Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 januari 2007
gepubliceerd op 09 februari 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2007014048
pub.
09/02/2007
prom.
29/01/2007
ELI
eli/besluit/2007/01/29/2007014048/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het hier voorliggende ontwerp van koninklijk besluit wijzigt het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (de wegcode).

Ten eerste worden bepaalde voorrangsregels herzien.

De regel die bepaalt dat de bestuurder die voorrang heeft, zijn voorrang verliest wanneer hij zijn voertuig opnieuw in beweging brengt na gestopt te hebben wordt afgeschaft.

De verplichting om « op regelmatige wijze » van rechts te komen teneinde van voorrang van rechts te kunnen genieten wordt geschrapt.

De notie « op een regelmatige wijze » is te vaag en leidt tot rechtsonzekerheid.

Er wordt expliciet bepaald dat de bestuurder die uit een verboden rijrichting komt geen voorrang van rechts heeft.

Fietsers die uit een straat komen met beperkt éénrichtingsverkeer, aangegeven met het onderbord M2, genieten uiteraard voorrang van rechts daar zij niet uit een voor hen verboden rijrichting komen.

Hetzelfde geldt voor bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A die uit een straat komen met beperkt éénrichtingsverkeer, aangegeven met het onderbord M3.

Wie op een kruispunt een doorlopend trottoir of een fietspad overschrijdt zal voortaan zijn voorrang van rechts ten aanzien van andere automobilisten niet meer verliezen. Met dien verstande dat de bestaande voorrangsregels ten opzichte van voetgangers en fietsers gevrijwaard blijven.

Ten tweede voorziet dit ontwerp expliciet in de mogelijkheid voor de wegbeheerders om snelheidszones af te bakenen. Het betreft hier niet alleen de mogelijkheid om een zone 30 af te bakenen maar bijvoorbeeld ook zone 70 of een andere snelheid.

De zonale snelheid wordt aangeduid door een rechthoekig verkeersbord met witte achtergrond waarop het bord C43 wordt weergegeven.

Snelheidszones hebben het voordeel dat de wegbeheerder niet langer na elk kruispunt een bord moet plaatsen.

Het hier voorliggende ontwerp geeft de wegbeheerders bovendien de mogelijkheid om herkenningstekens te gebruiken die de bestuurders er aan herinneren in welke snelheidszone zij zich bevinden.

Deze kleine borden of aanplakvignetten hebben een kleine afmeting : ze springen niet automatisch in het oogveld van elke weggebruiker, maar zijn enkel bedoeld als geheugensteuntje voor wie bevestiging zoekt.

De Minister van Mobiliteit kan de afmetingen bepalen.

Dit is inhoudelijk de draagwijdte van de wijzigingen die ter ondertekening aan Uwe Majesteit worden voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

29 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 20 juli 1991, 5 augustus 2003 en 20 juli 2005 en artikel 26, gewijzigd bij de wet van 9 juli 1976;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, inzonderheid op artikel 12 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 mei 2002 en 4 april 2003 en op artikel 65.5. ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 25 juli 2006;

Gelet op het advies nr. 41.155/2/V van de Raad van State, gegeven op 4 september 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 12 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Artikel 12.3.1., eerste lid wordt vervangen als volgt : « Elke bestuurder moet voorrang verlenen aan de bestuurder die van rechts komt, behalve indien hij op een rotonde rijdt of indien de bestuurder die van rechts komt uit een verboden rijrichting komt. »; 2° Artikel 12.3.2. wordt opgeheven; 3° In Artikel 12.4., tweede lid worden de zinsnede « een gedeelte van de openbare weg oversteken die niet voor hem is voorbehouden, zoals een trottoir dat de rijbaan oversteekt, een fietspad » en de zinsnede « zijn voertuig opnieuw in beweging brengen » opgeheven; 4° Er wordt een artikel 12.4.bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. 12.4bis De bestuurder die een trottoir of een fietspad oversteekt, moet voorrang verlenen aan de weggebruikers die overeenkomstig dit besluit gerechtigd zijn om het trottoir of fietspad te volgen. »

Art. 2.In artikel 65.5. van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de 3 wordt aangevuld met het volgende voorbeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Begin van een zone waar de snelheid beperkt is tot de aangeduide snelheid. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Einde van een zone waar de snelheid beperkt is tot de aangeduide snelheid. »; 2° Een 10 die luidt als volgt wordt toegevoegd : « 10.Snelheidszones worden aangeduid door het verkeersbord C43 waaraan overeenkomstig 65.5.3. zonale geldigheid wordt gegeven.

Vanaf het zonebord tot het eindezonebord is het verboden te rijden met een hogere snelheid dan de zonale snelheid.

Het zonebord wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot de desbetreffende snelheidszone. Het bord mag links herhaald worden.

Wanneer binnen de zone het bord C43 een andere snelheid aanduidt, dan geldt vanaf het volgende kruispunt opnieuw de zonale snelheid. Het zonebord wordt niet herhaald.

Binnen de snelheidszone mag geen bord C43 worden geplaatst die een hogere snelheid aanduidt dan de zonale snelheid.

Wanneer binnen de zone, een erf, woonerf, of schoolomgeving wordt afgebakend, dan geldt vanaf het einde van het erf, woonerf of schoolomgeving opnieuw de zonale snelheid. Het zonebord wordt niet herhaald.

Wanneer binnen de zone een bebouwde kom wordt afgebakend, dan moet op het einde van de bebouwde kom het zonebord evenwel opnieuw geplaatst worden.

Wanneer binnen de zone een andere snelheidszone wordt afgebakend, dan moet op het einde van de andere snelheidszone het zonebord opnieuw geplaatst worden.

De punten 65.5.6. tot en met 65.5.9. zijn niet van toepassing op snelheidszones. »; 3° Een 11 die luidt als volgt wordt toegevoegd : « 11.De wegbeheerder mag binnen de snelheidszone aan verlichtingspalen en verkeerspalen een zelfklevend vignet of herkenningsbord bevestigen met een afbeelding van het verkeersbord C43 die zonale snelheid in herinnering brengt.

Het vignet en het herkenningsbord dienen als herkenningsteken en hebben op zich geen bindende gevolgen voor de weggebruiker.

De minister bevoegd voor het wegverkeer kan de plaatsingsvoorwaarden en de afmetingen van het vignet en het herkenningsbord bepalen. ».

Art. 3.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De 9°, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « Elke bestuurder moet voorrang verlenen aan de bestuurder die van rechts komt, behalve indien hij op een rotonde rijdt of indien de bestuurder die van rechts komt uit een verboden rijrichting komt.»; 2° De 10° wordt vervangen als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2007.

Art. 5.Onze Minister tot wiens bevoegdheid het wegverkeer behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 janvier 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^