Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 juni 2003
gepubliceerd op 09 september 2003

Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2003000608
pub.
09/09/2003
prom.
29/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/29/2003000608/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle toegang te verlenen tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.

De rechtsgrond van het koninklijk besluit wordt gevormd door artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Verder kan verwezen worden naar de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, alsmede het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de bevoegdheden en de aanduiding van de leden van het departement toezicht en controle van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle belast met het toezicht op de naleving van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en haar uitvoeringsbesluiten.

Meer concreet hebben de leden van het departement controle en toezicht van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle volgende bevoegdheden : - het waarborgen van de fysische bescherming van de nucleaire stoffen tijdens het gebruik, de opslag en het vervoer. De inspecteurs moeten mogelijk de personen identificeren die tijdens de beschermingsprocedure optreden. - toezicht houden op de maatregelen verbonden aan het invoeren, het uitvoeren, het produceren, het vervaardigen, het bezitten, het doorvoeren, het te koop aanbieden, het verkopen, het afstand doen onder bezwarende titel of om niet, het verdelen en het gebruiken met commercieel, industrieel, wetenschappelijk, medisch of enig ander oogmerk, van apparaten, installaties of stoffen die ioniserende stralingen kunnen verspreiden. Deze maatregelen kunnen eveneens betrekking hebben op de vervoermiddelen of de verpakkingen van de in deze paragraaf bedoelde apparaten, installaties en stoffen. De apparaten die ioniserende stralingen kunnen verspreiden en de nucleaire stoffen zelf mogen enkel vervoerd worden door personen daartoe erkend door het Agentschap. Anderzijds moet elke inrichting waarin stoffen of apparaten aanwezig zijn die ioniserende straling kunnen verspreiden een oprichtings- en exploitatievergunning hebben.

Identificatie van personen kan derhalve noodzakelijk zijn. - het Agentschap controleert eveneens de verplichtingen van de exploitanten inzake de opleiding, de informatie en de bescherming van de werknemers. - de nucleaire inspecteurs sporen de overtredingen van de wet van 15 april 1994 en haar uitvoeringsbesluiten op en stellen vast bij proces-verbaal dat geldt tot het tegendeel wordt bewezen. Zij hebben te allen tijde vrije toegang tot vervoermiddelen, fabrieken, opslagplaatsen, ziekenhuizen en, meer in het algemeen, tot alle inrichtingen waar apparaten of stoffen die ioniserende stralingen kunnen verspreiden geproduceerd, vervaardigd, gehouden of gebruikt worden. Met het oog op het opnemen van identificatiegegevens in de processen-verbaal, is een correcte identificatie noodzakelijk.

Aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle wordt voor het vervullen van haar bevoegdheden toegang verleend tot de informatiegegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid van de voormelde wet van 8 augustus 1983.

De mededeling van die informatiegegevens is verantwoord omwille van de volgende redenen.

De kennis van de informatiegegevens vermeld onder 1° (naam en voornamen), 2° (geboorteplaats en -datum), 4° (nationaliteit), 5° (hoofdverblijfplaats), 7° (beroep), 8° (burgerlijke staat) zijn informatiegegevens die vermeld moeten worden op een proces-verbaal.

De kennis van het informatiegegeven vermeld onder 3° (geslacht) is noodzakelijk bij een uitnodiging voor een verhoor, het is ook belangrijk als aanspreektitel, er zijn immers namen die gebruikt worden voor zowel een man als een vrouw.

De kennis van het informatiegegeven vermeld onder 6° (plaats en datum van overlijden) heeft een invloed op het proces-verbaal; immers bij overlijden vervalt de gerechtelijke vervolging, maar niet de burgerlijke. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle moet dit meedelen aan het parket die dan uiteindelijk een beslissing moet nemen.

De kennis van het informatiegegeven vermeld onder 9° (samenstelling van het gezin) heeft zijn belang bij veiligheidsonderzoekingen en het zoeken naar verbanden in verschillende misdrijven.

De toegang tot de historiek van de informatiegegevens van het Rijksregister, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 is voor de werking van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle eveneens van belang. Het raadplegen van de bevolkingsregisters betekent het noodzakelijke en onontbeerlijke vertrekpunt voor ieder veiligheidsonderzoek, gezien het bij voorrang op aankomt zekerheid te hebben aangaande de juiste identiteit van de betrokken persoon. Tevens kunnen de gegevens vermeld in de historiek ertoe bijdragen tot het vinden van een modus operandi en het opsporen van verbanden tussen verschillende misdrijven. De kennis van deze administratieve gegevens zullen zeker bijdragen tot het vereenvoudigen en rationaliseren van de opzoekingen.

Door de complexiteit van de te vervullen taken is het niet mogelijk om de toegang tot de historiek van de gegevens te beperken.

Het koninklijk besluit werd zodanig opgesteld dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen op wie de informatiegegevens betrekking hebben gewaarborgd is.

De toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister geldt namelijk alleen voor de directeur-generaal en de nucleaire inspecteurs van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle die door de directeur-generaal schriftelijk bij name worden aangewezen, in overeenstemming met hun taken en wettelijke bevoegdheden.

Artikel 4, van het koninklijk besluit voorziet eveneens dat de genoemde personen een verklaring dienen te ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens te eerbiedigen.

Er wordt bepaald dat de lijst van de personeelsleden die gemachtigd worden toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister, zal worden opgesteld en ter beschikking van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zal worden gehouden.

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle verbindt er zich eveneens toe volgende maatregelen te nemen om de veiligheid en het vertrouwelijke karakter van de informatiegegevens van het Rijksregister te garanderen en om te vermijden dat deze informatiegegevens ter kennis worden gebracht van derden : - indien de toegang wordt verleend via modem, dan kan de toegang tot de terminal verleend worden via een lokaal dat afgesloten kan worden.

Dit laat zowel een beveiliging toe naar eigen personeelsleden als naar externen. De toegang tot de terminal zelf zal worden beveiligd via een paswoord; - indien de toegang wordt verleend via het netwerk, is een beveiliging niet meer mogelijk ten aanzien van de eigen personeelsleden, doch wel ten aanzien van externen. De toegang via paswoord kan dan worden versterkt door bijvoorbeeld het gebruik van "token" die de toegang enkel toelaten voor de terminal (los van de applicatie) of door een pin code en individuele "tokens".

Op 13 januari 2003 heeft de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer een gunstig advies uitgebracht.

De Raad van State heeft zijn advies uitgebracht op 15 mei 2003.

Wij hebben de eer te zijn, Sire,van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

ADVIES Nr. 01/2003 VAN 13 JANUARI 2003 VAN DE COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER Ontwerp van koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29;

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 5, eerste lid;

Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken, van 21 november 2002;

Gelet op het verslag van de heer R. Trogh, Brengt op 13 januari 2003 volgend advies uit.

I. Onderwerp van de adviesaanvraag : Het aan de Commissie voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit beoogt het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, hierna afgekort als het F.A.N.C., toegang te verlenen tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Het F.A.N.C., opgericht door de wet van 15 april 1994, is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die werd belast met het toezicht op de naleving van de wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren.

II. Inhoud van het ontwerp van koninklijk besluit : De toegang wordt gevraagd tot de gegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9° en tot de opeenvolgende wijzigingen ervan.

De toegang tot die informatiegegevens wordt gevraagd voor het vervullen van het recht van bepaalde personeelsleden van het F.A.N.C. - in toepassing van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het F.A.N.C. en het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de bevoegdheden en de aanduiding van de leden van het departement toezicht en controle van het F.A.N.C. belast met het toezicht op de naleving van bovenvermelde wet van 15 april 1994 en haar uitvoeringsbesluiten - om personen te ondervragen en de identiteit vast te stellen van de personen die zich bevinden op plaatsen die worden gecontroleerd.

Artikel 2 preciseert dat de gevraagde toegang enkel geldt voor de Directeur-generaal van het F.A.N.C. en de door hem, schriftelijk en bij name, aangewezen nucleaire inspecteurs. Die personen dienen een verklaring te ondertekenen waarbij zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens te eerbiedigen (artikel 4). De nominatieve lijst van die personen wordt jaarlijks opgesteld en naar de Commissie gezonden (artikel 5).

Artikel 3 bepaalt dat de gegevens slechts mogen gebruikt worden in het kader van de vermelde doeleinden, en enkel overgemaakt mogen worden aan de betrokken personen en aan overheden en instellingen aangewezen in het kader van artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983.

III. Toepasselijke wetgeving : 1. Wet van 8 augustus 1983. Artikel 5, eerste lid van de wet van 8 augustus 1983 bepaalt dat : " De Koning toegang verleent tot het Rijksregister aan de openbare overheden, de instellingen van openbaar nut bedoeld bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut (...) voor de informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te kennen (...) ».

Overeenkomstig artikel 2 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het F.A.N.C. werd het F.A.N.C. opgericht als een openbare instelling met rechtpersoonlijkheid; het betrokken Agentschap valt onder de toepassing van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op bepaalde instellingen van openbaar nut.

Artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 vormt bijgevolg de rechtsgrond van het aan de Commissie voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit. 2. Wet van 8 december 1992. De gegevens uit het Rijksregister mogen slechts worden verwerkt volgens de bepalingen van artikel 4 van de wet van 8 december 1992, vervangen bij de wet van 11 december 1998, d.w.z. voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. De gegevens dienen toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn in het kader van de omschreven doeleinden.

IV. Onderzoek van het ontwerp van koninklijk besluit : 1. Doeleinden. Het F.A.N.C. vraagt toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister voor het vervullen van haar opdrachten in het kader van de wet van 15 april 1994. In het verslag aan de Koning van het aan de Commissie voorgelegde ontwerpbesluit worden die opdrachten, meer concreet, o.m. als volgt toegelicht : - in het kader van het waarborgen van de fysische bescherming van nucleaire stoffen tijdens het gebruik, de opslag en het vervoer moeten de leden van de controledienst van het F.A.N.C. mogelijk de personen identificeren die tijdens de beschermingsprocedure optreden. - identificatie van de personen die erkend werden voor het vervoeren van nucleaire stoffen en van de personen die een exploitatievergunning hebben gekregen voor het produceren of gebruiken van stoffen of apparaten die ioniserende stralingen kunnen verspreiden. - de nucleaire inspecteurs zijn eveneens belast met het opsporen van overtredingen van de wet van 15 april 1994 en haar uitvoeringsbesluiten en stellen in dat verband PV's op waarvoor correcte identificatiegegevens noodzakelijk zijn.

De hiervoor vermelde taken en opdrachten vloeien voort uit de bepalingen van de wet van 15 april 1994. Artikel 9 van die wet bekleedt de leden van de controledienst van het F.A.N.C. die door de Koning werden belast met het toezicht op de naleving van die wet en haar uitvoeringsbesluiten, met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de Procureur des Konings.

De Commissie is van oordeel dat de doeleinden waarvoor de toegang tot de identificatiegegevens van het Rijksregister wordt gevraagd, voldoende duidelijk omschreven en wettig zijn en derhalve beantwoorden aan het voorschrift van artikel 4 van de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 2. Toegang tot de gegevens. De Commissie stelt vast dat het ontwerp van koninklijk besluit de toegang verleent tot de in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9° van de wet van 8 augustus 1983 bepaalde gegevens en de opeenvolgende wijzigingen ervan.

Rekening houdend met de specificiteit en de complexiteit van de door de leden van het departement controle en toezicht van het F.A.N.C. te vervullen taken, heeft de Commissie geen principiële bezwaren bij de gevraagde gegevens en de bijwerkingen ervan. Wat meer in het bijzonder de gevraagde toegang tot het gegeven "beroep" betreft kan de Commissie, in de context van het voorliggende dossier, die vraag begrijpen maar wenst zij toch op te merken dat het betrokken gegeven niet systematisch wordt bijgewerkt en bijgevolg, op het ogenblik van de raadpleging, onjuist kan zijn. 3. Personen aan wie de toegang wordt verleend. Het ontwerp van koninklijk besluit machtigt : 1. de Directeur-generaal van het F.A.N.C.; 2. de nucleaire inspecteurs die wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden daartoe bij name en schriftelijk door de Directeur-generaal zijn aangewezen, toegang te hebben tot de gegevens van het Rijksregister. De Commissie stelt met tevredenheid vast dat enkel bepaalde personen, bij naam aangewezen, toegang zullen hebben tot het Rijksregister en dat deze personen hiervoor een verklaring m.b.t. de veiligheid en de vertrouwelijkheid dienen te ondertekenen. Uit het verslag aan de Koning blijkt bovendien dat het F.A.N.C. er zich toe verbonden heeft en een aantal technische veiligheidsmaatregelen te nemen.

De Commissie wenst, en dat in tegenstelling tot aanbevelingen van de Raad van State in gelijkaardige dossiers, dat de lijst van die personen, continu bijgewerkt, ter haar beschikking zou worden gehouden in plaats van haar jaarlijks zou worden opgestuurd. De Commissie vestigt er in dit verband de aandacht op dat bepaalde koninklijke besluiten reeds het voorschrift bevatten betreffende "het ter beschikking houden" van bedoelde lijst. Dergelijk voorschrift tracht immers de bestaande procedures in overeenstemming te brengen met de administratieve realiteit. De Commissie vindt dat het ter beschikking houden van de lijst de permanente bijwerking ervan door de verantwoordelijken voor de verwerking, vergemakkelijkt.

Om deze redenen, brengt de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, onder voorbehoud van de hierboven geformuleerde opmerking, een gunstig advies uit.

Voor de secretaris, wettig verhinderd, D. Gheude, adviseur.

De voorzitter, P. Thomas.

Voor eensluidend verklaard afschrift : voor de secretaris van de Commissie, wettig verhinderd, D. Gheude, adviseur.

ADVIES 35.180/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 27 maart 2003 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle", heeft op 15 mei 2003 het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht van de Regering op het feit dat de ontstentenis van de controle die het Parlement krachtens de Grondwet moet kunnen uitoefenen, tot gevolg heeft dat de Regering niet over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Wil het ontworpen koninklijk besluit in rechte aanvaardbaar blijven, dan moet het overeenkomstig artikel 19, § 3, eerste lid, van de wet van 25 maart 2003 tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen ter ondertekening worden voorgelegd aan de Koning vôôr de aanwijzing van de leden van het sectoraal comité van het Rijksregister, opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Daarna komt het de Koning immers niet meer toe zo een besluit goed te keuren.

Artikel 5, van het ontwerp behoort vooraf te worden aangepast, overeenkomstig het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en artikel 12, § 2, 1°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983, zoals het is hersteld bij de voormelde wet van 25 maart 2003.

Aangezien de verplichting om een consulent inzake informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan te stellen rechtstreeks voortvloeit uit artikel 10 van de wet, zoals het is hersteld bij de voormelde wet van 25 maart 2003, is het daarentegen niet nodig het koninklijk besluit op dat punt aan te vullen.

De kamer was samengesteld uit : De heren : Y. Kreins, kamervoorzitter;

J. Jaumotte en Mevr. M. Baguet, staatsraden;

Mevr. A.-C. Van Geersdaele, toegevoegd griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld door de heer M. Joassart, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Jaumotte.

De griffier, A.-C. Van Geersdaele.

De voorzitter, Y. Kreins.

29 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995;

Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 4, vervangen bij de wet van 11 december 1998, van toepassing is;

Overwegende dat de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle van toepassing is;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de bevoegdheden en de aanduiding van de leden van het departement toezicht en controle van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle belast met het toezicht op de naleving van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren van toepassing is;

Gelet op het advies nr. 01/2003 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 13 januari 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 januari 2003;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies 35.180/2 van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Justitie, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de vervulling van hun opdrachten bedoeld in de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en haar uitvoeringsbesluiten wordt aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De toegang tot de informatiegegevens geldt uitsluitend voor het vervullen van het recht van bepaalde personeelsleden van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, in toepassing van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de bevoegdheden en de aanduiding van de leden van het departement toezicht en controle van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle belast met het toezicht op de naleving van bovenvermelde wet van 15 april 1994 en haar uitvoeringsbesluiten, om personen te ondervragen en de identiteit vast te stellen van de personen die zich bevinden op plaatsen die worden gecontroleerd.

Art. 2.De toegang waarvan sprake is in artikel 1 geldt alleen voor : 1° de Directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;2° de nucleaire inspecteurs bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, door de Directeur-generaal schriftelijk bij name aangewezen.

Art. 3.De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen enkel voor de in dat artikel vermelde doeleinden worden gebruikt. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.

Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid : 1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, alsook hun wettelijke vertegenwoordigers;2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle onderhouden.

Art. 4.De personen bedoeld in artikel 2 ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens te eerbiedigen.

Art. 5.De lijst van de overeenkomstig de artikel 2, aangewezen personeelsleden wordt, met vermelding van hun graad en van hun ambt, opgesteld en ter beschikking van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gehouden.

Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^