Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 1998
gepubliceerd op 11 november 1998

Koninklijk besluit tot vaststelling van de examenstof en de voorwaarden om te slagen voor het examen opgelegd door artikel 86 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022647
pub.
11/11/1998
prom.
29/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/29/1998022647/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de examenstof en de voorwaarden om te slagen voor het examen opgelegd door artikel 86 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 86;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 mei 1996 tot uitvoering van artikel 86 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken gegeven op 6 maart 1997;

Gelet op het protocol van 30 april 1997 waarin de conclusies van de onderhandelingen binnen Sectorcomité XII worden opgenomen;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderende Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor elke graad vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 mei 1996 tot uitvoering van artikel 86 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid wordt een examen voorzien.

Het bestaat uit twee proeven die rechtstreeks betrekking hebben op het niveau van de toe te kennen graad waarvan één handelt over de vereiste kennis en de andere vaststelt of de kandidaat in staat is om de betrokken functie uit te oefenen.

Art. 2.Het examenprogramma dat toegang verleent tot elk van de betrokken graden wordt als volgt vastgelegd : 1° Adjunct adviseur (rang 10) - voorheen Bestuurssecretaris Een schriftelijke proef die betrekking heeft op welbepaalde materies in functie van de toe te kennen betrekking, en op a) voor de eerste betrekking : - de begroting van de Staat en van de instellingen van openbaar nut; - de bepalingen inzake de uitoefening van de administratieve en budgettaire controle op de instellingen van openbaar nut zoals vastgelegd bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, - de beginselen van de openbare boekhouding van de instellingen van openbaar nut zoals beschreven in het "Algemeen boekhoudplan"; - de wetgeving inzake de overheidsopdrachten; b) voor de tweede betrekking : - de principes inzake de bescherming van sociale gegevens, de organisatie en de rol van het Toezichtscomité zoals vastgelegd in de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; - de basisbeginselen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens zoals vastgelegd in de wet van 8 december 1992; - de impact van deze principes op de implementatie, organisatie en de controle van het netwerk beheerd door de Kruispuntbank op basis van het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid; - de rol van de veiligheidsconsulenten; - het welzijn en de veiligheid op het werk en meer in het bijzonder het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur.

Een mondelinge proef over de aard van de functie waarbij de kandidaat zal moeten aantonen dat hij over de nodige vaardigheden beschikt om een functie van niveau I waar te nemen. 2° Directiesecretaris (rang 26) Een schriftelijke proef die bestaat uit een ondervraging over : - de werking van de Kruispuntbank en van haar netwerk vanuit technisch oogpunt; - de algemene principes inzake de uitwerking van de informatieveiligheid bij de Kruispuntbank; - de gegevensuitwisseling via de mailbox en de ontvangstmelding; - de verklarende begrippenlijst.

Een mondelinge proef die bestaat uit een gesprek over een algemeen thema inzake de organisatie en de werking van het netwerk van de Kruispuntbank. 3° Bestuursassistent (rang 20 weddeschaal 20E) Een schriftelijke proef die bestaat uit: a) het opstellen van een brief of een verslag over een thema inzake de organisatie van de Kruispuntbankregisters;b) een ondervraging over : - de algemene werking van de Kruispuntbank : taken en toepassingsgebied, methoden van elektronische gegevensuitwisseling, administratieve structuur, - de algemene principes inzake de uitwerking van de informatieveiligheid bij de Kruispuntbank; - de organisatie van de diensten; - de toepassingen waarvan : gebruik van het correcte identificatienummer, gebruik van het verwijzingsrepertorium, integratie van dossiers, raadpleging van het Rijksregister, de Kruispuntbankregisters en de Loon- en ArbeidsTijdGegevensbank, bijdragebons, attesten WIGW's; - de verklarende begrippenlijst.

Een mondelinge proef die bestaat uit een gesprek over een algemeen thema inzake de organisatie en de werking van het netwerk van de Kruispuntbank en inzake de praktische organisatie van het werk. 4° Bestuursassistent (rang 20 - weddeschaal 20A) Een schriftelijke proef die bestaat uit een ondervraging over : - de algemene werking van de Kruispuntbank: taken en toepassingsgebied, methoden van elektronische gegevensuitwisseling, administratieve structuur; - de algemene principes inzake de uitwerking van de informatieveiligheid bij de Kruispuntbank; - de organisatie van de diensten; - de toepassingen waarvan : gebruik van het correcte identificatienummer, gebruik van het verwijzingsrepertorium, integratie van dossiers, raadpleging van het Rijksregister, de Kruispuntbankregisters en de Loon- en ArbeidsTijdGegevensbank, bijdragebons, attesten WIGG's; - de verklarende begrippenlijst.

Een mondelinge proef die bestaat uit een gesprek over een algemeen thema inzake de organisatie en de werking van het netwerk van de Kruispuntbank.

Art. 3.Om te slagen in de examens bedoeld in artikel 2, moeten de kandidaten minstens 50 % van de punten behalen in elke proef. Ze moeten bovendien minstens 60 % van de punten behalen over alle proeven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven Brussel, 29 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^