Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 maart 2002
gepubliceerd op 30 maart 2002

Koninklijk besluit tot toepassing van artikel 37, § 17, en artikel 165, laatste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022285
pub.
30/03/2002
prom.
29/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/29/2002022285/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MAART 2002. - Koninklijk besluit tot toepassing van artikel 37, § 17, en artikel 165, laatste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 17, en artikel 165, laatste lid, ingevoegd bij de wet van 30 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde producten, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten, inzonderheid op artikel 88;

Gelet op de adviezen van het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging, gegeven op 4 maart 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 februari 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 4 maart 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat ingevolge de bepaling van de begrotingsdoelstelling de regering beslist heeft besparingsmaatregelen door te voeren waarbij een bedrag wordt geïnd ten laste van de apothekers en over te gaan tot de verplichte inning van het remgeld; dat deze maatregelen zo vlug mogelijk genomen moet worden om de vooropgestelde besparing in het jaar 2002 volledig te verwezenlijken en om het bedrag dat geïnd wordt ten laste van de apothekers zo veel mogelijk te spreiden over het jaar;

Gelet op het advies 33.147/1 van de Raad van State, gegeven op 14 maart 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definitie

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « vergoedbare farmaceutische verstrekkingen » de vergoedbare farmaceutische specialiteiten die opgenomen zijn op de lijst, gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten en de vergoedbare magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde producten die opgenomen zijn in de bijlage, gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde producten. HOOFDSTUK II. - Verplichte inning van het persoonlijk aandeel

Art. 2.Het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de vergoedbare farmaceutische verstrekkingen die worden afgeleverd in een voor het publiek toegankelijke officina, in een ziekenhuisapotheek aan ambulante rechthebbenden of door geneesheren die een vergunning hebben om een geneesmiddelendepot te houden, wordt in alle gevallen verplicht geïnd. HOOFDSTUK III. - Vermindering van de basis waarop de verzekeringstegemoetkoming wordt berekend

Art. 3.De erkende tariferingsdiensten verminderen de bases waarop de verzekeringstegemoetkoming wordt berekend die de verzekeringsinstellingen verschuldigd zijn aan de apothekers met een voor het publiek toegankelijke officina, en aan de geneesheren die een vergunning hebben om een geneesmiddelendepot te houden, voor alle verstrekkingen bedoeld in artikel 34, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Deze vermindering wordt vastgesteld op 10,15 % van het bedrag van het persoonlijk aandeel dat voor rekening van de rechthebbende wordt gelaten, zoals bedoeld in artikel 37, § 2 en § 4. Vanaf 1 janurari 2003 wordt deze vermindering vastgesteld op 7,7 %.

Art. 4.De technische modaliteiten voor de uitvoering van deze vermindering van de basis waarop de verzekeringstegemoetkoming berekend wordt, worden door het Verzekeringscomité vastgelegd op voorstel van de Overeenkomstencommissie Apothekers -Verzekeringsinstellingen in de onderrichtingen voor het opstellen van de factuur over de farmaceutische verstrekkingen afgeleverd aan rechthebbenden die niet in een verplegingsinrichting zijn opgenomen zoals bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan de verzekeringsinstellingen moeten overmaken.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2002. De verplichting tot vermindering van de basis waarop de verzekeringstegemoetkoming wordt berekend is van toepassing voor de prestaties die gefactureerd worden vanaf 1 april 2002.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F.VANDENBROUCKE

^