar een derde land geschiedt met inachtneming van de eisen van artikel 12, § 1, onder c), en artikel 12, § 2, onder a), c), d) en e); - de in het geding zijnde producten pas naar de plaats van destructie vervoerd mogen worden nadat zij gedenatureerd zijn.

De betrokken zendingen worden vervolgens, zonder dat de goederen worden gelost, onder toezicht van de bevoegde gewestelijke dienst doorgezonden in lekvrije voertuigen of containers die door de Dienst zijn verzegeld.

De zendingen mogen niet tussen de in dit artikel bedoelde entrepots worden vervoerd. § 9. Alle uitgaven in verband met de toepassing van dit artikel, inclusief de bij dit artikel opgelegde inspecties en controles, komen ten laste van de belanghebbende bij de zending of zijn vertegenwoordiger, zonder enige vergoeding, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, § 3. § 10. De Dienst verleent zijn medewerking aan de Administratie der Douane en Accijnzen voor het opstellen van de lijst van in § 4 bedoelde vrije zones, vrije entrepots en douane-entrepots, voor producten waarvoor hij bevoegd is. § 11. Indien de in de §§ 1 tot en met 10 bedoelde voorwaarden, voorzover die betrekking hebben op het entrepot niet worden nageleefd, moet de Dienst de in § 4, onder b), bedoelde erkenning doen schorsen of intrekken.

Wanneer er opzettelijke of door ernstige nalatigheid veroorzaakte onregelmatigheden geconstateerd worden, zullen de sancties waarin de wetgeving voorziet, worden opgelegd aan degene die verantwoordelijk is voor het vervoer van de zending nadat deze het entrepot heeft verlaten. § 12. De bepalingen ter uitvoering van dit artikel, met name de controleprocedures bij aankomst van een zending in of vertrek van een zending uit een zone of entrepot, het vervoer van zendingen tussen zones en entrepots, de wijze van opslag van de producten en de toegestane hanteringen, worden door de Minister vastgesteld.

Art. 14.Producten waarvan de douanebestemming overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92 verschilt van die welke is vastgesteld in artikel 8 en artikel 13, § 3, worden, behalve wanneer zij vernietigd of teruggezonden worden, aan een overeenstemmingscontrole en een materiële controle onderworpen om na te gaan of ze aan de invoervoorwaarden voldoen.

De Dienst beslist in samenwerking met de Administratie der Douane en Accijnzen over de uiteindelijke bestemming van dergelijke zendingen.

Art. 15.§ 1. De Dienst geeft machtiging voor wederinvoer van een door een derde land geweigerde zending uit de Europese Gemeen-schap afkomstige producten, indien a) de producten vergezeld gaan van : i) het originele certificaat, of een gewaarmerkt afschrift ervan, dat de producten begeleidde bij haar vertrek uit de Europese Gemeenschap. Hierop of op een apart document, met verwijzing aan de zending, dient de vermelding van de redenen van de weigering en van de garantie dat aan de voorwaarden inzake opslag en vervoer van de producten voldaan is, te worden aangebracht door de autoriteit die de zending heeft geweigerd. Tevens wordt gepreciseerd dat de betrokken producten geen bewerking hebben ondergaan; ii) in het geval van verzegelde containers, een attest van de vervoerder waarin wordt verklaard dat de inhoud niet bewerkt of uitgeladen werd; b) de betrokken producten een documentencontrole, een overeenstemmingscontrole en, in de in artikel 20 bedoelde gevallen, een materiële controle ondergaan;c) de zending onder in artikel 9, § 4, bedoelde voorwaarden rechtstreeks teruggaat naar de inrichting van oorsprong in de lidstaat waar het certificaat is afgegeven en dat, wanneer die terugzending met vervoer door een andere lidstaat gepaard gaat, daartoe op last van alle bij deze doorvoer betrokken lidstaten, vooraf toestemming is gegeven door de controledierenarts. § 2. De Dienst zal zich niet verzetten tegen het weer binnenbrengen van een door een derde land geweigerde zending van uit de Europese Gemeenschap afkomstige producten, indien de bevoegde overheid die het originele certificaat heeft afgegeven, heeft ingestemd met de terugname van de zending en er aan de in § 1 bedoelde voorwaarden voldaan is. § 3. In het in de §§ 1 en 2 bedoelde geval worden de betrokken producten volgens de procedure van artikel 9, § 4, naar de inrichting van oorsprong verzonden in lekvrije vervoermiddelen die zijn geïdentificeerd en zo zijn verzegeld dat het zegel wordt verbroken bij de opening van de container. § 4. De controledierenarts die het vervoer toestaat, stelt de bevoegde autoriteit op de plaats van bestemming daarvan via het Animo-net in kennis. § 5. Alle uitgaven in verband met de toepassing van dit artikel, inclusief de bij dit artikel opgelegde inspecties en controles, komen ten laste van de belanghebbende bij de zending of zijn vertegenwoordiger, zonder enige vergoeding, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, § 3.

Art. 16.§ 1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op producten die : a) in de persoonlijke bagage van reizigers voor eigen verbruik worden vervoerd, voorzover de hoeveelheid een overeenkomstig § 3 vast te stellen hoeveelheid niet overschrijdt, en mits de producten afkomstig zijn uit een lidstaat, dan wel uit een derde land of een deel van een derde land dat voorkomt op de overeenkomstig de communautaire voorschriften vastgestelde lijst van derde landen of delen daarvan en waaruit de invoer niet is verboden;b) in kleine zendingen aan particulieren worden toegestuurd, voorzover het invoer zonder enig handelskarakter betreft en de verzonden hoeveelheid een overeenkomstig § 3 vast te stellen hoeveelheid niet overschrijdt, en mits de producten afkomstig zijn uit een derde land of een deel van een derde land dat voorkomt op de overeenkomstig de communautaire voorschriften vastgestelde lijst en waaruit de invoer niet verboden is;c) zich als proviand voor bemanning en passagiers bevinden in grensoverschrijdende vervoermiddelen, mits zij niet op een van de in bijlage I vermelde grondgebieden worden binnengebracht. Wanneer dergelijke producten of de keukenafvallen daarvan worden uitgeladen, moeten zij worden vernietigd onder toezicht van de bevoegde gewestelijke dienst. Producten die in dezelfde haven en onder douanetoezicht rechtstreeks van het ene grensoverschrijdende vervoermiddel in het andere worden overgeladen, behoeven evenwel niet te worden vernietigd. d) voorzover een overeenkomstig § 3 vast te stellen hoeveelheid niet wordt overschreden, in een hermetisch gesloten recipiënt een warmtebehandeling hebben ondergaan met een Fo-waarde van ten minste 3,00 en i) in de persoonlijke bagage van reizigers voor eigen verbruik worden vervoerd; ii) als kleine zending aan particulieren worden toegestuurd, voorzover het gaat om invoer zonder enig handelskarakter; e) als commerciële monsters worden verzonden of bestemd zijn voor tentoonstellingen, op voorwaarde dat zij niet voor afzet bestemd zijn en dat hiervoor door de Dienst vooraf machtiging is verleend;f) bestemd zijn voor bijzondere studies of analyses, voorzover de Dienst daartoe vooraf machtiging heeft verleend en heeft vastgesteld dat die producten niet voor menselijke consumptie bestemd worden en ze, na beëindiging van de onder e) bedoelde tentoonstelling of de bijzondere studies of analyses - afgezien van de bij de analyses gebruikte hoeveelheden - worden vernietigd of onder bepaalde door de Dienst vast te stellen voorwaarden worden teruggezonden. In de gevallen onder e) en f) ziet de bevoegde autoriteit op de plaats van bestemming erop toe dat de betrokken producten niet voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden dan waarvoor ze op het grondgebied zijn binnengebracht. § 2. Het bepaalde in § 1 doet geen afbreuk aan de bepalingen die van toepassing zijn op vers vlees en vleesproducten van het ministerieel besluit van 9 februari 1996, houdende veterinairrechtelijke maatregelen bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees en van vleesproducten uit derde landen. § 3. De maximumgewichten voor de verschillende producten die onder de in § 1 bedoelde afwijkingen kunnen vallen, worden communautair vastgesteld.

Art. 17.§ 1. Zendingen die zijn binnengebracht zonder dat ze aan veterinaire controles overeenkomstig de artikelen 4 en 5 onderworpen zijn, worden in beslag genomen en de Dienst beslist of zij overeenkomstig § 2, onder b), worden vernietigd dan wel overeenkomstig § 2, onder a), worden teruggezonden. § 2. Wanneer de controledierenarts aan de hand van de in dit besluit bedoelde controles vaststelt, dat het product niet aan de invoervoorwaarden voldoet of dat een onregelmatigheid is begaan, besluit hij in overleg met de bevoegde inspecteur-dierenarts, met de belanghebbende bij de zending of diens vertegenwoordiger dat : a) ofwel het product vanuit dezelfde grensinspectiepost binnen een termijn van ten hoogste 60 dagen met hetzelfde type van vervoermiddel terug te zenden naar een met de belanghebbende bij de lading overeengekomen plaats buiten de in bijlage I vermelde grondgebieden, voorzover hiertegen geen bezwaren bestaan in verband met de resultaten van de veterinaire keuring en de gezondheidsvoorschriften of de veterinairrechtelijke gezondheidsvoorschriften of de veterinairrechtelijke voorschriften. In dat geval moet de controledierenarts van de grensinspectiepost : - de informatieprocedure inleiden zoals door de Dienst bepaald; - de veterinaire certificaten of documenten waarvan de afgewezen producten vergezeld gaan, ongeldig maken overeenkomstig de daartoe door de Commissie volgens de in § 7 bedoelde procedure vast te stellen voorschriften, zodat deze producten niet via een andere grensinspectiepost binnengebracht kunnen worden; b) ofwel het product te vernietigen in de daarvoor door de bevoegde gewestelijke dienst, zoals bedoeld in Richtlijn 90/667/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de verwijdering en verwerking van dierlijke afvallen, voor het in de handel brengen van dierlijke afvallen en ter voorkoming van de aanwezigheid van ziekteverwekkers in diervoeders van dierlijke oorsprong (vissen daaronder begrepen), die het dichtst bij de grensinspectiepost gelegen is, indien terugzending onmogelijk is of de onder a) bedoelde termijn van 60 dagen verstreken is, of indien de belanghebbende bij de zending daar onmiddellijk mee instemt. In afwachting van de terugzending als onder a) bedoeld of van de bevestiging van de motieven voor de afwijzing, worden de betrokken producten onder toezicht van de controledierenarts en op kosten van de belanghebbende bij de zending opgeslagen op de plaats en onder de voorwaarden door de Dienst vastgesteld. § 3. Onverminderd de bepalingen van artikel 26 zijn de bepalingen van de artikelen 22 en 23 van toepassing, wanneer op grond van de in §§ 1 en 2 uitgevoerde controles blijkt dat een ernstige overtreding of herhaalde overtredingen van de communautaire wetgeving zijn begaan. § 4. De Dienst kan, in afwijking van het bepaalde onder § 2, toestemming geven tot het gebruik van de producten voor een ander doeleinde dan datgene dat eerst werd opgegeven, mits hij heeft vastgesteld dat deze afwijking geen gevaar inhoudt voor de gezondheid van mens en dier. § 5. Alle kosten in verband met de terugzending of vernietiging van de zending of het gebruik van het product voor andere doeleinden komen ten laste van de belanghebbende bij de zending of zijn vertegenwoordiger. § 6. In afwachting van de harmonisatie op communautair niveau van de criteria om over weigering, inbeslagname of vernietiging te beslissen, worden deze bepaald door de Dienst, met inachtname van de bepalingen van dit besluit.

Art. 18.Producten die langs een erkende grensinspectiepost, gelegen in een gebied dat deel uitmaakt van de in bijlage I vermelde grondgebieden, doch dat zich op een grote afstand bevindt van het continentale gedeelte van het grondgebied van de Europese Gemeenschap, worden vervoerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten.

Art. 19.De bepalingen van dit besluit zijn tevens van toepassing op de plantaardige producten, opgenomen in bijlage II van dit besluit, met name de in artikel 5 bedoelde veterinaire controles, om na te gaan, in verband met hun verdere bestemming, of deze producten een risico kunnen inhouden voor de verspreiding van besmettelijke dierziekten en teneinde hun oorsprong en hun bestemming te verifiëren.

Art. 20.Onverminderd het bepaalde in dit hoofdstuk verricht de controledierenarts, indien wordt vermoed dat de veterinaire wetgeving niet is nageleefd of bij twijfel over : a) de overeenstemming of de werkelijke bestemming van een product;b) de overeenstemming van een product met de garanties waarin de wetgeving voor dit soort producten voorziet;c) de naleving van de door de communautaire wetgeving voorgeschreven garanties inzake dier- of volksgezondheid de door hem of haar passende geachte veterinaire controles om zijn of haar vermoeden te bevestigen of te ontkrachten. De gecontroleerde producten moeten onder toezicht van de controledierenarts blijven tot het resultaat van de controles beschikbaar is.

Wanneer vermoedens van niet-naleving worden bevestigd, moeten de controles op producten van dezelfde oorsprong worden versterkt overeenkomstig artikel 17, § 3. HOOFDSTUK III. - Vrijwaringsmaatregelen

Art. 21.§ 1. Indien op het grondgebied van een derde land een in het koninklijk besluit van 15 maart 1995, tot aanwijzing van dierziekten die vallen onder de toepassing van artikel 9bis van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, vermelde ziekte, een zoönose dan wel een andere ziekte of fenomeen uitbreekt of zich verspreidt, waardoor de gezondheid van mens of dier ernstig in gevaar kan worden gebracht, of indien zulks op andere ernstige veterinairrechtelijke gronden of in verband met de volksgezondheid gerechtvaardigd is, met name op grond van de vaststellingen van haar veterinaire deskundigen, of blijkens de in een grensinspectiepost verrichte controles, treft de Commissie der Europese Gemeenschappen uit eigen beweging of op verzoek van een lidstaat onverwijld, naargelang van de ernst van de situatie, één van de onderstaande maatregelen : - schorsing van de invoer uit het gehele grondgebied van het betrokken derde land of een gedeelte daarvan en, in voorkomend geval, van het derde land van doorvoer; - vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de producten afkomstig uit het gehele grondgebied van het betrokken derde land of een gedeelte daarvan; - opstelling, op basis van feitelijke constateringen, van voorschriften voor aangepaste controles, die een specifiek onderzoek naar het gevaar voor de gezondheid van mens of dier kunnen omvatten en, naar gelang van het resultaat van die controles, de verhoging van de frequentie van de materiële controles. § 2. Wanneer bij een van de bij dit besluit vastgestelde controles blijkt dat een zending producten een gevaar kan vormen voor de gezondheid van mens of dier, neemt de controledierenarts in samenspraak met de bevoegde inspecteur-dierenarts onmiddellijk de volgende maatregelen : - beslag op en vernietiging van de betrokken zending; - onmiddellijke kennisgeving aan de andere grensinspectieposten en aan de Dienst van de gedane vaststellingen en van de oorsprong van de producten. De Dienst heeft onmiddellijke kennisgeving aan de Commissie der Europese Gemeenschappen. § 3. In het in § 1 bedoelde geval kan de Commissie der Europese Gemeenschappen conservatoire maatregelen nemen ten aanzien van de in de artikelen 12 en 13 bedoelde producten. § 4. Wanneer de Commissie der Europese Gemeenschappen in kennis is gesteld van de noodzaak om vrijwaringsmaatregelen te nemen, doch geen gebruik maakt van de bepalingen van §§ 1 en 3 of de aangelegenheid niet aan het Permanent Veterinair Comité heeft voorgelegd, kan de Minister conservatoire maatregelen treffen ten aanzien van de betrokken producten of hij kan de Adviseur-Generaal van de Dienst daarmee belasten. De andere lidstaten en de Commissie der Europese Gemeenschappen worden daarvan in kennis gesteld in het Permanent Veterinair Comité, dat binnen de 10 werkdagen dient samengeroepen te worden en dient te beslissen over verlenging, wijziging of intrekking van de maatregelen. HOOFDSTUK IV. - Inspectie en controles

Art. 22.§ 1. Wanneer op grond van de door dit besluit voorgeschreven controles een ernstige overtreding of herhaalde overtredingen van de communautaire veterinaire wetgeving worden vastgesteld, neemt de Dienst ten aanzien van de betrokken producten of de oorsprong van die producten de volgende maatregelen : - hij deelt de Commissie der Europese Gemeenschappen mee welke producten zijn gebruikt en om welke zending het gaat; de Commissie der Europese Gemeenschappen stelt alle grensinspectieposten daarvan onverwijld in kennis, - hij versterkt de controles op alle zendingen producten van dezelfde oorsprong. Met name de tien volgende zendingen van dezelfde oorsprong moeten, onder betaling van een voorschot voor de controlekosten, worden vastgehouden in de grensinspectiepost om er aan een materiële controle onderworpen te worden met inbegrip van de monsternemingen en laboratoriumonderzoeken die de Dienst noodzakelijk acht.

Wanneer op grond van deze nieuwe controles wordt bevestigd dat de communautaire wetgeving niet is nageleefd, moeten de in het geding zijnde zending of delen van zendingen overeenkomstig artikel 17, § 2, onder a) en b), behandeld worden; - hij stelt de Commissie der Europese Gemeenschappen in kennis van de resultaten van de verscherpte controles, de Commissie verricht in het licht van die informatie alle nodige onderzoeken om de oorzaken en de oorsprong van de geconstateerde overtredingen na te gaan. § 2. Wanneer uit de controles blijkt dat de maxima die zullen worden vastgesteld voor residuen, overschreden zijn, wordt overgegaan tot de in § 1, tweede streepje, bedoelde controles. § 3. Indien de Commissie der Europese Gemeenschappen in derde landen die met de Gemeenschap gelijkwaardigheidsovereenkomsten hebben gesloten of in derde landen waarvoor lagere controlefrequenties gelden, na een onderzoek bij de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land, tot de conclusie komt dat die autoriteiten de verplichtingen en garanties als vervat in de Richtlijn 96/23/EG van de Raad, inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan, de verlaging van de controlefrequenties voor de in het geding zijnde producten op, totdat het betrokken derde land het bewijs heeft geleverd dat er een eind is gemaakt aan de nalatigheden.

Art. 23.Wanneer de Dienst op grond van de uitkomsten van de controles die zijn verricht op de plaats van afzet van de producten, van oordeel is dat niet aan het bepaalde in dit besluit is voldaan in een grensinspectiepost dan wel in een douane-entrepot, een vrije zone of een vrij entrepot zoals bedoeld in artikel 12, in een andere lidstaat, treedt hij onverwijld in contact met de bevoegde centrale autoriteit van die lidstaat.

Deze autoriteit treft de nodige maatregelen en stelt de Dienst in kennis van de aard van de verrichte controles, de genomen besluiten en de gronden daarvan.

Wanneer de Dienst vreest dat deze maatregelen ontoereikend zijn, zoekt hij met de bevoegde autoriteit van de in het geding gebrachte lidstaat, eventueel door een bezoek ter plaatse, naar wegen en middelen om de situatie te verhelpen.

Wanneer bij de in de eerste alinea bedoelde controles herhaalde inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden vastgesteld, stelt de Dienst de Commissie der Europese Gemeenschappen en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten daarvan in kennis.

De Commissie der Europese Gemeenschappen kan, op verzoek van de Dienst, of op eigen initiatief, en met inachtneming van de aard van de vastgestelde overtredingen : - in samenwerking met de Dienst een inspectieteam ter plaatse zenden, - de bevoegde autoriteit verzoeken de controles in de betrokken grensinspectiepost, het douane-entrepot, de vrije zone of het vrije entrepot te verscherpen.

In afwachting van de conclusies van de Commissie der Europese Gemeenschappen moet de in het geding gebrachte lidstaat, op verzoek van de lidstaat van bestemming, de controles in de betrokken grensinspectiepost, het douane-entrepot, de vrije zone of het vrije entrepot verscherpen.

De Dienst kan zijnerzijds de controles ten aanzien van producten van dezelfde herkomst intensiveren.

Art. 24.De Dienst neemt de nodige maatregelen teneinde de controledierenartsen en de inspecteurs-dierenartsen te vormen en te laten deelnemen aan sessies van navorming en vervolmaking zoals die door de Commissie der Europese Gemeenschappen op last van het Permanent Veterinair Comité worden aangeboden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 25.§ 1. Onverminderd de bepalingen van de artikelen 17, 20, 23 en 24, worden inbreuken op de bepalingen van dit besluit opgespoord en bestraft overeenkomstig de hoofdstukken V en VI van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en overeenkomstig de artikelen 5, 6, 7, 8, 9 en 10 van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten. § 2. Elke door de Dienst genomen beslissing op grond van de bepalingen van dit besluit, worden meegedeeld aan de betrokken belanghebbende bij de zending of zijn vertegenwoordiger.

Indien de belanghebbende bij de zending of zijn vertegenwoordiger daarom verzoekt, moet de met redenen omklede beslissing hem schriftelijk worden medegedeeld met opgave van de rechtswegen die de wetgeving voor hem openstelt, alsmede van de vorm waarin en de termijnen waarbinnen van deze rechtswegen gebruik moet worden gemaakt.

Art. 26.De Minister is gemachtigd de bijlagen bij dit besluit te wijzigen of aan te vullen, overeenkomstig de communautaire besluiten die met betrekking hierop worden genomen.

Art. 27.De bepalingen van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire controles voor dieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong, ingevoerd uit derde landen, welke betrekking hebben op producten, worden opgeheven.

Art. 28.Onze Minister van Landbouw en Middenstand en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage I bij het koninklijk besluit betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd Grondgebieden 1. Het grondgebied van het Koninkrijk België.2. Het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, met uitzondering van de Faeröer en Groenland.3. Het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland.4. Het grondgebied van het Koninkrijk Spanje, met uitzondering van Ceuta en Melilla.5. Het grondgebied van de Helleense Republiek.6. Het grondgebied van de Franse Republiek.7. Het grondgebied van Ierland.8. Het grondgebied van de Italiaanse Republiek.9. Het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg.10. Het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden.11. Het grondgebied van de Portugese Republiek.12. Het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.13. Het grondgebied van de Republiek Oostenrijk.14. Het grondgebied van de Republiek Finland.15. Het grondgebied van het Koninkrijk Zweden. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage II bij het koninklijk besluit betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd Lijst van de producten die bij invoer onderworpen zijn aan veterinaire controle door de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw : - sperma, embryo's en eicellen van runderen; - sperma, embryo's en eicellen van paardachtigen; - sperma, embryo's en eicellen van schapen en geiten; - sperma, embryo's en eicellen van varkens; - aquicultuur-producten (*), eieren en gameten voor de vermeerdering; - bloed (*), bloedproducten (*) en serum van dierlijke oorsprong (*); - eieren (*) en eiproducten (*) : - melk (*) en producten op basis van melk (*); - producten van de bijenteelt (*); - voeder voor gezelschapsdieren, carnivoren en andere vleesetende dieren, waarin dierlijke producten werden verwerkt; - gesmolten dierlijk vet (*), kanen (*) en bijproducten van het vetsmeltingsproces (*); - verwerkte dierlijke eiwitten en mengsels ervan voor diervoeding, grondverbetering en technisch gebruik; - verse grondstoffen (**) van dierlijke oorsprong voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren, farmaceutische producten en technische producten; - beenderen (*) hoornen (*) en hoeven (*), en producten (*) ervan, met uitzondering van beender-, hoorn- en hoevenmeel; - wol, haren en veren; - ongelooide huiden van hoefdieren en ratites; - onbewerkte, halfbewerkte en bewerkte jachttrofeeën; - gelatine (*) en andere producten (*) van de bewerking of de verwerking van grondstoffen van dierlijke oorsprong; - biologische producten van dierlijke oorsprong bestemd voor wetenschappelijk onderzoek, daaronder begrepen pathogene agentia, ongeacht hun aard, voor wetenschappelijk onderzoek met gebruik van proefdieren en pathogene agentia, waarvoor dieren gevoelig zijn, voor in vitro onderzoek; - hooi en stro; - verwerkte dierlijke mest en guano. (*) niet bestemd voor menselijke consumptie. (**) met verse grondstoffen worden bedoeld alle grondstoffen van dierlijke oorsprong die geen andere behandeling ter bewaring hebben ondergaan dan een koudebehandeling.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage III bij het koninklijk besluit betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd Grensinspectieposten gelegen op het Belgisch grondgebied, erkend voor de invoer uit derde landen van producten niet bestemd voor menselijke consumptie.

Antwerpen Zeehaven Zeebrugge Zeehaven Gent Zeehaven Brussel Nationaal Luchthaven te Zaventem Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage IV bij het koninklijk besluit betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd Materiële controle van de producten De materiële controle van dierlijke producten heeft tot doel te garanderen dat de producten nog steeds beantwoorden aan de bestemming die is aangegeven in het veterinair certificaat of document : bijgevolg moeten de garanties worden gecontroleerd die door het derde land van oorsprong zijn gegeven, en moet ook met zekerheid kunnen worden geconstateerd dat daarin geen wijzigingen zijn gekomen tijdens en ten gevolge van het transport.

A. In functie van de aard van het product, kan de controle omvatten : a) een organoleptisch onderzoek : bijvoorbeeld geur, kleur, consistentie;b) eenvoudige fysische of chemische tests : in plakken snijden, ontdooien, koken;c) laboratoriumtests voor de opsporing van : residuen; pathogenen; contaminaten; bederf of andere vormen van aantasting.

B. Ongeacht de aard van het product moeten de volgende handelingen worden verricht : a) verificatie van de vervoersomstandigheden en van de gebruikte vervoermiddelen, met name om eventuele gebreken of onderbrekingen van de koudeketen aan het licht te brengen;b) het werkelijke gewicht van de zending moet worden vergeleken met het in het veterinair certificaat of document aangegeven gewicht en eventueel moet de hele partij worden gewogen;c) het gebruikte verpakkingsmateriaal moet worden gecontroleerd, evenals alle daarop aangebrachte vermeldingen (stempels, etikettering) om na te gaan of zij aan de communautaire wetgeving voldoen;d) de naleving tijdens het vervoer van de in communautaire wetgeving vastgestelde temperatuurvoorschriften moet steeds worden gecontroleerd;e) verschillende verpakkingseenheden of, voor onverpakte producten, verschillende monsters moeten apart worden gehouden voor organoleptisch onderzoek, chemisch-fysische tests en laboratoriumonderzoek. Bij het onderzoek moeten monsters worden gebruikt uit de gehele zending; indien nodig moet een deel van de zending worden gelost om de volledige zending te kunnen bemonsteren.

Het onderzoek moet worden verricht op 1 % van het totale aantal stuks of verpakkingseenheden waaruit de zending bestaat, met een minimum van twee en een maximum van tien.

Naargelang van het product en de omstandigheden mogen de controledierenartsen evenwel omvangrijker controles eisen.

Voor onverpakte producten moeten ten minste vijf monsters uit de gehele zending worden genomen; f) wanneer de resultaten van de laboratoriumtests niet onmiddellijk beschikbaar zijn, en er geen onmiddellijk gevaar voor de gezondheid van mens of dier bestaat, kunnen de zendingen worden vrijgegeven. Wanneer de laboratoriumtests echter verricht zijn omdat er een vermoeden van onregelmatigheden bestaat of wanneer de vorige tests een positief resultaat hebben opgeleverd, zullen de zendingen pas worden vrijgegeven nadat de tests negatief zijn gebleken; g) slechts in de volgende gevallen mag het vervoermiddel volledig worden gelost : - de zending is zo geladen dat zij niet helemaal bereikbaar is bij een gedeeltelijke lossing; - bij de steekproefcontrole zijn onregelmatigheden aan het licht gekomen; - bij de vorige zending zijn onregelmatigheden geconstateerd; - de officiële dierenarts vermoedt dat er sprake is van onregelmatigheden; h) wanneer de materiële controle is afgelopen, dient de controledierenarts aan te geven dat hij de controle heeft verricht, door alle geopende verpakkingen weer te sluiten en officieel te stempelen en door alle geopende containers weer te verzegelen, waarbij het nummer van het zegel moet worden vermeld op het document van grensovergang. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage V bij het koninklijk besluit betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd Certificaat inzake de veterinaire controles van uit derde landen in de EG binnengebrachte producten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 28 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage VI bij het koninklijk besluit betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd Voorwaarden voor erkenning van de grensinspectieposten Om voor communautaire erkenning in aanmerking te komen, moeten de grensinspectieposten beschikken over : - het nodige personeel om de documenten (diergezondheidscertificaat, keuringscertificaat of een ander door de communautaire wetgeving voorgeschreven document) die de producten vergezellen, te controleren; - een, met inachtneming van de door de grensinspectiepost behandelde hoeveelheid producten, voldoende aantal dierenartsen en speciaal opgeleide hulpkrachten om de overeenstemming tussen producten en begeleidende documenten te controleren en de systematische materiële controles van elke zending producten te verrichten; - voldoende personeel om van de zendingen producten die in een bepaalde grensinspectiepost worden aangeboden, aselecte monsters te nemen en te behandelen; - voldoende grote lokalen voor het met de veterinaire controles belaste personeel; - adequate hygiënische lokalen en installaties voor het uitvoeren van routineanalyses en het nemen van monsters, zoals dit besluit voorschrijft; - adequate hygiënische lokalen en installaties voor het nemen en behandelen van monsters voor de in de communautaire voorschriften beoogde routinecontroles (microbiologische normen); - de diensten van een door de Minister erkend laboratorium dat in staat is de speciale analyses van de in de inspectiepost genomen monsters te verrichten; - koelruimten en -installaties voor de opslag van de voor analyse uitgekozen gedeelten van zendingen en van producten die de voor de grensinspectiepost verantwoordelijke dierenarts niet tot het vrije verkeer heeft toegelaten; - adequate apparatuur voor snelle informatie-uitwisseling, met name met andere grensinspectieposten via het ANIMO-net; - de diensten van een inrichting waar de bij dit besluit vastgestelde vernietiging van producten kan plaatsvinden en die erkend is door de gewestelijke bevoegde diensten.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 28 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^