Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 september 2007
gepubliceerd op 24 oktober 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de diensten voor gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012552
pub.
24/10/2007
prom.
28/09/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de diensten voor gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap (Sociale Maribel IV) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de diensten voor gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap (Sociale Maribel IV).

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 5 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997.

Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001 Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de diensten voor gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap (Sociale Maribel IV) (Overeenkomst geregistreerd op 20 november 2001 onder het nummer 59805/CO/318.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de diensten voor gezinszorg (gezins- en bejaardenhulp) van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel, met uitzondering van die personeelsleden waarvoor geen sociale maribel-middelen kunnen gegenereerd worden.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector.

Art. 3.De werkgevers zoals hierboven beschreven in het toepassingsgebied van deze overeenkomst, oefenen activiteiten uit die betrekking hebben op de erkende diensten voor gezins- en bejaardenhulp zoals die in artikel 1, punt 1 van bovenvermeld koninklijk besluit bedoeld worden.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst komen enkel individuele diensten in aanmerking, samenwerkingsakkoorden tussen verschillende diensten vallen niet onder de definitie van werkgevers.

Art. 4.Voor de berekening van de opbrengst van de bijdrageverminderingen zoals bepaald in artikel 2 van bovenvermeld koninklijk besluit baseren de partijen zich op gegevens die in hun bezit zijn.

Art. 5.Bij een netto-aangroei van de tewerkstelling en een toename van het arbeidsvolume kan de sector genieten van een vermindering van de werkgeversbijdrage sociale zekerheid, zoals voorzien in het voornoemd koninklijk besluit.

Art. 6.De kwartaalopbrengst van deze bijdragevermindering wordt als volgt bepaald : - het aantal werknemers dat minstens aan 51 pct. van een voltijdse arbeidsregeling is tewerkgesteld, vermenigvuldigd met het bedrag dat per kwartaal maximaal voorzien is in het voornoemd koninklijk besluit, tot bepaling van het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdragevermindering in de non-profitsector. - voor de sector gezins- en bejaardenhulp betekent dit maximaal : vanaf 1 januari 2001 : 2.054.801,92 EUR op jaarbasis.

Dit budget en de toewijzing aan de diensten wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld door het sectoraal fonds "Sociale Maribel".

Art. 7.De werkgevers verbinden er zich toe in de sector een netto-aangroei van de tewerkstelling te realiseren, ten belope van ten minste de opbrengst van de bijdragevermindering vermeld onder artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verminderd met de administratieve kosten (maximum 0,5 pct.) zoals jaarlijks wordt vastgelegd door het sectoraal fonds "Sociale Maribel", en van het totaal arbeidsvolume, zoals bepaald in het voornoemd koninklijk besluit.

De werkgever verbindt zich ertoe om hierover jaarlijks te rapporteren aan de ondernemingsraad of aan het comité voor preventie en bescherming op het werk of aan de vakbondsafvaardiging of bij ontstentenis daarvan aan het personeel.

Art. 8.De netto-aangroei van de tewerkstelling, alsmede de toename van het arbeidsvolume, zoals bepaald in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient gerealiseerd te worden op het vlak van : - de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en/of; - de individuele dienst voor gezinszorg die toetreedt tot deze overeenkomst.

Art. 9.Voor de berekening van de netto-aangroei van het aantal werknemers wordt het bedrag op jaarbasis, dat gelijkstaat met de aanwerving van één voltijds equivalent bijkomende werknemer, bepaald op : - verzorgenden/logistieke hulp : 25.549,34 EUR; - maatschappelijk werk : 31.532,06 EUR.

Art. 10.De werknemers opgesomd in artikel 4, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit ter bevordering van de tewerkstelling in de non-profit worden niet beschouwd als nieuw aangeworven werknemers.

Art. 11.Iedere individuele dienst voor gezins- en bejaardenhulp heeft, per kwartaal, recht op het totale kwartaalbedrag van de bijdragevermindering voor de realisatie van de netto-aangroei van de tewerkstelling vermenigvuldigd met de breuk die de verhouding uitdrukt tussen, enerzijds, het aantal tenminste halftijds tewerkgestelde werknemers en, anderzijds, de minstens halftijds tewerkgestelde werknemers in de sector gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

De breuk wordt voor iedere dienst jaarlijks vastgesteld door het "Fonds Sociale Maribel".

Het recht op de bijdragevermindering is een theoretisch recht. De bijdragevermindering wordt enkel toegekend op basis van de effectief gespresteerde uren.

Art. 12.In toepassing van artikel 3, § 6, van het bovenvermeld koninklijk besluit houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector, zal elke dienst voor gezins- en bejaardenhulp, volgens de hierna voorziene procedure, om de 6 maanden een gedetailleerd verslag overmaken aan de voorzitter van het sectoraal fonds "Sociale Maribel".

De eerste maal moet dit verslag worden toegestuurd vóór het einde van de maand die volgt op het semester van toetreding, nadien telkens uiterlijk op 30 september van ieder jaar voor het eerste semester van het lopende jaar en uiterlijk op 28 februari van ieder jaar voor het tweede semester van het vorige jaar.

Bij niet-respecteren van deze bepaling kunnen sancties worden opgelegd, zoals voorzien in artikel 3, § 7, van voornoemd koninklijk besluit.

Art. 13.In dit verslag moeten voor elk semester volgende gegevens zijn opgenomen : - de totale tewerkstelling uitgedrukt in personen en bezoldigde uren voor het referentiekwartaal en voor het betrokken kwartaal; - de opbrengst van de bijdragevermindering; - de vermelding van de werknemers die aangeworven zijn ten gevolge van de bijdragevermindering met vermelding van hun functie en arbeidsritme. Een model van dit semestrieel verslag zal worden uitgewerkt door het sectoraal fonds "Sociale Maribel".

Art. 14.Op basis van de gedetailleerde verslagen maakt het sectoraal fonds "Sociale Maribel" binnen de 30 dagen een globaal verslag op en brengt een gemotiveerd advies uit betreffende de naleving van de tewerkstellingsverbintenissen, opgenomen in deze overeenkomst.

Art. 15.Hierna stuurt het sectoraal fonds "Sociale Maribel" het advies samen met het globaal verslag en een afschrift van de ingediende individuele verslagen door aan de voorzitter van het sectoraal fonds "Sociale Maribel" die het voorlegt aan de Minister van Werkgelegenheid, aan de Minister van Sociale Zaken en aan de Voogdijminister van de sector in het raam van zijn gemeenschapsbevoegdheid.

Art. 16.Het percentage deeltijdse werknemers mag lager zijn dan 25 pct. van het totaal aantal bijkomende aanwervingen. De sector levert reeds enorme inspanningen ter bevordering van de deeltijdse arbeid.

Art. 17.De partijen verbinden er zich toe de netto-aanwervingen te realiseren a rato van 50 pct. van het aantal voorziene aanwervingen uiterlijk op de laatste dag van het kwartaal volgend op dit van de inwerkingtreding van de toetreding en 25 pct. van de voorziene toename van het arbeidsvolume; 100 pct. van het aantal voorziene aanwervingen en 75 pct. van de voorziene toename van het arbeidsvolume uiterlijk de laatste dag van het lopende kwartaal. De bijdragevermindering wordt enkel toegekend op basis van de effectief gepresteerde uren.

Art. 18.De individuele werkgevers kunnen toetreden tot deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De toetreding gebeurt aan de hand van een toetredingsakte waarvan een model wordt opgemaakt in de schoot van het sectoraal fonds "Sociale Maribel".

De toetredingsakte moet per aangetekend schrijven overgemaakt worden aan de voorzitter van het sectoraal fonds "Sociale Maribel". Dit schrijven omvat een omstandige omschrijving van de tewerkstellingsverbintenissen.

De toetredingsakte treedt in werking na goedkeuring door de raad van bestuur van het sectoraal fonds "Sociale Maribel".

Art. 19.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid stort het sectoraal fonds "Sociale Maribel", per kwartaal, de bijdrageverminderingen voor de werkgevers van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp zoals bepaald in artikel 1 van deze overeenkomst.

Het is de opdracht van het sectoraal fonds "Sociale Maribel" de som van de bijdrageverminderingen te verdelen over de diensten gezinszorg volgens de modaliteiten bepaald door het koninklijk besluit van 5 februari 1997 en bepaald door de raad van bestuur van het sectoraal fonds "Sociale Maribel".

Art. 20.De artikelen die in de eerste en de vierde rij van volgende tabel worden vermeld hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de eerste kolom van de tabel, gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de tweede kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door elk der partijen met een opzeg van maanden, betekend door middel van een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 september 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^