Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 maart 2001
gepubliceerd op 16 mei 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk"

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012256
pub.
16/05/2001
prom.
29/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/29/2001012256/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MAART 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 1981, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 13, 15, 16 en 19 van de statuten, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 maart 1999;

Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de statuten van het "fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk".

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 25 september 1981, Belgisch Staatsblad van 13 oktober 1981.

Koninklijk besluit van 25 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 24 november 1999.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1999 Wijziging van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk" (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51391/CO/214)

Artikel 1.Artikel 2 van de statuten vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 1981, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Gent. Hij kan bij beslissing van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk overgebracht worden naar elke andere plaats in België. »

Art. 2.Artikel 3, 4° van dezelfde statuten, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 maart 1999 wordt als volgt gewijzigd : « 4°) de financiering te verzekeren van de initiatieven ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen op grond van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 25 juli 1991, 2 juli 1993, 15 mei 1995, 30 mei 1997 en 2 april 1999 terzake. »

Art. 3.Artikel 13 van dezelfde statuten, gewijzigd bij voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 1997 wordt als volgt gewijzigd en aangevuld : « f) voor de nieuwe rechthebbenden van het brugpensioenstelsel tijdens de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1996 door een bijkomende werkgeversbijdrage. g) voor de nieuwe rechthebbenden van het brugpensioenstelsel tijdens de periode van 1 januari 1997 tot 31 december 1998, door de werkgeversbijdrage vermeld onder littera f).h) voor de nieuwe rechthebbenden van het voltijds brugpensioenstelsel en van het halftijds brugpensioenstelsel tijdens de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000 door de bijdrage vastgesteld in artikel 15 littera b) van onderhavige statuten.»

Art. 4.Artikel 15, littera b) van dezelfde statuten, gewijzigd bij voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 1997, wordt aangevuld als volgt : « De inning van deze werkgeversbijdrage van 1,80 pct. wordt naar rato van 0,20 pct. voor de jaren 1997 en 1998 gedurende acht kwartalen geschorst.

Vanaf 1 januari 1999 wordt de bijdrage van 1,80 pct. met 0,35 pct. verminderd zodat deze bijdrage van 1,80 pct. wordt teruggebracht op 1,45 pct.

De inning van deze bijdrage van 1,45 pct. wordt naar rato van 0,20 pct. voor de jaren 1999 en 2000 gedurende acht kwartalen geschorst.

Vanaf 1 januari 2001 wordt deze bijdrage opnieuw op 1,45 pct. gebracht. »

Art. 5.Artikel 15 littera c) van dezelfde statuten, gewijzigd bij voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 1997 wordt aangevuld als volgt : « Met ingang van 1 januari 1997 wordt deze bijdrage voor de jaren 1997 en 1998 vastgesteld op 0,10 pct. van deze lonen.

Met ingang van 1 januari 1999 wordt deze bijdrage voor de jaren 1999 en 2000 vastgesteld op 0,10 pct. van deze lonen.

Daarenboven wordt met ingang van 1 januari 1999 en voor dezelfde periode een bijkomende werkgeversbijdrage van 0,20 pct. geïnd zodat de totale werkgeversbijdrage voor de jaren 1999 en 2000 is vastgesteld op 0,30 pct. van deze lonen. »

Art. 6.Artikel 16, littera b) van dezelfde statuten gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 1987 algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 maart 1988 wordt vervangen door volgende bepaling : « b) De werkgeversbijdragen voorzien onder artikel 15 b) en 15 c) van onderhavige statuten worden om het kwartaal door het fonds geïnd.

Deze bijdragen moeten door de werkgever gestort worden op een door de raad van beheer vastgestelde rekening in de kalendermaand volgend op het kwartaal van inning. »

Art. 7.In dezelfde statuten wordt een artikel 19bis ingelast luidend als volgt : «

Artikel 19bis.Zowel voor de inning der bijdragen als voor de betalingen der uitkeringen geldt de verjaringstermijn toegepast door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. »

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 1999.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 maart 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^