Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 november 2001
gepubliceerd op 26 januari 2002

Koninklijk besluit waarbij aan de Vrije Universiteit Brussel mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend in het kader van de geconcerteerde onderzoeksactie naar de eindeloopbaanproblematiek bij de inwoners van het Vlaamse Gewest

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001001291
pub.
26/01/2002
prom.
29/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/29/2001001291/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij aan de Vrije Universiteit Brussel mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend in het kader van de geconcerteerde onderzoeksactie naar de eindeloopbaanproblematiek bij de inwoners van het Vlaamse Gewest


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister aan de Vrije Universiteit Brussel (V.U.B.) te verlenen in het kader van een onderzoek naar de eindeloopbaanproblematiek.

De rechtsgrond van het ontwerp van besluit wordt gevormd door artikel 5, tweede lid, b), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De vakgroep Sociologie van de V.U.B. (TOR) belast zich met dit onderzoek, dat verricht wordt voor rekening van het Ministerie van Sociale Zaken in het kader van een geconcerteerde onderzoeksactie naar de eindeloopbaanproblematiek. In het kader van dit onderzoek wordt een representatieve steekproef uitgevoerd om over de geschetste problematiek gefundeerde uitspraken te kunnen doen.

De survey die op basis van deze steekproef zal worden uitgevoerd moet toelaten uitspraken te doen over de perspectieven die mensen tussen 45 en 65 jaar hebben op het verdere verloop van hun (professionele) levensloop en hoe zij in de toekomst hun tijd wensen te besteden. Er zal ook gepeild worden naar de factoren die een invloed hebben op de bereidheid om al dan niet nog te willen werken en de manier waarop deze mensen omgaan met werkdruk. Het onderzoek spitst zich voornamelijk toe op de verwachtingen met betrekking tot het loopbaaneinde, en de economische, sociale en culturele factoren die deze verwachtingen beïnvloeden.

De werkwijze die bij het onderzoek gebruikt zal worden kan omschreven worden als volgt : de selectie gebeurt in twee fasen. In een eerste fase worden op basis van het bevolkingscijfer een nader te bepalen aantal gemeenten van het Vlaams Gewest op toevallige wijze geselecteerd. Binnen de bevolking van deze gemeenten wordt dan de eigenlijke steekproeftrekking uitgevoerd met een selectie-algoritme dat gebaseerd is op de principes van de systematische trekking met aselect begin. Deze werkwijze heeft als doel het aantal gemeenten waarin veldwerk zal moeten worden verricht, in de mate van het mogelijke te beperken. Op die wijze zullen vier steekproeven van telkens 1 200 personen, in totaal van 4 800 personen, worden getrokken.

De eerste groep van 1 200 personen wordt dan gebruikt voor het oorspronkelijke veldwerk; uit de overige groepen wordt geput voor substitutie bij non-respons.

In concreto dient de VUB-vakgroep Sociologie te beschikken over de gegevens van vier maal 1 200 inwoners van het Vlaamse Gewest, allen van Belgische nationaliteit, tussen 45 en 65 jaar oud (namelijk inwoners tussen 44 en 64 jaar oud in 2001), die in twee fasen toevallig worden geselecteerd.

De steekproef beperkt zich in een eerste fase tot inwoners van het Vlaamse Gewest. Zodra de nodige budgettaire middelen beschikbaar zullen zijn, zal eenzelfde onderzoek worden verricht in de andere Gewesten.

Om de steekproef op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te kunnen samenstellen vraagt de vakgroep Sociologie van de V.U.B. de mededeling van de informatiegegevens opgesomd in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4° en 5° van de organieke wet van 8 augustus 1983 op het Rijksregister.

De mededeling van die informatiegegevens is verantwoord omwille van de volgende redenen : - de kennis van het informatiegegeven vermeld onder 1° (naam en voornamen) en 5° (hoofdverblijfplaats) is uiteraard noodzakelijk opdat de personen die deel uitmaken van de steekproef ondervraagd zouden kunnen worden; - de kennis van het informatiegegeven vermeld onder 2° (geboortedatum) en 3° (geslacht) is noodzakelijk om de steekproef te kunnen samenstellen uit een representatief staal van de bevolking; - de kennis van het informatiegegeven vermeld onder 4° (nationaliteit) is eveneens noodzakelijk aangezien alleen personen van Belgische nationaliteit ondervraagd zullen worden.

Overeenkomstig artikel 6, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 3 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de instellingen bedoeld in artikel 5, tweede lid, b), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen moeten voldoen om mededeling te verkrijgen van informatiegegevens die in dit register opgenomen zijn, preciseert artikel 4, eerste lid, van het ontworpen besluit, dat wat het bewaren van de informatiegegevens uit het Rijksregister betreft, deze gedurende één jaar vanaf de steekproeftrekking zullen worden bewaard en hierna zullen worden vernietigd.

De Regering heeft nagegaan of de nodige voorzorgen genomen werden om de bescherming van het privé-leven van de personen waarop de informatiegegevens die verkregen werden door mededeling uit het Rijksregister betrekking hebben, te waarborgen : 1° het blijkt dat de aanvraag om mededeling van informatiegegevens op alle punten voldoet aan de voorwaarden gesteld door het voormelde koninklijk besluit van 3 april 1995 : - de Vrije Universiteit Brussel beschikt over rechtspersoonlijkheid (artikel 1, eerste lid, 1°); - de vakgroep Sociologie van de V.U.B. beschikt over het nodige personeel en over de nodige technische middelen (artikel 1, eerste lid, 2°). Met de van het Ministerie van Sociale Zaken ontvangen middelen, heeft de onderzoekseenheid zowel wetenschappelijk bevoegd personeel aangetrokken, als zich de nodige technische middelen aangeschaft. De onderzoekseenheid is niet alleen volledig geïnformatiseerd, maar kan ook een beroep doen op de krachtige main-frames van het rekencentrum van de Vrije Universiteit Brussel, en heeft de beschikking over de nodige software om de surveygegevens te analyseren. Meer bepaald zal daarbij gebruik worden gemaakt van de SPSS-software. Bovendien heeft de onderzoekseenheid reeds een ruime ervaring en expertise opgebouwd inzake het uitvoeren van surveys; - artikel 1, eerste lid, 3°, van het voornoemd koninklijk besluit van 3 april 1995 bepaalt dat de betrokken personeelsleden zich dienen te houden aan de beroepsethiek, meer bepaald wat het vertrouwelijke karakter van de door het Rijksregister meegedeelde informatie betreft.

Slechts twee personen van de Vakgroep Sociologie zullen toegang hebben tot deze informatie, namelijk de voorzitter en een wetenschappelijk medewerkster. Deze personen hebben een verklaring ondertekend waarin zij zich ertoe verbinden het vertrouwelijke karakter van de informatiegegevens van het Rijksregister te bewaren. Indien de interviews niet worden afgenomen door de onderzoekers zelf, dienen de personen die daarmede belast worden eveneens een verklaring te ondertekenen waarbij zij zich ertoe verbinden het beroepsgeheim alsmede de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens, die zij ontvangen of ingezameld hebben, te bewaren; - de vakgroep sociologie van de V.U.B. zal zelf, zonder onderaanneming, alle activiteiten uitvoeren (artikel 1, eerste lid, 4°); - de betrokken onderzoekseenheid heeft de verbintenis aangegaan zich te onderwerpen aan de controle die zowel door de Minister van Binnenlandse Zaken als door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zal worden georganiseerd (artikel 1, eerste lid, 5°); - twee aparte bestanden zullen worden gehouden, te weten één met de informatiegegevens verkregen uit het Rijksregister en een ander met de specifieke onderzoeksgegevens. Deze bestanden zullen strikt gescheiden worden. Alleen de wetenschappelijke medewerkers van het Centrum voor Sociologie die de bovenvermelde verklaring ondertekend hebben zullen beschikken over de sleutel om ze met elkaar in verband te brengen. Na de uitvoering van de survey zal deze sleutel vernietigd worden, zodat het onmogelijk zal zijn een verband te leggen tussen het anonieme nummer en de identiteit van de respondent (artikel 1, eerste lid, 6°); - de onderzoekseenheid verplicht er zich toe om de resultaten van het onderzoek slechts te publiceren of te verstrekken aan derden in de vorm van anonieme en niet-identificeerbare informatie (artikel 1, eerste lid, 7°).

In wetenschappelijke publicaties zullen enkel geaggregeerde gegevens worden opgenomen. In het databestand staat enkel een anoniem respondentennummer. Op het ogenblik dat dit databestand ter beschikking zal worden gesteld, zal de sleutel die toegang geeft tot het respondentenbestand reeds vernietigd zijn. 2° de aanhef van het ontworpen besluit verwijst uitdrukkelijk naar de volgende wettelijke en reglementaire bepalingen : - de artikelen 4, § 1, 2°, 5a), en 70 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, vervangen door de wet van 11 december 1998; - de artikelen 2, 14 en 70 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Elk van deze bepalingen strekt ertoe de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen waarop de verzamelde informatiegegevens betrekking hebben te waarborgen.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bracht haar advies uit op 12 juli 2001. Het besluit houdt rekening met de in dit advies geformuleerde opmerkingen.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

Advies nr. 21/2001 van 12 juli 2001. - Ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de Vrije Universiteit Brussel mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend in het kader van de geconcerteerde onderzoeksactie naar de eindeloopbaanproblematiek bij de inwoners van het Vlaamse Gewest De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid het artikel 29;

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 5, tweede lid, b;

Gelet op de adviesaanvraag vanwege de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 31 mei 2001;

Gelet op het verslag van de heer Erik Van Hove;

Brengt op 12 juli 2001 het volgend advies uit : I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG Het aan de Commissie voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit betreft een aanvraag van het Centrum voor Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel om, in het kader van een onderzoek naar de eindeloopbaanproblematiek bij de inwoners van het Vlaamse Gewest verricht in opdracht van de Minister van Sociale Zaken, de mededeling te ontvangen van bepaalde gegevens van het Rijksregister onder de vorm van een aselecte steekproef van de volwassen bevolking van het Vlaamse Gewest op basis waarvan een survey zal uitgevoerd worden. Aan ongeveer 1 200 respondenten uit het Vlaamse landsgedeelte zal een vragenlijst voorgelegd worden teneinde gegevens te verzamelen met betrekking tot hun verwachtingen aangaande het verdere verloop van hun loopbaan en toekomstige tijdsbesteding.

Concreet zal als volgt te werk gegaan worden : er zullen vier steekproeven getrokken worden van telkens 1 200 personen, d.w.z. in het totaal 4 800 personen. De eerste groep van 1 200 personen zal worden gebruikt voor het oorspronkelijke veldwerk : bij gebrek aan antwoord van de eerste groep zal ter vervanging beroep gedaan worden op de volgende.

Het ontwerp van koninklijk besluit dat aan de Commissie voor advies wordt voorgelegd werd opgesteld bij toepassing van het koninklijk besluit van 3 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de instellingen bedoeld in artikel 5, tweede lid, b, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen moeten voldoen om mededeling te verkrijgen van informatiegegevens die in dit register zijn opgenomen. Dit laatste besluit heeft specifiek betrekking op de uitvoering van wetenschappelijke navorsings- en onderzoekswerkzaamheden.

II. WETTELIJK EN REGLEMENTAIR KADER. A) Wet van 8 augustus 1983 Bij toepassing van art. 5, tweede lid, b, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen kan de Koning, na advies van de Commissie, bij in Ministerraad overlegd besluit aan instellingen van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervullen en die Hij nominatief aanwijst, de mededeling verlenen van de nodige informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, uitsluitend voor de uitvoering van wetenschappelijke, navorsings- en onderzoekswerkzaamheden, binnen de perken van de informatiegegevens die hen ter beschikking moeten worden gesteld uitsluitend voor de uitvoering van die werkzaamheden. De instellingen mogen slechts over de bedoelde informatiegegevens beschikken gedurende de tijd nodig voor de uitvoering van die werken en enkel tot dat doel; de Koning bepaalt de andere voorwaarden waaraan deze instellingen moeten voldoen om mededeling van deze informatiegegevens te bekomen.

De VUB is een instelling van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervult.

B) Koninklijk besluit van 3 april 1995 In uitvoering van deze laatste bepaling werd het koninklijk besluit van 3 april 1995 uitgevaardigd. Het stelt de volgende voorwaarden vast : a) Wat de aanvragende instelling betreft (art.1) : 1. rechtspersoonlijkheid bezitten;2. passend uitgerust zijn wat betreft personeel en infrastructuur voor wetenschappelijk onderzoek;3. het betrokken personeel schriftelijk verbinden het vertrouwelijk karakter van de gegevens uit het Rijksregister te eerbiedigen;4. zeer restrictief van onderaanneming gebruik maken;5. zich onderwerpen aan controle;6. de nominatieve gegevens uit het Rijksregister afzonderlijk opslaan en met naam de personen aanwijzen die toegang tot deze gegevens hebben;7. in de rapportering aan derden enkel anonieme gegevens verstrekken.b) Wat het onderzoek betreft (art.2) : 8. erkend worden door de Minister van Wetenschapsbeleid als van wetenschappelijk belang (art.2). 9. beperkt zijn tot de informatiegegevens van het Rijksregister die nodig zijn (art.3).

De aanvraag moet gericht worden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en vergezeld zijn van alle stukken waaruit blijkt dat aan de voorgaande voorwaarden is voldaan. Daarenboven moet de aanvraag vergezeld zijn van de statuten van de instelling.

Het koninklijk besluit dat de machtiging verleent moet vermelden : 1. de nummers van de gegevens uit het Rijksregister die medegedeeld mogen worden;2. het doel van de mededeling;3. de toegestane termijn van bewaring;4. de voorwaarden van onderaanneming en de identiteit van de bewerkers;5. de datum waarop de Commissie haar advies heeft uitgebracht. De Commissie stelt vast, op grond van het dossier dat haar overgemaakt werd, dat de aanvragende instelling aan de voormelde vereisten voldoet, op een punt na. De statuten van de Vrije Universiteit Brussel werden weliswaar niet aan de aanvraag toegevoegd maar werden reeds bij een vorige gelegenheid overgemaakt. Voor het overige wordt in het Verslag aan de Koning omstandig ingegaan op de wijze waarop de aanvragers aan de gestelde voorwaarden voldoen.

De Commissie wenst dat de personen die de interviews zullen afnemen, in de veronderstelling dat zulks niet gebeurt door de onderzoekers zelf, de verplichting opgelegd wordt een document te ondertekenen, zoals de onderzoekers dat doen, waarbij zij zich ertoe verbinden het beroepsgeheim alsmede de vertrouwelijkheid der gegevens die zij ontvangen of ingezameld hebben te bewaren.

III. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING. Artikel 1 De mededeling betreft de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4° en 5° van de wet van 8 augustus 1983. Het gaat om naam en voornamen, geboortedatum, geslacht, nationaliteit en hoofdverblijfplaats.

In het Verslag aan de Koning wordt de mededeling van deze informatiegegevens gemotiveerd door de noodzaak de personen die deel uitmaken van de steekproef te kunnen ondervragen, de steekproef te kunnen samenstellen uit een representatief staal van de bevolking naar geslacht en leeftijd en bepaalde personen die niet in aanmerking komen voor de steekproef, met name personen die niet de Belgische nationaliteit hebben, te kunnen uitsluiten.

De Commissie is van oordeel dat deze mededeling beantwoordt aan de voorschriften van artikel 5 van de wet van 8 december 1992, met name wat betreft de proportionaliteits- en de noodzakelijkheidsvoorwaarde die erin vervat zijn.

Artikel 2 De Commissie wenst nogmaals het belang te onderstrepen van een oprechte en volledige kennisgeving aan de aangezochte respondenten.

Zonder dit te willen verplichten zou het zelfs beter zijn dat het schrijven waarbij de personen die deel zullen uitmaken van de steekproef op de hoogte worden gebracht van de aard van het onderzoek en niet verplichtend karakter van de medewerking eraan verzorgd zou worden door de diensten van het Rijksregister.

Artikel 3 De mededeling van gegevens uit het Rijksregister gebeurt aan de VUB in de persoon van haar rector. Deze duidt de personen aan uit de onderzoeksgroep die van deze gegevens gebruik mogen maken. In de huidige tekst is voorzien dat de lijst van de gemachtigde onderzoekers overgemaakt wordt aan de Commissie. De Commissie verkiest dat deze lijst ter beschikking gehouden wordt, wat toelaat dat zij permanent geactualiseerd blijft.

Om deze redenen : Verleent de Commissie een gunstig advies, onder voorbehoud van de gemaakte bemerkingen.

De secretaris, (get.) B. Havelange.

De voorzitter, (get.) P. Thomas.

29 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit{edt} waarbij aan de Vrije Universiteit Brussel mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend in het kader van de geconcerteerde onderzoeksactie naar de eindeloopbaanproblematiek bij de inwoners van het Vlaamse Gewest ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, tweede lid, b), gewijzigd bij de wetten van 15 januari 1990, 19 juli 1991 en 8 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de instellingen bedoeld in artikel 5, tweede lid, b), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen moeten voldoen om mededeling te verkrijgen van informatiegegevens die in dit register opgenomen zijn;

Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid de artikelen 4, § 1, 2°, en 5, a), vervangen bij de wet van 11 december 1998, van toepassing is;

Overwegende het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid de artikelen 2, 14 en 70;

Gelet op de beslissing van 18 april 2001 waarbij Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek het wetenschappelijk belang van de door de Vrije Universiteit Brussel geplande onderzoeksactiviteit, waarvoor mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister gevraagd wordt, erkent;

Overwegende dat uit het omstandig dossier dat aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken bezorgd werd door de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat de geplande onderzoeksactiviteit op alle gebied voldoet aan de voorwaarden vastgesteld door de artikelen 1, 3 en 5 van het voormelde koninklijk besluit van 3 april 1995;

Gelet op het advies nr. 21/2001 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 12 juli 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 augustus 2001;

Overwegende dat de Raad van State in het advies nr. 27.010/2 van 6 juli 1998 over een ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de Universiteit Gent en aan de « Université libre de Bruxelles » mededeling van sommige informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend voor de opvolging van de vitale status van personen die meegewerkt hebben aan vorige onderzoekingen over het verband tussen fysische fitheid, risicofactoren en cardiovasculaire aandoeningen, van oordeel was dat de koninklijke besluiten die geen bindende, onpersoonlijke en algemene strekking hebben niet van verordenende aard zijn zoals bedoeld door artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, en niet voor advies moeten worden voorgelegd aan de afdeling wetgeving; dat derhalve dient te worden gesteld dat het huidige koninklijk besluit waarbij aan de Vrije Universiteit Brussel voor de tijd nodig voor het uitvoeren van een wetenschappelijke onderzoeksactiviteit mededeling van bepaalde informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend, niet van verordenende aard is en niet aan het advies van de Raad van State dient te worden voorgelegd;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Justitie, en van Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het kader van de geconcerteerde onderzoeksactie naar de eindeloopbaanproblematiek, wordt aan de Vrije Universiteit Brussel, machtiging verleend om mededeling te ontvangen van de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4° en 5° van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, met betrekking tot 4 800 inwoners van het Vlaamse Gewest, van Belgische nationaliteit en tussen 44 en 64 jaar oud in 2001, die de steekproef vormen die zal ondervraagd worden over hun perspectieven tot hun loopbaaneinde.

Art. 2.De personen die deel uitmaken van de steekproef, bedoeld in artikel 1, zullen vóór de aanvang van het onderzoek schriftelijk op de hoogte gebracht worden van de precieze aard daarvan, van de juiste benaming van de onderzoeksinstelling waarvoor de onderzoeks-activiteit wordt verricht, van de doelstellingen die het nastreeft en van de modaliteiten volgens welke de ingewonnen informatiegegevens zullen worden verwerkt.

Zij zullen ervan worden in kennis gesteld dat zij niet verplicht zijn mede te werken aan het onderzoek, en dat zij hun medewerking op ieder moment kunnen stopzetten, zonder hiervoor een wettiging te moeten geven.

Zij zullen bovendien ingelicht worden over de termijn van bewaring van de gegevens, waarin wordt voorzien in artikel 4, eerste lid, en over het feit dat de hen betreffende gegevens anoniem gemaakt zullen worden.

Een exemplaar van de brief bedoeld in het eerste lid, alsmede van de vragenlijst die aan de personen die uitgenodigd worden aan het onderzoek mee te werken zal voorgelegd worden, zal vooraf aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gezonden worden.

Art. 3.De mededeling van de in artikel 1 bedoelde informatiegegevens uit het Rijksregister geschiedt aan de rector van de Vrije Universiteit Brussel.

De persoon bedoeld in het eerste lid duidt de leden van de vakgroep Sociologie, afgekort TOR, van de Vrije Universiteit Brussel bij naam en schriftelijk aan, die gebruik mogen maken van de informatiegegevens in het kader van de geplande onderzoeksactie, en dit enkel voor de doeleinden vermeld in artikel 1.

De lijst van de leden van de vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel, bedoeld in het voorgaande lid, met aanduiding van hun functie, wordt opgesteld in de maand die volgt op de inwerkingtreding van het onderhavige besluit. Hij wordt permanent ter beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Art. 4.De met toepassing van artikel 1 uit het Rijksregister verstrekte informatiegegevens zullen vanaf het ogenblik van de steekproeftrekking gedurende één jaar worden bewaard en zij zullen daarna worden vernietigd.

Zij mogen niet medegedeeld worden aan derden.

Voor de toepassing van het voorgaande lid worden niet als derden beschouwd de natuurlijke personen waarop deze informatiegegevens betrekking hebben of hun wettelijke vertegenwoordigers.

Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

^