Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 februari 2004
gepubliceerd op 24 maart 2004

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 28 september 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2004000075
pub.
24/03/2004
prom.
29/02/2004
ELI
eli/besluit/2004/02/29/2004000075/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 28 september 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 28 september 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 28 september 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST WIRTSCHAFT, KMB, MITTELSTAND UND ENERGIE 28. SEPTEMBER 2003 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 28.März 2001 über das Betreiben von Spielplätzen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 9. Februar 1994 über die Sicherheit der Produkte und Dienste, insbesondere des Artikels 4, ersetzt durch das Gesetz vom 4. April 2001 und abgeändert durch das Gesetz vom 18.

Dezember 2002;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 28. März 2001 über das Betreiben von Spielplätzen;

In der Erwägung, dass die Formalitäten erfüllt worden sind, die vorgeschrieben sind durch die Richtlinie 98/34/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 22. Juni 1998 über ein Informationsverfahren auf dem Gebiet der Normen und technischen Vorschriften und der Vorschriften für die Dienste der Informationsgesellschaft, abgeändert durch die Richtlinie 98/48/EG vom 20. Juli 1998; Aufgrund der Stellungnahme der Kommission für Verbrauchersicherheit vom 21. Oktober 2002;

Aufgrund des Gutachtens 35.177/1 des Staatsrates vom 28. April 2003;

Auf Vorschlag Unseres Ministers des Verbraucherschutzes Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 1 Nr. 2 des Königlichen Erlass vom 28. März 2001 über das Betreiben von Spielplätzen werden die Wörter « Für die Anwendung des vorliegenden Erlasses werden Geräte, die von Kindern unter Aufsicht als vorübergehende Elemente ihres Spiels angefertigt werden, nicht als Spielplatzgeräte angesehen » durch die Wörter « Die in Nr. 3 der Anlage erwähnten Produkte und Anlagen werden nicht als Spielplatzgeräte angesehen » ersetzt.

Art. 2 - In Artikel 10 werden die Wörter « den vom Minister in Ausführung von Artikel 7 des Gesetzes bestimmten Verwaltungsdienst » durch die Wörter « die Zentrale Güterberatungsstelle » ersetzt.

Art. 3 - Die Anlage zum selben Erlass wird wie folgt ergänzt: « 3. Produkte und Anlagen, die nicht als Spielplatzgeräte im Sinne des vorliegenden Erlasses angesehen werden: 3.1 Produkte mit einer Masse von weniger als drei Kilogramm, 3.2 Geräte, die von Kindern unter Aufsicht als vorübergehende Elemente ihres Spiels angefertigt werden, 3.3 Kinderfahrräder, 3.4 Laufräder und -stühle. » Art. 4 - Unser Minister des Verbraucherschutzes ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 28. September 2003 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin des Verbraucherschutzes Frau F. VAN DEN BOSSCHE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^